Besluit basisregistratie personen

Geraadpleegd op 01-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 23-05-2018 en zichtdatum 01-10-2021.
Geldend van 01-05-2018 t/m 24-05-2018

Besluit van 28 november 2013, houdende regels ter uitvoering van de Wet basisregistratie personen (Besluit basisregistratie personen)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 10 oktober 2013, nr. 2013-0000602327;

Gelet op richtlijn nr. 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PbEG L 281) en de artikelen 1.6, 1.10, eerste lid, 1.14, tweede en derde lid, 2.6, 2.7, tweede en vierde lid, 2.31, 2.33, 2.34, derde lid, 2.37, 2.43, vijfde lid, 2.49, derde en vierde lid, 2.65, 2.67, tweede lid, 2.69, tweede lid j° 2.7, tweede en vierde lid, 2.70, tweede lid, 2.77, 2.78, derde lid, 2.79, tweede en derde lid, 3.1, tweede lid, 3.2, zevende lid, 3.3, eerste lid, 3.3, derde lid j° 3.2. zevende lid, 3.5, vierde lid, 3.6, tweede lid, 3.6, derde lid j° 3.5, vierde lid, 3.11, tweede lid, 3.12, 3.13, 3.14, tweede lid, 3.22, vierde lid, 4.3, vijfde lid, 4.4, tweede lid, 4.5, derde en vierde lid j° 4.4, tweede lid, 4.6 j° 4.4, tweede lid, 4.8, eerste lid, 4.12, 4.15, derde lid en 4.16, derde lid, van de Wet basisregistratie personen;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 15 november 2013, nr. W04.13.0369/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 25 november 2013, nr. 2013-0000697925;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

§ 1. Algemeen

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

§ 2. Verplicht gebruik

Artikel 2

Authentieke gegevens als bedoeld in artikel 1.6 van de wet zijn de gegevens over ingezetenen die als zodanig zijn aangeduid in de tabel die als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd en, met uitzondering van de gegevens over de burgerlijke staat van ingezetenen, als actuele gegevens zijn opgenomen.

§ 3. Inrichting, werking en beveiliging

Artikel 3

  • 1 Onze Minister stelt een systeembeschrijving vast.

  • 2 De systeembeschrijving kan een onderdeel bevatten dat is toegesneden op gemeenten die gebruikmaken van een oude gemeentelijke voorziening als bedoeld in artikel 4.15, eerste lid, van de wet, en een onderdeel dat is toegesneden op gemeenten die gebruik maken van een nieuwe gemeentelijke voorziening als bedoeld in dat lid.

  • 4 Het tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de uitwisseling van berichten met een overheidsorgaan waaraan of een derde aan wie systematisch gegevens worden verstrekt, met dien verstande dat het betreft de in artikel 4.16 van de wet bedoelde oude en nieuwe berichtuitwisseling.

Artikel 4

De systeembeschrijving geeft een beschrijving van de aspecten die zijn aangeduid in de tabel die als bijlage 2 bij dit besluit is gevoegd.

Artikel 5

Een college van burgemeester en wethouders, Onze Minister, een aangewezen bestuursorgaan, een overheidsorgaan en een derde dragen er zorg voor dat zij uitvoering geven aan de wet op een wijze die overeenstemt met de systeembeschrijving. De uitvoering voor zover die op hen betrekking heeft, is aangeduid in de tabel die als bijlage 3 bij dit besluit is gevoegd.

Artikel 6

  • 1 Het college van burgemeester en wethouders treft ten aanzien van de gemeentelijke voorziening passende technische en organisatorische maatregelen ter beveiliging van de in de basisregistratie opgenomen gegevens tegen verlies of aantasting van deze gegevens en tegen onbevoegde kennisneming, wijziging of verstrekking van deze gegevens.

  • 2 Onze Minister treft ten aanzien van de centrale voorzieningen passende technische en organisatorische maatregelen ter beveiliging van de in de basisregistratie opgenomen gegevens tegen verlies of aantasting van deze gegevens en tegen onbevoegde kennisneming, wijziging of verstrekking van deze gegevens.

  • 3 De in het eerste en tweede lid bedoelde maatregelen omvatten ten minste:

    • a. maatregelen gericht op personen die werkzaam zijn voor de verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in de basisregistratie;

    • b. maatregelen gericht op de toegang tot gebouwen en ruimten waar in de basisregistratie opgenomen gegevens aanwezig zijn;

    • c. maatregelen gericht op een deugdelijke werking en beveiliging van de apparatuur en programmatuur;

    • d. maatregelen voor het geval de geheimhouding of integriteit van in de basisregistratie opgenomen gegevens is geschaad;

    • e. maatregelen bij calamiteiten.

  • 4 Onze Minister kan regels stellen omtrent de bewaring van geschriften en andere bescheiden, ongeacht hun vorm, die de verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in de basisregistratie gebruikt of heeft gebruikt in verband met de verwerking van gegevens in de basisregistratie.

Artikel 7

  • 1 De door een bewerker in opdracht van het college van burgemeester en wethouders te verrichten werkzaamheden worden vastgelegd in een door het college en de bewerker te sluiten schriftelijke overeenkomst.

  • 2 De bewerker verbindt zich in de overeenkomst te handelen in overeenstemming met de in de artikelen 8 en 9 gestelde eisen. Waar in die artikelen wordt gesproken over persoonsgegevens wordt daaronder verstaan de door het college van burgemeester en wethouders aan de bewerker voor het verrichten van de werkzaamheden ter beschikking gestelde persoonsgegevens en de door de bewerker daaruit afgeleide persoonsgegevens.

Artikel 8

De bewerker voldoet in ieder geval aan de volgende eisen:

  • a. de bewerker maakt de persoonsgegevens uitsluitend dienstbaar aan de in de overeenkomst vastgelegde werkzaamheden;

  • b. bij het verrichten van de werkzaamheden handelt de bewerker in overeenstemming met de bij en krachtens de wet gegeven voorschriften zoals die voor het college van burgemeester en wethouders zouden gelden indien het college de werkzaamheden zelf had verricht;

  • c. de bewerker stelt het college van burgemeester en wethouders in de gelegenheid toezicht op het naleven van de overeenkomst uit te oefenen, waarbij hij de medewerking verleent die hem door dat college wordt verzocht;

  • d. op vordering van het college van burgemeester en wethouders schort de bewerker de werkzaamheden op en stelt hij de persoonsgegevens ter beschikking van dat college;

  • e. indien de bewerker werkzaamheden voor een college van burgemeester en wethouders verricht, besteedt hij deze slechts uit aan een andere bewerker, voor zover het college dat in de overeenkomst uitdrukkelijk toestaat.

Artikel 9

  • 1 De bewerker treft passende technische en organisatorische maatregelen ter verzekering van de deugdelijke uitvoering van zijn werkzaamheden, de beveiliging van de gegevensbestanden en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Deze maatregelen omvatten ten minste:

    • a. maatregelen gericht op personen die werkzaam zijn voor de bewerker;

    • b. maatregelen gericht op de toegang tot gebouwen en ruimten, in gebruik bij de bewerker, waar persoonsgegevens aanwezig zijn;

    • c. maatregelen gericht op een deugdelijke werking en beveiliging van de apparatuur en programmatuur;

    • d. maatregelen gericht op het beheer van persoonsgegevens;

    • e. maatregelen voor het geval de geheimhouding van de persoonsgegevens is geschaad;

    • f. maatregelen bij calamiteiten.

  • 2 Onze Minister kan nadere regels stellen over de in het eerste lid bedoelde maatregelen.

§ 4. Kosten in verband met de uitvoering van de wet

Artikel 10

In deze paragraaf, artikel 51 en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel 11

  • 1 Berichten tussen een gemeente en de centrale voorziening komen ten laste van de gemeente, waarbij een bericht dat door een gemeente via de centrale voorziening wordt verzonden aan een andere gemeente, ten laste komt van de gemeente die het bericht verzendt.

  • 3 Het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a. berichten aan of van de centrale voorziening in verband met de bijhouding van gegevens;

    • b. berichten in verband met de verstrekking van gegevens door een college van burgemeester en wethouders;

    • c. synchronisatieberichten;

    • d. berichten in verband met artikel 2.34 van de wet.

Artikel 12

  • 1 Categorieën van kosten, als bedoeld in artikel 1.14, tweede lid, van de wet zijn de kosten in verband met:

    • a. het beheer en het gebruik van de centrale voorzieningen;

    • b. de verzending en ontvangst van berichten, waaronder begrepen de kosten in verband met het stelsel van berichtuitwisseling.

  • 2 De bijdrage van een betrokkene in de in het eerste lid bedoelde kosten wordt vastgesteld op basis van het aantal berichten dat ten laste van de betrokkene komt.

Artikel 13

  • 1 Onze Minister stelt elk jaar de abonnementsstructuur vast die hij in het volgende jaar zal hanteren. De abonnementsstructuur bestaat uit verschillende abonnementsklassen met daarbij behorende bandbreedten van aantallen berichten en het daarbij behorende tarief in euro’s.

  • 2 Onze Minister bepaalt de abonnementsstructuur, gelet op:

    • a. de voor het volgende jaar te verwachten kosten als bedoeld in artikel 12, verminderd met het saldo over het vorige jaar;

    • b. het voor het volgende jaar te verwachten aantal berichten dat ten laste van de betrokkenen komt.

  • 4 Onze Minister deelt de abonnementsstructuur in september van elk jaar mede aan de betrokkenen.

Artikel 14

  • 1 De bijdrage van een betrokkene, bedoeld in artikel 12, tweede lid, bestaat uit een jaarlijkse betaling. Hiertoe brengt Onze Minister het abonnementstarief voor het lopende jaar in rekening dat behoort bij de abonnementsklasse waarin de betrokkene valt, gelet op het aantal berichten dat in het voorafgaande jaar ten laste van hem kwam.

  • 2 Indien het aantal berichten over het lopende jaar dat ten laste van de betrokkene komt, in een hogere abonnementsklasse valt dan de in het eerste lid bedoelde klasse, brengt Onze Minister, in afwijking van het eerste lid, het abonnementstarief voor het lopende jaar in rekening dat behoort bij die hogere klasse.

  • 3 Onze Minister stelt het jaarlijks in rekening te brengen bedrag voor een betrokkene op nul vast, voor zover een voorziening is getroffen in de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken die in de plaats treedt van de bijdrage van de betrokkene.

Artikel 15

  • 1 Categorieën van kosten, als bedoeld in artikel 1.14, tweede lid, van de wet, zijn tevens de kosten in verband met de afstemming van gegevens van een betrokkene op de gegevens in de basisregistratie.

  • 2 Bij regeling van Onze Minister wordt bepaald welke berichten voor de toepassing van dit artikel worden aangemerkt als afstemmingsberichten.

  • 3 Als afstemmingsbericht wordt slechts aangemerkt een bericht:

    • a. dat nodig is voor de systematische verstrekking van gegevens ter afstemming van de gegevens van een overheidsorgaan of derde op de gegevens in de basisregistratie;

    • b. waarvan de verzending en ontvangst geschiedt op een wijze die op grond van artikel 4 is beschreven in de systeembeschrijving, en

    • c. dat als doel heeft de in het vijfde lid bedoelde verstrekking van gegevens mogelijk te maken.

  • 4 Voor afstemmingsberichten brengt Onze Minister, in afwijking van de artikelen 12, tweede lid, 13 en 14, bij de overheidsorganen en derden een tarief per geregistreerde persoon in rekening.

  • 5 Onder geregistreerde persoon als bedoeld in het vierde lid wordt verstaan de persoon over wie het overheidsorgaan of de derde verzoekt gegevens verstrekt te krijgen op de wijze die is beschreven in artikel 37, eerste lid, onderdeel a.

  • 6 De kosten in verband met de afstemming bestaan uit de kosten die naar verwachting zijn verbonden aan de verzending en ontvangst van afstemmingsberichten over het stelsel van berichtuitwisseling of met behulp van alternatieve media.

  • 7 Het tarief wordt vastgesteld bij regeling van Onze Minister. Het tarief wordt op een zodanige wijze vastgesteld dat door het totaal van de in rekening te brengen tarieven de kosten, bedoeld in het zesde lid, worden gedekt.

  • 8 Het autorisatiebesluit bepaalt met betrekking tot het overheidsorgaan of de derde het aantal geregistreerde personen als bedoeld in het vijfde lid en het aantal afstemmingsberichten dat door het overheidsorgaan of de derde over het stelstel van berichtuitwisseling wordt verzonden en ontvangen.

  • 9 Onze Minister stelt een raming vast van de verwachte kosten, alsmede van het verwachte aantal afstemmingsberichten.

Artikel 16

  • 1 Categorieën van kosten, als bedoeld in artikel 1.14, tweede lid, van de wet, zijn tevens de kosten in verband met de verzending van berichten met behulp van alternatieve media, tenzij deze kosten vallen onder artikel 15 of de verzending verband houdt met een infrastructurele wijziging ten aanzien van een gemeente.

  • 2 Onze Minister kan bij de betrokkene aan wie de berichten worden verzonden in verband met de kosten, bedoeld in het eerste lid, een bijdrage in rekening brengen. Deze bijdrage kan in rekening worden gebracht naast de bijdrage die op grond van de artikelen 12, tweede lid, 13 en 14 voor de betrokkene wordt vastgesteld.

  • 3 Bij regeling van Onze Minister wordt vastgesteld welke bijdragen ten hoogste in rekening kunnen worden gebracht.

Artikel 17

  • 2 Een college van burgemeester en wethouders dat schriftelijk gegevens verstrekt, kan bij de betrokkene aan wie de gegevens worden verstrekt in verband met de kosten, bedoeld in het eerste lid, een bijdrage in rekening brengen. Voor zover de verstrekking geschiedt door Onze Minister, kan deze bijdrage in rekening worden gebracht naast de bijdrage die op grond van de artikelen 12, tweede lid, 13 en 14 voor de betrokkene wordt vastgesteld.

  • 3 Bij regeling van Onze Minister wordt vastgesteld welke bijdragen ten hoogste in rekening kunnen worden gebracht.

Artikel 18

  • 2 De bijdrage van een betrokkene in de in het eerste lid bedoelde kosten wordt vastgesteld op basis van de kosten van de verstrekking, met uitzondering van de kosten waartoe door de betrokkene al wordt bijgedragen op grond van de artikelen 12, tweede lid, 13 en 14.

  • 3 De bijdrage kan door Onze Minister of door een college van burgemeester en wethouders in rekening worden gebracht. Voor zover de verstrekking geschiedt door Onze Minister, kan deze bijdrage in rekening worden gebracht naast de bijdrage die op grond van de artikelen 12, tweede lid, 13 en 14 voor de betrokkene wordt vastgesteld.

Artikel 19

  • 2 De bijdrage van een betrokkene in de in het eerste lid bedoelde kosten wordt, in afwijking van de artikelen 12, tweede lid, 13 en 14, vastgesteld op basis van de kosten van de terbeschikkingstelling.

Artikel 20

Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de vaststelling en de betaling van de bijdragen.

Hoofdstuk 2. De bijhouding van de basisregistratie

Afdeling 1. Ingezetenen

§ 1. De inschrijving

Artikel 21

  • 1 Voor inschrijving als ingezetene komen niet in aanmerking:

    • a. de personen die door Onze Minister van Buitenlandse Zaken zijn aangewezen in verband met hun bijzondere verblijfsrechtelijke status;

    • b. de in Nederland hun dienst uitoefenende militairen behorend tot de krijgsmacht van een vreemde mogendheid, aangesloten bij de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie;

    • c. de in Nederland hun dienst uitoefenende leden van het burgerpersoneel, die in dienst zijn bij de krijgsmacht van een vreemde mogendheid als bedoeld in onderdeel b, of die in dienst zijn van een hoofdkwartier als bedoeld in artikel 3 van het op 28 augustus 1952 te Parijs tot stand gekomen Protocol bij het op 19 juni 1951 te Londen gesloten Verdrag tussen de Staten die partij zijn bij het Noordatlantisch Verdrag – nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten – nopens de rechtspositie van internationale militaire hoofdkwartieren, ingesteld uit hoofde van het Noordatlantisch Verdrag (Trb. 1953, 11) en beschikken over een door het hoofdkwartier afgegeven identiteitsbewijs;

    • d. de echtgenoten of geregistreerde partners van personen als bedoeld in onderdeel b of c;

    • e. de inwonende minderjarige kinderen van personen als bedoeld in onderdeel b, c of d;

    • f. vreemdelingen die geen toelating hebben tot Nederland en verblijven in een door het Rijk beschikbaar gestelde accommodatie die uitsluitend bestemd is voor het bieden van tijdelijke opvang aan vreemdelingen, gedurende de eerste zes maanden van het verblijf in Nederland.

  • 2 Het eerste lid, aanhef en onderdelen b, c, d en e, is niet van toepassing op aldaar bedoelde personen die de Nederlandse nationaliteit bezitten.

  • 3 Het eerste lid, aanhef en onderdelen c, d, en e, is niet van toepassing op:

    • a. aldaar bedoelde personen die reeds gedurende een jaar als ingezetene zijn ingeschreven;

    • b. aldaar bedoelde personen die geen onderdaan zijn van een staat die is aangesloten bij de Noordatlantische Verdragsorganisatie;

    • c. aldaar bedoelde personen die staatloos zijn.

  • 4 Het eerste lid, aanhef en onderdeel f, is niet van toepassing op de aldaar bedoelde personen:

    • a. omtrent wie een mededeling is gedaan als bedoeld in artikel 24a;

    • b. van wie het verblijf in Nederland aanvangt door geboorte en omtrent wie door een ambtenaar van de burgerlijke stand in Nederland een geboorteakte is opgemaakt.

Artikel 22

  • 1 Een persoon kan door Onze Minister van Buitenlandse Zaken worden aangewezen als persoon bedoeld in artikel 21, eerste lid, onderdeel a, indien hij geen Nederlander is en behoort tot een van de volgende categorieën van personen:

    • a. de leden van diplomatieke zendingen en van consulaire posten;

    • b. de leden van het administratieve en technische personeel van diplomatieke zendingen en van consulaire posten;

    • c. de inwonende gezinsleden van de in onderdeel a en b bedoelde personen;

    • d. andere personen die krachtens internationaal recht een bijzondere verblijfsrechtelijke status hebben.

  • 2 Een persoon ten aanzien van wie een aanwijzing van kracht wordt, terwijl hij reeds als ingezetene is ingeschreven, wordt aangemerkt als een ingeschrevene die wegens zijn vertrek uit Nederland niet als ingezetene is ingeschreven.

  • 3 Een aanwijzing wordt niet van kracht of beëindigd voordat het college van burgemeester en wethouders de in artikel 25 bedoelde mededeling heeft ontvangen.

§ 2. De opneming van persoonsgegevens

Artikel 23

§ 3. De verplichtingen van overheidsorganen

Artikel 24

  • 1 Het college van burgemeester en wethouders zendt een afschrift van een beslissing om op grond van artikel 2.10, tweede lid, van de wet gegevens over een huwelijk, een geregistreerd partnerschap, een erkenning, of de geboortedatum van de betrokken persoon niet in de basisregistratie op te nemen, aan de korpschef als bedoeld in de Vreemdelingenwet 2000.

  • 2 Het eerste lid is slechts van toepassing indien de in dat lid bedoelde gegevens betrekking hebben op een vreemdeling als bedoeld in de Vreemdelingenwet 2000.

Artikel 24a

  • 1 Onze Minister van Veiligheid en Justitie doet een mededeling aan het college van burgemeester en wethouders van de betrokken gemeente inzake het niet van toepassing zijn van artikel 2.6 van de wet, als hij de identiteit van een vreemdeling als bedoeld in artikel 21, eerste lid, onder f, deugdelijk heeft vastgesteld, de vreemdeling rechtmatig in Nederland verblijft en naar redelijke verwachting gedurende een half jaar ten minste twee derde van de tijd in Nederland verblijf zal houden.

Artikel 25

  • 1 Onze Minister van Buitenlandse Zaken doet van een aanwijzing als bedoeld in artikel 21, eerste lid, onderdeel a, of van de beëindiging daarvan mededeling aan het college van burgemeester en wethouders van de betrokken gemeente.

  • 2 Bij regeling van Onze Minister kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop de mededelingen worden gedaan.

Artikel 26

Bij het voldoen aan de verplichtingen, bedoeld in hoofdstuk 2, afdeling 1, paragraaf 4, van de wet, wordt door een overheidsorgaan, indien bekend, het burgerservicenummer vermeld van de persoon of personen ten aanzien van wie gegevens, bescheiden of inlichtingen worden verstrekt of met betrekking tot wie mededelingen worden gedaan.

Artikel 27

  • 1 Een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 2.34, eerste lid, van de wet, alsmede een bestuursorgaan dat op grond van artikel 2.34, tweede of vierde lid, van de wet is aangewezen, doet mededeling aan het college van burgemeester en wethouders van door hem geconstateerde afwijkingen tussen enerzijds gegevens die hij verstrekt heeft gekregen uit de basisregistratie of waarvan de verstrekking achterwege is gebleven en anderzijds gegevens waarvan hij op andere wijze kennis heeft gekregen, alsmede van de grond van zijn gerede twijfel als bedoeld in artikel 2.34, eerste lid, van de wet.

  • 2 Onze Minister kan nadere regels stellen omtrent de gevallen waarin en regels over de wijze waarop de mededeling wordt gedaan.

Artikel 28

  • 1 Het college van burgemeester en wethouders stelt het bestuursorgaan dat een mededeling als bedoeld in artikel 2.34 van de wet heeft gedaan, zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vijf werkdagen na de ontvangst van de mededeling ervan in kennis of deze mededeling aanleiding is geweest voor verbetering, aanvulling of verwijdering van gegevens in de basisregistratie, dan wel dat bij het gegeven een aantekening als bedoeld in artikel 2.26 van de wet is geplaatst in verband met het doen van een onderzoek naar de onjuistheid van het gegeven.

  • 2 Indien het college van burgemeester en wethouders besluit een aantekening als bedoeld in artikel 2.26 van de wet te plaatsen, stelt het college het bestuursorgaan dat de mededeling heeft gedaan na afloop van het onderzoek ervan in kennis of naar aanleiding van de mededeling gegevens in de basisregistratie zijn verbeterd, aangevuld of verwijderd.

§ 4. De verplichtingen van de burger

Artikel 29

  • 1 Niet verplicht tot het doen van aangifte van vertrek is de ingezetene die vanaf het tijdstip van het vertrek uit Nederland naar redelijke verwachting niet langer dan twee jaar buiten Nederland verblijft en die gedurende zijn verblijf buiten Nederland beroepshalve vaart aan boord van een schip dat in Nederland de thuishaven heeft.

  • 2 Het eerste lid is alleen van toepassing indien de betrokkene gedurende zijn verblijf buiten Nederland beschikt over een adres in Nederland.

Artikel 30

  • 1 De gevallen waarin de verplichtingen, vermeld in artikel 2.38 van de wet, kunnen worden vervuld door de in artikel 2.49, eerste lid, van de wet bedoelde personen zijn de gevallen waarin de betrokkene zelf niet in staat is om in persoon te verschijnen vanwege:

    • a. de toestand van zijn gezondheid, zo nodig onder overlegging van een schriftelijke verklaring ter zake van een behandelend arts, of

    • b. verblijf in een penitentiaire instelling.

  • 2 In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, is de betrokkene, in afwijking van artikel 2.38, eerste lid, van de wet, niet verplicht zich in persoon te melden bij het college van burgemeester en wethouders.

  • 4 De gevallen, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel a, zijn tevens de in artikel 2.49, vierde lid, van de wet bedoelde gevallen. Het tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing.

Afdeling 2. Niet-ingezetenen

§ 1. Algemeen

Artikel 31

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De volgende bestuursorganen zijn wat betreft de genoemde taken bevoegd om Onze Minister een verzoek als bedoeld in artikel 2.68, eerste lid, van de wet of een opgave als bedoeld in artikel 2.70, derde lid, onderdeel a, van de wet te doen:

Terugwerkende kracht

Stb. 2019, 293, datum inwerkingtreding 14-09-2019, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2017.

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • g. Onze Minister van Justitie en Veiligheid wat betreft de taken op grond van artikel 14, eerste tot en met vierde lid, en artikel 15, eerste lid, aanhef en onderdelen d en e, van de Rijkswet op het Nederlanderschap.

§ 2. Bepalingen in verband met de inschrijving, de opneming van persoonsgegevens en overige bepalingen

Artikel 32

Artikel 33

  • 1 Onze Minister neemt bij een inschrijving als bedoeld in artikel 2.67 van de wet ten minste de volgende gegevens over de betrokkene op:

    • a. over de burgerlijke staat: de geslachtsnaam, de voornamen, de geboortedatum, de geboorteplaats, het geboorteland of -gebied en het geslacht;

    • b. over de nationaliteit: de nationaliteit of nationaliteiten, dan wel een aanduiding dat de betrokkene geen nationaliteit bezit, of een aanduiding dat de nationaliteit van de betrokkene niet kan worden vastgesteld.

  • 2 Onze Minister neemt daarnaast de data ingang en beëindiging rechtsgeldigheid van de in het eerste lid bedoelde gegevens op voor zover deze bij de inschrijving kunnen worden vastgesteld.

  • 3 Onze Minister neemt daarnaast andere algemene gegevens op voor zover de betrokkene daarom verzoekt en de gegevens bij de inschrijving kunnen worden vastgesteld.

Artikel 34

  • 1 Een aangewezen bestuursorgaan legt bij een verzoek om inschrijving als bedoeld in artikel 2.68 van de wet ten minste een opgave over van de volgende gegevens over de burgerlijke staat van de betrokkene: de geslachtsnaam, de voornamen, de geboortedatum en het geslacht.

  • 2 Het aangewezen bestuursorgaan legt daarnaast een opgave over van de data ingang en beëindiging rechtsgeldigheid van de in het eerste lid bedoelde gegevens voor zover deze bij het verzoek om inschrijving kunnen worden vastgesteld.

  • 3 Het aangewezen bestuursorgaan kan daarnaast een opgave overleggen van andere algemene gegevens voor zover de gegevens bij het verzoek om inschrijving kunnen worden vastgesteld.

  • 4 Een aangewezen bestuursorgaan legt bij een opgave als bedoeld in artikel 2.70, derde lid, van de wet, in andere gevallen dan bedoeld in het eerste lid, ten minste de volgende gegevens over de betrokkene over: het burgerservicenummer en de gegevens die voor bijhouding in aanmerking komen.

Artikel 35

Degene die in persoon verschijnt in verband met een verzoek als bedoeld in artikel 2.79 van de wet, legt daarbij ten minste over:

Artikel 35a

Het college van burgemeester en wethouders van de voormalige bijhoudingsgemeente neemt met betrekking tot een ingeschrevene die geen ingezetene meer is binnen vier weken na diens schriftelijk verzoek daartoe kosteloos op de persoonslijst van de ingeschrevene de gegevens op als bedoeld in artikel 2.25 van de wet waaruit blijkt dat deze geen gebruik maakt van de geslachtsnaam van de echtgenoot, de eerdere echtgenoot, de geregistreerde partner of de eerdere geregistreerde partner.

Artikel 36

Een persoon die aan Onze Minister een verzoek richt als bedoeld in artikel 2.81, derde lid, in samenhang met artikel 2.55, derde lid, van de wet, is een recht verschuldigd dat gelijk is aan het recht dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar de inschrijfvoorziening is ondergebracht heft op grond van artikel 229 van de Gemeentewet voor het uitvoeren van eenzelfde verzoek dat aan het college is gericht op grond van artikel 2.81, vierde lid, van de wet.

Hoofdstuk 3. De verstrekking

Afdeling 1. De verstrekking van gegevens uit de basisregistratie

§ 1. De verstrekking door Onze Minister

Artikel 37

  • 1 De in artikel 3.1, tweede lid, van de wet bedoelde systematische verstrekking van gegevens aan overheidsorganen betreft de volgende wijzen van verstrekking overeenkomstig de systeembeschrijving:

    • a. spontane verstrekking, zijnde de eenmalige verstrekking van de in een autorisatiebesluit vermelde gegevens over de door het overheidsorgaan aangegeven personen die deel uitmaken van de in het autorisatiebesluit aangegeven categorie van personen, of over personen over wie de in de basisregistratie opgenomen gegevens voldoen aan de in het autorisatiebesluit genoemde voorwaarden, gevolgd door de verstrekking van de wijzigingen die zich voordoen in deze gegevens;

    • b. selectie- en conditionele verstrekking, zijnde de eenmalige of periodieke verstrekking van de in een autorisatiebesluit opgenomen gegevens over personen over wie de in de basisregistratie vermelde gegevens voldoen aan de in het autorisatiebesluit genoemde voorwaarden;

    • c. verstrekking op basis van een zoekvraag, zijnde een verstrekking op verzoek van het overheidsorgaan, van gegevens die deel uitmaken van de in een autorisatiebesluit vermelde gegevens over, per verzoek, een in het autorisatiebesluit gemaximeerd aantal personen die deel uitmaken van de in het autorisatiebesluit bepaalde categorie van personen en over wie de gegevens voldoen aan de gegevens die in het verzoek van het overheidsorgaan zijn vermeld.

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de systematische verstrekking van gegevens aan derden als bedoeld in artikel 3.3 van de wet.

Artikel 38

Bij de indiening van een verzoek tot het nemen van een autorisatiebesluit maakt een overheidsorgaan of een derde gebruik van een door Onze Minister vastgesteld formulier.

Artikel 39

De door derden verrichte werkzaamheden met een gewichtig maatschappelijk belang, bedoeld in artikel 3.3 van de wet, de categorieën van derden die in verband met die werkzaamheden in aanmerking komen voor de systematische verstrekking van gegevens, de beperkingen ten aanzien van de gegevens die kunnen worden verstrekt en de bepaling of artikel 3.21 van de wet op de verstrekking van toepassing is, zijn aangeduid in de tabel die als bijlage 4 bij dit besluit is gevoegd.

§ 2. De verstrekking door de colleges van burgemeester en wethouders

Artikel 40

Het college van burgemeester en wethouders weigert een verzoek tot verstrekking van gegevens als bedoeld in artikel 3.5 of artikel 3.6 van de wet, indien het aantal verstrekkingen per jaar aan het overheidsorgaan of de derde naar redelijke verwachting van het college meer zal zijn dan vijfduizend verstrekkingen.

Artikel 41

De door derden verrichte werkzaamheden met een gewichtig maatschappelijk belang, bedoeld in artikel 3.6 van de wet, de categorieën van derden die in verband met die werkzaamheden in aanmerking komen voor de verstrekking van gegevens, de beperkingen ten aanzien van de gegevens die kunnen worden verstrekt en de bepaling of artikel 3.21 van de wet op de verstrekking van toepassing is, zijn aangeduid in de tabel die als bijlage 5 bij dit besluit is gevoegd.

§ 3. Overige bepalingen

Artikel 42

Ter uitvoering van artikel 3.11 van de wet wordt van systematische verstrekking van gegevens geen aantekening gehouden voor zover de verstrekking noodzakelijk is voor:

Artikel 43

  • 1 Indien door een ingezetene aangifte is gedaan van vertrek naar Aruba, Curaçao, Sint Maarten of een van de openbare lichamen, verstrekt Onze Minister de gegevens over de betrokkene die daartoe zijn aangewezen in de tabel die als bijlage 6 bij dit besluit is gevoegd aan de desbetreffende verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in de basisadministratie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten of het desbetreffende openbaar lichaam.

  • 2 Onze Minister verstrekt op verzoek van een verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in de basisadministratie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten of een openbaar lichaam aan deze gegevens, voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn in verband met de bijhouding van de basisadministratie van de verantwoordelijke. De verstrekking kan uitsluitend betrekking hebben op de gegevens over de betrokkene die daartoe zijn aangewezen in de tabel die als bijlage 6 bij dit besluit is gevoegd.

  • 3 Onze Minister kan op verzoek van een verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens in de basisadministratie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten of een van de openbare lichamen aan hem gegevens verstrekken, ter bevordering van de afstemming van de basisadministratie van de verantwoordelijke op de basisregistratie. De verstrekking kan uitsluitend betrekking hebben op de gegevens over de betrokkene die daartoe zijn aangewezen in de tabel die als bijlage 6 bij dit besluit is gevoegd.

Artikel 44

  • 1 Artikel 3.13 van de wet is van toepassing op een verstrekking uit de basisregistratie voor zover:

    • a. het verzoek daartoe is gedaan door een instelling als bedoeld in artikel 1.2 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, een onderzoeksafdeling van een overheidsorgaan of een onderzoeksbureau;

    • b. het onderzoek een algemeen belang dient;

    • c. de verwerking voor het betreffende onderzoek noodzakelijk is;

    • d. de verzoeker heeft aangetoond dat de nodige voorzieningen zijn getroffen teneinde te verzekeren dat de verdere verwerking van de verstrekte gegevens uitsluitend geschiedt ten behoeve van het onderzoek en dat ook overigens is voorzien in zodanige waarborgen dat de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene niet onevenredig wordt geschaad, en

    • e. de gegevens slechts in geanonimiseerde vorm aan anderen beschikbaar worden gesteld, tenzij de ingeschrevene uitdrukkelijk met de voorgenomen openbaarmaking van de hem betreffende gegevens heeft ingestemd.

  • 2 De verstrekking geschiedt door Onze Minister of door een college van burgemeester en wethouders

  • 3 Verstrekking door Onze Minister geschiedt overeenkomstig hetgeen bij of krachtens de wet is bepaald ten aanzien van systematische verstrekkingen, met uitzondering van artikel 3.2, achtste lid, van de wet.

  • 4 Onze Minister maakt slechts gebruik van zijn bevoegdheid, bedoeld in het tweede lid, voor zover:

    • a. de verzoeker heeft aangetoond dat het voor een goede uitvoering van het onderzoek noodzakelijk is dat verstrekking plaatsvindt overeenkomstig hetgeen krachtens de artikelen 3.1 en 3.2 van de wet is bepaald;

    • b. aan de voorwaarden, genoemd in het eerste lid, is voldaan, en

    • c. het College bescherming persoonsgegevens over het verzoek is gehoord.

Artikel 45

  • 1 Een overheidsorgaan of een derde die Onze Minister een verzoek doet om informatie ter beschikking te stellen die is verkregen door bewerking van gegevens uit de basisregistratie, verschaft bij dat verzoek:

    • a. inlichtingen over het doel waarvoor de informatie wordt gevraagd;

    • b. een precieze beschrijving van de informatie die wordt gevraagd;

    • c. een aanduiding van het tijdstip waarop de informatie nodig is en de reden waarom de informatie op dat tijdstip nodig is.

  • 2 Het overheidsorgaan of de derde geeft aan waarom de informatie niet of niet tijdig op een andere manier kan worden verkregen.

  • 3 Onze Minister kan een verzoek in ieder geval weigeren voor zover:

    • a. de verstrekking overwegend commercieel gebruik tot doel heeft;

    • b. de behandeling van het verzoek of de verstrekking zodanig is dat het regulier beheer in de knel komt;

    • c. de informatie niet tijdig ter beschikking kan worden gesteld, of

    • d. de informatie tijdig op een andere manier kan worden verkregen.

Afdeling 2. De rechten van de burger

Artikel 46

Het college van burgemeester en wethouders of Onze Minister voldoet in ieder geval niet aan een verzoek van een betrokkene als bedoeld in artikel 3.22, eerste en tweede lid, en 3.23, eerste lid, van de wet, voor zover de verstrekking van gegevens uit de basisregistratie heeft plaatsgevonden voor de uitvoering van de hieronder bedoelde taken en voor zover het overheidsorgaan waaraan of de derde aan wie de gegevens ter uitvoering van die taken zijn verstrekt, heeft aangegeven dat aan het verzoek van de betrokkene niet kan worden voldaan:

Hoofdstuk 4. Toezicht, overgangs- en slotbepalingen

Afdeling 1. Onderzoek

Artikel 47

  • 2 De uitvoering van deze onderzoeken geschiedt met behulp van een door Onze Minister beschikbaar gesteld evaluatie-instrument.

  • 3 Onze Minister verstrekt ten behoeve van het onderzoek door een college van burgemeester en wethouders aan het college een op de ingezetenen van de gemeente betrekking hebbend overzicht van aandachtspunten.

  • 4 De uittreksels, bedoeld in artikel 4.3 van de wet, bevatten de geaggregeerde resultaten van het onderzoek. Bij regeling van Onze Minister wordt voor de verschillende typen uittreksels het aggregatieniveau bepaald.

  • 5 De uittreksels worden jaarlijks, uiterlijk op 14 februari volgend op de uiterste datum dat het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, dient plaats te vinden, verzonden.

  • 6 Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld ten aanzien van de uitvoering van de onderzoeken en de inhoud van de uittreksels.

Afdeling 2. Overgangsbepalingen

§ 1. De oude registers

Artikel 48

  • 1 De op grond van artikel 4.6 van de wet aan het college van burgemeester en wethouders verstrekte gegevens worden toegevoegd aan het persoonsregister.

  • 2 Onze Minister kan regels stellen omtrent de zorg voor het persoonsregister, het persoonskaartenarchief en het schakelregister. Daarbij kan worden bepaald dat het persoonsregister op een andere wijze dan in de vorm van persoonskaarten, bedoeld in het Besluit bevolkingsboekhouding, kan worden aangehouden en kan de vernietiging van persoonskaarten worden geregeld.

Artikel 49

Onze Minister stelt regels omtrent heffingen in verband met de verstrekking van gegevens uit:

  • a. het persoonskaartenarchief, bedoeld in het Besluit bevolkingsboekhouding;

  • b. het schakelregister, bedoeld in het Besluit bevolkingsboekhouding;

  • c. het centraal archief van overledenen, bestaande uit de persoonskaarten, bedoeld in artikel 69, tweede lid, van het Besluit bevolkingsboekhouding.

§ 2. De overgang van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens naar de basisregistratie personen

Artikel 50

  • 1 Onze Minister raadpleegt de desbetreffende gemeenten, overheidsorganen waaraan en derden aan wie systematisch gegevens worden verstrekt, inzake de overgang, bedoeld in de artikelen 4.15 en 4.16 van de wet.

  • 2 Onze Minister stelt een schema vast waarin voor een betrokkene of groep van betrokkenen een tijdstip wordt vastgesteld voor de overgang van de oude naar de nieuwe voorzieningen of berichtuitwisseling.

  • 3 Onze Minister kan verschillende tijdstippen vaststellen voor verschillende delen van de organisatie van de gemeente, het overheidsorgaan of de derde, of voor verschillende wijzen van verstrekking van gegevens.

  • 4 De betrokkenen dragen er zorg voor dat zij op het desbetreffende tijdstip gereed zijn om uitvoering te geven aan de wet met behulp van de nieuwe voorzieningen of de nieuwe berichtuitwisseling.

Artikel 51

  • 1 Onze Minister stelt in september van ieder kalenderjaar een korting vast voor het volgende jaar in verband met de toename van de kosten, bedoeld in artikel 12, die gedurende dat jaar in verband met de overgang van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens naar de basisregistratie personen plaatsvindt.

  • 2 De ingevolge het eerste lid vastgestelde korting wordt in mindering gebracht op de kosten in verband met dat kalenderjaar bij de vaststelling van de abonnementsstructuur op grond van artikel 13.

Artikel 52

  • 1 Bij regeling van Onze Minister kan worden bepaald in welke gevallen artikel 26 niet van toepassing is in verband met de overgang van de oude naar de nieuwe voorzieningen of de overgang van de oude naar de nieuwe berichtuitwisseling.

  • 2 Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld in verband met de overgang, waarbij kan worden afgeweken van de hoofdstukken 2 en 3 van dit besluit, voor zover de afwijking noodzakelijk is in verband met een goede bijhouding en verstrekking van gegevens in de basisregistratie gedurende de overgang van de oude naar de nieuwe voorzieningen of de overgang van de oude naar de nieuwe berichtuitwisseling.

§ 3. Overgangsbepaling in verband met de kosten in verband met de uitvoering van de wet

Artikel 53

Afdeling 3. Slotbepalingen

Artikel 54

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Bij koninklijk besluit kunnen andere tijdstippen worden vastgesteld waarop de onderdelen van artikel 31 in werking treden.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 28 november 2013

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

R.H.A. Plasterk

Uitgegeven de negende december 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

Bijlage 1. Algemene en authentieke gegevens

Bijlage bij de artikelen 2, 23 en 32

Categorie gegevens

Subcategorie gegevens

Gegeven

Ingezetenen

Niet-ingezetenen

Authentiek

Gegevens over de burgerlijke staat

Naam

geslachtsnaam

x

x

x

voornamen

x

x

x

adellijke titel of predicaat

x

x

 
 

Geboorte

geboortedatum

x

x

x

   

geboorteplaats

x

x

x

   

geboorteland of -gebied

x

x

x

 

Geslacht

 

x

x

x

 

Ouders

geslachtsnaam

x

 

x

   

voornamen

x

 

x

   

adellijke titel of predicaat

x

   
   

geslacht

x

   
   

geboortedatum

x

 

x

   

geboorteplaats

x

   
   

geboorteland of -gebied

x

   
 

Huwelijk dan wel geregistreerd partnerschap en eerdere huwelijken of eerdere geregistreerde partnerschappen

aanduiding huwelijk of geregistreerd partnerschap

x

 

x

 

datum huwelijkssluiting of datum aangaan geregistreerd partnerschap

x

 

x

 

plaats huwelijkssluiting of plaats aangaan geregistreerd partnerschap

x

   
 

land of gebied huwelijkssluiting of aangaan geregistreerd partnerschap

x

   
   

huwelijksontbinding of ontbinding geregistreerd partnerschap en reden daarvan, dan wel nietigverklaring huwelijk of geregistreerd partnerschap

x

   
   

datum ontbinding, dan wel nietigverklaring huwelijk of geregistreerd partnerschap

x

 

x

   

plaats ontbinding, dan wel nietigverklaring huwelijk of geregistreerd partnerschap

x

   
   

land of gebied ontbinding, dan wel nietigverklaring huwelijk of geregistreerd partnerschap

x

   
 

Echtgenoot dan wel geregistreerd partner en eerdere echtgenoten of geregistreerde partners

geslachtsnaam

x

 

x

 

voornamen

x

 

x

 

adellijke titel of predicaat

x

   
 

geslacht

x

   
   

geboortedatum

x

 

x

   

geboorteplaats

x

   
   

geboorteland of -gebied

x

   
 

Kinderen

geslachtsnaam

x

 

x

   

voornamen

x

 

x

   

adellijke titel of predicaat

x

   
   

geboortedatum

x

 

x

   

geboorteplaats

x

   
   

geboorteland of -gebied

x

   
 

Overlijden

overlijdensdatum

x

x

x

   

plaats overlijden

x

x

 
   

land of gebied overlijden

x

x

 
 

Data ingang en beëindiging rechtsgeldigheid gegevens

datum ingang rechtsgeldigheid

x

x

x

 

datum beëindiging rechtsgeldigheid

x

x

x

Gegevens over curatele

 

curatele

x

   
 

datum ingang rechtsgeldigheid

x

   
 

datum beëindiging rechtsgeldigheid

x

   

Gegevens over het gezag dat over de minderjarige wordt uitgeoefend

 

de aantekening dat het gezag over de ingeschrevene (mede) door één ouder, dan wel door beide ouders wordt uitgeoefend, alsmede de aanduiding welke ouder(s) het betreft

x

   
 

de aantekening dat het gezag over de ingeschrevene (mede) door één derde of twee derden tezamen wordt uitgeoefend, dan wel dat over de ingeschrevene tijdelijke of voorlopige voogdij wordt uitgeoefend

x

   
   

datum ingang rechtsgeldigheid

x

   
   

datum beëindiging rechtsgeldigheid

x

   

Gegevens over de nationaliteit

 

nationaliteit of nationaliteiten, dan wel een aanduiding dat de betrokkene geen nationaliteit bezit, of een aanduiding dat de nationaliteit van de betrokkene niet kan worden vastgesteld

x

x

x

   

de aantekening dat op grond van artikel 17 van de Rijkswet op het Nederlanderschap is vastgesteld dat de betrokkene niet de Nederlandse nationaliteit bezit

x

x

x

   

de aantekening dat de betrokkene op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander behandeld wordt

x

x

x

   

datum ingang rechtsgeldigheid

x

x

 
   

datum beëindiging rechtsgeldigheid

x

x

 

Gegevens in verband met het verblijfsrecht van de vreemdeling

 

de aantekening in verband met het verblijfsrecht

x

x

x

 

datum ingang verblijfsrecht

x

x

x

   

datum beëindiging verblijfsrecht

x

x

x

   

datum mededeling gegeven

x

x

 

Gegevens over de bijhoudingsgemeente en het adres in die gemeente alsmede over het verblijf in Nederland en het vertrek uit Nederland

Bijhoudingsgemeente

gemeente

x

 

x

datum aanvang adreshouding in de gemeente

x

   

Adres1

functie van het adres

x

   
 

gemeente

x

 

x

   

woonplaats

x

 

x

   

straatnaam en zo nodig deel van een gemeente

x

 

x

   

huisnummer

x

 

x

   

locatie ten opzichte van adres

x

 

x

   

huisletter

x

 

x

   

huisnummertoevoeging

x

 

x

   

locatiebeschrijving en zo nodig deel van een gemeente

x

 

x

   

postcode

x

   
   

datum aanvang adreshouding

x

   
   

datum ingang rechtsgeldigheid

x

   
 

Verblijf in Nederland

datum aanvang verblijf

x

   
 

vorig land of gebied van verblijf

x

   
 

Vertrek uit Nederland

datum vertrek

x

   
 

volgend land of gebied van verblijf

x

   
   

eerste adres van verblijf in het volgend land of gebied van verblijf

x

   

Gegevens over het woonadres van de niet-ingezetene

 

woonadres

 

x

 

datum ingang rechtsgeldigheid

 

x

 

datum beëindiging rechtsgeldigheid

 

x

 

Gegevens over het burgerservicenummer van de ingeschrevene

 

burgerservicenummer ingeschrevene

x

x

x

datum van kracht worden van het burgerservicenummer

x

x

 

datum beëindiging van het burgerservicenummer

x

x

 

Gegevens over de burgerservicenummers van de ouders, de echtgenoot dan wel de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoten of eerdere geregistreerde partners en de kinderen

 

burgerservicenummer ouder

x

 

x

 

burgerservicenummer echtgenoot dan wel geregistreerde partner

x

 

x

 

burgerservicenummer eerdere echtgenoot

x

 

x

 

burgerservicenummer eerdere geregistreerde partner

x

 

x

 

burgerservicenummer kind

x

 

x

   

data van kracht worden burgerservicenummers

x

   
   

data beëindiging burgerservicenummers

x

   

Gegevens over het gebruik door de ingeschrevene van de geslachtsnaam van de echtgenoot, de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoot of de eerdere geregistreerde partner

 

naamgebruik

x

 

x

 

datum ingang van het gegeven over het naamgebruik

x

   
 

datum beëindiging van het gegeven over het naamgebruik

x

   

Gegevens die noodzakelijk zijn in verband met de uitvoering van de Kieswet

 

aanduiding omtrent het Europees kiesrecht

x

   
 

datum verzoek of mededeling Europees kiesrecht

x

   
 

einddatum uitsluiting Europees kiesrecht

x

   
   

aanduiding omtrent de uitsluiting van het kiesrecht

x

   
   

einddatum uitsluiting kiesrecht

x

   

Gegevens die noodzakelijk zijn in verband met de uitvoering van de Paspoortwet

Gegevens omtrent het reisdocument

soort Nederlands reisdocument

x

   

documentnummer Nederlands reisdocument

x

   
 

datum van verstrekkingNederlands reisdocument

x

   
   

autoriteit die het Nederlands reisdocument heeft verstrekt

x

   
   

datum einde van de geldigheidsduur Nederlands reisdocument

x

   
   

datum inhouding, vermissing dan wel van rechtswege verval Nederlands reisdocument

x

   
   

aanduiding inhouding, vermissing dan wel van rechtswege verval Nederlands reisdocument

x

   
   

signalering met betrekking tot verstrekking of inhouding Nederlands reisdocument

x

   
   

datum ingang rechtsgeldigheid gegeven

x

   

1. Het adres is alleen een authentiek gegeven voor zover het een woonadres betreft.

Bijlage 2. De inhoud van de systeembeschrijving

Bijlage bij artikel 4

1

De technische en administratieve inrichting en werking van de gemeentelijke voorzieningen.

2

De technische en administratieve inrichting en werking van de centrale voorzieningen.

3

De uitwisseling van berichten tussen de gemeentelijke voorzieningen en de centrale voorzieningen.

4

De uitwisseling van berichten tussen de centrale voorzieningen en de overheidsorganen waaraan en derden aan wie systematisch gegevens worden verstrekt.

5

De verwijdering uit de basisregistratie en de vernietiging van:

• de algemene gegevens, bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, onderdeel a, onder 10° en 11°, van de wet;

• de algemene gegevens over een vreemde nationaliteit naast gegevens over het Nederlanderschap of de behandeling als Nederlander;

• de administratieve gegevens, bedoeld in de artikelen 2.7 en 2.69 van de wet.

6

De uitwisseling van berichten tussen de centrale voorzieningen en een bestuursorgaan dat voldoet aan zijn verplichtingen, bedoeld in artikel 2.34 van de wet.

7

De uitwisseling van berichten tussen de centrale voorzieningen en een overheidsorgaan dat voldoet aan zijn verplichtingen, bedoeld in hoofdstuk 2, afdeling 1, paragraaf 4, van de wet.

8

De uitwisseling van berichten tussen aangewezen bestuursorganen en de centrale voorzieningen.

9

De systematische verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37.

10

De technische en administratieve inrichting en werking van de centrale voorzieningen in verband met de overgang van de oude naar de nieuwe gemeentelijke voorzieningen en van de oude naar de nieuwe uitwisseling van berichten.

Bijlage 3. De uitvoering van de wet overeenkomstig de systeembeschrijving

Bijlage bij artikel 5

 

Het college van burgemeester en wethouders

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Aangewezen bestuursorgaan

Overheidsorgaan

Derde

Bijhouding van de basisregistratie

• De bijhouding van de basisregistratie door de bijhoudingsgemeente.

• Het raadplegen van de centrale voorzieningen in verband met de bijhouding door de bijhoudingsgemeente.

• De bijhouding van de basisregistratie door de minister.

• Het raadplegen van de centrale voorzieningen in verband met de bijhouding door de minister.

• Het ontsluiten van de centrale voorzieningen in verband met de bijhouding door de bijhoudingsgemeente.

Een verzoek of opgave in verband met de bijhouding

Het verwerken van een verzoek als bedoeld in de artikelen 2.67 en 2.68 van de wet of van een opgave als bedoeld in artikel 2.70 van de wet.

Het doen van een verzoek als bedoeld in artikel 2.68 van de wet of van een opgave als bedoeld in artikel 2.70 van de wet.

Verschaffen van informatie aan of door de bijhoudingsgemeente

• Het in ontvangst nemen van een mededeling als bedoeld in artikel 2.34 van de wet.

• Het doen van een kennisgeving als bedoeld in artikel 2.34 van de wet.

• Het verschaffen van informatie aan een andere gemeente op grond van artikel 2.35 van de wet.

• Het in ontvangst nemen van informatie als bedoeld in hoofdstuk 2, afdeling 1, paragraaf 4, van de wet.

• Het doorgeleiden van een mededeling als bedoeld in artikel 2.34 van de wet aan de bijhoudingsgemeente.

• Het doorgeleiden van een kennisgeving als bedoeld in artikel 2.34 van de wet aan het bestuursorgaan

• Het doorgeleiden van informatie als bedoeld in hoofdstuk 2, afdeling 1, paragraaf 4, van de wet aan de bijhoudingsgemeente.

• Het doen van mededeling als bedoeld in artikel 2.34 van de wet.

• Het in ontvangst nemen van een kennisgeving als bedoeld in artikel 2.34 van de wet.

• Het verschaffen van informatie aan de bijhoudingsgemeente op grond van hoofdstuk 2, afdeling 1, paragraaf 4, van de wet.

Systematische verstrekking

De systematische verstrekking.

• Berichtuitwisseling met de centrale voorzieningen bij systematische verstrekking van gegevens.

• Het verlenen van medewerking aan een onderzoek als bedoeld in artikel 1.12 van de wet.

• Berichtuitwisseling met de centrale voorzieningen bij systematische verstrekking van gegevens.

• Het verlenen van medewerking aan een onderzoek als bedoeld in artikel 1.12 van de wet.

Verstrekking door het college

Het raadplegen van de centrale voorzieningen in verband met het verstrekken van gegevens door het college.

Het ontsluiten van de centrale voorzieningen in verband met het verstrekken van gegevens door het college.

Vastleggen van de verstrekkingen

Het vastleggen van de verstrekkingen die door het college zijn gedaan.

• Het vastleggen van de verstrekkingen die door de minister zijn gedaan.

• Het ontsluiten van informatie over het verstrekken van gegevens.

Rechten van de burger

Het raadplegen van de centrale voorzieningen in verband met het uitvoering geven aan de rechten van de burger.

• Het ontsluiten van de centrale voorzieningen voor het uitvoering geven aan de rechten van de burger door het college.

• Het raadplegen van de centrale voorzieningen in verband met het uitvoering geven aan de rechten van de burger door de minister.

Andere aspecten van technische en administratieve inrichting en werking

De zorg voor de gemeentelijke voorziening.

De zorg voor de centrale voorzieningen.

Bijlage 4. Derden die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang aan wie systematisch verstrekt kan worden

Bijlage bij artikel 39

Werkzaamheden

Categorieën van derden

Clausulering van de werkzaamheden en beperking van gegevens die kunnen worden verstrekt

Artikel 3.21 toepasselijk

De uitvoering van pensioenregelingen

• Pensioenfondsen, beroepspensioenfondsen, de Stichting Notarieel Pensioenfonds en premiepensioeninstellingen als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.

• Verzekeraars als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet.

• De stichting, bedoeld in artikel 2 van de Wet privatisering FVP.

 

Nee

De uitvoering van een regeling inzake vervroegd uittreden

De stichtingen met als doel het toekennen van een uitkering aan personen wegens vervroegd uittreden.

 

Nee

De uitvoering van een spaarregeling die is gericht op een uitkering bij wijze van oudedagsvoorziening

Ondernemingsspaarfondsen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de Pensioen- en spaarfondsenwet, zoals de Pensioen- en spaarfondsenwet luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Pensioenwet.

 

Nee

Het overeenkomstig een wettelijke regeling aanbieden en uitvoeren van zorgverzekeringen

Zorgverzekeraars als bedoeld in artikel 1 van de Zorgverzekeringswet.

 

Nee

Het bijhouden van een registratie ten behoeve van de ledenadministratie van kerkgenootschappen en andere genootschappen op geestelijke grondslag

Stichting Interkerkelijke Leden-Administratie.

• De werkzaamheden geschieden zodanig dat:

a. de stichting haar werkzaamheden op gelijke voet verricht voor ieder kerkgenootschap of ander genootschap op geestelijke grondslag, dat daar van gebruik wenst te maken en deze genootschappen desgewenst op gelijke voet deel uit kunnen maken van de organen van de stichting.

Ja

   

b. personen over wie gegevens door de stichting worden verwerkt, worden geïnformeerd dat zij schriftelijk aan de stichting kunnen verzoeken de verwerking van hun gegevens te beëindigen.

 
   

• Uit de basisregistratie kunnen geen andere algemene gegevens worden verstrekt dan: algemene gegevens over de naam, de geslachtsnaam van de echtgenoot, de eerdere echtgenoot, de geregistreerde partner of de eerdere geregistreerde partner en het gebruik door de ingeschrevene van die naam, het adres, de geboortedatum, de datum van overlijden en het administratienummer of het burgerservicenummer van de tot de genootschappen behorende leden.

 

Het uitvoeren van bevolkingsonderzoek

Een rechtspersoon die van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een vergunning heeft verkregen voor het verrichten van een bevolkingsonderzoek als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet op het bevolkingsonderzoek.

De werkzaamheden geschieden zodanig dat personen die niet langer uitgenodigd willen worden voor deelname aan het onderzoek worden geïnformeerd dat zij schriftelijk aan de rechtspersoon die het onderzoek verricht kunnen verzoeken de verwerking van hun gegevens te beëindigen.

Nee

De gezondheidszorgverlening aan patiënten in de instelling

Een instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet toelating zorginstellingen.

 

Ja

De bijhouding van een registratie betreffende overleden personen

Stichting Centraal Bureau voor Genealogie.

De bijhouding geschiedt zonder de verwerking van de uit de basisregistratie verkregen gegevens over een in leven zijnde persoon die de stichting schriftelijk heeft verzocht om beëindiging van die verwerking.

Nee

De verificatie van de identiteit van betrokkenen in verband met de juiste toerekening van persoonsgegevens bij het aangaan van nieuwe financiële verplichtingen

Een instelling die tot taak heeft een registratie in stand te houden betreffende kredieten van natuurlijke personen.

• De verificatie geschiedt ter voorkoming van overkreditering bij natuurlijke personen van wie gegevens worden verwerkt en uitsluitend bij het aangaan van nieuwe financiële verplichtingen.

Nee

   

• Uit de basisregistratie kunnen geen andere algemene gegevens worden verstrekt dan: de algemene gegevens over de naam, de geboortedatum, het geslacht, het huwelijk dan wel geregistreerd partnerschap en eerdere huwelijken of eerdere geregistreerde partnerschappen, het gebruik door de ingeschrevene van de geslachtsnaam van de echtgenoot, de geregistreerde partner, de eerdere echtgenoot of de eerdere geregistreerde partner, het administratienummer of het burgerservicenummer, het overlijden, het adres en het vertrek uit Nederland.

 

Het bijhouden van een registratie van donoren ter uitvoering van taken op grond van de Wet inzake bloedvoorziening

De Bloedvoorzieningsorganisatie als bedoeld in artikel 1 van de Wet inzake bloedvoorziening.

 

Nee

Het opsporen van personen in het kader van de werkzaamheden op het terrein van de maatschappelijke zorg, bedoeld in artikel 2, onderdeel d, van de Kaderwet VWS-subsidies

Stichting Ambulante FIOM.

De werkzaamheden geschieden zodanig dat geen gegevens aan derden worden verstrekt zonder uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de ingeschrevene.

Nee

Het opsporen van vermiste personen en het herstellen van contact tussen familieleden die van elkaar gescheiden zijn geraakt

De vereniging het Nederlandse Rode Kruis.

Het vermist raken van personen en het gescheiden raken van familieleden zijn het gevolg van een gewapend conflict, een ramp of andere bijzondere gebeurtenis, als bedoeld in artikel 3, vierde lid, onderdeel c, van het Besluit Rode Kruis 1988.

Nee

Het uitvoeren van de taken, bedoeld in artikel 4.1.1, tweede lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

Een AMHK als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, niet zijnde een overheidsorgaan.

Uit de basisregistratie kunnen geen andere algemene gegevens worden verstrekt dan: de algemene gegevens, bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, onderdeel a, onder 1° tot en met 9°, van de wet.

Nee

Het aangaan van overeenkomsten van borgtocht ten behoeve van betalingsverplichtingen voortvloeiende uit leningen gesloten in verband met het verkrijgen in eigendom van een woning of de kwaliteitsverbetering ervan

Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen

 

Nee

Bijlage 5. Derden die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang aan wie door burgemeester en wethouders verstrekt kan worden

Bijlage bij artikel 41

Werkzaamheden

Categorieën van derden

Clausulering van de werkzaamheden en beperking van gegevens die kunnen worden verstrekt

Artikel 3.21 toepasselijk

Gerechtelijke werkzaamheden

Een derde die uit hoofde van ambt of beroep gewoonlijk met de hiervoor genoemde werkzaamheden is belast.

De werkzaamheden geschieden in verband met de uitvoering van een algemeen verbindend voorschrift.

Ja

Het honoreren van aanspraken van gerechtigden op, al dan niet op termijn opvorderbare gelden, effecten of goederen op de instellingen of verzekeraar

Banken, effecteninstellingen, verzekeraars en beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, die zijn ingeschreven in het in artikel 1:107 van die wet bedoelde register.

Uit de basisregistratie kunnen geen andere algemene gegevens worden verstrekt dan: de algemene gegevens geslachtsnaam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats, overlijdensdatum, algemene gegevens over het adres en datum vertrek uit Nederland.

Nee

Het opsporen van personen in het kader van de werkzaamheden op het terrein van de maatschappelijke zorg, bedoeld in artikel 2, onderdeel d, van de Kaderwet VWS-subsidies

Stichting Ambulante FIOM.

De werkzaamheden geschieden zodanig dat geen gegevens aan derden worden verstrekt zonder uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de ingeschrevene.

Nee

Bijlage 6. Gegevens die verstrekt mogen worden op grond van artikel 43

Bijlage bij artikel 43

Gegevens

Verstrekkingsgrondslag in artikel 43

Eerste lid

Tweede lid

Derde lid

Ingezetenen en niet- ingezetenen die ingezetene zijn geweest

Andere niet-ingezetenen

De algemene gegevens, bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, onderdeel a, onder 1° tot en met 4°, 6° en 11°, van de wet

x

x

   

De gegevens over de naam, bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, van de wet

     

x

De geboortedatum, bedoeld in bijlage 1 bij dit besluit

     

x

De naam van de bijhoudingsgemeente, bedoeld in bijlage 1 bij dit besluit

     

x

De administratieve gegevens, bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, onderdeel b, van de wet

x

x

   

De algemene gegevens, bedoeld in artikel 2.69, eerste lid, onderdeel a, onder 1° en 2°, van de wet

 

x

x

 

De administratieve gegevens, bedoeld in artikel 2.69, eerste lid, onderdeel b, onder 2°, van de wet

 

x

x

 

De gegevens over het administratienummer, bedoeld in artikel 4.9, eerste lid, onderdeel a, van de wet

x

x

 

x

De gegevens over het administratienummer, bedoeld in artikel 4.9, tweede lid, onderdeel a, van de wet

 

x

x