Verordening op de kostenvergoedingen

Geraadpleegd op 10-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2014 en zichtdatum 20-04-2024.
Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2014

Verordening op de kostenvergoedingen

De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants,

Gelet op de artikelen 5, eerste lid en 19, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep;

Stelt de volgende verordening vast:

Artikel 1

  • 1 De leden van het bestuur ontvangen jaarlijks een vaste vergoeding.

  • 2 De vergoeding, bedoeld in het eerste lid bedraagt op jaarbasis voor:

    • de voorzitter van het bestuur € 31.500,–;

    • de plaatsvervangend voorzitter van het bestuur € 21.000,–; bij vervanging van de voorzitter voor een langere termijn dan één maand ontvangt de plaatsvervangend voorzitter voor de volledige vervangingsperiode naar rato de vergoeding toekomende aan de voorzitter in plaats van de vergoeding voor de plaatsvervangend voorzitter;

    • de overige leden van het bestuur € 4.200,–.

  • 3 Het bestuur kan aan de voorzitters, de plaatsvervangend voorzitters of de leden van commissies of overige gremia een jaarlijkse vaste vergoeding toekennen.

Artikel 2

  • 1 De leden van het bestuur hebben voor het bijwonen van hun vergaderingen of bijeenkomsten recht op presentiegeld, een vergoeding van reis- en verblijfkosten en een vergoeding van reistijdkosten.

  • 2 Het bestuur kan aan de voorzitters, de plaatsvervangend voorzitters of de leden van commissies of overige gremia voor het bijwonen van hun vergaderingen of bijeenkomsten het recht op presentiegeld, een vergoeding van reis- en verblijfkosten en een vergoeding van reistijdkosten toekennen.

  • 3 Het presentiegeld bedraagt € 240,– per dagdeel en ten hoogste € 480,– per dag.

  • 4 Een dagdeel omvat een tijdsperiode van vier uur.

  • 5 De reiskostenvergoeding bedraagt € 0,29 per kilometer.

  • 6 De reistijdkostenvergoeding bedraagt € 0,77 per kilometer boven een totale reisafstand van honderd kilometer.

  • 7 Parkeer-, tol- en veergelden worden geacht te zijn begrepen in de reiskostenvergoeding bedoeld in het vijfde lid.

Artikel 3

  • 1 Als reiskosten en reistijdkosten worden ten hoogste vergoed de kosten voor de reiziger om langs de kortste weg van zijn woon- of verblijfplaats te komen naar zijn plaats van bestemming en terug, voor zover zij werkelijk zijn gemaakt.

  • 2 Voor buitenlandse reizen met vervoermiddelen anders dan de personenauto, worden de vervoerbewijzen verzorgd door het bureau van de NBA.

  • 3 Het bestuur stelt vast met welk vervoermiddel buitenlandse reizen plaatsvinden.

Artikel 4

Als verblijfkosten worden vergoed de werkelijk gemaakte kosten voor consumpties, maaltijden en overnachting, voor zover deze kosten binnen de grenzen van de redelijkheid zijn gebleven en naar het oordeel van het bestuur noodzakelijk waren.

Artikel 5

  • 1 Declaraties voor vergoedingen als bedoeld in artikel 2 en artikel 4 moeten uiterlijk binnen één maand na afloop van het kwartaal waarin deze kosten zijn gemaakt bij het bureau van de NBA worden ingediend.

  • 2 Het bestuur kan verlangen dat aan hem bewijsstukken worden overgelegd waaruit de juistheid van de ingediende declaratie blijkt.

Artikel 7

  • 1 Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2014.

  • 2 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de kostenvergoedingen.

Naar boven