Besluit regeling positie vertegenwoordiger Nederlandse regering van Aruba, Curaçao en Sint Maarten

Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 05-04-2013 t/m 31-12-2019

Besluit van 4 maart 2013, nr. 13.000385 tot regeling van de positie van de vertegenwoordiger van de Nederlandse regering van Aruba, Curaçao en Sint Maarten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 19 februari 2013, 2012-0000711991;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • Onze Minister: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • het ministerie: het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 2

Er is een Vertegenwoordiger van de Nederlandse regering bij de regeringen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten. De vertegenwoordiger wordt bij koninklijk besluit benoemd, geschorst en ontslagen. De vertegenwoordiger maakt deel uit van de organisatie van het ministerie.

Artikel 3

De vertegenwoordiger is belast met de volgende taken:

  • a. het optreden als vertegenwoordiger van de Nederlandse regering bij de regeringen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten;

  • b. het regelmatig onderhouden van contacten met de onder a genoemde regeringen alsmede met andere autoriteiten in die landen;

  • c. Onze minister via zijn ministerie op structurele wijze voorzien van informatie over de bestuurlijke, financiële, maatschappelijke en sociaaleconomische ontwikkelingen in Aruba, Curaçao en Sint Maarten;

  • d. het gevraagd en ongevraagd adviseren van Onze minister, zijn ministerie en andere ministeries over alles dat betrekking heeft op de relatie tussen Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten;

  • e. het voorbereiden en begeleiden van bezoeken van Nederlandse ministers en staatssecretarissen, bestuurders en andere autoriteiten aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten;

  • f. het coördineren van het beleid van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten en het bevorderen van de onderlinge afstemming van het beleid tussen Nederland enerzijds en Aruba, Curaçao en Sint Maarten anderzijds in aanvulling op de coördinerende activiteiten van het ministerie;

  • g. het onderhouden van contacten over de uitvoering en de evaluatie van de door Nederland gefinancierde projecten;

  • h. het onderhouden van contacten met de vanuit Nederland uitgezonden deskundigen en het adviseren van Onze minister, zijn ministerie en andere ministeries over de personele samenwerking tussen Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten;

  • i. het fungeren als eerste aanspreekpunt voor de coördinatie van de contacten over de samenwerkingsrelatie tussen de landen van het Koninkrijk in de Cariben;

  • j. het geven van voorlichting over het door Onze minister te voeren beleid ten aanzien van Aruba, Curaçao en Sint Maarten, alsmede over de door Nederland gefinancierde projecten in die landen;

  • k. het verlenen van consulaire bijstand aan Europese Nederlanders;

  • l. het verrichten van taken ingevolge de Kieswet, zoals deze na de Wet van 20 december 2001 (Stb. 705) is komen te luiden.

Artikel 4

  • 1 De Vertegenwoordiging heeft vestigingen in Aruba, in Curaçao en in Sint Maarten.

  • 2 De vertegenwoordiger staat aan het hoofd van de Vertegenwoordiging en heeft zijn hoofdvestiging in Curaçao.

  • 3 De vestigingen hebben een vestigingshoofd, tevens plaatsvervangend vertegenwoordiger voor het desbetreffende land die ondergeschikt is aan de vertegenwoordiger.

  • 4 De personeelsformatie en de positie van de Vertegenwoordiging worden geregeld in het organisatiebesluit van het ministerie.

Artikel 5

Het koninklijk besluit tot regeling van de positie van de vertegenwoordiger van de Nederlandse regering van de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk Aruba van 24 april 1997, nr. 97.0011986, Stcrt, 1997, nr. 97, zoals dit laatstelijk gewijzigd is bij koninklijk besluit van 7 oktober 2002, nr. 02.004597, Stcrt. 2002, nr. 200 wordt ingetrokken.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatcourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 10 oktober 2010.

Artikel 7

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

’s Gravenhage, 4 maart 2013

Beatrix

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

R. Plasterk

Naar boven