Regeling klachtbehandeling politie

Geraadpleegd op 19-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-05-2013 en zichtdatum 22-05-2024.
Geldend van 01-01-2013 t/m 30-11-2014

Regeling van de Minister voor Veiligheid en Justitie van 13 december 2012, nr. 330698, houdende nadere regels over de behandeling van klachten over gedragingen van ambtenaren van politie als bedoeld in artikel 2, onderdelen a tot en met c, van de Politiewet 2012 (Regeling klachtbehandeling politie)

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 68, eerste lid, van de Politiewet 2012;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. de Minister: de Minister van Veiligheid en Justitie;

  • b. de wet: de Politiewet 2012;

  • c. ambtenaren van politie: de ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 2, onderdelen a, b en c, van de wet;

  • d. Landelijke eenheid: de landelijke eenheid, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Regeling beheer politie;

  • e. een ondersteunende dienst: een ondersteunende dienst als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Regeling beheer politie.

Artikel 2

  • 1 Er is een klachtencommissie voor de Landelijke eenheid en voor iedere regionale eenheid. De klachtencommissie heeft tot taak het behandelen van een klacht over een gedraging van een ambtenaar van politie die bij de desbetreffende eenheid is tewerkgesteld. De klachtencommissie adviseert voorts, gevraagd en ongevraagd de politiechef bij zijn taak, genoemd in artikel 70, tweede lid, van de wet.

  • 2 Iedere klachtencommissie voor de regionale eenheid is tevens belast met het gevraagd en ongevraagd adviseren van de korpschef over klachten over gedragingen van ambtenaren van politie die werkzaam zijn bij een ondersteunende dienst en hun werkgebied als bedoeld in artikel 1, onderdeel x, onder 3, van het Besluit algemene rechtspositie politie hebben in het gebied dat de regionale eenheid bestrijkt.

  • 3 In afwijking van het eerste lid, tweede volzin, kan de politiechef van een eenheid, in voorkomende gevallen besluiten, na overleg met de voorzitter van de klachtencommissie van die eenheid, de behandeling van en advisering over een klacht over te dragen aan een klachtencommissie voor een andere eenheid.

Artikel 3

  • 1 De leden van de klachtencommissie worden op basis van een open sollicitatieprocedure benoemd en ontslagen door de korpschef, op voordracht van de politiechef. De klachtencommissie wijst uit haar midden een vaste voorzitter en een plaatsvervanger aan, die de onafhankelijkheid van de commissie bewaken.

  • 2 Een advies dient door drie leden tot stand te komen. In nader te bepalen gevallen, te bepalen in het huishoudelijk reglement, bedoeld in artikel 5, zesde lid, kan hiervan worden afgeweken.

  • 3 Bij de samenstelling van de commissie wordt in ieder geval zorg gedragen voor de benodigde juridische deskundigheid, vaardigheden op het gebied van geschillenbeslechting of bemiddeling en kennis van het politiewerk. De leden van de commissie komen uit diverse maatschappelijke geledingen.

  • 4 De politiechef wijst een ambtelijk secretaris aan.

  • 5 De leden worden benoemd voor een periode van ten hoogste vier jaar en kunnen eenmaal worden herbenoemd voor een periode van ten hoogste vier jaar.

  • 6 De leden van de commissie ontvangen een vergoeding overeenkomstig de door de korpschef te stellen regels.

  • 7 De zittingen van de commissie zijn niet openbaar, tenzij de voorzitter anders beslist.

Artikel 4

  • 3 De commissie wijst uit haar midden een vaste voorzitter en een plaatsvervanger aan, die de onafhankelijkheid van de commissie bewaken.

  • 4 Een advies dient door drie leden tot stand te komen. In nader te bepalen gevallen, te bepalen in het huishoudelijk reglement zoals bedoeld in artikel 5, zesde lid, kan hiervan worden afgeweken.

  • 5 De Minister wijst een ambtelijk secretaris aan wanneer de nationale klachtencommissie in functie komt. De ambtelijk secretaris neemt niet deel aan de besluitvorming van de commissie en is niet betrokken bij de behandeling of coördinatie van klachten over gedragingen van ambtenaren van politie.

  • 6 De leden van de commissie ontvangen een vergoeding overeenkomstig de door de korpschef te stellen regels.

  • 7 De zittingen van de commissie zijn niet openbaar, tenzij de voorzitter anders beslist.

Artikel 5

  • 1 De klachtencommissie stelt jaarlijks een jaarverslag van haar werkzaamheden vast overeenkomstig een door de korpschef in overeenstemming met de voorzitters van de klachtencommissies vastgesteld model. De nationale klachtencommissie stelt alleen een jaarverslag op wanneer de commissie in het betreffende jaar de Minister of de korpschef heeft geadviseerd bij hun in artikel 70, derde en vijfde lid, van de wet genoemde taken.

  • 2 De klachtencommissies registreren de klachten conform de uniforme rubricering zoals bepaald krachtens artikel 6, eerste lid.

  • 3 Het jaarverslag wordt uiterlijk 1 maart aangeboden aan de politiechef, alsmede aan de korpschef ten behoeve van het jaarverslag van de politie. Het jaarverslag van de nationale klachtencommissie wordt in voorkomende gevallen uiterlijk 1 maart aangeboden aan de Minister en de korpschef.

  • 4 De Minister, de korpschef en de politiechef verstrekken de commissies alle gegevens die zij voor behandeling en advisering nodig achten.

  • 5 De leden van de klachtencommissie gaan vertrouwelijk om met informatie die zij vernemen tijdens de klachtbehandeling.

  • 6 De klachtencommissies stellen gezamenlijk een huishoudelijk reglement op waarin in ieder geval afspraken staan over een gedeelde werkwijze en de werking van de nationale klachtencommissie. De korpschef biedt hierin ondersteuning.

Artikel 6

  • 1 De Minister, de korpschef en de politiechefs registreren op basis van een uniforme rubricering de bij hen ingediende klachten, de wijze waarop de klacht is afgedaan en de genomen beslissingen. De korpschef draagt zorg voor de uniforme rubricering.

  • 2 De korpschef doet eenmaal per jaar een verslag over de behandeling van klachten over gedragingen van ambtenaren van politie aan de Minister toekomen.

  • 3 De Minister biedt het verslag, bedoeld in het tweede lid, aan de Tweede Kamer aan.

  • 4 De verslagen, bedoeld in dit artikel en in artikel 5, bevatten geen gegevens die tot individuele personen herleidbaar zijn.

Artikel 7

De korpschef stelt nadere regels vast omtrent de uniforme wijze waarop de behandeling van klachten over gedragingen van ambtenaren van politie binnen de politieorganisatie wordt uitgevoerd.

Artikel 8

  • 2 De verplichting, bedoeld in artikel 3, eerste lid, om de leden van de klachtencommissie te benoemen op basis van een open sollicitatieprocedure, is niet van toepassing op de benoeming met ingang van 1 januari 2013, voor zover het een commissielid betreft dat voor 1 januari 2013 lid was van een klachtencommissie als bedoeld in artikel 61, tweede lid, onderdeel a, van de Politiewet 1993, zoals dit luidde voor 1 januari 2013.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

Naar boven