Regeling bemiddeling geschillen sectoroverleg BES

Geraadpleegd op 22-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-05-2018 en zichtdatum 01-05-2024.
Geldend van 01-01-2013 t/m 06-02-2023

Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 2 oktober 2012, 2012-0000564686, houdende een procedure voor geschillen in het Sectoroverleg BES (Regeling bemiddeling geschillen Sectoroverleg BES)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 4.1 van het Besluit overlegstelsel BES;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. minister: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b. SOBES: de Sectorale Overlegcommissie Bonaire, Sint Eustatius en Saba, genoemd in artikel 2.1 van het Besluit overlegstelsel BES;

  • c. vakorganisaties: de tot de SOBES toegelaten vakorganisaties;

  • d. overleg: overleg over aangelegenheden als bedoeld in artikel 2.2 van het Besluit overlegstelsel BES;

  • e. voorzitter: de voorzitter van de SOBES;

  • f. deelnemers aan het overleg: de voorzitter en de vertegenwoordigers van de vakorganisaties in het overleg.

Artikel 2

De SOBES stelt een lijst van drie bemiddelaars vast die in een voorkomend geschil om bemiddeling kunnen worden gevraagd.

Artikel 3

Indien de voorzitter dan wel een of meer van de vakorganisaties, in het overleg tot het oordeel komen dat dit overleg niet tot een uitkomst zal leiden die de instemming van de meerderheid van de deelnemers aan het overleg zal hebben, brengen zij dat oordeel binnen één week nadat zij daarvan in het overleg blijk hebben gegeven, schriftelijk ter kennis van de overige deelnemers aan het overleg.

Artikel 4

  • 1 Binnen vier weken na de kennisgeving, bedoeld in artikel 2, schrijft de voorzitter een overlegvergadering uit. De vergadering wordt gehouden binnen drie weken nadat deze is uitgeschreven.

  • 2 Tenzij door de voorzitter wordt besloten het overleg voort te zetten dan wel te beëindigen, wordt in de vergadering nagegaan of overeenstemming bestaat over de vraag wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is en of een oplossing van dat geschil zal worden gezocht door middel van voortzetting van het overleg of door voortzetting van het overleg nadat een onafhankelijke bemiddelaar is ingeschakeld om het onderhandelingsproces te begeleiden.

Artikel 5

Binnen twee weken na de vergadering, bedoeld in artikel 3, wordt het verzoek om bemiddeling ter kennis gebracht van de in te schakelen bemiddelaar. Het verzoek wordt ondertekend door de deelnemers aan het overleg die zich voor inschakeling van een bemiddelaar hebben uitgesproken en bevat tenminste het onderwerp en de inhoud van het geschil. Indien in de vergadering, bedoeld in artikel 3, geen overeenstemming is bereikt tussen alle deelnemers aan het overleg over de vraag wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is, brengen de overige deelnemers aan het overleg hun visie op het onderwerp en de inhoud van het geschil eveneens binnen tien werkdagen na eerdergenoemde vergadering ter kennis van de bemiddelaar.

Artikel 6

  • 1 De bemiddelaar stelt zich onafhankelijk op, doet geen uitspraak over het geschil en is onpartijdig.

  • 2 De bemiddelaar brengt uiterlijk vier weken nadat hij is ingeschakeld aan de deelnemers van het overleg een verslag uit over de uitkomst van de bemiddeling.

Artikel 7

  • 1 Binnen drie weken na ontvangst van het verslag van de bemiddelaar wordt het overleg over het geschil voortgezet. Indien in het overleg dat daarop volgt vervolgens niet tot overeenstemming gekomen kan worden, kunnen partijen gezamenlijk besluiten hun verschil van mening voor advies voor te leggen aan de Advies- en Arbitrage Commissie Rijksdienst, genoemd in artikel 110g van het Algemeen Rijksambtenarenreglement.

  • 2 De communicatie met de Advies- en Arbitrage Commissie Rijksdienst geschiedt zo veel mogelijk langs elektronische weg en door middel van videoconferencing.

Artikel 9

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bemiddeling geschillen sectoroverleg BES.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W.E. Spies

Naar boven