Stb. 2023, 237, datum inwerkingtreding 07-07-2023, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2020.
1 De bezoldiging van de ambtenaar wordt jaarlijks verhoogd tot het in de schaal naast-hogere
bedrag, indien hij zijn functie naar het oordeel van zijn leidinggevende naar behoren
vervult.
3 Vervult de ambtenaar zijn functie naar het oordeel van het bevoegd gezag, dat is neergelegd
in een formele beoordeling als bedoeld in artikel 12, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit
ambtenaren BES, niet naar behoren, dan blijft verhoging van de bezoldiging achterwege.
4 De in het eerste en tweede lid bedoelde verhogingen van de bezoldiging worden toegekend
zolang de ambtenaar de maximum bezoldiging van de voor hem geldende bezoldigingsschaal
nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van de eerste dag van de maand,
waarin sinds zijn aanstelling of sinds zijn overgang naar een functie waaraan een
hogere bezoldiging is verbonden een jaar is verstreken, en geschiedt nadien telkens
na één jaar.