Stcrt. 2018, 18050, datum inwerkingtreding 31-03-2018, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2018.
Een huwelijksgoederengemeenschap kan op verschillende manieren ontstaan. Als echtgenoten
trouwen zonder huwelijkse voorwaarden te maken, ontstaat van rechtswege een gemeenschap
van goederen volgens de regels van titel 7 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
Tot 1 januari 2018 was dit een algehele gemeenschap van goederen waartoe naast het
gezamenlijk op te bouwen vermogen ook het voorhuwelijkse vermogen van de echtgenoten
behoort. Met ingang van 1 januari 2018 zijn de regels van titel 7 van Boek 1 BW gewijzigd
en geldt een nieuwe wettelijke gemeenschap, die beperkter van omvang is. Zo blijft het voorhuwelijkse vermogen tot het privévermogen van de betreffende echtgenoot
behoren. Hetzelfde geldt voor giften en erfrechtelijke makingen waarvoor de schenker
of erflater niet expliciet heeft bepaald dat ze in de gemeenschap vallen. Daarentegen
behoort vermogen dat voor het huwelijk al gezamenlijk eigendom was wél tot de wettelijke
gemeenschap. Deze gemeenschap wordt hierna aangeduid als wettelijke gemeenschap van goederen. De gemeenschap volgens het wettelijke regime tot 1 januari
2018 wordt hierna aangeduid als algehele gemeenschap van goederen.
Echtgenoten kunnen ook een gemeenschap van goederen laten ontstaan door het opstellen
van huwelijkse voorwaarden. Dit kan zowel voor als tijdens het huwelijk. Ook is het
mogelijk dat er al een gemeenschap van goederen bestond en dat deze tijdens het huwelijk
wordt gewijzigd door huwelijkse voorwaarden op te stellen of te wijzigen.
Daarnaast is het mogelijk dat echtgenoten geen gemeenschap van goederen zijn aangegaan,
maar wel in de huwelijkse voorwaarden opnemen dat bij echtscheiding of overlijden
hun vermogens verrekend worden alsof een gemeenschap van goederen heeft bestaan. In
economische zin levert deze verrekening dan dezelfde situatie op als bij een gemeenschap
van goederen.
De wet en jurisprudentie geven niet in alle gevallen duidelijkheid over de gevolgen
van het aangaan of wijzigen van een huwelijksgoederengemeenschap voor de schenkbelasting.
Hieronder geef ik voor een aantal veel voorkomende gevallen aan dat voor de toepassing
van de Successiewet geen sprake is van een schenking.