Rijkswet van 17 juni 2010, houdende wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap
met betrekking tot meervoudige nationaliteit en andere nationaliteitsrechtelijke kwesties
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enige bepalingen van de
Rijkswet op het Nederlanderschap te wijzigen ter beperking van de meervoudige nationaliteit, tot invoering van de
verplichting tot de kennis van de Nederlandse taal bij naturalisatie op de Nederlandse
Antillen en Aruba, ter regeling van het verlies van het Nederlanderschap wegens een
onherroepelijke veroordeling van een misdrijf dat ernstige schade toebrengt aan de
essentiële belangen van het Koninkrijk of van een of meer van zijn landen, ter bepaling
van een optierecht voor kinderen van Nederlandse moeders, ten behoeve van wie geen
gebruik is gemaakt van de tijdelijke overgangsregeling voor kinderen geboren voor
1 januari 1985, en tot het aanbrengen van enkele juridisch technische wijzigingen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen
zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: