Tijdelijke regeling opvang conjuncturele effecten in het mbo

[Regeling vervallen per 01-09-2012.]
Geraadpleegd op 08-05-2024.
Geldend van 01-01-2010 t/m 23-09-2010

Tijdelijke regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 11 september 2009, nr. 151844, houdende regels voor het verstrekken van aanvullende vergoeding om conjuncturele effecten op de omvang en de samenstelling van de deelnemersaantallen in het mbo op te vangen en voor het uitvoeren van mobiliteitsregistratie van en het verstrekken van opleidingsadviezen aan examenkandidaten (Tijdelijke regeling opvang conjuncturele effecten in het mbo)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 2.2.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

§ 2. Aanvullende vergoeding opvang conjuncturele effecten

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

Artikel 2. Aanvullende vergoeding in verband met het conjunctuureffect op de deelnemersaantallen in het mbo

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

Voor het studiejaar 2009/2010 verstrekt de minister op aanvraag aan instellingen aanvullende vergoeding in verband met een onevenredig grote toename van het aantal deelnemers ten opzichte van het voorgaande jaar.

Artikel 3. Bekostigingsplafond

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

Voor het studiejaar 2009/2010 is voor het verstrekken van aanvullende vergoeding op grond van deze paragraaf voor AOC’s € 2.313.008 en voor de overige instellingen € 41.328.658 beschikbaar.

Artikel 4. Hoogte aanvullende vergoeding

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

  • 1 Indien het gemiddelde van het aantal deelnemers van de instelling per 1 oktober 2009 en 1 februari 2010 hoger is dan het gemiddelde van het aantal deelnemers van de instelling per 1 oktober 2008 en 1 februari 2009, wordt aan de instelling een aanvullende vergoeding verstrekt ter hoogte van het verschil tussen beiden gemiddelden minus twee procent van het gemiddelde van het aantal deelnemers per 1 oktober 2008 en 1 februari 2009, vermenigvuldigd met € 5.560.

  • 2 Indien het bekostigingsplafond voor AOC’s onderscheidenlijk het bekostigingsplafond voor de overige instellingen, bedoeld in artikel 3, wordt overschreden, wordt de aanvullende vergoeding naar evenredigheid verlaagd.

  • 3 Voor het bepalen van de aanspraak op aanvullende vergoeding op grond van deze paragraaf wordt uitgegaan van het gewogen aantal deelnemers van een instelling. Bij de weging van het aantal deelnemers worden de deelnemers aan een voltijdse bol-opleiding volledig meegeteld en wordt het aantal deelnemers aan deeltijdse en bbl-opleidingen vermenigvuldigd met de volgende deeltijdfactor:

    • a. 0,50 voor opleidingen op het gebied van landbouw en de natuurlijke omgeving;

    • b. 0,35 voor de overige opleidingen.

  • 5 Instituten als bedoeld in artikel 12.3.8 van de wet komen niet in aanmerking voor de aanvullende vergoeding, bedoeld in deze paragraaf.

Artikel 5. Aanvraag

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

  • 1 Een aanvraag voor aanvullende vergoeding op grond van deze paragraaf wordt, met gebruikmaking van het formulier waarvan het model is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 1, vóór 16 oktober 2009 bij CFI ingediend.

  • 2 In de aanvraag geeft het bevoegd gezag een schatting van het aantal deelnemers in de voltijdse bol-, bbl- en deeltijdse bol-opleiding per 1 oktober 2009.

  • 3 Aanvragen die op of na 16 oktober 2009 worden ingediend worden niet in behandeling genomen.

  • 4 Aanvragen die niet volledig zijn ingevuld of niet zijn ondertekend worden niet in behandeling genomen, met dien verstande dat de aanvrager in de gelegenheid wordt gesteld de aanvraag binnen een termijn van twee weken aan te vullen.

Artikel 6. Beslissing op de aanvraag en bevoorschotting

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

  • 1 De minister beslist voor 15 november 2009 op de aanvragen om aanvullende vergoeding als bedoeld in artikel 5.

  • 2 Een voorschot op de aanvullende vergoeding wordt in december 2009 betaald. De hoogte van het voorschot wordt gebaseerd op de schatting van het aantal deelnemers zoals opgenomen in de aanvraag.

Artikel 7. Vaststelling aanvullende vergoeding

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

  • 1 De minister stelt de aanvullende vergoeding voor 1 december 2010 vast.

  • 2 Betaalde voorschotten worden in december 2010 verrekend met de aanvullende vergoeding zoals bepaald in artikel 4.

§ 3. Aanvullende vergoeding voor het uitvoeren van mobiliteitsregistratie van en het verstrekken van opleidingsadviezen aan examenkandidaten

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

Artikel 8. Aanvullende vergoeding voor het uitvoeren van mobiliteitsregistratie van en het verstrekken van opleidingsadviezen aan examenkandidaten

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

In 2009 verstrekt de minister aan instellingen aanvullende vergoeding om examenkandidaten te stimuleren door te leren en om gediplomeerde deelnemers die besluiten om niet door te leren en nog geen baan hebben, door te geleiden naar het UWV Werkbedrijf voor ondersteuning bij het vinden van een baan.

Artikel 9. Bekostigingsplafond

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

Voor het jaar 2009 is voor het verstrekken van aanvullende vergoeding op grond van deze paragraaf € 8.830.000 beschikbaar.

Artikel 10. Hoogte aanvullende vergoeding

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

  • 1 De hoogte van de aanvullende vergoeding voor een instelling wordt berekend door het aantal formulieren, bedoeld in bijlage 2, dat blijkens de opgave van de MBO Raad in 2009 door deelnemers van die instelling volledig is ingevuld te vermenigvuldigen met € 85.

  • 2 Indien het bekostigingsplafond bedoeld in artikel 9 wordt overschreden, wordt de aanvullende vergoeding naar evenredigheid verlaagd.

Artikel 11. Bevoorschotting

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

  • 1 In de maand december van het jaar 2009 verstrekt de minister de instellingen een voorschot op de aanvullende vergoeding voor 2009.

Artikel 12. Vaststelling aanvullende vergoeding

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

  • 1 De minister stelt de aanvullende vergoeding voor 1 december 2010 vast.

  • 2 De betaalde voorschotten worden in december 2010 verrekend met de aanvullende vergoeding zoals bepaald in artikel 10.

§ 4. Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

Artikel 13. Inwerkingtreding en vervaldatum

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 september 2011.

Artikel 14. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-09-2012]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling opvang conjuncturele effecten in het mbo.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven