Artikel 1. Begripsbepalingen
[Regeling vervallen per 01-07-2016]
-
derivaat: contract met betrekking tot een transactie gericht op het beperken van financiële
risico’s, waarin is bepaald dat het moment waarop deze transactie zal of kan plaatsvinden
afhankelijk is van bepaalde voorwaarden en dat de waarde van deze transactie afhankelijk
is van één of meer onderliggende activa, referentieprijzen of indices;
-
financiële onderneming: onderneming als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht die het bedrijf van kredietinstelling mag uitoefenen, beleggingsdiensten mag verlenen,
beleggingsinstellingen mag beheren, rechten van deelneming in een beleggingsmaatschappij
mag aanbieden, of het bedrijf van verzekeraar mag uitoefenen;
-
instelling: door de Minister bekostigde onderwijsaanbieder als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 1 en artikel 28b van de Wet op de expertisecentra, artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs, met uitzondering van de onderwijsaanbieders, bedoeld in titel II, afdeling II van die wet, artikel 1.1.1 onder b van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 1.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en artikel 1, onder c, van de TNO-wet en niet aangewezen op grond van artikel 45, eerste of derde lid van de Comptabiliteitswet 2001;
-
jaarverslaggeving: verantwoording van de instelling conform Titel 9 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die minimaal bestaat uit het bestuursverslag en de jaarrekening, voor het onderwijs
het jaarverslag, de jaarrekening en de overige gegevens, bedoeld in artikel 1 onder c. van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs;
-
kasstroomprognose: liquiditeitsplanning voor de korte termijn en de financieringsplanning voor de lange
termijn;
-
lidstaat: staat die lid is van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst
betreffende de Europese Economische Ruimte – Noorwegen, IJsland en Liechtenstein –
en ten minste beschikt over een AA-rating afgegeven door ten minste twee ratingbureaus;
-
Minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor zover het onderwijs en onderzoek
betreft op het gebied van de landbouw en de natuurlijke omgeving de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit;
-
overige middelen: alle gelden waarover een instelling beschikt, niet zijnde publieke middelen en voor
zover niet op een adequate wijze afgescheiden van de publieke middelen;
-
publieke middelen: gelden verkregen ten laste van de rijksbegroting of anderszins uit hoofde van bij
of krachtens de wet ingestelde heffingen verkregen gelden, alsmede de opbrengsten
daarvan, waarover een instelling de beschikking heeft gekregen om de wettelijke taak
te verrichten;
-
rating: taxatie van de kredietwaardigheid van een financiële onderneming of een land;
-
ratingbureau: bureau dat de kredietwaardigheid van financiële ondernemingen en landen taxeert;
-
solvabiliteitsratio: het in een lidstaat voorgeschreven minimumniveau aansprakelijk vermogen van een financiële
onderneming tegenover aangehouden naar risicograad gewogen activa;
-
waardepapieren: documenten met een geldwaarde, zoals een bewijs van een aandeel of obligatie of een
derivaat.