Hoofdregel: mondeling afleggen in persoon
Uitgangspunt is dat de verklaring van verbondenheid persoonlijk wordt afgelegd tijdens
een naturalisatieceremonie waarbij het uittreksel uit het besluit tot verlening van
het Nederlanderschap wordt uitgereikt. De verklaring van verbondenheid wordt in het
Nederlands en doorgaans mondeling afgelegd. Zie artikel 60b, vierde lid, BVVN en artikel 23, tweede lid, RWN. Van de verplichting tot het afleggen van de verklaring van verbondenheid kan geen
vrijstelling worden gegeven, tenzij het afleggen ervan redelijkerwijs niet gevraagd
kan worden. Het mondeling of schriftelijk afleggen van de verklaring van verbondenheid
kan niet worden overgelaten aan een gemachtigde gezien het persoonlijke karakter van
de verklaring.
Op grond van artikel 60b, vijfde lid, BVVN en artikel 5, vierde lid, onder c, RVVN kan de Minister van Buitenlandse Zaken bepalen dat een verzoeker de verklaring van
verbondenheid schriftelijk aflegt, indien van hem redelijkerwijs niet kan worden verlangd
dat hij hem schriftelijk aflegt. Hiervan is sprake als niet kan worden verlangd dat
een verzoeker de naturalisatieceremonie bijwoont omdat hij bijvoorbeeld onredelijk
ver zou moeten reizen om de ceremonie op de diplomatieke of consulaire post bij te
wonen. Volstaan kan worden met het schriftelijk afleggen met de verklaring van verbondenheid
(model 4.1a HRWN of 4.2a HRWN). De ondertekende schriftelijke verklaring van verbondenheid moet echter
eerst (door toezending per post) in het bezit zijn van de Minister van Buitenlandse
Zaken, voordat het naturalisatiebesluit door wordt bekendgemaakt, bijvoorbeeld toezending
per post.
Uitzondering I op de hoofdregel: Niet mondeling afleggen van de verklaring van verbondenheid,
maar schriftelijk
Voor een enkele verzoeker kan een uitzondering gemaakt worden. Indien van de verzoeker
door omstandigheden redelijkerwijs niet verlangd kan worden dat hij de verklaring
van verbondenheid mondeling uitspreekt tegenover de bevoegde autoriteit, wordt een
schriftelijke verklaring van verbondenheid ondertekend. Voor het schriftelijk afleggen
van de verklaring van verbondenheid zijn twee modellen ontwikkeld. In model 4.1a HRWN is de verklaring van verbondenheid opgenomen die besluit met de bevestiging ‘Zo waarlijk
helpe mij God almachtig’ en in model 4.2a HRWN de verklaring van verbondenheid opgenomen
die besluit met ‘Dat verklaar en beloof ik’. De verzoeker moet (volgens de dáár geldende
regels) bij het indienen van het verzoek om naturalisatie wel de bereidverklaring
invullen en ondertekenen. De beoordeling of sprake is van de hier bedoelde omstandigheden,
ligt bij de Minister van Buitenlandse Zaken (zie artikel 60a, vijfde lid, BVVN) en wordt gestaafd door ten minste één door of namens de verzoeker overgelegde bewijsstuk(ken).
De verklaring van verbondenheid wordt tevens schriftelijk afgelegd indien een persoon,
vanwege zwaarwegende redenen, niet op een naturalisatieceremonie kan verschijnen,
maar hij wel in staat is de verklaring van verbondenheid schriftelijk af te leggen.
De gemachtigde die wél op de ceremonie verschijnt om namens de verzoeker het naturalisatiebesluit
in ontvangst te nemen, overhandigt de Minister van Buitenlandse Zaken de schriftelijke
verklaring van verbondenheid. De beoordeling of sprake is van zwaarwegende redenen
ligt geheel bij de Minister van Buitenlandse Zaken (zie tevens paragraaf 3.13.5.1). De verklaring van verbondenheid kan ook schriftelijk worden afgelegd indien de
verzoeker onredelijk ver zou moeten reizen om de naturalisatieceremonie op de diplomatieke
of consulaire post bij te wonen.
In bovenstaande gevallen kan na het overhandigen dan wel na toezending aan de Minister
van Buitenlandse Zaken van de ondertekende schriftelijk afgelegde verklaring van verbondenheid,
tot uitreiking van het naturalisatiebesluit worden overgegaan, al dan niet aan een
gemachtigde of op aangepaste wijze. Hierbij valt te denken aan een uitreiking buiten
de ceremonie om of aan toezending van de bekendmaking van verlening van het Nederlanderschap
aan de verzoeker.
Uitzondering II op de hoofdregel: Niet afleggen van de verklaring van verbondenheid
Er zijn omstandigheden denkbaar waarbij de verzoeker in het geheel niet in staat is
om de verklaring van verbondenheid af te leggen. Is de verzoeker vanwege zijn fysieke
of psychische toestand niet in staat de verklaring van verbondenheid mondeling of
schriftelijk af te leggen, dan wordt de verklaring van verbondenheid niet afgelegd.
Het zal hier zeer uitzonderlijke gevallen betreffen. Indien de verzoeker vanwege zijn
fysieke of psychische toestand niet in staat is de verklaring van verbondenheid af
te leggen, wordt het naturalisatiebesluit bekendgemaakt, zonder dat de verklaring
van verbondenheid is afgelegd.
In voorkomende gevallen geeft de Minister van Buitenlandse Zaken (meestal) bij de
indiening van het verzoek om naturalisatie (door een gemachtigde) op het adviesblad
bij punt 6 (zie hiervoor paragraaf 3.4.1 onder alinea ‘Uitzondering ondertekenen bereidverklaring) reeds aan dat het afleggen
van de bereidverklaring en het afleggen van de verklaring van verbondenheid niet mogelijk
is vanwege de fysieke of psychische toestand van de verzoeker. Zie artikel 60b, zesde lid, BVVN. Daarnaast heeft de Minister van Buitenlandse Zaken ten minste één door of namens
de verzoeker overgelegde bewijsstuk(ken) toegevoegd. Zie hiervoor de toelichting bij artikel 2, tweede lid RWN; bijvoorbeeld een gemotiveerde medische verklaring van een onafhankelijk (behandelend)
medisch specialist. De uiteindelijke beoordeling of er sprake is van een fysieke of
psychische onmogelijkheid tot het afleggen van de verklaring van verbondenheid ligt
bij Onze Minister. De verklaring van verbondenheid is immers een voorwaarde voor naturalisatie.
Als uitgangspunt volgt Onze Minister het advies in deze van de Minister van Buitenlandse
Zaken.
Uitzondering III op de hoofdregel: Tussentijdse wijziging in de situatie van verzoeker
Het is mogelijk dat, tussen het afleggen van de bereidverklaring en de naturalisatieceremonie
waar de verklaring van verbondenheid moet worden afgelegd de fysieke of psychische
toestand van de verzoeker is gewijzigd. Het is aan de Minister van Buitenlandse Zaken
om te beoordelen of en zo ja op welke wijze de verklaring van verbondenheid onder
de gewijzigde omstandigheden wordt afgelegd. Voorbeeld: Indien een verzoeker na het
ondertekenen van de bereidverklaring in coma is geraakt, zal hij de verklaring van
verbondenheid niet langer kunnen afleggen. In dit geval wordt het naturalisatiebesluit
bekendgemaakt zonder dat de verklaring van verbondenheid is afgelegd.
Mogelijke scenario’s
Met betrekking tot het afleggen van de verklaring van verbondenheid zijn de volgende,
niet limitatieve, scenario’s denkbaar:
Wijze bekendmaking
|
Wijze van afleggen verklaring van verbondenheid
|
Mondeling
|
Schriftelijk
|
Niet
|
(artikel 60b, vierde lid, BVVN)
|
(zie artikel 60b, vijfde lid, BVVN)
|
(zie artikel 60b, zesde lid, BVVN)
|
Aan betrokkene in beginsel op een naturalisatieceremonie
|
Scenario 1
|
Scenario 2
|
Scenario 3
|
Aan gemachtigde in beginsel op een naturalisatieceremonie (artikel 60b, negende lid, BVVN)
|
|
Scenario 4
|
Scenario 5
|
Aan betrokkene op aangepaste wijze waarbij artikel 5, vierde lid, RVVN is gevolgd (artikel 60b, negende lid, BVVN)
|
Scenario 6
|
Scenario 7
|
Scenario 8
|
Ad 1. De verzoeker is aanwezig op de naturalisatieceremonie en legt de verklaring
van verbondenheid mondeling af
Deze situatie zal doorgaans het geval zijn. De verzoeker heeft bij het indienen van
zijn verzoek om naturalisatie de bereidverklaring ondertekend. Na het mondeling afleggen
van de verklaring van verbondenheid wordt het besluit tot verlening van het Nederlanderschap
aan de verzoeker uitgereikt.
Ad 2. De verzoeker is aanwezig op de naturalisatieceremonie en legt de verklaring
van verbondenheid schriftelijk af
De verzoeker heeft bij het indienen van zijn verzoek om naturalisatie de bereidverklaring
ondertekend. De Minister van Buitenlandse Zaken heeft, al dan niet bij de indiening
van het verzoek om naturalisatie, bepaald dat van de verzoeker redelijkerwijs niet
kan worden verlangd dat hij de verklaring van verbondenheid mondeling aflegt. Eerst
na het overleggen van de schriftelijke verklaring van verbondenheid wordt tot uitreiking
overgegaan.
De Minister van Buitenlandse Zaken kan ervoor kiezen om de schriftelijke verklaring
van verbondenheid met de uitnodiging voor de naturalisatieceremonie mee te sturen,
zodat de verzoeker de ondertekende schriftelijke verklaring van verbondenheid aan
de Minister van Buitenlandse Zaken overhandigt, voordat de bevestiging van de verkrijging
van het Nederlanderschap aan de verzoeker wordt uitgereikt. Ook kan de Minister van
Buitenlandse Zaken ervoor kiezen om op de naturalisatieceremonie zelf de schriftelijke
verklaring van verbondenheid te laten ondertekenen.
Ad 3. De verzoeker is wel aanwezig op de naturalisatieceremonie, maar kan de verklaring
van verbondenheid niet afleggen
Bij het (door een gemachtigde) indienen van het verzoek om naturalisatie of na het
indienen hiervan is gebleken dat de verzoeker vanwege zijn fysieke of psychische toestand
niet in staat is de verklaring van verbondenheid af te leggen. Zie artikel 60b, zesde lid BVVN, artikel 5, vierde lid, onder c, RVVN en de toelichting bij artikel 2, tweede lid RWN. Derhalve is afgezien van het invullen en ondertekenen van de bereidverklaring en
van het afleggen van de verklaring van verbondenheid door de optant. Het naturalisatiebesluit
wordt bekendgemaakt zonder dat verklaring van verbondenheid is afgelegd.
Ad 4. De verzoeker is niet in persoon aanwezig op de naturalisatieceremonie, maar
laat zich vertegenwoordigen door een gemachtigde en legt de verklaring van verbondenheid
schriftelijk af
Vanwege aangetoonde zwaarwegende redenen is de verzoeker vertegenwoordigd door een
gemachtigde. Zie artikel 60b, negende lid BVVN en de toelichting bij artikel 7, RWN, paragraaf 3.13.5. De verzoeker heeft bij het indienen van zijn verzoek om naturalisatie de bereidverklaring
ondertekend. De verzoeker moet de ondertekende schriftelijke verklaring van verbondenheid
meegeven aan de gemachtigde. Eerst na het overleggen van de door de verzoeker ondertekende
schriftelijke verklaring van verbondenheid, wordt tot uitreiking aan de gemachtigde
overgegaan. De Minister van Buitenlandse Zaken kan ervoor kiezen om de schriftelijke
verklaring van verbondenheid bij de indiening van zijn verzoek om naturalisatie aan
de verzoeker of gemachtigde mee te geven, zodat de gemachtigde de door de verzoeker
ondertekende verklaring op de naturalisatieceremonie aan de Minister van Buitenlandse
Zaken kan overhandigen. Ook kan de Minister van Buitenlandse Zaken ervoor kiezen om
de schriftelijke verklaring van verbondenheid met de uitnodiging voor de naturalisatieceremonie
mee te sturen, zodat de verzoeker de ondertekende schriftelijke verklaring ter overhandiging
aan de Minister van Buitenlandse Zaken aan de gemachtigde kan meegeven.
Ad 5. De verzoeker is niet in persoon aanwezig op de naturalisatieceremonie, maar
is vertegenwoordigd door een gemachtigde en legt de verklaring van verbondenheid niet
af
Vanwege aangetoonde zwaarwegende redenen is de verzoeker vertegenwoordigd door een
gemachtigde. Zie artikel 60b, negende lid BVVN en de toelichting bij artikel 7, RWN, paragraaf 3.13.5. Bij het (door een gemachtigde) indienen van het verzoek om naturalisatie is gebleken
dat de verzoeker vanwege zijn fysieke of psychische toestand niet in staat is de verklaring
van verbondenheid af te leggen. Zie artikel 60b, zesde lid BVVN en de toelichting bij artikel 2, tweede lid RWN. Er is derhalve afgezien van het invullen en onderteken van de bereidverklaring en
er wordt afgezien van het afleggen van de verklaring van verbondenheid. In voorkomende
gevallen wordt het naturalisatiebesluit aan de gemachtigde bekendgemaakt zonder dat
verklaring van verbondenheid is afgelegd.
Ad 6. De verzoeker is niet aanwezig op de naturalisatieceremonie en legt de verklaring
van verbondenheid mondeling af
Bij het indienen van het verzoek om naturalisatie heeft de verzoeker de bereidverklaring
ondertekend. Het verzoek van betrokkene om, vanwege zwaarwegende redenen, niet in
persoon op een naturalisatieceremonie te verschijnen is door de Minister van Buitenlandse
Zaken gehonoreerd. De Minister van Buitenlandse Zaken heeft besloten om de uitreiking
op een aan de omstandigheden aangepaste wijze te doen. Na het mondeling afleggen van
de verklaring van verbondenheid, wordt het naturalisatiebesluit aan de verzoeker uitgereikt.
Bijvoorbeeld indien de verzoeker vanwege langdurige ziekenhuisopname niet in staat
is de naturalisatieceremonie bij te wonen, maar fysiek wel in staat is de verklaring
van verbondenheid uit te spreken, kan de Minister van Buitenlandse Zaken een 'privé
naturalisatieceremonie' organiseren op de kamer van de verzoeker. Na het mondeling
afleggen van de verklaring van verbondenheid, reikt de Minister van Buitenlandse Zaken
het naturalisatiebesluit uit.
Ad 7. De verzoeker is niet aanwezig op de naturalisatieceremonie, maar legt de verklaring
van verbondenheid schriftelijk af
De verzoeker heeft bij het indienen van zijn verzoek om naturalisatie de bereidverklaring
ondertekend. De Minister van Buitenlandse Zaken heeft, al dan niet bij de indiening
van het verzoek om naturalisatie, bepaald dat van de verzoeker redelijkerwijs niet
kan worden verlangd dat hij de verklaring van verbondenheid mondeling aflegt.
Het verzoek van de verzoeker om, vanwege zwaarwegende redenen, niet in persoon op
een naturalisatieceremonie te verschijnen is door de Minister van Buitenlandse Zaken
gehonoreerd. De Minister van Buitenlandse Zaken heeft besloten om de uitreiking op
een aan de omstandigheden aangepaste wijze te doen.
Indien het naturalisatiebesluit bijvoorbeeld door het toezenden per post wordt bekendgemaakt,
moet de ondertekende schriftelijke verklaring van verbondenheid voorafgaand aan die
toezending in het bezit van de Minister van Buitenlandse Zaken zijn.
Ad 8. De verzoeker is niet aanwezig op de naturalisatieceremonie en legt de verklaring
van verbondenheid niet af
Bij het (door een gemachtigde) indienen van het verzoek om naturalisatie is gebleken
dat de verzoeker vanwege zijn fysieke of psychische toestand niet in staat is de verklaring
van verbondenheid af te leggen. Zie artikel 60b, zesde lid BVVN, artikel 5, vierde lid, onder c, RVVN en de toelichting bij artikel 2, tweede lid, RWN. Derhalve is afgezien van het invullen en onderteken van de bereidverklaring en van
het afleggen van de verklaring van verbondenheid. In voorkomende gevallen wordt het
naturalisatiebesluit bekendgemaakt zonder dat verklaring van verbondenheid is afgelegd.
Het verzoek van de optant om, vanwege zwaarwegende redenen, niet in persoon op een
naturalisatieceremonie te verschijnen is gehonoreerd. De Minister van Buitenlandse
Zaken heeft besloten om de uitreiking op een aan de omstandigheden aangepaste wijze
te doen.