Regeling ruilmogelijkheden arbeidsvoorwaarden politie (RAP)

Geraadpleegd op 01-05-2024.
Geldend van 01-07-2009 t/m 31-12-2021

Regeling ruilmogelijkheden arbeidsvoorwaarden politie (RAP)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 28e, van het Besluit algemene rechtspositie politie;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2

  • 1 De ambtenaar maakt zijn keuze in het kader van de Rap kenbaar door middel van een aanvraag.

  • 2 De aanvraag wordt ingediend op een door het bevoegd gezag aangegeven wijze.

  • 3 De ambtenaar kan zijn keuze maandelijks kenbaar maken.

  • 4 De aanvraag wordt ingediend uiterlijk vóór de eerste dag van de tweede maand die voorafgaat aan de maand waarin aan de keuze uitvoering moet worden gegeven. Het bevoegd gezag kan toestaan dat de aanvraag na genoemd tijdstip wordt ingediend.

  • 5 Als de aanvraag betrekking heeft op een bepaalde periode wordt in de aanvraag de desbetreffende periode in hele kalendermaanden aangegeven.

  • 6 Met uitzondering van de keuze voor een fiets voor woon-werkverkeer en een opleiding of studie met het oog op het verwerven van een inkomen uit werk en woning, wordt een gemaakte keuze binnen het kalenderjaar volledig gerealiseerd.

  • 7 Het bevoegd gezag kent de aanvraag toe, tenzij de ambtenaar niet beschikt over de door hem gekozen aanspraak als bedoeld in artikel 3, eerste lid.

  • 8 Op een gehonoreerde aanvraag kan gedurende de periode waarop deze betrekking heeft niet meer worden teruggekomen.

Artikel 3

  • 1 De ambtenaar kan bij het bevoegd gezag een aanvraag indienen om in ruil voor een belastingvrije vergoeding voor of verstrekking van een of meer in het derde lid genoemde bestemmingsmogelijkheden geheel of gedeeltelijk af te zien van een of meer van de volgende aanspraken:

  • 2 Voor de vakantie-uren als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, geldt dat bij een volledige betrekking per kalenderjaar alleen kan worden afgezien van de vakantie-uren die het aantal van 144 vakantie-uren te boven gaan. Bij een andere betrekkingsomvang geldt dit naar rato.

  • 3 Voor zover de geldende fiscale bepalingen dit mogelijk maken zijn de belastingvrije bestemmingsmogelijkheden:

    • a. een fiets voor woonwerkverkeer, met aan een fiets samenhangende zaken dienstbaar aan het woonwerkverkeer en een fietsverzekering;

    • b. vakliteratuur;

    • c. cursussen congressen, seminars, symposia, excursies, studiereizen en dergelijke ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking;

    • d. een opleiding of studie met het oog op het verwerven van een inkomen uit werk en woning;

    • e. openbaar vervoerbewijzen die mede voor het werk worden gebruikt;

    • f. vakbondscontributies;

    • g. bedrijfsfitness.

  • 4 Indien de ambtenaar afziet van de in het eerste lid genoemde aanspraken, wordt de waarde van die aanspraken vastgesteld op de waarde van de dag waarop de ambtenaar aan de fiscale regelingen gaat deelnemen.

  • 5 Van een aanspraak als genoemd in het eerste lid kan slechts worden afgezien als deze aanspraak nog niet tot uitbetaling is gekomen.

  • 6 Het geheel of gedeeltelijk afzien van de aanspraak op vakantie-uren is niet mogelijk voor de ambtenaar die in hetzelfde kalenderjaar gebruik maakt van de mogelijkheid om minder uren te werken als bedoeld in artikel 28b van het Barp.

  • 7 Voor zover de fiscale bepalingen dit mogelijk maken kan de gevraagde belastingvrije vergoeding in één keer worden uitbetaald voorafgaande aan het moment waarop de ingezette aanspraken tot uitbetaling zouden zijn gekomen.

  • 8 De ambtenaar legt bij de in het eerste lid bedoelde aanvraag bewijsstukken over waaruit blijkt dat de kosten waarvoor die vergoeding is verstrekt daadwerkelijk worden gemaakt.

Artikel 4

  • 1 Het bedrag dat de ambtenaar op basis van het Besluit reis-, verblijf-, en verhuiskosten politie minder aan vergoeding woon-werkverkeer ontvangt dan op grond van de fiscale regels voor het woon-werkverkeer van die ambtenaar zou zijn toegestaan, kan door de ambtenaar als belastingvrije vergoeding worden ontvangen in ruil voor (een deel van) zijn eindejaarsuitkering.

  • 2 Het bedrag waarmee de eindejaarsuitkering het bedrag als bedoeld in het eerste lid overstijgt, is belast volgens de algemene fiscale regels.

  • 3 De ambtenaar kan jaarlijks vóór 1 november kenbaar maken of hij voor het lopende kalenderjaar van de mogelijkheid als bedoeld in het eerste lid gebruik wil maken.

  • 4 De onbelaste vergoeding wordt in december van dat jaar bij de salarisbetaling uitbetaald.

  • 5 Ambtenaren die uitsluitend gebruik maken van vervoer van de werkgever of uitsluitend van openbaar vervoer waarvan de werkelijke kosten volledig worden vergoed, komen niet in aanmerking voor de regeling uit dit artikel.

Artikel 5

  • 1 Indien de ambtenaar aan wie een belastingvrije vergoeding is uitbetaald de bewijsstukken, waaruit blijkt dat de kosten waarvoor die vergoeding is verstrekt daadwerkelijk zijn gemaakt, niet heeft ingediend binnen in de aanvraag gestelde termijn, worden over die vergoeding alsnog de verschuldigde loonheffing en sociale premies ingehouden.

  • 2 In geval van:

    • a. beëindiging van het dienstverband;

    • b. nonactiviteit als bedoeld in artikel 13b van het Barp dan wel de vakantie of het verlof direct voorafgaand aan de nonactiviteit, zoals bedoeld in artikel 13b, lid 6 van het Barp;

    • c. buitengewoon verlof van lange duur als bedoeld in artikel 42 tot en met 48 van het Barp, voor zover dit verlof langer duurt dan zes maanden, wordt vastgesteld welke in het kader van dit besluit opgebouwde en in geldswaarde uit te drukken aanspraken en aangegane verplichtingen tussen het bevoegd gezag en de ambtenaar op dat moment bestaan. Indien van toepassing, vindt verrekening dan wel uitbetaling plaats.

  • 3 Bij overlijden van de ambtenaar wordt gehandeld zoals in het tweede lid is aangegeven, waarbij een eventueel saldo ten gunste van de werkgever niet wordt teruggevorderd.

Artikel 6

  • 1 De ambtenaar is verplicht alle omstandigheden die van betekenis zijn voor de uitvoering van de toegewezen aanvraag Rap in het kader van dit besluit terstond bij het bevoegd gezag te melden.

  • 2 Indien achteraf blijkt dat door onjuiste informatie van de ambtenaar een vergoeding ten onrechte belastingvrij is verstrekt, zullen de loonheffing en sociale premies die over die vergoeding verschuldigd zijn, alsmede de eventuele boetes, op de ambtenaar worden verhaald.

  • 3 Het bevoegd gezag maakt, alvorens een besluit tot terugvordering te nemen, zijn voornemen tot het verhaal schriftelijk bekend aan de ambtenaar.

Artikel 7

In geval van bijzondere omstandigheden waardoor een strikte toepassing van dit besluit naar het oordeel van het bevoegd gezag in strijd zou zijn met de redelijkheid of de billijkheid, kan door het bevoegd gezag, met inachtneming van de geldende fiscale bepalingen, ten gunste van de ambtenaar van dit besluit worden afgeweken.

Artikel 8

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Artikel 9

Dit besluit kan worden aangehaald als Regeling ruilmogelijkheden arbeidsvoorwaarden politie (RAP).

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

Naar boven