Wijzigingswet Mijnbouwwet (deelneming opsporing en winning van koolwaterstoffen door daartoe aangewezen vennootschap)

Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-05-2024 en zichtdatum 23-05-2024.
Geldend van 01-01-2011 t/m heden

Wet van 12 juni 2008 tot wijziging van de Mijnbouwwet in verband met nieuwe regels omtrent deelneming in de opsporing en winning van koolwaterstoffen door een daartoe aangewezen vennootschap en omtrent andere taken en activiteiten van die vennootschap

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat de Mijnbouwwet wordt gewijzigd in verband met het stellen van nieuwe regels omtrent deelneming in de opsporing en winning van koolwaterstoffen door een daartoe aangewezen vennootschap en de andere taken en activiteiten van die vennootschap, alsmede in verband met de bevoegdheid ten aanzien van mergelgroeven;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel II

  • 10 Ten aanzien van de mogelijkheid om bezwaar te maken of beroep in te stellen tegen een besluit op grond van de afdelingen 5.2.1. of 5.2.2. van de Mijnbouwwet, zoals die afdelingen luidden voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel D, van deze wet, blijft het recht van toepassing, zoals dat gold voor dat tijdstip.

  • 11 Ten aanzien van de beslissing op een bezwaar of beroep dat is gemaakt of ingesteld tegen een besluit op grond van de afdelingen 5.2.1. of 5.2.2. van de Mijnbouwwet, zoals die paragrafen luidden voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel D, van deze wet, blijft het recht van toepassing, zoals dat gold voor dat tijdstip.

Artikel III

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen en onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage, 12 juni 2008

Beatrix

De Minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

Uitgegeven de derde juli 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin