-
–
basisinfrastructuur voor koolstofdioxide: infrastructuur voor het transport en de permanente opslag van koolstofdioxide of
voor het transport en het gebruik van koolstofdioxide die wordt gebruikt door meerdere
gebruikers met een productie-installatie voor de afvang en permanente opslag van koolstofdioxide
of met een subsidie-ontvanger die koolstofdioxide afvangt en gebruikt;
-
–
besluit:
Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie;
-
–
biomassaproducent: biomassaproducent als bedoeld in bijlage A van de Regeling conformiteitsbeoordeling vaste biomassa voor energietoepassingen;
-
–
bioraffinage: proces waarbij biomassa wordt gescheiden in verschillende stromen waarbij het hoofdproduct,
eventueel na verdere verwerking, wordt gebruikt ter verdringing van grondstoffen van
fossiele oorsprong en waarbij restproducten zoals lignine kunnen ingezet worden voor
energietoepassingen;
-
–
bosbeheereenheid: een of meer bospercelen die als één geheel worden beheerd;
-
–
cumulatietoets: toets aan de steunruimte zoals die is gemaximeerd in de Communautaire richtsnoeren
inzake staatssteun voor milieubescherming en energie 2014–2020 (PbEU 2014 C 200);
-
–
ean-code: uniek 18-cijferig nummer dat dient om een productie-installatie voor de productie
van hernieuwbare elektriciteit, hernieuwbare warmte of hernieuwbaar gas of een aansluiting
van een productie-installatie of een productie-eenheid op het net te identificeren;
-
–
garantie van oorsprong: garantie van oorsprong als bedoeld in artikel 1 van de Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong;
-
–
gasnetbeheerder: netbeheerder als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de Gaswet;
-
–
groen gas hub: verzameling van productie-installaties voor de productie van hernieuwbaar gas waarvoor
voor de invoeding van het hernieuwbaar gas op een gasnet gezamenlijk een of meerdere
aansluitingen worden gebruikt, waarmee gezamenlijk hernieuwbare warmte wordt geproduceerd
die nuttig wordt gebruikt of waarmee gezamenlijk hernieuwbare elektriciteit wordt
geproduceerd die op een elektriciteitsnet of installatie, met uitzondering van de
productie-installatie, wordt ingevoed;
-
–
levering: hoeveelheid biomassa die is ingezet voor energieproductie en waarvoor de fysieke
en duurzaamheidseigenschappen voor de gehele levering gelijk zijn;
-
–
meetbedrijf: meetbedrijf als bedoeld in artikel 27 van de Warmtewet, of instantie die uitvoering geeft aan de taak van de netbeheerder, bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel i van de Elektriciteitswet 1998 of als bedoeld in artikel 10, vijfde lid, onderdeel d, van de Gaswet;
-
–
meetprotocol: document waarin de bemetering van een productie-installatie, de wijze van meten en
de wijze van kwaliteitsborging van de meetgegevens ten aanzien van de hoeveelheden
elektriciteit, gas, warmte, waterstof, koolstofdioxide of mechanische energie die
de installatie opwekt, de hoeveelheden brandstof die de installatie verbruikt en de
wijze van bepaling van de calorische waarde van de brandstof beschreven zijn;
-
–
meetrapport: rapport dat alle meetgegevens van de desbetreffende kalendermaand bevat;
-
–
milieu- en energiesteunkader: Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2014-2020 (PbEU
2014, C 200);
-
–
minister: Minister van Economische Zaken en Klimaat;
-
–
NTA 8003:2017: de Nederlands Technische Afspraak 8003, Classificatie van biomassa voor energietoepassingen,
uitgegeven door het Nederlands Normalisatie-Instituut, zoals deze luidde op 30 november
2017;
-
–
nuttig aangewende koolstofdioxide: koolstofdioxide die wordt aangewend voor koolstofdioxidebemesting in tuinbouwkassen;
-
–
nuttig aangewende koolstofdioxide-arme warmte: warmte, uitgedrukt in GJ, die vrijkomt uit productie-installaties voor vermindering
van broeikasgas en die, voor zover daarmee de uitstoot van broeikasgas wordt voorkomen,
wordt aangewend voor:
-
a. gebouwklimatisering van de binnenruimten van gebouwen;
-
b. tapwaterverwarming en verwarming van water dat wordt ingezet in bedrijfsprocessen,
met uitzondering van het gebruik als voedingswater voor een productie-installatie
waarmee elektriciteit wordt opgewekt;
-
c. verwarming in industriële processen en van tuinbouwkassen, met uitzondering van:
-
1°. de inzet in een turbine of organische rankine cyclus waarmee elektriciteit wordt opgewekt;
-
2°. de inzet bij aardgasexpansie;
-
3°. het drogen en verwarmen van inputstromen van een productie-installatie voor het opwekken
van elektriciteit, inclusief het voorverwarmen van verbrandingslucht;
-
4°. de inzet voor rookgasreiniging en waterzuivering van een productie-installatie;
-
5°. de verwarming van een installatie of een onderdeel daarvan, waarmee energie of een
energiedrager wordt geproduceerd;
-
6°. de verwarming van opslagtanks van grondstoffen en producten die gebruikt worden om
energie mee op te wekken;
-
d. klimaatregeling van koelcellen en industriële koelingstoepasssingen;
-
e. levering aan een warmtenet, mits de producent aannemelijk kan maken dat de warmte
gebruikt wordt voor een van de toepassingen, bedoeld onder a tot en met d;
-
–
oordeel omtrent de geschiktheid: op verzoek van een producent door een meetbedrijf afgegeven oordeel dat:
-
-
a. een productie-installatie geschikt is voor de opwekking van koolstofdioxide-arme warmte,
de productie van waterstof, de afvang en permanente opslag van koolstofdioxide, de
afvang en het gebruik van koolstofdioxide of de productie van geavanceerde hernieuwbare
brandstof; en
-
b. een meetinrichting geschikt is voor de meting van warmte die met een productie-installatie
wordt opgewekt en nuttig wordt aangewend, van waterstof die met de productie-installatie
wordt geproduceerd, van koolstofdioxide die met de productie-installatie wordt afgevangen
en permanent wordt opgeslagen of wordt gebruikt of van geavanceerde hernieuwbare brandstof
die met de productie-installatie wordt geproduceerd;
-
–
oorsprongsgebied: oorsprongsgebied als bedoeld in bijlage A van de Regeling conformiteitsbeoordeling vaste biomassa voor energietoepassingen;
-
–
P50-waarde voor de netto elektriciteitsproductie: netto elektriciteitsproductie waarbij de verwachte jaarlijkse energieproductie voor
een gegeven combinatie van locatie en windturbine dient te zijn bepaald met een waarschijnlijkheid
van 50%;
-
–
productie-eenheid: deel van een productie-installatie dat zelfstandig kan worden ingezet voor het opwekken
van hernieuwbare elektriciteit, hernieuwbare warmte of de productie van hernieuwbaar
gas;
-
–
register hernieuwbare energie vervoer: register als bedoeld in artikel 9.7.5.1 van de Wet milieubeheer;
-
–
richtlijn (EU) 2018/2001:
richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het
gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (PbEU 2018, L 328);
-
–
systeemgrens van de productie-installatie: fictieve gesloten omhulling van één of meer productie-eenheden die dezelfde wijze
van opwekking van warmte gebruiken;
-
–
Verordening verificatie en accreditatie emissiehandel: Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2067 van de Commissie van 19 december 2018 inzake de verificatie van gegevens en de accreditatie
van verificateurs krachtens Richtlijn 2003/87/EG van het Europees parlement en de Raad (PbEU 2018, L 334).