Sanctieregeling terrorisme 2007-II

Geraadpleegd op 06-05-2024.
Geldend van 23-12-2007 t/m 02-04-2009

Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken in overeenstemming met de Minister van Financiën van 18 december 2007, nr. DJZ/BR/1222-07, houdende beperkende maatregelen met het oog op de strijd tegen het terrorisme (Sanctieregeling terrorisme 2007-II)

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën;

Gelet op Resolutie 1373 van de Veiligheidsraad van 28 september 2001;

Gelet op Gemeenschappelijk Standpunt van de Raad van de Europese Unie van 27 december 2001 (2001/930/GBVB) inzake terrorismebestrijding (Pb EG L 344);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

Artikel 1

Voor de toepassing van het in deze regeling bepaalde wordt verstaan onder:

  • a. middelen: activa van welke aard ook, juridische documenten of instrumenten in welke vorm ook, ook elektronisch of digitaal, waaruit eigendom van of een belang in dergelijke activa blijkt, met inbegrip van, doch niet beperkt tot, bankkredieten, reischeques, bankcheques, postwissels, aandelen, obligaties, wissels, kredietbrieven en andere effecten;

  • b. bevriezing van middelen: het voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren, gebruiken of omgaan met middelen met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming, of andere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde middelen, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;

  • c. financiële diensten: alle diensten van financiële aard, waaronder alle verzekeringsdiensten en met verzekeringen verband houdende diensten, en alle bankdiensten en andere financiële diensten, met uitzondering van verzekeringen.

Artikel 2

  • 1 Alle middelen die toebehoren aan de personen en organisaties, aangewezen door de Minister van Buitenlandse Zaken in overeenstemming met de Minister van Financiën, worden bevroren.

  • 2 Het is verboden financiële diensten te verrichten voor of ten behoeve van de personen en organisaties, bedoeld in het eerste lid.

  • 3 Het is verboden aan de personen en organisaties, bedoeld in het eerste lid, rechtstreeks dan wel middellijk middelen ter beschikking te stellen.

  • 4 Van een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

Artikel 3

De Minister van Financiën kan in overeenstemming met de Minister van Buitenlandse Zaken op verzoek ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 2.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Buitenlandse Zaken,

M.J.M. Verhagen

Naar boven