In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Achtergrondwaarden: bij regeling van Onze Ministers vastgestelde gehalten aan chemische stoffen voor
een goede bodemkwaliteit, waarvoor geldt dat er geen sprake is van belasting door
lokale verontreinigingsbronnen;
Accreditatie: bewijs waarmee de Raad voor Accreditatie kenbaar maakt dat gedurende een bepaalde
periode een gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat de hierin genoemde persoon of instelling
competent is voor het uitvoeren van de desbetreffende werkzaamheid;
Baggerspecie: materiaal dat is vrijgekomen uit de bodem via het oppervlaktewater of de voor dat
water bestemde ruimte en dat bestaat uit minerale delen met een maximale korrelgrootte
van 2 millimeter en organische stof in een verhouding en met een structuur zoals deze
in de bodem van nature worden aangetroffen, alsmede van nature in de bodem voorkomende
schelpen en grind met een korrelgrootte van 2 tot 63 millimeter;
Bodembeheergebied: aaneengesloten, door het bestuursorgaan, bedoeld in artikel 44, 45 of 46, afgebakend deel van de oppervlakte van een of meer gemeenten of het beheergebied
van een of meer waterkwaliteitsbeheerders;
Bodemfuncties: gebruik van de bodem, niet zijnde de bodem onder oppervlaktewater, zoals dat is
vastgesteld door de gemeenteraad, overeenkomstig een bij regeling van Onze Ministers
vastgestelde indeling;
Bodemfunctieklassen: bij regeling van Onze Ministers vastgestelde indeling van bodemfuncties in de categorieën,
bedoeld in artikel 55, eerste lid;
Bouwstof: materiaal waarin de totaalgehalten aan silicium, calcium of aluminium tezamen meer
dan 10 gewichtsprocent van dat materiaal bedragen, uitgezonderd vlakglas, metallisch
aluminium, grond of baggerspecie, dat is bestemd om te worden toegepast;
Certificaat: verklaring waarmee een door Onze Minister en Onze Minister van Verkeer en Waterstaat
erkende certificeringsinstelling kenbaar maakt dat gedurende een bepaalde periode
een gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat de hierin genoemde persoon voldoet aan
het voor de certificering geldende normdocument;
Erkende kwaliteitsverklaring: schriftelijke verklaring die is afgegeven door een instelling die daartoe beschikt
over een erkenning, waarin wordt verklaard dat de bijbehorende partij die afkomstig
is van een persoon of instelling die is erkend voor het produceren op basis van een
nationale Beoordelingsrichtlijn, voldoet aan de bij of krachtens dit besluit gestelde
eisen met betrekking tot de milieuhygiënische kwaliteit, mits toegepast op de in de
verklaring aangegeven wijze;
Erkenning: beschikking van Onze Ministers waarbij wordt vastgesteld dat een persoon of een
instelling voor een werkzaamheid voldoet aan de bij of krachtens dit besluit geldende
voorwaarden;
Fabrikant-eigenverklaring: schriftelijke verklaring, afgegeven door de producent van een bouwstof, grond of
baggerspecie, waarin deze verklaart dat de bijbehorende partij voldoet aan de bij
of krachtens dit besluit gestelde eisen met betrekking tot de milieuhygiënische kwaliteit.
Uit de verklaring blijkt op welke wijze is vastgesteld dat de partij voldoet aan de
bij of krachtens dit besluit gestelde eisen;
Grond: vast materiaal dat bestaat uit minerale delen met een maximale korrelgrootte van
2 millimeter en organische stof in een verhouding en met een structuur zoals deze
in de bodem van nature worden aangetroffen, alsmede van nature in de bodem voorkomende
schelpen en grind met een korrelgrootte van 2 tot 63 millimeter, niet zijnde baggerspecie;
IBC-bouwstof: bouwstof die vanwege de mate van emissie alleen met isolatie-, beheers-, en controlemaatregelen
mag worden toegepast;
Instelling: certificeringsinstelling, inspectie-instelling, laboratorium of andere instelling
met rechtspersoonlijkheid, die beoordeelt of een persoon, een stof, een product, een
installatie, een voorziening of een ander object overeenstemt met een normdocument;
Interventiewaarden: bij regeling van Onze Ministers vastgestelde generieke waarden die aangeven dat
bij overschrijding sprake is van potentiële ernstige vermindering van de functionele
eigenschappen die de bodem voor mens, plant of dier heeft, als bedoeld in artikel 36 van de Wet bodembescherming;
Isolatie, beheers- en controlemaatregelen: maatregelen waardoor bij toepassing van een bouwstof nagenoeg geen contact optreedt
van die bouwstof met hemelwater en grondwater;
Kwaliteitsklasse: bij regeling van Onze Ministers vastgestelde indeling in categorieën van de kwaliteit
van de bodem, grond of baggerspecie;
Landbouwbedrijf: bedrijf als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de Meststoffenwet;
Milieuhygiënische verklaring:
-
a. voor bouwstoffen, grond of baggerspecie: partijkeuring, fabrikant-eigenverklaring
of erkende kwaliteitsverklaring, en
-
b. voor grond, baggerspecie of de bodem, waarop of waarin de grond of baggerspecie wordt
toegepast: verklaring omtrent de milieuhygiënische kwaliteit van een specifieke partij
of de bodem, die is afgegeven op basis van een kaart als bedoeld in artikel 47, onder a, of 57, tweede lid of een bij regeling van Onze Ministers aangewezen normdocument of onderzoeksprotocollen;
Normdocument: een voor een werkzaamheid op grond van artikel 25 aangewezen beoordelingsrichtlijn, protocol of andere richtlijn, code, aanbeveling
of norm die of dat eisen bevat ter bevordering van de kwaliteit van werkzaamheden
of de uitvoering daarvan;
Onze Minister: Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
Onze Ministers: Onze Minister, Onze Minister van Verkeer en Waterstaat en Onze Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit, met dien verstande dat het bepaalde in artikel 14 van toepassing is;
Parameter: chemische stof of een fysische eigenschap;
Partij: identificeerbare hoeveelheid bouwstof, grond of baggerspecie van vergelijkbare milieuhygiënische
kwaliteit, die is bedoeld om als geheel te worden verhandeld of toegepast;
Partijkeuring: schriftelijke verklaring op basis van een eenmalig onderzoek, dat wordt uitgevoerd
door een persoon of instelling die daartoe beschikt over een erkenning, en waarin
wordt vermeld of een partij onder het regime van het besluit kan worden toegepast
en hoe dit is vastgesteld;
Persoon: natuurlijk persoon of rechtspersoon;
Raad voor Accreditatie: de Stichting Raad voor Accreditatie te Utrecht;
Toepassen van bouwstoffen: in een werk aanbrengen of houden van bouwstoffen, alsmede het laten verrichten daarvan.
Voor de toepassing van de bij of krachtens dit besluit gestelde regels wordt onder
«het toepassen van bouwstoffen in oppervlaktewater» mede verstaan het toepassen van
bouwstoffen op of in de bodem onder oppervlaktewater;
Toepassen van grond of baggerspecie: het aanbrengen, verspreiden of tijdelijk opslaan van grond of baggerspecie als bedoeld
in artikel 35, het houden van de aangebrachte of tijdelijk opgeslagen grond of baggerspecie in
die toepassing, alsmede het laten verrichten daarvan. Voor de toepassing van de bij
of krachtens dit besluit gestelde regels wordt onder het toepassen van grond of baggerspecie
in oppervlaktewater mede verstaan het toepassen van grond of baggerspecie op of in
de bodem onder oppervlaktewater;
Vestigingsplaats: adres en woonplaats van een persoon of adres en woonplaats waar een instelling zetelt;
Vormgegeven bouwstof: bouwstof met een volume per kleinste eenheid van ten minste 50 cm3, die onder normale omstandigheden een duurzame vormvastheid heeft;
Waterkwaliteitsbeheerder: bestuursorgaan dat bevoegd is tot vergunningverlening ingevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren;
Werk: bouwwerk, weg- of waterbouwkundig werk of anderszins functionele toepassing van
een bouwstof, uitgezonderd het verondiepen of het dempen van oppervlaktewater en het
ophogen van de bodem ten behoeve van woonwijken en industrieterreinen.
Werkzaamheid: een bij regeling van Onze Minister en Onze Minister van Verkeer en Waterstaat aangewezen
handeling als bedoeld in artikel 11.2, tweede lid, van de Wet milieubeheer, die wordt uitgevoerd met betrekking tot bodem, grond, baggerspecie of bouwstoffen.