Artikel 2. Voor subsidie in aanmerking komende activiteiten
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
1. De Minister kan subsidie verlenen ten behoeve van de uitvoering van projecten met
een duur van tenminste zes maanden en ten hoogste twee jaar, in samenwerkingsverband
verricht, ter bevordering van de betrekkingen met China door middel van het stimuleren
van capaciteitsversterking. Capaciteitsversterking omvat het geheel van activiteiten
gericht op overdracht en uitwisseling van kennis en vaardigheden, inclusief de ontwikkeling
van kennisinfrastructuur, teneinde bij te dragen aan een structurele verdieping, verbreding
en versterking van de inzetbaarheid van werknemers in uiteenlopende bestuurlijke,
productieve of dienstverlenende sectoren.
2. Het project betreft één of meer van de volgende sectoren: ontwikkeling van de private
sector, landbouw, gezondheidszorg, milieu/energie, waterbeheer, goed bestuur.
3. Haalbaarheidsstudies, fundamenteel (wetenschappelijk) onderzoek, op zichzelf staande
fondswervende activiteiten en investeringen in onroerend goed en infrastructurele
werken, garanties, leningen en kredieten alsmede steun aan politieke partijen en politieke
belangengroepen komen niet voor subsidiëring in aanmerking.
Artikel 5. Subsidiabele kosten
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
1. Eventuele eerder gemaakte tariefafspraken met de Minister zijn voor deze subsidieregeling
niet van kracht.
2. De subsidie bedraagt ten hoogste 80 procent van de subsidiabele kosten, met een
maximum van € 454.000 per aanvraag. De eigen bijdrage van de deelnemers in het samenwerkingsverband
bedraagt ten minste 20 procent.
3. Subsidie wordt verleend voor de noodzakelijke, werkelijk gemaakte, kosten voor
de voorgenomen activiteiten in het licht van de beoogde doelstellingen en resultaten.
Subsidie wordt niet verleend voor kosten die in redelijkheid niet als noodzakelijk
kunnen worden beschouwd.
4. Ten hoogste 20 procent van de subsidie kan worden gebruikt voor de aanschaf van
hardware noodzakelijk voor kennisuitwisseling, trainingen en direct daaraan gerelateerde
diensten. Kosten voor nazorg en eigendomsoverdracht dienen hierbij inbegrepen te zijn,
evenals transport- en verzekeringskosten. Infrastructuur (gebouwen en dergelijke)
valt hier niet onder.
5. Als projectkosten worden uitsluitend in aanmerking genomen de volgende rechtstreeks
aan de uitvoering van het project toe te rekenen, na de indiening van de aanvraag
door een of meer van de partijen in het samenwerkingsverband gemaakte en betaalde
kosten:
-
a. inzet van personen: een genormeerde vergoeding op basis van werkelijke salariskosten
(conform de lijst die onderdeel uitmaakt van de inhoudelijke en financiële richtlijnen
voor het opstellen van een projectvoorstel);
-
b. internationale reiskosten;
-
c. daily subsistence allowance (DSA);
-
d. binnenlandse reiskosten;
-
e. diverse projectgerelateerde kosten;
-
f. hardware en direct gerelateerde diensten;
-
g. diensten;
-
h. maximaal 7,5 procent en tot een maximum van € 27.227 van de posten a tot en met g
voor ‘overhead’;
-
i. onvoorzien, met een maximum van 5 procent van de posten a tot en met d.
6. De kosten worden in aanmerking genomen met inbegrip van omzetbelasting, indien
de subsidieontvanger die de kosten heeft gemaakt omzetbelasting niet in aftrek kan
brengen.
7. Geen subsidie wordt verleend ter dekking van tekorten na afloop van een project.
8. Indien de aanvrager een ondernemer is, wordt het bedrag van de subsidie verlaagd
voor zover dit samen met in de twee voorafgaande jaren door een bestuursorgaan aan
de aanvrager verstrekte steun waarvoor geen goedkeuring van de Commissie van de Europese
Gemeenschappen was verkregen, meer bedraagt dan het ingevolge Verordening (EG) nr. 1998/2006 zonder goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen geoorloofde bedrag.
Artikel 7. Rangschikking verkorte aanvragen
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
1. De Minister rangschikt de verkorte projectvoorstellen zodanig, dat een project
hoger wordt geplaatst naar mate het naar verwachting beter zal bijdragen aan de doelstellingen
van deze beleidsregels.
2. Bij deze selectie spelen de volgende criteria een rol: beoogde sector(en), doelstelling,
noodzaak en beweegreden voor het project, vraag en betrokkenheid vanuit China, probleemstelling,
verwachte resultaten en meetbare indicatoren, aard van de activiteiten, wijze van
institutionele inbedding, beoogde doelgroep(en), samenwerkende partners in Nederland
en China, karakter en niveau van in te zetten deskundigheid, verwachte looptijd, ‘value
for money’, directe verband met armoedebestrijding, financiering van het resterende
bedrag van de begroting en wijze waarop substantieel langduriger samenwerking na afloop
van het project wordt gerealiseerd.
3. Bij de rangschikking wordt rekening gehouden met het streven om minimaal één voorstel
van elk van de in artikel 2 genoemde sectoren in uitvoering te nemen.
Toelichting op de Azië-faciliteit voor China
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
1. Samenvatting
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
Het doel van de Azië-faciliteit voor China is het bevorderen en het verdiepen van
de betrekkingen met China door middel van het stimuleren van capaciteitsversterking
(HRD-activiteiten) in een van de volgende sectoren: private sector ontwikkeling, landbouw,
gezondheidszorg, milieu/energie, waterbeheer en goed bestuur. De Azië-faciliteit voor
China richt zich bij voorkeur op activiteiten die niet kunnen worden gefinancierd
door andere overheidsprogramma’s voor wetenschappelijke of ontwikkelingssamenwerking,
danwel door de financiële pakketten ter bevordering van export, technologische samenwerking
en investeringen van het Ministerie van Economische Zaken.
In het kader van de Azië-faciliteit voor China wordt onder Human Resources Development
(HRD)/capaciteitsversterking verstaan het geheel van activiteiten gericht op overdracht
en uitwisseling van kennis en vaardigheden, inclusief de ontwikkeling van kennisinfrastructuur,
teneinde bij te dragen aan een structurele verdieping, verbreding en versterking van
de inzetbaarheid van werknemers in uiteenlopende bestuurlijke, productieve of dienstverlenende
sectoren. Te denken valt aan trainingen en stages, maar ook wetenschappelijke en technologische
samenwerking met als doel kennisoverdracht en -ontwikkeling, kan als HRD worden aangemerkt.
De ontwikkeling van HRD vormt een belangrijke factor in de ontwikkeling van (de betrekkingen
tussen) landen. Naast overdracht van kennis en vaardigheden, draagt het bij aan het
opbouwen van persoonlijke netwerken en samenwerkingsverbanden op een breed aantal
terreinen. Dergelijke contacten leiden op hun beurt tot versteviging van sociale en
politieke banden en tot meer economische samenwerking. Door de verschillende Ministeries
is aangegeven dat zij voor het aangaan en onderhouden van dergelijke internationale
bilaterale contacten in China behoefte hebben aan een faciliteit waardoor zulke initiatieven
kunnen worden ondersteund. Ditzelfde instrument kan bijdragen aan een goede afstemming
tussen betrokken Ministeries over de vorm en inhoud van de betrekkingen met China,
waarvoor de beleidskaders staan beschreven in de ‘Beleidsnotitie China – Vormgeving
van een bilaterale samenwerkingsrelatie met China voor de periode 2006–2010’. Deze
notitie werd op 13 juni 2006 aan de Tweede Kamer aangeboden.
Het budget voor de Azië-faciliteit voor China is opgenomen in de meerjarenplanning
en maakt deel uit van de ODA (Official Development Assistance) op de begroting van
het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De Azië-faciliteit voor China valt onder de
Kaderwet subsidies Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Voor nadere inlichtingen over de Azië-faciliteit voor China kunt u zich wenden tot:
EVD/Azië-faciliteit voor China
Thierry van Helden
Postbus 20105
2500 EC Den Haag
tel: 070–7788527
fax: 070–3352962
e-mail: helden@evd.nl
website: www.evd.nl/af
2. Aansturing en beheer Azië-faciliteit voor China
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
Bij de Azië-faciliteit voor China zijn de volgende instanties betrokken:
-
1. EVD, internationaal ondernemen en samenwerken (EVD)
-
2. Interdepartementaal China Beraad (ICB)
-
3. De Adviescommissie Azië-faciliteit voor China
-
4. Chinese Ministerie van Handel (MofCOM)
-
5. Ministerie van Buitenlandse Zaken, regiodirectie Azie en Oceanië (DAO)
De EVD beheert de Azië-faciliteit voor China in opdracht van de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
en is daartoe door de Minister gemandateerd. Hij is betrokken bij het hele proces
vanaf de indiening van het eerste voorstel tot en met beoordeling van de eindafrekening
en rapportage, waaronder toetsing op de beheersmatige aspecten van projectvoorstellen.
De EVD ondertekent de subsidiebeschikkingen namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking.
De aansturing van de Azië-faciliteit voor China geschiedt door DAO. DAO wordt ondersteund
door het ICB, de interdepartementale werkgroep waarin vertegenwoordigers van alle
Ministeries zitting hebben.
De adviescommissie Azië-faciliteit voor China adviseert over de rangorde van toekenning
van projectvoorstellen, inclusief motivatie.
Het Chinese Ministerie van Handel (MofCOM) geeft zijn zienswijze ten aanzien van de
voorgedragen projectvoorstellen en de voorgestelde rangorde en geeft hiervoor een
motivering. De Directeur Azië en Oceanië besluit namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
vervolgens over de verlening van subsidie.
3. Algemene bepalingen
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
3.1. Sectoren
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
De doelstelling van de Azië-faciliteit voor China is het bevorderen van betrekkingen
met China door middel van het stimuleren van capaciteitsversterking (HRD-activiteiten)
in de volgende sectoren. ontwikkeling van de private sector, landbouw, gezondheidszorg,
milieu/energie, waterbeheer en goed bestuur.
Er wordt gestreefd naar spreiding van de projecten over de hiervoor genoemde sectoren.
Op deze wijze gaan Nederlandse organisaties op velerlei niveaus betrekkingen aan met
Chinese partners, die niet alleen een uitstraling hebben naar andere sectoren, maar
ook bijdragen aan versterking van sociale en politieke banden en economische samenwerking.
Bij de uitvoering van dit programma zal de deelname van het bedrijfsleven worden bevorderd.
3.2. Soort activiteiten
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
Activiteiten die aansluiten bij het beleid van meerdere Nederlandse Ministeries verdienen
de voorkeur. De eerder genoemde beleidsnotitie biedt inzicht in de beleidsprioriteiten
van de vakdepartementen in China. Trainingsactiviteiten dienen bij voorkeur in China
plaats te vinden.
Indien trainingsactiviteiten in Nederland voorzien zijn, dient de noodzaak hiertoe
aangetoond te worden. Trainingsactiviteiten kunnen bijvoorbeeld in Nederland plaatsvinden
als benodigde trainingsfaciliteiten alleen hier voorhanden zijn of als kennismaken
met Nederlandse opleidingsinstituten, maatschappelijke organisaties en/of bedrijfsleven
een noodzakelijk onderdeel uitmaakt van het trainingsprogramma.
In principe komen alle provincies en autonome regio’s van China voor de Azië-faciliteit
voor China in aanmerking; projecten in minder ontwikkelde regio’s van China genieten
evenwel de voorkeur. Het project moet bijdragen aan duurzame armoedebestrijding. Het
project moet tevens institutioneel duurzaam zijn; het dient gericht te zijn op substantiële
(structurele) voortzetting van de samenwerking na afloop van de periode waarvoor subsidie
werd aangevraagd. Naast overdracht van kennis en vaardigheden, draagt het project
bij aan de opbouw van persoonlijke netwerken en samenwerkingsverbanden tussen China
en Nederland.
3.3. Doelgroep
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
Projectvoorstellen die voor financiering uit de Azië-faciliteit voor China in aanmerking
willen komen, dienen door tenminste twee verschillende categorieën Nederlandse partijen
te worden uitgevoerd, in samenwerking met tenminste twee typen partijen in China.
Zowel aan de Nederlandse als aan de Chinese kant behoort tenminste één van hen een
onderwijs-, trainings- of onderzoeksinstelling te zijn. De andere partij, in beide
landen, dient een onderneming of maatschappelijke instelling te zijn, (semi)overheids-instanties
en niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) inbegrepen. Bij de uitvoering van dit
programma zal de deelname van het bedrijfsleven worden bevorderd. Om mee te tellen
als zelfstandige partij, mogen partners onderling niet verbonden zijn door een meerderheidsbelang.
Het minimum aantal kernorganisaties in een project is derhalve vier; eventuele overige
partners kunnen uiteenlopend van karakter zijn. De hier beschreven samenstelling van
projectconsortia, ook al omvat een consortium meer dan vier partners, staat bekend
als de ‘2+2 formule’.
Subsidie kan slechts worden verleend aan één van de partijen in het samenwerkingsverband
die over rechtspersoonlijkheid beschikt naar Nederlands recht en in Nederland is gevestigd.
Deze subsidieontvangende partij is verantwoordelijk voor de uitvoering van het project.
Omdat de subsidieontvanger voor de naleving van de verplichtingen die voor hem uit
de subsidieverlening voortvloeien mede afhankelijk is van zijn partners in het samenwerkingsverband,
moet die medewerking expliciet in de samenwerkingsovereenkomst gewaarborgd zijn.
De subsidie wordt ingevolge de beschikking verleend ten behoeve van de uitvoering
van de activiteiten als omschreven in de aanvraag. Aangezien die aanvraag mede inzicht
biedt in ieders deel in de uitvoering van die activiteiten en de daarmee gemoeide
kosten kan uit de beschikking worden afgeleid dat de subsidieontvanger een deel van
de middelen volgens de onderlinge budgetverdeling ter beschikking moet stellen van
diens partners.
4.1. Informatievoorziening
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
EVD is het aanspreekpunt voor informatie over deze regeling.
4.2. Indieningsperiode verkort projectvoorstel
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
De Minister heeft uit oogpunt van beperking van de administratieve last voor aanvragers
en bekorting van de wachttijd besloten om over te gaan tot een getrapte beoordeling
van aanvragen. Dit houdt in dat een aanvrager een verkort projectvoorstel moet indienen,
op basis waarvan een eerste selectie plaatsvindt.
De Azië-faciliteit voor China is een subsidieprogramma, waarvoor jaarlijks uiterlijk
op de eerste maandag van februari aanvragen in de vorm van een verkort projectvoorstel
dienen te worden ingediend. Uitsluitend m.b.t. 2007 geldt dat aanvragen uiterlijk
1 juni 2007 ingediend moeten worden. Na de sluitingsdatum zullen de verkorte projectvoorstellen
beoordeeld en gerangschikt worden (long list). De eerste twaalf aanvragers die op
de long list zijn geplaatst worden vervolgens uitgenodigd binnen een maand een volledig
uitgewerkt projectvoorstel in te dienen. Voor 2008 en volgende jaren wordt hier een
termijn van zes weken voor gehanteerd.
4.3. Projectselectie
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
De selectieprocedure bestaat uit zes verschillende fases, namelijk de aanvraagprocedure,
long list fase, beheersmatige toetsing, short listing fase/adviescommissie, besluitvormings-
en toekenningsfase.
Achterliggende redenen zijn om de administratieve last voor het indienen van een volledig
uitgewerkt projectvoorstel voor indieners in eerste instantie te beperken en om afgewezen
indieners zo snel mogelijk te kunnen informeren over afwijzing.
De selectieprocedure doorloopt de volgende stappen:
a. Aanvraagprocedure
Subsidieaanvragers dienen een subsidieaanvraag in vergezeld van een ingevuld formulier
‘verkort projectvoorstel’. Het formulier ‘Verkort Projectvoorstel’ wordt aangevraagd
bij de EVD of kan worden gedownload van de EVD-website (www.evd.nl/af). Een nadere
uiteenzetting van het ’Verkorte Projectvoorstel’ wordt gegeven op de EVD-website.
Een ‘Verkort Projectvoorstel’ kan slechts eenmaal per subsidietijdvak worden ingediend.
Het verkorte projectvoorstel beschrijft op hoofdlijnen:
-
– beoogde sector(en), doelstelling, noodzaak en beweegreden voor het project
-
– vraag en betrokkenheid vanuit China
-
– probleemstelling
-
– verwachte resultaten en meetbare indicatoren
-
– aard van de activiteiten
-
– wijze van institutionele inbedding
-
– beoogde doelgroep(en)
-
– samenwerkende partners in Nederland en China (consortium)
-
– karakter en nivo van in te zetten deskundigheid
-
– verwachte looptijd
-
– hoogte van de gevraagde subsidie
-
– directe link met armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling
-
– financiering eigen bijdrage
-
– wijze van substantiële (structurele) samenwerking na afloop van het project
De EVD legt verkorte projectvoorstellen voor aan de Ministeries op wiens beleidsterrein
de voorstellen liggen, alsmede de Nederlandse ambassade te Peking met het oog op een
advies omtrent de uitvoerbaarheid van het verkorte project voorstel binnen het bilaterale
beleid. Vervolgens worden de verkorte projectvoorstellen en verkregen adviezen door
de EVD voorgelegd aan het Interdepartementaal China Beraad. De EVD levert de voorstellen
aan het ICB in de volgorde waarin deze het best aansluiten bij de criteria van de
Azië-faciliteit voor China.
b. Long list fase
Het ICB selecteert de twaalf verkorte projectvoorstellen die het best aansluiten bij
de beleidsuitgangspunten van de Azië-faciliteit voor China (long list). De beleidskaders
waarbinnen de Azië-faciliteit voor China wordt uitgevoerd staan beschreven in de ‘Beleidsnotitie
China – Vormgeving van een bilaterale samenwerkingsrelatie met China voor de periode
2006–2010’. Het ICB houdt hierbij rekening met het eventuele commercië le perspectief
van de samenwerking en de mogelijkheid van financiering uit andere bronnen, privaat
dan wel publiek en het streven om minimaal een voorstel in de hiervoor genoemde sectoren
in uitvoering te nemen. Het ICB legt deze long list ter vaststelling voor aan de directeur
van de Directie Azië en Oceanië.
De EVD draagt zorg voor opstelling en verzending van de afwijzingsbeschikkingen voor
de niet op de long list geplaatste voorstellen.
De EVD nodigt indieners van op de long list geplaatste voorstellen uit om binnen één
maand een volledig uitgewerkt projectvoorstel in te dienen.
c. Beheersmatige toetsing
De EVD voert vervolgens een beheersmatige toets uit. Deze bestaat uit:
-
– Een volledigheidstoets, waarbij de EVD bekijkt of de aanvraag volledig en beoordeelbaar
is. Indien de aanvraag niet volledig is, krijgt de aanvrager de mogelijkheid om gedurende
een beperkte periode (max. 5 dagen) de aanvraag te completeren. Indien de aanvrager
er niet in slaagt om de aanvraag te completeren voor de uiterste indiendatum, zal
de aanvraag verder buiten behandeling worden gelaten.
-
– Beoordeling van de volledige projectvoorstellen op technische uitvoerbaarheid en haalbaarheid.
Hierbij wordt samengewerkt met de Nuffic. In deze fase kan, indien nodig, advies worden
ingewonnen bij derden.
Projectvoorstellen die de beheersmatige toets niet doorstaan worden ter afwijzing
voorgelegd aan de directeur van de Directie Azië en Oceanië. Na het besluit van de
directeur van de Directie Azië en Oceanië draagt de EVD zorg voor opstelling en verzending
van de afwijzingsbeschikking.
Ten aanzien van projectvoorstellen die beheersmatig als voldoende worden aangemerkt
kan door de EVD informatie worden opgevraagd op detailniveau bij derden en de Nederlandse
ambassade in Peking.
De EVD stelt een samenvattend overzicht op en legt dit door tussenkomst van de directie
Azië en Oceanië voor aan de Adviescommissie Azië-faciliteit voor China.
d. Short listing fase/ adviescommissie
De Adviescommissie Azië-faciliteit voor China stelt een gemotiveerde voorlopige rangorde
van toekenning (short list) op.
Deze voorlopige rangorde van toekenning wordt voor commentaar aan MofCOM voorgelegd.
e. Besluitvormingsfase
In het licht van het advies van de commissie en de voorkeur van MofCOM besluit de
directeur van de Directie Azië en Oceanië namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
over goedkeuring van projectvoorstellen.
De subsidieverlening vindt plaats in volgorde van afnemende waardering voor de voorstellen,
totdat het beschikbare kasbudget volgens de planning is uitgeput of zou worden overschreden.
Hij wijst aanvragen af voor zover het subsidieplafond door het totaal van hoger gerangschikte
aanvragen is bereikt, dan wel door verlening van de gevraagde subsidie zou worden
overschreden.
g. Toekenningsfase
De EVD zal vervolgens het besluit over de toekenning van de subsidiegelden bekend
maken bij de aanvragers, MofCom, het ICB en de Nederlandse ambassade in Bejing. De
EVD draagt zorg voor opstelling en verzending van de beschikkingen.
4.4. Subsidiabele kosten
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
Hier is een omschrijving van de projectkosten opgenomen, die in aanmerking worden
genomen bij de toepassing van artikel 5. Voor kosten die in redelijkheid niet als
noodzakelijk kunnen worden beschouwd, wordt geen subsidie verleend. Als gevolg van
artikel 4:46, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) blijven deze kosten bij de subsidievaststelling buiten beschouwing.
Zie website: www.evd.nl/af m.b.t. de vergoedingsnormen en begrotingsinrichting.
A. Inzet van personen.
Voor de inzet van personen vindt een genormeerde vergoeding plaats op basis van de
werkelijke salariskosten (conform de lijst die onderdeel uitmaakt van de inhoudelijke
en financiële richtlijnen voor het opstellen van een projectvoorstel), waarbij over
het totaal van de begroting kan worden opgenomen:
– maximaal 7,5% voor overhead.
Iedere deelnemer moet een recent Curriculum Vitae en een recente loonstaat overhandigen
bij het indienen van het projectvoorstel. Voor deelnemers van Chinese organisaties
geldt dat als geen recente loonstaat overhandigd kan worden, een verklaring van de
salarisadministratie, goedgekeurd door een accountant, overhandigd moet worden.
Voor trainees, vrijwilligers of gelijksoortige deelnemers geldt een maximaal tarief
per werkdag per persoon van EUR 50 in het thuisland en EUR 36 in het buitenland. Voor
deelnemers die tijdelijk werkloos zijn, gepensioneerd zijn of een tijdelijk verminderd
inkomen hebben, geldt een maximum tarief gebaseerd op het DGIS-systeem en het laatst
verdiende salaris.
Onder diverse projectgerelateerde kosten vallen kosten die door derden ten behoeve
van het project in rekening kunnen worden gebracht. Dit betreft in ieder geval kosten
voor visa en inentingen, bankkosten, tolk- en vertaalkosten, en accountantskosten
in verband met de door EVD verlangde accountantsverklaring(en) in het kader van het
project.
B. Internationale reiskosten (Post: International Travel Expenses)
Het budget voor vliegreizen tussen Nederland en China is gebaseerd op Economy Class
tarieven.
C. Daily Subsistence Allowance (DSA)
Verblijfskosten worden berekend op basis van DSA tarieven van de Verenigde Naties
in USD die de EVD publiceert op www.evd.nl/af. DSA wordt berekend op basis van de
daadwerkelijk in het buitenland doorgebrachte nachten. De maximum DSA vergoeding komt
overeen met het aantal dagen dat is doorgebracht in het buitenland vermenigvuldigd
met de DSA tarieven van de Verenigde Naties. De DSA vergoeding, of de vergoeding zoals
bepaald door de EVD, is een lump sum vergoeding voor logieskosten, maaltijden, kleine
uitgaven en lokale reiskosten. De DSA vergoeding is een maximale vergoeding. Voor
logies langer dan 6 maanden stelt de EVD het tarief vast. De EVD vergoedt DSA in €,
gebruikmakend van een vaste USD wisselkoers. De door de EVD gepubliceerde DSA tarieven
of vastgestelde tarieven gelden voor de gehele duur van het project.
D. Binnenlandse reiskosten (Post: Domestic Travel Expenses)
Binnenlandse reiskosten omvatten kosten voor lange afstanden en transitkosten. Lange
afstandskosten zijn transportkosten tussen twee of meer steden of regio’s. Transit
kosten zijn reiskosten tussen twee luchthavens waarvoor niet gevlogen wordt en kosten
van de luchthaven naar het hotel en vice-versa. Wanneer bij lange afstandskosten gebruik
gemaakt wordt van vervoer per eigen auto, worden kosten vergoed op basis van de maximale
belastingvrije kilometervergoeding in Nederland.
E. Diverse projectgerelateerde kosten (Post: Miscellaneous)
Hieronder vallen kosten voor visa en inentingen, bankkosten, tolk- en vertaalkosten,
kosten voor seminars en workshops, en accountantskosten in verband met de door de
EVD verlangde accountantsverklaring(en) in het kader van het project. Per accountantsverklaring
wordt een lump sum van € 2.500 vergoed.
F. Hardware en direct gerelateerde diensten (Post: Delivery of Goods and directly
related Services)
Bij de toerekening van de kosten van machines en apparatuur worden de kosten meegenomen
die de deelnemers maken voor de aanschaf van deze goederen en direct gerelateerde
diensten (training en kennisoverdracht). Maximaal 20 procent van de subsidie mag voor
de aanschaf van goederen en de daaraan direct gerelateerde diensten worden aangewend.
Kosten voor nazorg en eigendomsoverdracht dienen hierbij inbegrepen te zijn, evenals
transport- en verzekeringskosten. Indien de waarde daarvan meer dan € 25.000 bedraagt,
dient voorafgaande schriftelijke goedkeuring aan EVD te worden gevraagd. Marktconformiteit
voor aanschaf van goederen en direct gerelateerde diensten voor een dergelijk bedrag
dient eerst te worden aangetoond en ter goedkeuring aan de EVD te worden voorgelegd
door het overleggen van een marktconformiteitsverklaring. De kosten van deze marktconformiteitsverklaring
mogen ten laste van het projectbudget gebracht worden. Deze kunnen worden geplaatst
onder de post Miscellaneous.
In de beschikking zal de verplichting worden opgenomen dat, indien van toepassing,
overdracht van goederen aan de Chinese projectpartners plaatsvindt door middel van
het ondertekenen van een protocol door de hoofduitvoerder en de begunstigde.
G. Diensten (Post: Services)
Onder aan derden verschuldigde kosten vallen ook diensten die gerelateerd zijn aan
en van belang zijn voor het project, maar niet door de projectpartners kunnen worden
uitgevoerd (Post: Services). Indien de waarde van een dienst meer dan € 25.000 bedraagt,
dient voorafgaande schriftelijke goedkeuring aan EVD te worden gevraagd. Marktconformiteit
voor aanschaf van diensten voor een dergelijk bedrag dient eerst te worden aangetoond
en ter goedkeuring aan de EVD te worden voorgelegd door het overleggen van een marktconformiteitsverklaring.
De kosten van deze marktconformiteitsverklaring mag ten laste van het projectbudget
komen. Deze kunnen worden geplaatst onder de post ‘Miscellaneous’.
Kosten van juridische procedures, zoals inbreukprocedures, vallen niet onder de projectkosten.
H. Overhead (Post: Overhead)
De post Overhead wordt vergoed op basis van een lump sumvergoeding.
I. Onvoorzien (Post: Contingencies)
De post Contingencies mag alleen gebruikt worden na goedkeuring.
4.5. Budgettaire bepalingen
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
De bijdrage uit de Azië-faciliteit voor China is onafhankelijk van de aard van de
partners. Zowel voor kennisinstellingen als voor ondernemingen bedraagt de subsidie
maximaal 80% van de declarabele projectkosten. Financiering van de resterende 20%
dient gegarandeerd te zijn (bij voorkeur bijdrage van Chinese zijde) en beschreven
in het projectvoorstel. De projectindienende instantie is hiervoor verantwoordelijk.
Verder geldt dat te allen tijde EU-regelgeving van toepassing zal zijn. In de beschikkingen
voor de goedgekeurde projectvoorstellen zal standaard een passage worden opgenomen,
waaruit blijkt dat te allen tijde EU-regelgeving (i.h.b. die inzake staatssteun) van
toepassing zal zijn.
De onderdelen van artikel 4, d en e zijn opgenomen in verband met Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen
87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEG L 379) (hierna: de minimis-verordening).
Deze verordening bepaalt dat steunmaatregelen niet op grond van artikel 88, derde
lid, van het EG-Verdrag gemeld behoeven te worden, indien het totale niet-goedgekeurde
steunbedrag dat aan een onderneming is verleend niet hoger is dan het ingevolge de
verordening zonder goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen geoorloofde
bedrag over een periode van drie jaar. De Minister dient er op toe te zien dat een ondernemer
(al dan niet deel uitmakend van een samenwerkingsverband) in de zin van deze regeling
gedurende een periode van drie jaar in totaal niet meer dan het geoorloofde bedrag
aan subsidie ontvangt. Om aan deze plicht te kunnen voldoen dient de Minister alle
niet-goedgekeurde steunmaatregelen, niet alleen die ten laste van de begroting van
het Ministerie van Buitenlandse Zaken, maar ook die van andere bestuursorganen, bij
elkaar op te tellen. Hiertoe bevat het aanvraagformulier voorschriften. Artikel 4,
onderdelen d en e verwijst naar artikel 1 van de de-minimisverordening. Van de toepassing
van deze verordening zijn namelijk enkele sectoren uitgesloten.
In alle gevallen geldt een totaal maximum van € 454.000 per project. Binnen deze restricties
adviseert het ICB over het eventuele commerciële perspectief van de samenwerking en
de mogelijkheden voor financiering uit andere bronnen, privaat dan wel publiek. Financiering
van een deel van de projectkosten door de Chinese partner is gewenst en strekt tot
aanbeveling, echter op voorwaarde dat individuele deelnemers aan projecten (cursisten,
trainees, stagiairs) niet zelf bijdragen in de kosten.
Per aanvrager geldt eveneens een maximum subsidiebedrag van € 454.000 per kalenderjaar.
Projectvoorstellen komen niet voor steun vanuit de Azië-faciliteit voor China in aanmerking,
indien voor (een deel van) de kosten reeds door een ander Nederlands bestuursorgaan
of de Commissie van de Europese Gemeenschappen subsidie is verstrekt. Aanvragers zijn
verplicht te melden of voor het project of delen van het project elders reeds subsidie
en/of krediet is aangevraagd of verkregen. Ondernemers zijn verplicht te melden wanneer
faillissement of surséance van betaling is aangevraagd.