Stb. 2009, 297, datum inwerkingtreding 15-07-2009, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-07-2008.
3 De bekendmaking van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan geschiedt
binnen twee weken na de vaststelling. Burgemeester en wethouders plaatsen de kennisgeving
van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan tevens in de Staatscourant
en voorts geschiedt deze langs elektronische weg. Gelijktijdig verzenden zij de kennisgeving,
bedoeld in de vorige volzin, langs elektronische weg aan de diensten en bestuursorganen
bedoeld in het eerste lid, onder b, en stellen zij het besluit met de hierbij behorende
stukken langs elektronische weg beschikbaar. In afwijking van artikel 3:1, eerste
lid, onder b, van de Algemene wet bestuursrecht zijn op een besluit tot vaststelling
van het bestemmingsplan de artikelen 3:40, 3:42, 3:43, 3:44 en 3:45 en afdeling 3.7
van die wet van toepassing.
5 Het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan treedt in werking met ingang
van de dag na die waarop de beroepstermijn afloopt, behoudens voor zover het zesde
lid van toepassing is.
6 Indien aan de in het vierde lid bedoelde voorwaarden is voldaan kunnen gedeputeerde
staten onderscheidenlijk Onze Minister, onverminderd andere aan hen toekomende bevoegdheden,
binnen de in dat lid genoemde termijn met betrekking tot het desbetreffende onderdeel
van het vastgestelde bestemmingsplan aan de gemeenteraad een aanwijzing als bedoeld
in artikel 4.2, eerste lid, onderscheidenlijk artikel 4.4, eerste lid, onder a, geven,
ertoe strekkende dat dat onderdeel geen deel blijft uitmaken van het bestemmingsplan
zoals het is vastgesteld. Artikel 4.2, tweede tot en met vierde lid, onderscheidenlijk
artikel 4.4, tweede tot en met vierde lid, zijn op deze aanwijzing niet van toepassing.
De kennisgeving van het besluit tot aanwijzing geschiedt tevens langs elektronische
weg. Gedeputeerde staten onderscheidenlijk Onze Minister vermelden in de redengeving
de aan het besluit ten grondslag liggende feiten, omstandigheden en overwegingen die
de provincie onderscheidenlijk het Rijk beletten het betrokken provinciaal onderscheidenlijk
nationaal belang met inzet van andere aan hen toekomende bevoegdheden te beschermen.
Het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan wordt alsdan met uitsluiting
van dat onderdeel, samen met het aanwijzingsbesluit en op gelijke wijze door burgemeester
en wethouders bekendgemaakt. De in het vierde lid genoemde termijn wordt hiertoe met
een week verlengd. De termijn voor indiening van een beroepschrift tegen het aanwijzingsbesluit
vangt aan met ingang van de dag na die waarop dit besluit ter inzage is gelegd. Zodra
het aanwijzingsbesluit onherroepelijk is geworden vervalt het vaststellingsbesluit
voor dat onderdeel.
7 Van het aanwijzingsbesluit, bedoeld in het zesde lid, wordt mededeling gedaan aan
diegenen die ten aanzien van het onderdeel van het bestemmingsplan dat bij dat aanwijzingsbesluit
is betrokken een zienswijze naar voren hebben gebracht of een aanvraag tot vaststelling
hebben ingediend.