Deel 1. Minister van LNV en taakvoorgangers
2.1. Algemene handelingen
(1.)
Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen, coördineren en evalueren van beleid
betreffende de binnenvisserij
Periode: 1945–
Bron: Begrotingen
Product: Beleidsnota’s rapporten
Opmerking: Onder deze handeling valt ook:
– interdepartementaal overleg
– het voeren van overleg met de andere betrokken actoren op het beleidsterrein binnenvisserij
– het voorbereiden van een standpunt ter inbrenging in de ministerraadsvergaderingen
voor beraad en besluitvorming betreffende de binnenvisserij
– het voeren van overleg met / het leveren van bijdragen aan het overleg met het Staatshoofd
betreffende de binnenvisserij
– het voorbereiden van de Memorie van toelichting op de Rijksbegroting betreffende
de binnenvisserij
– monitoringgegevens
– het leveren van commentaar op de recht- en doelmatigheidscontroles van de Algemene
Rekenkamer op het beleidsterrein binnenvisserij. Zie ook handelingen 295, 357 (en
374) van het RIO ‘Per slot van Rijksrekening’ en het decemberverslag 1990 van de Algemene
Rekenkamer (TK 1990/1991, 21 955, nrs. 1 en 2)
– het aan externe adviescommissies verzoeken om advies betreffende de binnenvisserij
– het informeren (voorlichten) van het Kabinet van de Koningin over ontwikkelingen
op het terrein van de binnenvisserij
De Minister van V&W is bijvoorbeeld betrokken in het ‘zalm-overleg’ met LNV en in
de coördinatie-commissie visintrek (COVISI).
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(2.)
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet-
en regelgeving betreffende de binnenvisserij
Periode: 1945–
Bron: Begrotingen
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(3.)
Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen m.b.t. de binnenvisserij
Periode: 1945–
Waardering: B + V
Criterium/Termijn: Criterium 3
Maandverslagen, kwartaalverslagen e.d. zijn vernietigbaar wanneer jaarverslagen voor
handen zijn
(4.)
Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel
informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten Generaal betreffende
de binnenvisserij
Periode: 1945–
Bron: Begrotingen; Handelingen Staten Generaal
Waardering: B
Criterium/Termijn: 3
(5.)
Handeling: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot
onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten Generaal en
de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering van het beleid
betreffende de binnenvisserij
Periode: 1945–
Waardering: B
Criterium/Termijn: 3
(6.)
Handeling: Het beslissen op bezwaarschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende
de binnenvisserij
Periode: 1945–
Opmerking: Indien een dergelijk proces leidt tot aanpassing van beleid, hoort de neerslag
ervan onder een (te bewaren) beleidshandeling thuis.
Zie ook Driemaal ’s Raads Recht, Een institutioneel onderzoek naar de taakgebieden
van de Raad van State, (1940) 1945–1990 (PIVOT-rapport 17).
Waardering: V
Criterium/Termijn: 5 jaar na finale uitspraak
(7.)
Handeling: Het beslissen op beroepschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende
de binnenvisserij en het voeren van verweer in beroepschriftprocedures voor administratief
rechterlijke organen
Periode: 1945–
Opmerking: Indien een dergelijk proces leidt tot aanpassing van beleid, hoort de neerslag
ervan onder een (te bewaren) beleidshandeling thuis.
Zie ook Driemaal ’s Raads Recht, Een institutioneel onderzoek naar de taakgebieden
van de Raad van State, (1940) 1945–1990 (PIVOT-rapport 17).
Waardering: V
Criterium/Termijn: 5 jaar na finale uitspraak
(8.)
Handeling: Het medevoorbereiden van het vaststellen, wijzigen en intrekken van internationale
regelingen betreffende de binnenvisserij en het presenteren van Nederlandse standpunten
in intergouvernementele organisaties
Periode: 1945–
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(9.)
Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen
betreffende de binnenvisserij
Periode: 1945–
Waardering: V
Criterium/Termijn: 1 jaar
(10.)
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen, coördineren en evalueren van het voorlichtingsbeleid
inzake binnenvisserij
Periode: 1945–
Product: brieven, notities
Opmerking: Zie ook ‘In den strijd tegen onwetendheid, valsche voorstelling en leugen’, Een institutioneel onderzoek naar het beleidsterrein voorlichting van de rijksoverheid,
1931–1990 (PIVOT-rapport 46).
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(11.)
Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van de binnenvisserij
Periode: 1945–
Waardering: V
Criterium/Termijn: 3 jaar; een exemplaar van het eindproduct bewaren
(12.)
Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van (wetenschappelijk)
onderzoek betreffende de binnenvisserij
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931, Stb. 276, art. 22 lid 2
Opmerking: Zie voor onderzoekshandelingen ook het rapport ‘Algemeen LNV-beleid’.
Onder deze handeling valt niet de uitvoering van dergelijke onderzoeken maar wel het
eindproduct.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(13.)
Handeling: Het verstrekken van subsidies aan personen, bedrijven en instellingen die
actief zijn op het gebied van de binnenvisserij
Periode: 1945–1997
Product: beschikkingen
Opmerking: Vanaf 1995 was specifieke wetgeving vereist i.v.m. de Algemene Wet Bestuursrecht. Dit is de Kaderwet LNV-subsidies (Stb. 1997, 710) die per 1-1-1998 inwerking trad.
Waardering: V
Criterium/Termijn: 15 jaar
(14.)
Handeling: Het opstellen van bijdrageregelingen zonder grondslag in wet- of regelgeving
in het kader van de binnenvisserij
Periode: 1945–1997
Bron: begroting
Interview
Opmerking: Bij dit soort regelingen kan de minister putten uit een niet van tevoren
gespecificeerd budget.
De Nederlandse inbreng in het goedkeuringstraject voor dergelijke bijdrageregelingen
bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen maakt deel uit van deze handeling.
Vanaf 1995 was specifieke wetgeving vereist i.v.m. de Algemene Wet Bestuursrecht. Dit is de Kaderwet LNV-subsidies (Stb. 1997, 710) die per 1-1-1998 inwerking trad.
Bijdrageregelingen met grondslag in wet- of regelgeving en die niet in dit rapport
zijn vermeld, vallen onder handeling 2.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(15.)
Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid
inzake handhavings-, controle- en opsporingsaspecten inzake de binnenvisserij
Periode: 1945–
Product: beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties, etc.
Opmerking: Deze aspecten betreffen toezicht op de naleving en opsporing van overtredingen
van de binnenvisserijregelgeving.
Hieronder valt ook interdepartementaal overleg en het maken van werkafspraken met
controlerende / opsporende instanties op het gebied van het toezicht op de naleving
en controle van de regelgeving op het gebied van de binnenvisserij
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
2.2. Europese en internationale handelingen
(16.)
Handeling: Het voorbereiden van bijdragen aan expertgroepen van de Europese Commissie
met betrekking tot de binnenvisserij en het opstellen van verslagen van de geleverde
inbreng
Periode: 1958–
Bron: EU-Handboek, p. 32; Het recht van de EG en de decentrale overheden in Nederland,
p. 94
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(17.)
Handeling: Het voorbereiden van overleg met betrekking tot de binnenvisserij in de
werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC) en het opstellen van verslagen
van de departementale inbreng
Periode: 1989–
Bron: EU-Handboek, p. 101; Het recht van de EG en de decentrale overheden in Nederland,
p. 95
Opmerking: Hierbij stelt de Minister van Landbouw departementale standpunten op inzake
de verdeling van dossiers en de door andere ministers opgestelde concept-fiches.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(18.)
Handeling: Het opstellen van concept-fiches over de nationale implicaties van voorstellen,
mededelingen en discussiedocumenten van de Europese Commissie met betrekking tot de
binnenvisserij
Periode: 1989–
Bron: EU-Handboek, p. 101; Het recht van de EG en de decentrale overheden in Nederland,
p. 96
Opmerking: – Hieraan gaat overleg vooraf met mede betrokken departementen en bedrijfsleven.
– Vaststelling van de fiches gebeurt in de BNC.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(19.)
Handeling: Het voorbereiden van overleg met betrekking tot de binnenvisserij in de
werkgroep Interne Markt (WIM) en het opstellen van verslagen van de geleverde inbreng
Periode: 1988–
Bron: EU-Handboek, p. 101
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(20.)
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van EG-Raadswerkgroepen met betrekking
tot de binnenvisserij
Periode: 1958–
Bron: EU-Handboek, pp. 101–102
Opmerking: – Bij dossiers waarvoor LNV primair verantwoordelijk is leidt de handeling
met name tot instructies en tussentijdse bijstelling van het onderhandelingsstandpunt,
in overleg met eventuele mede betrokken departementen.
– Bij dossiers waarvoor LNV geen eerste verantwoordelijkheid draagt leidt de handeling
alleen tot departementale standpunten.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(21.)
Handeling: Het afvaardigen van vertegenwoordigers naar EG-Raadswerkgroepen met betrekking
tot de binnenvisserij
Periode: 1958–
Waardering: V
Criterium/Termijn: 10 jaar
(22.)
Handeling: Het opstellen van verslagen van vergaderingen van EG-Raadswerkgroepen met
betrekking tot de binnenvisserij
Periode: 1958–
Bron: EU-Handboek, p. 77
Opmerking: – Wanneer LNV niet primair betrokken is bij een Raadswerkgroep, betreft
het eventuele verslag alleen de relevante agendapunten.
– Deze rapportages moeten onderscheiden worden van de officiële vergaderverslagen
door het Raadssecretariaat en van mogelijke verslaglegging door de PV-EU.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(24.)
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van ad hoc groepen Raden/Attachés met
betrekking tot de binnenvisserij
Periode: 1958–
Bron: EU-Handboek, p. 78
Opmerking: – Bij dossiers waarvoor LNV primair verantwoordelijk is leidt de handeling
met name tot instructies en tussentijdse bijstelling van het onderhandelingsstandpunt,
in overleg met eventuele mede betrokken departementen.
– Bij dossiers waarvoor LNV geen eerste verantwoordelijkheid draagt leidt de handeling
alleen tot departementale standpunten.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(25.)
Handeling: Het voorbereiden van het Coreper-instructie-overleg met betrekking tot
de binnenvisserij
Periode: 1958–
Bron: EU-Handboek, pp. 78 en 102
Opmerking: Hiertoe stelt de Minister van LNV concept-instructies op inzake dossiers
waarvoor hij primair verantwoordelijk is (en die in het Coreper of CSA behandeld worden).
Daarnaast stelt hij departementale standpunten op ten aanzien van Commissievoorstellen
waarvoor LNV mede verantwoordelijk is.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(26.)
Handeling: Het opstellen van verslagen van de departementale inbreng in het Coreper-instructie-overleg
met betrekking tot de binnenvisserij
Periode: 1958–
Bron: Interview
Opmerking: Deze verslagen staan los van de vergaderverslagen die Buitenlandse Zaken
maakt.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(27.)
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van ad hoc High Level groepen met betrekking
tot de binnenvisserij
Periode: 1958–
Bron: Interview
Opmerking: – Bij dossiers waarvoor LNV primair verantwoordelijk is leidt de handeling
met name tot instructies en tussentijdse bijstelling van het onderhandelingsstandpunt,
in overleg met eventuele mede betrokken departementen.
– Bij dossiers waarvoor LNV geen eerste verantwoordelijkheid draagt leidt de handeling
alleen tot departementale standpunten.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(28.)
Handeling: Het opstellen van verslagen van ad hoc High Level groepen met betrekking
tot de binnenvisserij
Periode: 1958–
Bron: EU-Handboek, p. 77
Opmerking: – Wanneer LNV niet primair betrokken is bij de High Level groep betreft
het verslag alleen de relevante agendapunten.
– Deze rapportages moeten onderscheiden worden van de verslaglegging door de PV-EU
en door het Raadssecretariaat.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(29.)
Handeling: Het voorbereiden van CoCo-vergaderingen met betrekking tot de binnenvisserij
Periode: 1958–
Grondslag: EU-Handboek, p. 103
Opmerking: – Bij dossiers waarvoor LNV primair verantwoordelijk is leidt de handeling
met name tot concept-instructies, die besproken worden in de CoCo en vastgesteld in
de ministerraad.
– Bij dossiers waarvoor LNV geen eerste verantwoordelijkheid draagt leidt de handeling
alleen tot departementale standpunten inzake door andere ministers opgestelde concept-instructies.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(30.)
Handeling: Het opstellen van verslagen van de departementale inbreng met betrekking
tot de binnenvisserij in CoCo-vergaderingen
Periode: 1958–
Bron: EU-Handboek, p. 104
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(31.)
Handeling: Het opstellen van verslagen van gevoerde onderhandelingen met betrekking
tot de binnenvisserij in de Raad
Periode: 1958–
Opmerking: – Wanneer LNV als mede betrokken departement heeft deelgenomen aan een
vergadering van een andere Raad dan de Landbouwraad of de Visserijraad, betreft het
verslag alleen de relevante agendapunten.
– De hier bedoelde rapportages vanuit Nederlands perspectief moeten onderscheiden
worden van de vergaderverslagen door het Raadssecretariaat.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(32.)
Handeling: Het opstellen van departementale standpunten ten aanzien van algemene en
op langere termijn spelende zaken van EU-belang met betrekking tot de binnenvisserij
Periode: 1993–
Opmerking: Overleg hierover in de Coördinatiecommissie op Hoog Ambtelijk Niveau (CoCoHan)
leiden tot algemene rapporten aan de betrokken ministers.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(33.)
Handeling: Het opstellen van verslagen van de departementale inbreng met betrekking
tot de binnenvisserij in CoCoHan-vergaderingen
Periode: 1993–
Bron: EU-Handboek, p. 103
Opmerking: De handeling wordt uitgevoerd door SG en DG’s van LNV
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(34.)
Handeling: Het (mede)vormgeven van internationaal binnenvisserijbeleid
Periode: 1945–
Bron: Interview R.J. van Vonderen en M.A. Bhikhie, beheerders DIV-unit Directie Visserij
Opmerking: Dit houdt o.m. in het samenwerken met de Internationale Rijncommissie t.a.v.
de beschermingsmaatregelen van de trekvis.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
2.3. Handelingen Visserijwet (1931 en 1963)
(35.)
Handeling: Het aanwijzen van vissoorten en het samenstellen van lijsten van vissen
welke voor de visserij van belang zijn en waarop wet- en regelgeving van toepassing
is
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931, art. 3; Wet houdende nieuwe regelen omtrent de visserij, Stb. 1963, 312, art. 1
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(36.)
Handeling: Het vaststellen van diverse modellen van visakten voor de binnenvisserij
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1932, art. 16 lid 3 (Stb. 1931 410)
Product: Wet houdende nieuwe regelen omtrent de visserij, Stb. 1963, 312, art. 10 lid 1–6; Wet van 19 april 1985 tot wijziging van de Visserijwet 1963, Stb. 1963, 229, art.
10
Waardering: V
Criterium/Termijn: 5 jaar
Een exemplaar van het eindproduct bewaren
(37.)
Handeling: Het stellen van regels ten aanzien van de aanvraag en uitgifte van visakten
en duplicaten daarvan, alsmede het bepalen van de prijzen voor de visakten
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931, art. 16 lid 10
Product: Beschikking van de Minister van Staat, Minister van Binnenlandse Zaken en
Landbouw van 11 maart 1932, afd. Visserijen, no. 709, houdende Voorschriften betreffende
het aanvragen en verlenen der akten en duplicaten daarvan en modellen van de aanvragen
en de akten zelf; Wet houdende nieuwe regelen omtrent de visserij, Stb. 1963, 312, art. 10 lid 11; Wet van 10 maart 1976 tot wijziging van de Visserijwet 1963, Stb. 1976, 112, art.
10; Wet van 19 april 1985 tot wijziging van de Visserijwet 1963, Stb. 1963, 229, art.
10
Opmerking: Hieronder valt ook de vaststelling van het model aanvraag.
Waardering: V
Criterium/Termijn: 10 jaar
(38.)
Handeling: Het (bij AmvB) bepalen, welke wateren ten behoeve van visakten zijn te
beschouwen als binnenwateren en als rivieren
Periode: 1945–1963
Grondslag: Visserijwet 1932, art. 16 lid 3 (Stb. 1931 410)
Product: Besluit van 9 juni 1932, Stb. 289, tot vaststelling van een AmvB, als bedoeld
in art. 16, lid 3 van de Visserijwet; Besluit van 12 december 1951, Stb. 1951, 553
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(40.)
Handeling: Het stellen van voorwaarden ten aanzien van vergunningen welke vereist
zijn voor het vissen in wateren waarvan het visrecht in handen is van anderen
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931, art. 17; Wet houdende nieuwe regelen omtrent de visserij, Stb. 1963, 312, art. 21 lid 1–2
Opmerking: Een vergunning is niet vereist wanneer men zich in gezelschap bevindt van
de vergunninghouder en voor het vissen met één hengel mits de wateren niet bij AMvB
ter bevordering van de viscultuur zijn aangewezen. Vanaf 1954 kan de vergunning alleen
met toestemming van de Kamer voor de Binnenvisserij worden verstrekt.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(41.)
Handeling: Het vaststellen van prijzen van visrechten Staatsbinnenwateren
Periode: 1945–
Bron: Begrotingen
Opmerking: Na de splitsing van het visrecht worden de prijzen voor schubvisrecht gebaseerd
op basis van de recreatieve waarde en die voor het aalvisrecht op commerciële basis.
Waardering: V
Criterium/Termijn: 10 jaar
(42.)
Handeling: Het vaststellen van de bijdragen voor het vissen met niet meer dan één
hengel
Periode: 1945–1985
Grondslag: Visserijwet 1931, art. 16, lid. 7 c
Waardering: V
Criterium/Termijn: 10 jaar
2.4. Sanering beroepsbinnenvisserij
(43.)
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van beleid ten aanzien van de sanering
van de beroepsbinnenvisserij
Periode: 1957–
Bron: Begrotingen 1962/63
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(44.)
Handeling: Het instellen van een stimuleringsregeling voor de uitkoop van schubvisrechten
Periode: 1963–
Bron: Begrotingen 1962/1963
Product: Regeling sanering beroepsbinnenvisserij, J.1649, Stcrt. 21 september 1972
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(45.)
Handeling: Het verstrekken van subsidies in het kader van de Regeling sanering beroepsbinnenvisserij
Periode: 1972–1979
Grondslag: Regeling sanering beroepsbinnenvisserij, J.1649, Stcrt. 21 september 1972
Waardering: V
Criterium/Termijn: 15 jaar
(46.)
Handeling: Het verstrekken van subsidies in het kader van de Uitkoopregelingen schubvisrechten
Periode: 1972–
Grondslag: Regeling tot uitkoop van schubvisrechten Nr. J. 1648, Stcrt. 21 september
1972 no. 184; Beschikking uitkoop visrechten Nr. J. 49, Stcrt. 28 januari 1976, no.
21
Waardering: V
Criterium/Termijn: 15 jaar
(47.)
Handeling: Het bij beschikking aanwijzen van wateren of complexen van wateren welke
zijn vrijgesteld van vergunningen
Periode: 1963–
Grondslag: Wet houdende nieuwe regelen omtrent de visserij, Stb. 1963, 312, art. 24
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(48.)
Handeling: Het beslissen dat het visrecht in zekere gebieden uitsluitend verhuurd
kan worden aan openbare lichamen
Periode: 1954–
Grondslag: Wet houdende wijziging van de Visserijwet Stb. 1954, 369, art. 22 k; Wet houdende nieuwe regelen omtrent de visserij, Stb. 1963, 312, art. 35
Opmerking: Deze bepaling kan worden toegepast indien binnen enig gebied de versnippering
van de eigendom van het viswater en van visrechten een doelmatig bevissen van het
water binnen dat gebied belemmert
Waardering: V
Criterium/Termijn: 3 jaar
2.5. Reglementen voor rivier- en binnenwateren, de afgesloten Zuiderzee en paaiplaatsen
(49.)
Handeling: Het vaststellen van de grenzen tussen kust- en binnenvisserij en tussen
de wateren waarin kustvisserij wordt uitgeoefend
Periode: 1945–
Grondslag: KB tot vaststelling van de grenzen tussen kust en binnenvisserij 1932
Product: Besluit van 23 juni 1932 tot vaststelling van een visserijreglement voor
de rivieren, een algemeen visserijreglement voor de binnenwateren, zeven bijzondere
visserijreglementen, een bijzonder visserijreglement voor de afgesloten Zuiderzee
en een reglement voor de paaiplaatsen van vis
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(50.)
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van visserijreglementen voor de
rivieren, voor de binnenwateren, voor de afgesloten Zuiderzee, voor de paaiplaatsen
van vis alsmede zeven bijzondere visserijreglementen
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit van 23 juni 1932 tot vaststelling van een visserijreglement voor
de rivieren, een algemeen visserijreglement voor de binnenwateren, zeven bijzondere
visserijreglementen, een bijzonder visserijreglement voor de afgesloten Zuiderzee
en een reglement voor de paaiplaatsen van vis
Product: Besluit van 8 augustus 1946 tot wijziging van enige visserijreglementen,
Stb. 1946, G204; Besluit van 23 december 1946 tot nadere wijziging van het bijzonder
visserijreglement III; Besluit 23 juni 1952, Stb. 1952, 366
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
2.6. Staatswateren
(51.)
Handeling: Het adviseren aan de inspecties en beambten van de Dienst der Domeinen
over de uitgifte van visrechten voor Staatswateren
Periode: 1945–1987
Opmerking: Zie ook: RIO nr. 39 Zakelijk gezien, hoofdstuk 4.2 Onroerende Zaken Handelingen
22 en 23.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(52.)
Handeling: Het voorbereiden van de overdracht van staatsbinnenwateren van de Dienst
Domeinen aan het Ministerie van LNV
Periode: 1985–1987
Waardering: B
Criterium/Termijn: 4
(53.)
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van het beleid ten aanzien van de binnenvisserij
in de staatsbinnenwateren
Periode: 1945–
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(54.)
Handeling: Het uitgeven van visrechten voor Staatswateren, alsmede de daaraan te verbinden
visrechten, de te bedingen huurprijzen en vergoedingen
Periode: 1987–
Opmerking: De handeling geldt zowel voor de beroeps- als voor de sportvisserij.
Waardering: V
Criterium/Termijn: 10 jaar na afloop vergunning
2.7. Maatregelen ter verbetering van de visstand
(55.)
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen of evalueren van het beleid ter verbetering
van de visstand in rivieren en/of binnenwateren
Periode: 1952–
Grondslag/Bron: Wet bijdragen verbetering Binnenvisserij 1952, art. 3;
Interview J.M.M. Kouwenhoven, senior beleidsmedewerker uitvoering kust- en binnenvisserijbeleid
en S. Ajodhia administratief medewerker DIV, Directie Visserij
Opmerking: Maatregelen ter verbetering van de visstand betreffen o.m.: het kweken,
aankopen en uitzetten van pootvis; het bestrijden van waterverontreiniging; het treffen
van andere maatregelen waardoor de productiviteit van het viswater kan worden verhoogd.
Dit is inclusief de periodieke evaluatie van het beheer door visstandbeheercommissies
(die voor staatswateren verplicht zijn).
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(56.)
Handeling: Het stellen van bindende voorschriften ten aanzien van de soort, de afmetingen
en de inrichting van de vistuigen
Periode: 1945–
Grondslag: Tweede uitvoeringsbesluit behorende bij het Pachtbesluit Vischrecht 1941,
art. 7
Waardering: V
Criterium/Termijn: 10 jaar
(57.)
Handeling: Het (bij AmvB) bepalen gedurende welke tijd, op welke plaats, op welke
wijze, onder welke omstandigheden en met behulp van welke stoffen men mag vissen
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931, Stb. 276, art. 19; Wet houdende nieuwe regelen omtrent de visserij, Stb. 1963, 312, art. 16; Wet van 28 augustus 1969 tot wijziging van de Visserijwet 1963, art. 16
Product: AMvB van 23 juni 1932, Stb. 315, tot vaststelling van het Riviervisserijreglement,
het Algemeen Visserijreglement voor de binnenwateren, de Bijzondere Visserijreglementen
I–VII, het Bijzondere Visserijreglement voor de afgesloten Zuiderzee en het Reglement
voor de paaiplaatsen van vis
Opmerking: Deze bepalingen kunnen zijn om reden van dierenwelzijn, natuurbescherming,
volksgezondheid of om de visstand op peil te houden.
Bij wet van 1963 wordt de bepaling veralgemeniseerd en luidt dan dat in het belang
van de visstand bij AMvB maatregelen kunnen worden getroffen. De AMvB’s worden vanaf
1963 niet eerder vastgesteld dan nadat de betrokken productschappen en bedrijfsschappen
zijn gehoord alsmede de daarvoor in aanmerking komende organisaties van sportvissers.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(58.)
Handeling: Het (bij AmvB) bepalen welke vistuigen steeds, en welke onder sommige omstandigheden
verboden zijn, aan welke voorwaarden de verkoop en het vervoer van verboden en geoorloofde
vistuigen onderworpen zijn en aan welke eisen de geoorloofde vistuigen moeten voldoen
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931, art. 19; Wet houdende nieuwe regelen omtrent de visserij, Stb. 1963, 312, art.
Product: AMvB van 23 juni 1932, Stb.315, tot vaststelling van het Riviervisserijreglement;
Algemeen Visserijreglement voor de binnenwateren; Bijzondere Visserijreglementen I–VII;
Bijzondere Visserijreglement voor de afgesloten Zuiderzee; Reglement voor de paaiplaatsen
van vis
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(59.)
Handeling: Het (bij AmvB) bepalen van de minimale maat van te vangen vissoorten
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931, art. 19; Wet houdende nieuwe regelen omtrent de visserij, Stb. 1963, 312, art. 16; Wet van 28 augustus 1969 tot wijziging van de Visserijwet 1963, Stb. 1969, 383,
art. 16
Product: AMvB van 23 juni 1932, Stb.315, tot vaststelling van het Riviervisserijreglement;
Algemeen Visserijreglement voor de binnenwateren; Bijzondere Visserijreglementen I–VII;
Bijzonder visserijreglement voor de afgesloten Zuiderzee; Reglement voor de paaiplaatsen
van vis
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(61.)
Handeling: Het aanwijzen van middelen vallende onder het verbod op het bedwelmen,
verwonden of doden van vis
Periode: 1980–
Grondslag: Wet van 19 april 1985 tot wijziging van de Visserijwet 1963, Stb. 1985,
229, art. 2c
Opmerking: De minister kan ook ontheffing verlenen ten aanzien van deze middelen
Waardering: V
Criterium/Termijn: 10 jaar
(62.)
Handeling: Het (bij AmvB) bepalen hoe gehandeld moet worden met vissen gevangen gedurende
de daarvoor gesloten tijd en met vissen kleiner dan de daarop gestelde maat
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931, art. 19, lid d
Waardering: V
Criterium/Termijn: 3 jaar
(63.)
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van het beleid t.a.v. vergoedingen voor
de beroepsvisserij
Periode: 1945–
Bron: Interview R.J. van Vonderen en M.A. Bhikhie, beheerders DIV-unit Directie Visserij,
en J. Selles, RBD-Noord
Opmerking: Dit zijn bijvoorbeeld compensatieregelingen voor de aanpassing van fuiken
bij de herintroductie van de otter.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(64.)
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van beleid ten aanzien van het
kweken van vis
Periode: 1945–
Bron: Begrotingen
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(65.)
Handeling: Het voorbereiden en instellen van het Rijkspootvisfonds
Periode: 1945–1951
Grondslag: Besluit bijdragen tot verbetering binnenvisscherij 1942, Stcrt. 1942 102
Waardering: B
Criterium/Termijn: 4
(66.)
Handeling: Het verstrekken van subsidies ten behoeve van het uitzetten van pootvis
op basis van het Rijkspootvisfonds
Periode: 1945–1952
Grondslag: Rijkspootvisfonds; Wet bijdragen verbetering binnenvisserij; Wet houdende nieuwe regelen omtrent de visserij, Stb. 1963, 312, art. 10, lid 10
Opmerking: Tot 1952 vond de subsidiering plaats op grond van de voorwaarden van het
in 1936 opgerichte Rijkspootvisfonds. Na 1952 nam de OVB de subsidiëring ter hand.
Zie handeling 73
Waardering: V
Criterium/Termijn: 15 jaar
(67.)
Handeling: Het aanwijzen van wateren ter bevordering van de viscultuur
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931, art. 17 lid b
Product: Besluit van 12 december 1951 tot aanwijzingen van wateren, uitgezonderd van
het vrije hengelen als bedoeld in art. 17 van de Visserijwet
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(68.)
Handeling: Het (bij AmvB) bepalen van maatregelen die nodig zijn voor de bescherming
van wateren die op grond van art. 21 Visserijwet 1931 tijdelijk als paaiplaats worden
aangewezen
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931, art. 19 lid e; Wet houdende nieuwe regelen omtrent de visserij, Stb. 1963, 312, art. 16; Wet van 28 augustus 1969 tot wijziging van de Visserijwet 1963, Stb. 1969, art.
16
Product: AMvB 23 juni 1932 Stb. 315 tot vaststelling van het riviervisserijreglement;
Algemeen visserijreglement voor de binnenwateren; Bijzondere visserijreglementen I–VII;
Bijzonder Visserijreglement voor de afgesloten Zuiderzee; Reglement voor de paaiplaatsen
van vis
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(69.)
Handeling: Het (bij AmvB) vaststellen van de wijze waarop en volgens welke regelen
water tijdelijk als paaiplaats kan worden aangewezen
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931, Stb. 276, art. 20
Opmerking: Het aanwijzen gebeurt door een in die AMvB te noemen autoriteit op verzoek
van de rechthebbende op het visrecht
Waardering: V
Criterium/Termijn: 3 jaar
(70.)
Handeling: Het (bij AmvB) bepalen welke vissen er in sommige wateren niet mogen worden
gepoot
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931, art. 19, lid f
Product: Beschikkingen
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(71.)
Handeling: Het (bij AmvB) bepalen van maatregelen welke nodig zijn ter bescherming
van kuit en broed van vis
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931, art. 19 lid g
Product: Beschikkingen
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(72.)
Handeling: Het verlenen van toestemming tot het poten van vis
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931, art. 20
Waardering: V
Criterium/Termijn: 3 jaar
(73.)
Handeling: Het verstrekken van subsidies ten behoeve van het uitzetten van pootvis
Periode: 1952–
Grondslag: Wet bijdragen verbetering Binnenvisserij
Opmerking: Voor die tijd werden subsidies verstrekt uit het Rijkspootvisfonds. Zie
handeling 66.
Waardering: V
Criterium/Termijn: 3 jaar
(74.)
Handeling: Het instemmen met de aan- of verkoop van middelen ter bevordering van de
visstand
Periode: 1945–
Bron: Interview R.J. van Vonderen en M.A. Bhikhie, beheerders DIV-unit Directie Visserij
Opmerking: Deze middelen, zoals bijv. viskwekerijen, worden o.a. door de OVB aan-
of verkocht ( zie ‘taken van de OVB’)
Waardering: V
Criterium/Termijn: 10 jaar
(75.)
Handeling: Het erkennen van viskwekerijen
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931, Stb. 276, art. 22
Waardering: V
Criterium/Termijn: 3 jaar
(76.)
Handeling: Het sluiten van overeenkomsten met organisaties en instellingen ten behoeve
van de levering van pootvis
Periode: 1946–1952
Bron: D.E. van Drimmelen, Schets van de Nederlandse Rivier- en binnenvisserij tot
het midden van de 20ste eeuw, Nieuwegein 1987
Opmerking: Er werden overeenkomsten gesloten met de Heidemaatschappij en Staatsbosbeheer.
Waardering: V
Criterium/Termijn: 5 jaar
(77.)
Handeling: Het verrichten van onderzoek naar het kweken van diverse zoetwatervissoorten
Periode: 1948–1952
Bron: D.E. van Drimmelen, Schets van de Nederlandse Rivier- en binnenvisserij tot
het midden van de 20ste eeuw, Nieuwegein 1987
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(78.)
Handeling: Het ontwikkelen van beleid ten behoeve van de aanleg en het beheer van
vistrappen of vispassages
Periode: 1950–
Bron: Beleidsvisie voor de beroepsbinnenvisserij HTK 1991–1992, 22300 XIV, nr. 9
Opmerking: In het RIO Waterstaat (handeling 205) wordt de uitvoerende handeling genoemd
voor de actor Minister van Verkeer en Waterstaat.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(79.)
Handeling: Het uitvoeren van beleid ten behoeve van de aanleg van vistrappen of vispassages
Periode: 1950–
Bron: Beleidsvisie voor de beroepsbinnenvisserij HTK 1991–1992, 22300 XIV, nr. 9
Opmerking: In het RIO Waterstaat (handeling 205) wordt de uitvoerende handeling genoemd
voor de actor Minister van Verkeer en Waterstaat.
Waardering: V
Criterium/Termijn: 3 jaar
(80.)
Handeling: Het mede-ontwikkelen van spuiregimes van waterstaatkundige werken
Periode: 1950–
Bron: Beleidsvisie voor de beroepsbinnenvisserij HTK 1991–1992, 22300 XIV, nr. 9
Opmerking: Het betreft hier vooral stuwen en sluizen op de grens van zoet en zout
water. De spuiregimes worden evt. aangepast aan de maatregel ter bevordering van de
mobiliteit van trekvissen. Spuiregimes hebben in eerste instantie waterkwantiteitsbeheer
ten doel. Zie ook RIO Waterstaat, handeling 188.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
2.8. Ontheffingen
(81.)
Handeling: Het stellen van regels waaronder personen kunnen worden vrijgesteld van
de verplichting tot de aanschaf van visakten
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931, art. 17
Opmerking: deze verplichting wordt o.a. gesteld in artikel 10 lid 1van de Visserijwet
1931
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(82.)
Handeling: Het verlenen van ontheffing of vrijstelling op de bepalingen van de visserijreglementen
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit van 23 juni 1932, tot vaststelling van een visscherijreglement
voor de rivieren, een algemeen visscherijreglement voor de binnenwateren, zeven bijzondere
visscherijreglementen, een bijzonder visscherijreglement voor de afgesloten Zuiderzee
en een reglement voor de paaiplaatsen van visch, Stb.1932, 315, art. 15;
KB Reglement voor de binnenvisserij, Stb. 1964, 168 art. 20
Opmerking: Dit artikel is in alle navolgende visserijreglementen opgenomen.
Aan vrijstellingen, ontheffingen en vergunningen zoals bedoeld in de visserijreglementen
kunnen voorschriften worden gebonden
Waardering: V
Criterium/Termijn: 10 jaar
(83.)
Handeling: Het verlenen van ontheffing van geheel of gedeeltelijke visverboden en
andere beperkingen aan de visvangst
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931, art. 22 lid 3; Wet houdende nieuwe regelen omtrent de visserij, Stb. 1963, 312, art. 10, lid 10
Opmerking: Bij beperkingen aan de visvangst kan men ook denken aan minimumgrootte
van de vis, beschermingsmaatregelen van paaiplaatsen etc.
De ontheffing wordt verleend door de inspecteur der visserijen in het desbetreffende
district. Redenen zijn bijvoorbeeld het belang van de wetenschap, de visteelt en de
voeding van dieren van dierentuinen.
Verboden en beperkingen worden o.a. gesteld krachtens art. 19 van de Visserijwet 1931.
Waardering: V
Criterium/Termijn: 3 jaar
(84.)
Handeling: Het behandelen van beroepszaken met betrekking tot ontheffingen die kunnen
worden verleend op geheel of gedeeltelijke visverboden en andere beperkingen aan de
visvangst
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931, art. 22 lid 4
Opmerking: Verboden en beperkingen worden o.a. gesteld krachtens art. 19 van de Visserijwet
1931 door de Inspecteur der visserijen.
Waardering: V
Criterium/Termijn: 15 jaar
2.9. Toezicht en sanctionering
(85.)
Handeling: Het stellen van regelen ten aanzien van het toezicht op de naleving van
de bepalingen van de Visserijwet
Periode: 1963–
Grondslag: Wet van 28 augustus 1969 tot wijziging van de Visserijwet 1963, Stb. 1969,
383
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(86.)
Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren belast met het toezicht op de visserijwet
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931, Stb. 276, art. 35; Wet ter bevordering van de Binnenvisserij
1952, art. 19
Opmerking: In iedere provincie is sinds 1 januari 1972 een Hoofdingenieur-directeur
voor de Landinrichting werkzaam, die de leiding heeft over de in de provincie werkzame
ambtenaren van het Directoraat-generaal, waaronder de contactingenieur voor de visserijen
en de visserij-assistenten.
Waardering: V
Criterium/Termijn: 10 jaar
(87.)
Handeling: Het vaststellen van strafbepalingen betreffende specifieke overtredingen
van de visserijwet
Periode: 1945–
Grondslag: Visserijwet 1931, Stb. 276, art. 27 t/m 34; Wet ter bevordering van de
Binnenvisserij 1952, art. 17–18
Waardering: V
Criterium/Termijn: 10 jaar
(88.)
Handeling: Het aanwijzen en aanstellen van ambtenaren belast met de uitvoering van
visserijmaatregelen
Periode: 1972–
Bron: Nota inzake de sportvisserij 1972 bijlage VII Rijksbegroting HTK 1972/1973
Waardering: V
Criterium/Termijn: 15 jaar
2.10. Zwartvissen en stropen
(89.)
Handeling: Het treffen van maatregelen ter bestrijding van het zwartvissen (vissen
zonder geldig visdocument)
Periode: 1971–
Bron: Begroting 1972/1973
Opmerking: De daadwerkelijke controle is in handen van ambtenaren van de Algemene
Inspectie Dienst (AID) en valt buiten deze handeling. Zie hiervoor het rapport ‘algemeen
LNV-beleid’, waarin de uitvoeringsaspecten van de inspectietaken van de AID zijn beschreven.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(90.)
Handeling: Het opzetten van mediacampagnes in het kader van de bestrijding van het
zwartvissen
Periode: 1971–
Bron: Begroting 1972/1973
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(91.)
Handeling: Het opzetten van handhavingstrajecten met betrekking tot de controle op
visdocumenten
Periode: 1975–
Bron: Begroting 1972/1973
Product: Project Vis Documenten Controle VIDOC
Waardering: V
Criterium/Termijn: 10 jaar
(94.)
Handeling: Het mede bepalen van de handhavingsinzet t.a.v. de Visserijwet
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit van 27 juli 1998, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding
van bepalingen van de Wet van 26 juni 1998 tot wijziging van de Visserijwet 1963 in
verband met een aanpassing van de regels op het terrein van de binnenvisserij, Stb.
1998, 514
Opmerking: Dit gebeurt o.a. in samenwerking met met diverse politiediensten.
Waardering: V
Criterium/Termijn: 10 jaar
2.11. Sportvisserij
(95.)
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het sportvisserijbeleid
Periode: 1945–
Bron: Begrotingen MvT; Structuurschema Openluchtrecreatie 1981–1984; Structuurvisie
Openluchtrecreatie 1977; Kiezen voor recreatie 1993
Opmerking: Het sportvisserijbeleid viel feitelijk uiteen in twee terreinen. Het beheer
van het viswater en het zorgen voor faciliteiten, zoals steigers, looppaden etc. Het
eerste terrein viel volledig onder de verantwoording van het Ministerie van LNV. Het
tweede terrein vormde onderdeel van het openluchtrecreatiebeleid, dat van 1945 tot
aan 1984 was ondergebracht bij het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
en vervolgens bij het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. LNV
is de taakopvolger van CRM.
Over infrastructurele aspecten kan overleg gevoerd worden met het Ministerie van Verkeer
en Waterstaat.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(96.)
Handeling: Het voorbereiden van wet- en regelgeving inzake de regeling van de verhouding
tussen beroeps- en sportvisserij
Periode: 1947–1948
Bron: Begroting MvT 1949
Opmerking: Er is geen wet tot stand gekomen.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(97.)
Handeling: Het instellen, wijzigen en opheffen van de Adviescommissie voor Samenwerking
tussen beroeps- en sportvisserij
Periode: 1946–1949
Bron: Instellingsbeschikking 22-02-1946, no. 1211
Opmerking: Zie voor de inbreng van de commissie de beleidsmatige handelingen in dit
rapport.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 4
(98.)
Handeling: Het vaststellen van het aantal vergunningen dat ten behoeve van de sportvisserij
wordt uitgereikt
Periode: 1945–
Grondslag: Tweede uitvoeringsbesluit behorende bij het Pacht
besluit Vischrecht 1941, art. 2/art. 3
Waardering: V
Criterium/Termijn: 10 jaar
(99.)
Handeling: Het verstrekken van subsidies aan gemeenten, waterschappen en hengelsportverenigingen
ter bevordering van de sportvisserij
Periode: 1945–
Bron: Beschikking bijdragen sportvisserij
Regeling bijdragen sportvisserij
Nota inzake de Sportvisserij, 1972, bijlage VII Rijksbegroting, HTK 1972/1973
Opmerking: Het betreft hier o.a. projecten ter verbetering van het viswater en de
visstand of andere maatregelen die bijdragen aan de verbetering van de mogelijkheden
tot uitoefening van de sportvisserij.
Sportvisserij maakte aanvankelijk deel uit van het openluchtrecreatiebeleid. Dit was
van 1945 tot aan 1984 ondergebracht bij het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
en vervolgens bij het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. LNV
is de taakopvolger van CRM.
Waardering: V
Criterium/Termijn: 15 jaar
(100.)
Handeling: Het stellen van voorwaarden waaraan projecten ter bevordering van de sportvisserij
moeten voldoen
Periode: 1945–
Opmerking: Sportvisserij maakte aanvankelijk deel uit van het openluchtrecreatiebeleid.
Dit was van 1945 tot aan 1984 ondergebracht bij het Ministerie van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen en vervolgens bij het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk
Werk. LNV is de taakopvolger van CRM.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(101.)
Handeling: Het ontwikkelen, vaststellen en evalueren van beleid ten aanzien van de
toegankelijkheid van de oevers ten behoeve van de sportvisserij
Periode: 1970–
Bron: Nota inzake de sportvisserij 1971
Opmerking: De toegankelijkheid van oevers werd in veel gevallen aangeduid met looprechten.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(102.)
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van maatregelen ten behoeve
van de toegankelijkheid van viswater in relatie tot de landinrichtingswet ten behoeve
van de sportvisserij
Periode: 1970–
Bron: Nota inzake de sportvisserij 1971
Opmerking: Bij ruilverkavelingprojecten werden de belangen van de sportvisserij ingevoerd.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(103.)
Handeling: Het verlenen van subsidies voor de aanleg van voorzieningen ten behoeve
van de sportvisserij op grond van de Procedure Projectontwikkeling
Periode: 1979–
Bron: Procedure Projectontwikkeling
Opmerking: Sportvisserij maakte aanvankelijk deel uit van het openluchtrecreatiebeleid.
Dit was van 1945 tot aan 1984 ondergebracht bij het Ministerie van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen en vervolgens bij het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk
Werk. LNV is de taakopvolger van CRM.
Waardering: V
Criterium/Termijn: 15 jaar
2.12. Besluit bijdragen tot verbetering binnenvisserij 1942
(104.)
Handeling: Het vaststellen van de jaarlijkse bijdragen voor visakten
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit bijdragen tot verbetering binnenvisscherij 1942, Stcrt. 1942 102,
art. 3; Wet ter bevordering van de Binnenvisserij 1952, art. 14 en 15; Wet houdende nieuwe regelen omtrent de visserij, Stb. 1963, 312, art. 12; Wet van 19 april 1985 tot wijziging van de Visserijwet 1963, Stb. 1985, 229, art.
12
Opmerking: Naast de eigenaren van grote visakten A en B vallen nu ook alle hengelaars,
dus ook zij die slechts met één hengel vissen, onder de regeling.
Vanaf 1952 wint de minister eerst advies in bij de OVB
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(106.)
Handeling: Het vaststellen van de bestemming van de opbrengsten uit de visakten
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit bijdragen tot verbetering binnenvisscherij 1942, Stcrt. 1942 102,
art. 2
Opmerking: De bestedingsdoeleinden zijn: het kweken, aankopen en uitzetten van pootvis;
het doen van proefnemingen; het verbeteren van viswater; het aanwenden van middelen
waardoor de productiviteit van het viswater kan worden verhoogd; het bestrijden van
waterverontreiniging.
Vanaf 1952 wordt deze handeling tevens verricht door de OVB.
Waardering: V
Criterium/Termijn: 10 jaar
(107.)
Handeling: Het instellen, wijzigen en opheffen van een commissie welke moet adviseren
over de besteding van de opbrengsten uit de verkoop van visakten
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit bijdragen tot verbetering binnenvisscherij 1942, Stcrt. 1942 102,
art. 6
Product: Besluit bijdragen tot verbetering binnenvisscherij 1942, Stcrt. 107
Opmerking: Vanaf 1942 werden jaarlijks de bijdragen voor de verschillende visakten
door de secretaris-generaal (1940–1945) en vervolgens door de minister vastgesteld.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 4
(108.)
Handeling: Het benoemen en ontslaan van de leden van de commissie die de minister
adviseert over de in art. 2 van Besluit bijdragen tot verbetering Binnenvisscherij
bedoelde aangelegenheden
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit bijdragen tot verbetering Binnenvisscherij 1942, Stcrt. 1942 102
Waardering: V
Criterium/Termijn: 3 jaar
(109.)
Handeling: Het (bij AmvB) vorderen van medewerking van het bestuur van een productschap,
bedrijfschap of coöperatieve organisatie ten aanzien van het treffen van maatregelen
in het belang van een doelmatige bevissing
Periode: 1963–
Grondslag: Wet van 30 mei 1963, houdende nieuwe regelen omtrent de visserij (Visserijwet) Stb. 1963, 312
Product: Besluit van 13 maart 1975, houdende mogelijkheid om medewerking te vorderen
van het Productschap voor Vis en Visproducten Stb. 1975, 134 (zeevis)
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
2.13. Organisatie ter verbetering van de binnenvisserij
(110.)
Handeling: Het instellen van de Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij
Periode: 1951–
Grondslag: Wet bijdragen verbetering Binnenvisserij 1952, Stb. 1952, 159; Wet houdende nieuwe regelen omtrent de visserij, Stb. 1963, 312, art. 38
Waardering: B
Criterium/Termijn: 4
(111.)
Handeling: Het instemmen met of het stellen van regels ten aanzien van de inrichting
van de organisatie, de samenstelling, werkwijze en (structurele) financiering van
de OVB
Periode: 1952–
Grondslag: Wet bijdragen verbetering Binnenvisserij 1952 art. 4–6, 16; Wet houdende nieuwe regelen omtrent de visserij, Stb. 1963, 312, art. 14, 39, 41, 42; Reglement voor de OVB, Stb. 1964, 169
Product: Reglement voor de OVB, Stb. 1964, 169
Opmerking: De middelen zijn afkomstig uit de ontvangen bijdragen ter verbetering van
de binnenvisserij, ofwel de visakten
Waardering: B
Criterium/Termijn: 4
(112.)
Handeling: Het benoemen en ontslaan van de bestuursleden, de voorzitter en de onder-voorzitter
van de OVB
Periode: 1952–
Grondslag: Wet bijdragen verbetering Binnenvisserij 1952 art. 4; Wet houdende nieuwe regelen omtrent de visserij, Stb. 1963, 312, art. 39; Reglement voor de OVB, Stb. 1964, 169, art. 7
Waardering: V
Criterium/Termijn: 5 jaar
(113.)
Handeling: Het goedkeuren en vaststellen van de jaarbegroting van de OVB
Periode: 1952–
Grondslag: Wet bijdragen verbetering Binnenvisserij 1952 art. 11; Wet houdende nieuwe regelen omtrent de visserij, Stb. 1963, 312, art. 43
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(114.)
Handeling: Het instemmen met het innen van inkomsten en het doen van uitgaven door
(het bestuur van) de OVB
Periode: 1952–
Grondslag: Wet bijdragen verbetering Binnenvisserij 1952, art. 11–2
Opmerking: Dit zijn incidentele of jaarlijkse gevallen. Indien het om de algemene
werkwijze gaat behoort de neerslag onder handeling 111.
Waardering: V
Criterium/Termijn: 5 jaar
(115.)
Handeling: Het goedkeuren van het financieel verslag van de OVB met de daarbij behorende
balans en winst- en verliesrekening
Periode: 1952–
Grondslag: Wet bijdragen verbetering Binnenvisserij 1952 art. 12; Wet houdende nieuwe regelen omtrent de visserij, Stb. 1963, 312, art. 44
Opmerking: De verslagen worden niet eerder goedgekeurd, dan nadat zij beoordeeld zijn
door de Algemene Rekenkamer.
Waardering: V
Criterium/Termijn: 5 jaar
(119.)
Handeling: Het (doen) verrichten van onderzoek naar een mogelijke omvorming van de
taken en werkwijze van de Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij
Periode: 1996–
Opmerking: Het onderzoek is uitbesteed aan organisatieadviesbureau Ernst en Young.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 4
2.14. De Kamer voor de Binnenvisserij
(130.)
Handeling: Het instellen van de Kamer voor de Binnenvisserij
Periode: 1954–
Grondslag: Wet houdende wijziging van de Visserijwet Stb. 1954, 369, art. 1 a; Wet houdende nieuwe regelen omtrent de visserij, Stb. 1963, 312, art. 45
Waardering: B
Criterium/Termijn: 4
(131.)
Handeling: Het instemmen met of het stellen van regels ten aanzien van de organisatie,
de samenstelling, werkwijze en (structurele) financiering van (afdelingen van) de
Kamer voor de Binnenvisserij
Periode: 1954–
Grondslag: Wet houdende wijziging van de Visserijwet Stb. 1954, 369, art. 1a; Wet houdende nieuwe regelen omtrent de visserij, Stb. 1963, 312, art. 46–49, 52 lid 2, art. 53; Besluit houdende vaststelling van een reglement voor de Kamer voor de Binnenvisserij,
Stb. 1955, 6
Product: Besluit van 28 januari 1961, houdende uitvoering van artikel 5a, zesde en
zevende lid, van de Visserijwet, Stb. 1961, 13; Besluit houdende vaststelling van
een reglement voor de Kamer voor de Binnenvisserij, Stb. 1955, 6; Reglement voor de
Kamer voor de Binnenvisserij, Stb. 1964, 170; Besluit van 5 augustus 1964 houdende
regelen ter uitvoering van art. 53, tweede lid van de Visserijwet 1963, Stb. 1964
340
Opmerking: De deelnemende organisaties aan de Kamer bestaan uit: organisaties van
sportvissers; organisaties van beroepsvissers; organisaties die geacht worden de eigenaren
van visrecht te vertegenwoordigen.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 4
(132.)
Handeling: Het benoemen schorsen en ontslaan van de (plaatsvervangend) voorzitter,
de secretaris(sen) en de leden van de Kamer voor de Binnenvisserij
Periode: 1954–
Grondslag: Wet houdende wijziging van de Visserijwet Stb. 1954, 369, art. 1 A lid
4; Wet houdende nieuwe regelen omtrent de visserij, Stb. 1963, 312, art. 47 en 48
Opmerking: Aan de voorzitters- en secretarissen worden opleidingseisen gesteld. Eén
van beiden moet de graad van doctor in de rechtsgeleerdheid of de hoedanigheid van
meester in de rechten hebben verkregen.
De minister benoemde de leden na 1964.
Waardering: V
Criterium/Termijn: 5 jaar na beëindiging lidmaatschap
(133.)
Handeling: Het vaststellen van een tarief voor de werkzaamheden van de Kamer voor
de Binnenvisserij
Periode: 1954–
Grondslag: Wet houdende wijziging van de Visserijwet Stb. 1954, 369, art. 1A-5b; Wet houdende nieuwe regelen omtrent de visserij, Stb. 1963, 312, art. 54
Waardering: V
Criterium/Termijn: 15 jaar
(136.)
Handeling: Het behandelen van beroepschriften op beslissingen van de Kamer voor de
Binnenvisserij
Periode: 1954–
Grondslag: Wet houdende wijziging van de Visserijwet Stb. 1954, 369, art. 1, H 22j
lid 2
Waardering: V
Criterium/Termijn: 10 jaar
(137.)
Handeling: Het (bij beschikking) bepalen dat visrecht uitsluitend verhuurd wordt aan
een openbaar lichaam
Periode: 1954–
Grondslag: Wet houdende wijziging van de Visserijwet Stb. 1954, 369, art. 22k
Opmerking: Indien in enig gebied de versnippering van eigendom van het viswater en
van visrechten een doelmatige bevissing belemmert, dan kan de minister, de Kamer voor
de Binnenvisserij gehoord hebbende, bij beschikking bepalen dat het visrecht uitsluitend
kan worden verhuurd aan een openbaar lichaam.
Waardering: V
Criterium/Termijn: 3 jaar
(138.)
Handeling: Het bij beschikking aanwijzen van wateren of complexen van wateren die
uitsluitend aan beroepsvissers of uitsluitend aan sportvissers worden verhuurd
Periode: 1954–
Grondslag: Wet houdende wijziging van de Visserijwet Stb. 1954, 369, art. 22e
Waardering: V
Criterium/Termijn: 10 jaar
2.15. De Raad voor de Binnenvisserij
(141.)
Handeling: Het instellen en opheffen van de (Voorlopige Advies-) Raad voor de Binnenvisserij
Periode: 1980–1997
Grondslag: Beschikking Voorlopige Adviesraad voor de Binnenvisserij 21 augustus 1980/Nr.
J2774 Stcrt. 25 augustus 1980 nr. 163; Wet van 19 april 1985 tot wijziging van de
Visserijwet 1963, art. 54 a
Waardering: B
Criterium/Termijn: 4
(142.)
Handeling: Het instemmen met of het stellen van regels ten aanzien van de organisatie,
de samenstelling, werkwijze en (structurele) financiering van de (Voorlopige Advies-)
Raad voor de Binnenvisserij
Periode: 1980–1997
Grondslag: Beschikking Voorlopige Adviesraad voor de Binnenvisserij 21 augustus 1980/Nr.
J2774 Stcrt. 25 augustus 1980 nr. 163; Wet van 19 april 1985 tot wijziging van de
Visserijwet 1963, art. 54
Waardering: B
Criterium/Termijn: 4
(143.)
Handeling: Het benoemen van de voorzitter en de leden van de (Voorlopige Advies-)
Raad voor de Binnenvisserij
Periode: 1985–
Grondslag: Beschikking Voorlopige Adviesraad voor de Binnenvisserij 21 augustus 1980/Nr.
J2774 Stcrt. 25 augustus 1980 nr. 163, art. 3; Wet van 19 april 1985 tot wijziging
van de Visserijwet 1963, art. 54 a
Waardering: V
Criterium/Termijn: 5 jaar na afloop benoeming
2.16. Visserijonderzoek
(146.)
Handeling: Het inventariseren van het beschikbare viswater per provincie
Periode: 1959–
Bron: Nota inzake de Sportvisserij, 1972, bijlage VII Rijksbegroting, HTK 1972/1973
Product: Werkgroep inrichting recreatieobjecten in de open lucht – Vissen visplaatsen
visplassen
Opmerking: Inventarisaties hebben onder meer in 1959, 1965 en 1979 plaatsgevonden
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(147.)
Handeling: Het periodiek inventariseren en analyseren van het aantal per gemeente
uitgereikte visdocumenten
Periode: 1971–
Bron: Nota inzake de sportvisserij
Waardering: V
Criterium/Termijn: 15 jaar
alleen de overzichten (geaccumuleerde gegevens) bewaren
(148.)
Handeling: Het verrichten van sociologisch onderzoek naar de sportvisserij
Periode: 1971–1974
Bron: Nota inzake de Sportvisserij
Opmerking: Sportvisserij maakte aanvankelijk deel uit van het openluchtrecreatiebeleid.
Dit was van 1945 tot aan 1984 ondergebracht bij het Ministerie van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen en vervolgens bij het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk
Werk. LNV is de taakopvolger van CRM.
Waardering: V
Criterium/Termijn: 5 jaar
alleen de onderzoeksopdracht en de eindproducten bewaren
2.17. Beleidsonderzoek
(149.)
Handeling: Het verrichten van een heroverwegingsonderzoek met betrekking tot het beleidsinstrumentarium
van de binnenvisserij
Periode: 1984–
Bron: Begrotingen
Product: Evaluatie Beleid Beroepsbinnenvisserij. Waaronder de splitsing van visrechten
Waardering: B
Criterium/Termijn: 2
(150.)
Handeling: Het verrichten van een evaluatieonderzoek naar de splitsing van visrechten
Periode: 1996–1998
Bron: Begrotingen 1992/1996
Product: Evaluatie Beleid Beroepsbinnenvisserij. Waaronder de splitsing van visrechten
Waardering: B
Criterium/Termijn: 2
2.18. Visserijkundige eenheden
(151.)
Handeling: Het ontwikkelen en vaststellen van beleid ten aanzien van het beheer binnen
de visserijkundige eenheden
Periode: 1989–
Bron: Begroting 1988/1989; Notitie Visrechten Staatsbinnenwateren 1989; Notitie Beleid
Beroepsbinnenvisserij 1991
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(152.)
Handeling: Het ontwikkelen en vaststellen van een huurprijs-beheersingssysteem voor
visrechten
Periode: 1989–
Bron: Begroting 1988/1989; Notitie Visrechten Staatsbinnenwateren 1989; Notitie Beleid
Beroepsbinnenvisserij 1991
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(153.)
Handeling: Het aanwijzen van visserijkundige eenheden
Periode: 1992–
Bron: Beleidsvisie voor de beroepsbinnenvisserij HTK 1991–1992, 22300 XIV, nr. 9
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(154.)
Handeling: Het instellen van visstandbeheerscommissies in een visserijkundige eenheid
voor de Staatsbinnenwateren
Periode: 1992–
Bron: Beleidsvisie voor de beroepsbinnenvisserij HTK 1991–1992, 22300 XIV, nr. 9
Opmerking: Ten aanzien van Staatsbinnenwateren worden de commissies door middel van
bepalingen in de vergunning of huurovereenkomst verplicht gesteld. Daarbuiten werd
de instelling van dergelijke commissies zoveel mogelijk gestimuleerd.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(155.)
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en wijzigen van criteria en richtlijnen ten
behoeve van de werkwijze van de visstandbeheerscommissies in de visserijkundige eenheden
Periode: 1992–
Bron: Beleidsvisie voor de beroepsbinnenvisserij HTK 1991–1992, 22300 XIV, nr. 9
Waardering: B
Criterium/Termijn: 4
(156.)
Handeling: Het verstrekken van subsidies aan de visstandbeheerscommissies in de visserijkundige
eenheden
Periode: 1992–
Bron: Beleidsvisie voor de beroepsbinnenvisserij HTK 1991–1992, 22300 XIV, nr. 9
Waardering: V
Criterium/Termijn: 10 jaar
(157.)
Handeling: Het ontwikkelen van opleidingsmogelijkheden voor waterbeheerders in de
visserijkundige eenheden
Periode: 1992–
Bron: Beleidsvisie voor de beroepsbinnenvisserij HTK 1991–1992, 22300 XIV, nr. 9
Opmerking: De opleidingen worden in samenwerking tussen de Minister van LNV en met
de OVB ontwikkeld.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
2.19. Milieumaatregelen
(158.)
Handeling: Het ontwikkelen van beleid om de waterverontreiniging tegen te gaan ten
behoeve van de visstand
Periode: 1945–
Bron: Begrotingen
Opmerking: Het ontwikkelen van dergelijk beleid van algemene aard wordt verricht bij
het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) en
het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (V&W). Zie ook de RIO’s no. 94 (Milieubeheer)
en no. 28 (Waterstaat)
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(159.)
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van beschermende maatregelen t.b.v. de
visstand in de binnenwateren
Periode: 1998–
Bron: Interview R.J.M. van Vonderen en M.A. Bhikhie, beheerders DIV-unit Directie
Visserij
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
2.21. IJsselmeervisserij
(161.)
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van beleid ten aanzien van de droogmaking
van de Zuiderzee en de gevolgen die deze werken voor de visserij hadden
Periode: 1945–1964
Bron: Begrotingen
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(162.)
Handeling: Het adviseren van de Ministers van Waterstaat en van Economische Zaken
ten aanzien van de economische herinrichting van het IJsselmeergebied
Periode: 1945–1964
Bron: Begrotingen
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(163.)
Handeling: Het verlenen van vergunningen voor het vissen in het IJsselmeer
Periode: 1954–
Grondslag: Wet houdende wijziging van de Visserijwet Stb. 1954, 369, art. 17–9
Waardering: V
Criterium/Termijn: V 10 jaar na afloop vergunning
(164.)
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van beschermende maatregelen ten behoeve
van de visstand in het IJsselmeer
Periode: 1989–
Grondslag: Staatscourant, 1989, no. 105
Opmerking: Hiertoe behoren ook saneringsmaatregelen aangaande de IJsselmeervloot.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5
(165.)
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van het beleid ten aanzien van vangstbeperkingen
op het IJsselmeer
Periode: 1992–
Bron: Begrotingen
Opmerking: Hiertoe behoren ook saneringsmaatregelen aangaande de IJsselmeervloot.
Hoewel LNV (Directie Visserij) hier vanuit de vergunningverlening primair verantwoordelijk
voor is, is RWS als beheerder van het IJsselmeer betrokken bij deze beleidsvorming,
vanwege de doorwerking naar het ecologisch functioneren van het IJsselmeer. Het ontwikkelen
en instandhouden van dit functioneren houdt met name verband met de uitvoering van
Europese regelgeving als de Kaderrichtlijn Water en de Habitat- en Vogelrichtlijn.
Waardering: B
Criterium/Termijn: 1
(166.)
Handeling: Het treffen van maatregelen t.a.v. vangstbeperkingen op het IJsselmeer
Periode: 1992–
Bron: Interview R.J.M. van Vonderen en M.A. Bhikhie, beheerders DIV-unit Directie
Visserij
Opmerking: De neerslag van deze handeling betreft uitvoerende zaken. Hiertoe behoort
ook de uitvoering van saneringsmaatregelen aangaande de Ijsselmeervloot.
Beleidsmatige neerslag hoort onder handeling 165.
Waardering: V
Criterium/Termijn: 10 jaar
(167.)
Handeling: Het bepalen van (periodieke) vangstquota voor de IJsselmeervisserij
Periode: 1992–
Bron: HTK, 1991/92
Waardering: V
Criterium/Termijn: 10 jaar
(168.)
Handeling: Het ontwikkelen van een controlesysteem ten behoeve van de vrijwillige
vangstbeperking op het IJsselmeer
Periode: 1992–
Bron: HTK, 1991/92
Waardering: B
Criterium/Termijn: 5