Stcrt. 2024, 41523, datum inwerkingtreding 01-01-2025, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 06-11-2024.
1 Op verzoek van de belanghebbende blijft artikel 7, derde en vierde lid, van de wet,
artikel 3a, eerste lid, van de Wet op de zorgtoeslag of artikel 1, vierde lid van
de Wet op het kindgebonden budget buiten toepassing indien wel aanspraak op huurtoeslag,
zorgtoeslag, onderscheidenlijk kindgebonden budget, zou bestaan indien ten aanzien
van de belanghebbende, zijn partner of een medebewoner de rendementsgrondslag, bedoeld
in artikel 5.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001, zou worden verminderd met:
Het zesde lid is vervallen per 01-01-2025. De terugwerkende kracht betreft:
6 Een verzoek als bedoeld in het eerste lid kan, met overeenkomstige toepassing van
het tweede tot en met vijfde lid, eveneens worden gedaan met betrekking tot het buiten
toepassing laten van artikel 3, eerste lid, van de Wet op de zorgtoeslag of artikel
1, vierde lid, van de Wet op het kindgebonden budget indien de belanghebbende wel
aanspraak op zorgtoeslag, onderscheidenlijk kindgebonden budget, zou hebben indien
de rendementsgrondslag, bedoeld in artikel 5.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001,
zou worden verminderd met de bezittingen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a,
of de eenmalige uitkeringen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b.
Stcrt. 2025, 19830-n1, datum inwerkingtreding 19-06-2025, bevat een wijziging met
terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2023.
Wijziging is herplaatst.
In het eerste lid, aanhef, wordt ‘artikel 3a’ vervangen door ‘artikel 3’.
Onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid, wordt een
lid ingevoegd, luidende:
2 Op verzoek van de belanghebbende blijft artikel 3, eerste lid, van de Wet op de zorgtoeslag
of artikel 1, vierde lid, van de Wet op het kindgebonden budget buiten toepassing
indien wel aanspraak op zorgtoeslag, onderscheidenlijk kindgebonden budget, zou bestaan
indien ten aanzien van de belanghebbende of zijn partner de rendementsgrondslag, bedoeld
in artikel 5.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001, zou worden verminderd met een bedrag
ter grootte van een in het berekeningsjaar of in enig eerder jaar ontvangen eenmalige
uitkering:
-
a. die een schadevergoeding vormt voor een letselschade; en
-
b. waarvan de hoogte is vastgelegd in een overeenkomst of rechterlijke uitspraak die
is gedateerd voor 11 oktober 2010, dan wel, indien de uitkering op andere grond tot
stand is gekomen, de hoogte is vastgesteld voor 11 oktober 2010.
In het vierde lid (nieuw) wordt ‘het eerste lid’ vervangen door ‘het eerste en tweede
lid’.