Artikel 2.16. Niet gedurende gehele berekeningstijdvak werkgever
Indien een werkgever, zonder dat er sprake is van een overgang van een onderneming
als bedoeld in artikel 2.15 in een of meer van de kalenderjaren van het tijdvak, bedoeld in artikel 2.11, tweede lid, 2.12, tweede lid en 2.13, tweede lid, niet de hoedanigheid van werkgever had, wordt bij de berekening van het individuele
werkgeversrisicopercentage, bedoeld in artikel 2.11, tweede lid, 2.12, tweede lid,
en 2.13, tweede lid, het ten laste van die werkgever komende gemiddelde premieplichtige
loon per jaar berekend over het aantal kalenderjaren in het tijdvak, bedoeld in artikel
2.11, tweede lid, 2.12, tweede lid, en 2.13, tweede lid, waarin de werkgever de hoedanigheid
van werkgever had, waarna het verkregen percentage wordt vermenigvuldigd met een breuk,
waarvan de teller wordt gevormd door het gemiddelde werkgeversrisicopercentage, bedoeld
in artikel 2.11, derde lid, 2.12, derde lid, en 2.13, derde lid, en de noemer door
het gemiddelde werkgeversrisicopercentage, berekend over de kalenderjaren in het tijdvak,
bedoeld in artikel 2.11, tweede lid, 2.12, tweede lid, en 2.13, tweede lid, waarin
de werkgever de hoedanigheid van werkgever had.