Besluit van 9 november 2005, houdende regels ter uitvoering van de Meststoffenwet
(Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 5
juli 2005, nr. TRCJZ/2005/848, Directie Juridische Zaken, gedaan mede namens de Staatssecretaris
van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
Gelet op richtlijn nr. 91/676/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 december 1991 inzake de bescherming
van water tegen verontreiniging door nitraat uit agrarische bronnen (PbEG L 375) en
verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 1 februari 1993 betreffende toezicht
en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap
(PbEG L 30);
Gelet op de artikelen 1, vierde lid, 1a, eerste lid, 6, eerste en tweede lid, 6a, 59, 59a, 59b, 59c, 61 en 61a van de Meststoffenwet en gelet op artikel 23 van de Destructiewet;
De Raad van State gehoord (advies van 21 oktober 2005, no. W11.05.0329/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer van 27 oktober 2005, nr. TRCJZ/2005/3179, Directie Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: