20. Handelingen van de inspecteur voor de volkshuisvesting
20.1. Beleidsontwikkeling
10
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het adviseren van de minister inzake de staat van de volkshuisvesting
Periode: 1962–2001
Grondslag: Woningwet 1962, art. 78a
Bron:
Product:
Opmerking: De Hoofdinspecteur van de Dienst Volkshuisvesting HID was tegelijk rijks-
en provinciaal ambtenaar: had een adviestaak op nagenoeg elk terrein waarbij de provincie
in volkshuisvestingsproblemen was betrokken. Het staatstoezicht op de Volkshuisvesting
werd eerst organiek geregeld in de Woningwet 1962, die in 1965 van kracht werd met
de invoering van het Organisatiebesluit Volkshuisvesting. De HID had echter intussen
ook al bevoegdheden gekregen bij de uitvoering van de toedeling van bouwsubsidies:
hij beoordeelde alle bouwplannen en had tot op zekere hoogte ook beschikkingsbevoegdheid
In 1993 werd de inspectie gereorganiseerd en werd de HID van de provincie vervangen
door een landelijke Inspecteur voor de Volkshuisvesting IVH. De reorganisatie had
ook ingrijpende personele consequenties: de 480 formatieplaatsen van de twaalf HID’s
werden teruggebracht tot een bureau met 8 vestigingsplaatsen en 172 formatieplaatsen.
De inspectie had zich ontwikkeld ‘van potentaat tot partner van het overleg’ in plaats
van detailbemoeienis op planniveau was hij nu veeleer adviseur van de minister op
uitvoerbaarheid van diens beleid
Dit advies bestaat uit: de opzet van provinciaal onderzoek naar de staat van de volkshuisvesting,
het stimuleren van gemeenten voor het geven van informatie
In de praktijk is dit werk slechts ten dele uitgevoerd
Per 2000 maakt de inspectie volkshuisvesting deel uit van de VROM-Inspectie, waarin
mede de inspecties ruimtelijke ordening en milieu geïntegreerd zijn
Waardering: B 1
17
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het bijwonen van de vergaderingen van de Raad voor de Volkshuisvesting
Periode: 1946–1996
Grondslag: Woningwet 1965, art. 74; Woningwet 1992 (Stb. 1991, 439), art. 90, lid
2, art. 92b, lid 2
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: V, 10 jaar
51
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het uitbrengen van schriftelijke adviezen aan de minister inzake de volkshuisvesting
Periode: 1965–2002
Grondslag: Organisatiebesluit, art. 10 (Stb. 1965, 329)
Bron:
Product:
Opmerking: Het advies van de inspecteur kan gepaard gaan met adviezen en gegevens
van de provinciale inspecteurs, ingesteld in verband met de volkshuisvesting. (Art.
21, lid 2, art. 22, lid 2) Organisatiebesluit volkshuisvesting (Stb. 1990, 384)
Waardering: B 1
52
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het uitbrengen van adviezen aan GS op het gebied van volkshuisvesting
Periode: 1965–2001
Grondslag: Organisatiebesluit, art. 10 (Stb. 1965, 329)
Bron:
Product:
Opmerking: Dit betreft ook periodiek advies als lid van een commissie. De provinciale
inspecteur heeft bijvoorbeeld zitting in provinciale commissies voor de bejaardenoorden
Waardering: B 1
20.2. Woningbouwcorporaties
128
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het indienen van bezwaren bij GS tegen de toelating van instellingen op
het gebied van volkshuisvesting
Periode: 1945–1965
Grondslag: Woningwet 1901, art. 52a, lid 2
Bron:
Product:
Opmerking: Feitelijk komt dit neer op het adviseren van gemeenten
Waardering: B 5
20.3. Bouwplannen
134
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het inbrengen van bezwaar – bij Gedeputeerde Staten – tegen een besluit
van een gemeenteraad inzake het verlenen van steun in het kader van de volkshuisvesting
Periode: 1945–1965
Grondslag: Woningwet 1901, art. 52a, lid 2, art. 53, lid 2, art. 54, lid 2 (Stb. 1952,
362)
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: V, 20 jaar
153
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het toedelen van de gemeentelijke bouwcontingenten
Periode: 1950–1970
Grondslag: Wederopbouwwet 1950, art. 16, lid 2
Bron:
Product:
Opmerking: Blijkens een in 1956 opgesteld rapport heeft de inspecteur voor de volkshuisvesting
een belangrijke invloed op de goedkeuring en de uitvoering van een bouwplan. Hij moet
in verband met de prijsbeheersing bij woningwetbouw van alle projecten de aanbestedingsprijzen
op hun aanvaardbaarheid beoordelen
Hij beslist zelfstandig over de rijksgoedkeuring van gebouwen beneden een bepaald
maximumbedrag; de uitvoering wordt getoetst aan de hand van urgentie en de mogelijkheden
van regionale bouwcapaciteit. Hij adviseert de gemeenten in geval van ‘onderuitputting’.
In dit verband werkt de inspecteur voor de Volkshuisvesting gelijktijdig voor de provincie
als voor het rijk
Waardering: V, 5 jaar
165
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het adviseren van het bevoegde gezag – inzake een schriftelijk bezwaar
tegen gemeentelijke bouwplannen
Periode: 1945–1965
Grondslag:
Bron: Instructies HID 1956
Product:
Opmerking: Deze handeling kan ook worden verricht door de inspecteur voor de volkshuisvesting
en de inspecteur voor de ruimtelijke ordening;. zie het PIVOT-rapport Ruimtelijke
ordening en geo-informatie
Waardering: V, 5 jaar
20.4. Onteigening
173
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het toetsen van besluiten van gemeenteraden inzake het onteigening van
woningen en/of percelen ten behoeve van de volkshuisvesting
Periode: 1945–2001
Grondslag: Woningwet 1992, art. 98, lid 1 (Stb. 1991, 493)
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: V, 10 jaar
174
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het adviseren van het bevoegde gezag – Burgemeester en Wethouders, Gedeputeerde
Staten en de minister – inzake een schriftelijk bezwaar tegen een raadsbesluit betreffende
de onteigening van woningen en/of percelen ten behoeve van de volkshuisvesting
Periode: 1945–2001
Grondslag: Woningwet 1901, art. 34, lid 1, Stb. 1952, 362)/Onteigeningswet, art. 85
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: V, 10 jaar
188
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het adviseren van de minister inzake een aanvraag tot financiering van
woningwet-woningen
Periode: 1945–1988
Grondslag: Woningbesluit (Stb, 1932, 7)
Bron:
Product:
Opmerking: Deze advisering houdt ook in vooroverleg met de aanvragende instelling
(gemeentelijke) dienst of corporatie
Waardering: V, 5 jaar
20.5. Woningverbetering en stadsvernieuwing
251
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het adviseren bij een aanvraag voor woningverbetering uit het Grootboek
voor Woningverbetering
Periode: 1957–1960
Grondslag: Wet Grootboek Woningverbetering
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: V, 5 jaar
270
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het registeren van verslagen van ontvangers van Rijksgelden ter verantwoording
van subsidiegelden welke bestemd zijn voor de volkshuisvesting
Periode: 1945–
Grondslag: Woningwet 1992, art. 98, lid 1(Stb. 1991, 493)
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: V, 6 jaar
328
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het inspecteren van stadsvernieuwingsfondsen
Periode: 1984–1992
Grondslag: De regelgeving inzake de stads- en dorpsvernieuwing
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: V, 6 jaar
20.6. Subsidiëring volkshuisvesting
341
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het adviseren van gemeente en provincie bij aanvragen van geldelijke steun
ten behoeve van de volkshuisvesting
Periode: 1992–1993
Grondslag: Woningwet 1992, art. 79, lid 2, (Stb. 1991, 439)
Bron:
Product:
Opmerking: Bijvoorbeeld:het adviseren van Gedeputeerde Staten bij het geven van toestemming
aan een gemeenteraad tot verlenen van geldelijke steun aan een toegelaten instelling
(art. 74–78, WW) zonder voorwaarde van geldelijke steun uit ’s Rijks kas
Waardering: V, 6 jaar
342
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het adviseren van de minister bij het voorbereiden van een KB dat een gemeente
verplicht geldelijke steun uit te keren aan bewoners
Periode: 1992–2001
Grondslag: Woningwet 1992, art. 74 en 78, 80, lid 1, (Stb. 1991, 439)
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 5
20.7. Toezicht op de volkshuisvesting
348
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het aanwijzen van een vervanger van de inspecteur-generaal
Periode: 1990–2001
Grondslag: Organisatiebesluit volkshuisvesting, art. 24, lid 1–2, (Stb. 1990, 384)
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: V, 5 jaar na beeïndiging functie
352
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het uitbrengen van verslagen inzake aangelegenheden betreffende de volkshuisvesting
Periode: 1965–2001
Grondslag: Organisatiebesluit, art. 11, lid 2, (Stb. 1965, 329); Organisatiebesluit
1992, art. 22
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 3
364
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het adviseren van de gemeenteraad, Gedeputeerde Staten en de minister inzake
de goedkeuring en verplichte wijziging van gemeentelijke bouwverordeningen
Periode: 1945–1995
Grondslag: Woningwet 1901, art. 11, lid 2, art. 12, lid 2, art. 12, lid 8, art. 35,
lid 6, (Stb. 1952, 362), Woningwet 1962 art. 17, lid 1, art. 21
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: V, 10 jaar
370
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het registeren van afschriften van besluiten inzake bouwvoorschriften
Periode: 1965–
Grondslag: Woningwet 1962, art. 17, lid 4, (Stb. 1962, 287), Woningwet 1992, art.
98, lid 1, (Stb. 1991, 493)
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: V, 10 jaar
373
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het adviseren van Gedeputeerde Staten en de minister inzake het opstellen
van verplichtingen voor een gemeenteraad die het gemeentelijk woning- en bouwtoezicht
niet naar behoren verricht
Periode: 1945–1992
Grondslag: Woningwet 1901, art. 14, lid 1, (Stb. 1952, 362), Woningwet 1962, art.
86, lid 3, (Stb. 1962, 287)
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 5
374
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het adviseren van Gedeputeerde Staten inzake een gemeenschappelijke regeling
van het bouw- en woningtoezicht door verschillende gemeenten
Periode: 1965–1984
Grondslag: Woningwet 1962, art. 87, lid 2, (Stb. 1962, 287)
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: V, 10 jaar
20.8. Gemeentelijke bouwvergunningen.en aanschrijvingen woningverbetering
382
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het in beroep gaan bij Gedeputeerde Staten tegen het (ontbreken van een)
besluit met betrekking tot het verlenen, verlengen of intrekken van een bouwvergunning
Periode: 1945–1992
Grondslag: Woningwet 1901, art. 73, lid 4, (Stb. 1952, 362)/Woningwet 1962, art. 51,
lid 5, Art. 52, lid 4, (Stb. 1962, 287)
Bron:
Product:
Opmerking: De inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur) kan,
alvorens hijzelf een voorziening treft, de gemeente adviseren zijn besluit in te trekken
(art. 52, Ww 1962)
Waardering: V, 10 jaar
383
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het adviseren van Gedeputeerde Staten over een beroep van derden tegen
gemeentelijke beschikkingen inzake bouwvergunningen
Periode: 1945–1992
Grondslag: Woningwet 1901, art. 73, lid 4, (Stb. 1952, 362) Woningwet 1962, art. 51,
lid 6, art. 52, lid 4, (Stb. 1962, 287)
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: V, 10 jaar
401
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het adviseren van de gemeentelijke overheid inzake aanschrijvingen tot
woningverbetering en tot het treffen van voorzieningen
Periode: 1945–2001
Grondslag: Woningwet 1901, art. 18, 24 lid 1, (1952, 362)/Woningwet 1962, art. 29–30,
(Stb. 1962, 287), Woningwet 1992, art. 27, lid 1 (Stb. 1991, 439)
Bron:
Product:
Opmerking: De inspecteur voor de Volkshuisvesting kan eigenmachtig optreden in het
belang van de volkshuisvesting of de volksgezondheid, maar ook op aanvrage van belanghebbenden.
Deel van deze handeling maakt uit: het opstellen van een voorstel inhoudende een verzoek
aan burgemeester en wethouders om een aanschrijving uit te vaardigen inzake het treffen
van voorzieningen en tot het aanbrengen van verbeteringen aan een woning, woonkeet,
woonwagen of standplaats en het vragen van een voorziening, bij de gemeenteraad, naar
aanleiding van een afgewezen voorstel inzake een aanschrijving tot het treffen van
voorzieningen
Waardering: V, 10 jaar
491
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het adviseren van burgemeester en wethouders bij het verlenen van een splitsingsvergunning
Periode: 1974–1993
Grondslag: Woningwet 1962, art. 56b, lid 2, onder a, (Stb. 1974, 526/Stb. 1985, 575),
Woningwet 1992, art. 124, (Stb. 1991, 493)
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: V, 10 jaar
20.9. Onbewoonbaarverklaringen
402
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het adviseren van een gemeente inzake het onbewoonbaar verklaren van een
woning
Periode: 1945–2001
Grondslag: Woningwet 1901, art. 25, lid 1, art. 26, lid 1 en 4, art. 31, lid 1, (Stb.
1952, 362) Woningwet 1962, art. 33–34 (Stb. 1962, 287)/Woningwet 1992, Art. 29, lid
4 en lid 5, art. 37, lid 1, (Stb. 1991, 439)
Bron:
Product:
Opmerking: Van af 1992 strekt de onbewoonbaarheidsverklaring van de Woningwet zich
ook uit tot woonwagens en de bruikbaarheid van standplaatsen. Het bevoegde gezag kan
hier een gemeenteraad, Burgemeester en Wethouders, Gedeputeerde Staten en de minister
zijn
Waardering: V, 10 jaar
403
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het adviseren van Gedeputeerde Staten inzake het al dan niet goedkeuren
van een plan van een gemeenteraad betreffende het ontruimen van een woning
Periode: 1952–1965
Grondslag: Woningwet 1901, art. 25, lid 4, onder b, (Stb. 1952, 362), Woningwet 1962,
Art. 35, lid 2
Bron:
Product:
Opmerking: Hierbij is ook inbegrepen: het vragen van voorziening – bij Gedeputeerde
Staten of door middel van een administratiefrechtelijke procedure – inzake het niet
opvolgen van een advies – afkomstig van de inspecteur voor de volkshuisvesting – tot
onbewoonbaarverklaring door een gemeenteraad/Burgemeester en Wethouders
Waardering: V, 10 jaar
20.10. Woonwagens
421
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het adviseren bij de opzet en inrichting van een woonwagenstandplaats
Periode: 1992–1999
Grondslag: De organisatie van het staatstoezicht op de volkshuisvesting, Interimrapport
p. 22
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: V, 10 jaar
20.11. Distributie van de woningvoorraad
469
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het op aanvrage in beroep gaan tegen beschikkingen van gemeenten met betrekking
tot woonvergunningen
Periode: 1947–2001
Grondslag: Woonruimtewet 1947, art. 75, lid 2
Bron:
Product:
Opmerking: Het gaat hier om reacties op klachten van aanvragers
Waardering: V, 10 jaar
485
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het al dan niet instemmen met de weigering tot huisvesting van een repatriant
door een gemeente
Periode: 1950–1953
Grondslag: Wet Huisvesting gerepatrieerden, art. 2
Bron:
Product:
Opmerking: Wordt er niet ingestemd dan roept de inspecteur voor de volkshuisvesting
de beslissing in van de Commissaris van de Koningin van een provincie
Waardering: V, 5 jaar
488
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het vorderen van woonruimten ten behoeve van gerepatrieerden
Periode: 1950–1953
Grondslag: Wet Huisvesting gerepatrieerden. art. 2
Bron:
Product:
Opmerking: De inspecteur voor de Volkshuisvesting geeft bij vordering van woonruimte
kennis aan B en W van de gemeente. B en W kunnen tegen deze vordering bezwaar aantekenen.
In dat geval horen zij de commissie, vermeld in art. 8, lid 1 van de Woonruimtewet,
en dienen zij hun bezwaar, vergezeld van dat advies, in bij de Commissaris van de
Koningin van de provincie. De inspecteur treedt hierbij in de plaats van B en W, conform
art. 7–28 van de Woonruimtewet
Waardering: B 5
20.12. Internationaal
615
Actor: Inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur)
Handeling: Het op verzoek adviseren van regeringen of (handhavings)instanties in het
buitenland inzake aangelegenheden welke betrekking hebben op de volkshuisvesting
Periode: 1946–2001
Grondslag:
Bron:
Product:
Opmerking: Deze handeling wordt niet gedaan ter uitvoering van een Memorandum of Understanding
(MoU)of actieprogramma
Waardering: B (advies); V, 5 jaar (overige stukken)
21. Handelingen van adviesraden
21.1. De Raad voor de Volkshuisvesting (RAVO)
19
Actor: Eerste/Tweede Voorlopige Raad voor de Volkshuisvesting, Raad voor de
Volkshuisvesting (RAVO)
Handeling: Het uit eigen midden benoemen, (eervol) ontslaan of schorsen van een (plaatsvervangende)
voorzitter
Periode: 1946–1996
Grondslag: KB 18 maart 1946 n.12, art. 91, onder a, lid 2, art. 91, onder a, lid 3,
Woningwet 1992
Bron:
Product:
Opmerking: Het in bijzondere gevallen schorsen en uit zijn functie ontslaan van de
voorzitter maakt deel uit van deze handeling (art. 91, onder a, lid 3, WW)
Waardering: V, 5 jaar na beeïndiging functie
20
Actor: Eerste/Tweede Voorlopige Raad voor de Volkshuisvesting, Raad voor de Volkshuisvesting
(RAVO)
Handeling: Het instellen van bijzondere commissies voor een bepaald onderwerp
Periode: 1946–1996
Grondslag: Woningwet 1992, art. 92, lid 2, 92, onder a, lid 1 (Stb. 1991, 439)
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 4
21
Actor: Eerste/Tweede Voorlopige Raad voor de Volkshuisvesting, Raad voor de Volkshuisvesting
(RAVO)
Handeling: Het adviseren van de minister en de Eerste en Tweede Kamer over de hoofdlijnen
van het te voeren beleid op het terrein van de volkshuisvesting en over tot andere
beleidsterreinen behorende onderwerpen die mede van belang zijn voor die hoofdlijnen
Periode: 1946–1996
Grondslag: Woningwet 1992, KB 18 maart 1946 nr. 12/art. 89, onder a, lid 1
Bron:
Product:
Opmerking: De Eerste Voorlopige Raad voor de Volkshuisvesting, ingesteld 1946, had
als taak de minister van advies te dienen in zaken betreffende volkshuisvesting. Zij
kreeg een wettelijke basis in de Woningwet 1962 (art. 74, lid 1), waarbij zij ook
betrokken is bij de voorbereiding van wettelijke bepalingen. De raad heette daarna
de Tweede Voorlopige Raad voor de Volkshuisvesting om in 1965 over te gaan in de Raad
voor de Volkshuisvesting (RAVO). Vanaf 1986 heeft de RAVO ook een adviesfunctie omtrent
onderzoek en ontwikkeling betreffende de volkshuisvesting. Het is een sectorraad die
het belang van een landelijk volkshuisvestingsbeleid sterk benadrukt en op dit punt
initiatieven neemt tegen bijvoorbeeld bezuinigingen. Revisie in 1994, Stb. 766. Adviseert
over volkshuisvestingsaangelegenheden
De raad is een overlegorgaan tussen ambtenaren, belast met volkshuisvestingtaken,
de woningbouwcorporaties, architecten en gemeentelijke inspraakorganen. De raad kan
bijzondere commissies instellen die optreden als permanent adviesorgaan. De vergaderingen
van de RAVO en zijn bijzondere commissies worden in ieder geval bijgewoond door de
inspecteur voor de Volkshuisvesting (Hoofd Ingenieur Directeur) volkshuisvesting (Hoofd
Ingenieur Directeur) voor de volkshuisvesting. De RAVO ging met ingang van 1 januari
1997 op in de VROM-raad
Waardering: B 1
55
Actor: Eerste/Tweede Voorlopige Raad voor de Volkshuisvesting/Raad voor de Volkshuisvesting
(RAVO)
Handeling: Het adviseren van de minister inzake het opstellen van wet- en regelgeving
met betrekking tot de volkshuisvesting
Periode: 1946–1997
Grondslag: Woningwet, 1962
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 1
22
Actor: Raad voor de Volkshuisvesting (RAVO)
Handeling: Het (minstens) eenmaal per jaar in overleg treden met de Minister van Volkshuisvesting
over de werkzaamheden van de Raad van de volkshuisvesting voor de komende twaalf maanden
Periode: 1992–1996
Grondslag: Woningwet 1992, art. 92, onder f, lid 1 (Stb. 1994, 766)
Bron:
Product:
Opmerking: Deze taak wordt door de voorzitter uitgevoerd. Het opstellen van een overzicht
van de werkzaamheden voor de komende twaalf maanden maakt deel uit van deze handeling
Waardering: B 1
23
Actor: Raad voor de Volkshuisvesting (RAVO)
Handeling: Het – minimaal eens in de vier jaar – opstellen van een rapport over het
functioneren en de werkwijze van de Raad en het doen van voorstellen over gewenste
veranderingen
Periode: 1992–1996
Grondslag: Woningwet 1992, art. 89, onder f, lid 1 (Stb. 1994, 766)
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 1, 2
21.2. Overige raden voor de volkshuisvesting
86
Actor: Raad voor Herstel en Wederopbouw
Handeling: Het adviseren van het college van Algemene Commissarissen
Periode: 1946–1950
Grondslag:
Bron:
Product: Instellingsbeschikking
Opmerking:
Waardering: B 1
366
Actor: Raad voor de Woningbouw
Handeling: Het adviseren van de minister inzake de harmonisatie van gemeentelijke
bouwvoorschriften
Periode: 1955–1961
Grondslag:
Bron:
Product: Model-bouwverordening 1952
Opmerking:
Waardering: B 1
57
Actor: Raad van advies voor de Ruimtelijke Ordening (RARO)
Handeling: Het adviseren van de minister inzake het opstellen van wet- en regelgeving
met betrekking tot de volkshuisvesting
Periode: 1965–1994
Grondslag:
Bron: Nota van toelichting bij het Besluit locatiegebonden subsidies (Stb. 1994, 57)
Product:
Opmerking: Deze raad is in zijn functie later gedeeltelijk vervangen door het Interprovinciaal
Overleg
Waardering: B 1
67
Actor: Raad voor het Milieubeheer
Handeling: Het adviseren van de minister bij de opstelling van wijzigingen in het
Bouwbesluit en van bouwverordeningen
Periode: 1980–1996
Grondslag:
Bron: NMP, Plan van aanpak Duurzaam Bouwen
Product:
Opmerking:
Waardering: B 1
22.
Handelingen van adviescommissies
22.1. Commissie van advies voor de woningbouw (CAW)
24
Actor: Commissie van Advies voor de Woningbouw (CAW)
Handeling: Het geven van advies inzake de financiering van het bouwbeleid
Periode: 1941–1995
Grondslag: Stcrt 1982, 147
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 1
25
Actor: Commissie van Advies voor de Woningbouw (CAW)
Handeling: Het geven van advies inzake bouwprogramma’s
Periode: 1941–1995
Grondslag: Wederopbouwwet 1950, art. 15
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 1
56
Actor: Commissie van Advies voor de Woningbouw (CAW)
Handeling: Het adviseren van de minister inzake het opstellen van wetten en regels
met betrekking tot de volkshuisvesting
Periode: 1941–1995
Grondslag: Taakstellingsbesluit Stcrt 1982, 147
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 1
185
Actor: Commissie van Advies voor de Woningbouw
Handeling: Het adviseren van de Minister van Volkshuisvesting inzake de bouw, financiering
en exploitatie van woningwetwoningen
Periode: 1941–1995
Grondslag: Woningbesluit 1947
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 1
539
Actor: Commissie van Advies voor de Woningbouw
Handeling: Het adviseren van de minister op het terrein van de bouwvoorschriften
Periode: 1941–1995
Grondslag: Woningbesluit 1947; Wederopbouwwet 22a, 1952
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 1
22.2. Rijkscommissie voor de Volkshuisvesting
8
Actor: Rijkscommissie voor de Volkshuisvesting
Handeling: Het jaarlijks opstellen van een programma-advies ten behoeve van het volkshuisvestingsprogramma
Periode: 1985–1997
Grondslag: Woningwet, 1962, art. 57
Bron:
Product:
Opmerking: De Rijkscommissie van de volkshuisvesting (RCV) werd ingesteld in 1985,
Stcrt. 216. Zij kreeg ruimere bevoegdheden en een wettelijke status in de Woningwet
1991 Vanaf die datum functioneert er ook een zelfstandige voorzitter. Met de invoering
van de woningwet en het Besluit woninggebonden subsidies is de commissie niet meer
belast met verdeelsleutels van woningwetwoningen. De Rijkscommissie coördineert de
werkzaamheden van Provinciale Commissies voor Volkshuisvesting, PKV’s, die op hun
beurt de Gedeputeerde Staten adviseren bij hun opstelling van huisvestingsplannen
De commissie bestaat uit de Directeur-Generaal voor de Volkshuisvesting als voorzitter,
de DG Ruimtelijke Ordening als plkaatsvervangend voorzitter, ambtenaren van VROM,
EZ, Binnenlandse Zaken, Sociale Zaken, de afdeling Ruimtelijke Ordening van het IPO,
de directeur van het VNG en een wethouder van de vier grote steden. Zij adviseert
de minister over woningbouwprogramma’s van de gemeenten over de periode 1985–1992.
Na invoering van het Besluit Woninggebonden Subsidies adviseert zij de minister alleen
nog maar over de periodieke herziening van de verdeelsleutels van de toe te kennen
subsidies. Vanaf 1992 heeft de RCV een van het Ministerie van VROM onafhankelijke
voorzitter
De commissie kon haar taak beeïndigen ten gevolge van de Wijzigingswet op de stads-
en dorpsvernieuwing in 1997
Waardering: B 1
26
Actor: Rijkscommissie voor de Volkshuisvesting
Handeling: Het adviseren van de minister inzake het opstellen van regelingen met betrekking
tot de financiering en subsidiëring van de volkshuisvesting
Periode: 1985–1997
Grondslag: Stcrt. 1985, 216
Bron:
Product:
Opmerking: Deze aanbevelingen dienen in ieder geval gedaan te worden bij:
beleidsvoornemens inzake de planning en programmering van te bouwen woningen of te
treffen voorzieningen; de programma’s van te bouwen woningen of te treffen voorzieningen;
de verdeling van de vastgestelde programma’s, zoals vastgelegd in de Meerjarenplanning
Woningbouw. Alvorens deze commissie advies uitbrengt, hoort zij Gedeputeerde Staten
van de provincies
Waardering: B 1
28
Actor: Rijkscommissie voor de Volkshuisvesting
Handeling: Het instellen van werkgroepen
Periode: 1985–1997
Grondslag: Stcrt. 1985, 216
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 1
29
Actor: Rijkscommissie voor de volkshuisvesting
Handeling: Het mede toedelen van woningcontingenten naar aanleiding van aanvragen
van GS voor geldelijke steun ten behoeve van de volkshuisvesting
Periode: 1985–1997
Grondslag: Instellingsbesluit Centraal Orgaan voor de Volkshuisvesting en de Bouwnijverheid
en zijn rechtsopvolgers
Bron:
Product: Advies voor een Verdeelbrief.
Opmerking: De commissies kregen een wettelijke status bij de herziening van de Woningwet
1992. Het advies heeft betrekking op: de provinciale rol bij woningcontingenteringen,
zeker vanaf 1970, de provinciale woningbouwprogramma’s, de uitsplitsing naar de verschillende
subsidiecategorieën aan gemeenten, waarvoor de provincie verantwoordelijk is. De organen
zijn tevens overlegpartners in centrale coördinerende commissies
Waardering: B 5
264
Actor: Rijkscommissie voor de Volkshuisvesting
Handeling: Het adviseren van de minister over de verdeelsleutel en normbedragen van
op aanvrage toe te kennen subsidies aan gemeenten
Periode: 1985–1997
Grondslag: Dit advies wordt verstrekt aan de gemeenten voor de toewijzing van rijksvoorkeurswoningen
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: V, 5 jaar
22.3. Rijksplanologische Commissie (RPC)
58
Actor: Rijksplanologische Commissie (RPC)
Handeling: Het adviseren van de minister inzake het opstellen van wet- en regelgeving
met betrekking tot de volkshuisvesting
Periode: 1965–
Grondslag:
Bron: Nota van toelichting bij het Besluit locatiegebonden subsidies (Stb. 1994, 57)
Product:
Opmerking:
Waardering: B 1
297
Actor: Rijksplanologische Commissie
Handeling: Het adviseren van de minister inzake de goedkeuring van een door de gemeente
aangewezen interimsaldoregelingsgebied
Periode: 1975–1985
Grondslag: Interimsaldoregeling (ISR)
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 1
310
Actor: Rijksplanologische Commissie
Handeling: Het adviseren van de minister inzake aanvragen met betrekking tot de financiering
en subsidiëring van te bouwen woongebieden
Periode: 1985–
Grondslag: Locatiesubsidieregeling 1992, art. 29, lid 2, (Stcrt. 1991, 187)
Bron:
Product:
Opmerking: Het adviseren van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer omtrent het opstellen van een uitvoeringscontract maakt deel uit van
deze handeling (art. 3, Besluit locatiegebonden subsidies (Stb. 1994, 57)
Waardering: B 1
22.4. De Commissie Bijdragen Stedelijke Werken (CBSW) en de Coördinatiecommissie stadsvernieuwing
(CCSV)
30
Actor: Commissie Bijdragen Stedelijke Werken (CBSW);Coördinatiecommissie stadsvernieuwing
(CCSV)
Handeling: Het adviseren inzake beleidsvoorstellen op het gebied van stadsvernieuwing
Periode: 1969–1994
Grondslag: Instellingsbesluit 1969, Wet Stads en Dorpsvernieuwing (WSDV), art. 4,
lid 2, 1989
Bron:
Product:
Opmerking: De Commissie Bijdragen Stedelijke Werken (CBSW) functioneerde van 1969–1974
en werd opgevolgd door de CCSV. De adviezen betroffen onder meer beleidsnota’s van
het ministerie inzake stadsvernieuwing, bijvoorbeeld de ‘beleidskaders’ vanaf 1978.
De taken van de commissie werden beeïndigd met ingang van 1998 door de inwerkingtreding
van de Wijzigingswet stads- en dorpsvernieuwing
Waardering: B 1
31
Actor: Coördinatiecommissie Stadsvernieuwing (CCSV)
Handeling: Het opstellen van meerjarenplannen inzake de stadsvernieuwing
Periode: 1974–1994
Grondslag: Wet Stads en Dorpsvernieuwing (WDSV) art. 4, lid 2
Bron:
Product: Meerjarenplan Stadsvernieuwing 1988–1992
Opmerking:
Waardering: B 1
297
Actor: Coördinatiecommisie Stadsvernieuwing (CCSV)
Handeling: Het adviseren van de minister inzake de goedkeuring van een door de gemeente
aangewezen interimsaldoregelingsgebied
Periode: 1974–1994
Grondslag: Interimsaldoregeling (ISR)
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 1
302
Actor: Commissie Bijdragen Stedelijke Werken; Coördinatiecommissie Stadsvernieuwing
Handeling: Het adviseren inzake subsidie-aanvragen van gemeenten voor stadsvernieuwingsprojecten
Periode: 1969–1997
Grondslag: Instellingsbesluit 1969, Stb. 175
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 1
317
Actor: Coördinatiecommissie Stadsvernieuwing. (CCSV)
Handeling: Het adviseren van de minister inzake de jaarlijkse uitkering aan de stadsvernieuwingsfondsen
Periode: 1974–1994
Grondslag: Wet Stads en Dorpsvernieuwing, (WSDV), art. 4 Besluit Stads en Dorpsvernieuwing,
(SDV) art. 2
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 1
22.5. IWKW en het ICOG
34
Actor: Interdepartmentale Werkgroep Knelpunten in de Woningbouw (IWKW);
Interdepartementale Commissie Groeikernen en Groeisteden (ICOG)
Handeling: Het houden van bestuursvergaderingen en van plenaire vergaderingen met
interdepartementale deelnemers
Periode: 1972–1994
Grondslag:
Bron: A.W. Faber, Werk in uitvoering, p. 36, 1997
Product: Agenda’s, notulen
Opmerking: De IWKW beeïdigde zijn taak in 1977. De ICOG volgde op en had haar laatste
vergadering bij het beoordelen van de Vinex-convenanten, de overeenkomsten voor nieuwe
bouwprogramma’s en woningkwaliteit volgens de Vierde Nota Volkshuisvesting Extra
Waardering: B 1
35
Actor: Interdepartmentale Werkgroep Knelpunten in de Woningbouw (IWKW);
Interdepartementale Commissie Groeikernen en Groeisteden (ICOG)
Handeling: Het adviseren van de minister inzake het woningbouwbeleid in verstedelijkte
gebieden en bij uitbreidingsplannen
Periode: 1972–1994
Grondslag:
Bron: A.W. Faber, Werk in uitvoering, p. 36, 1997
Product: Advies, studierapport
Opmerking:
Waardering: B 1
48
Actor: Interdepartementale Werkgroep Knelpunten Woningbouw (IWKW); Interdepartementale
Commissie Groeikernen en Groeisteden (ICOG)
Handeling: Het adviseren van de minister inzake de oprichting van overlegorganen in
groeikerngebieden
Periode: 1972–1994
Grondslag:
Bron: A.W. Faber, Werk in uitvoering, p. 36. (1997)
Product:
Opmerking: Opgericht zijn de Stuurgroep Noordelijke deel Randstad (2 nov. 1972), de
Coordinatiecommissie Urbanisatiebeleid (CCUB, door GS Zuid-Holland)
Waardering: B 1
289
Actor: Interdepartementale Werkgroep Knelpunten Woningbouw (IWKW); Interdepartementale
Commissie Groeikernen en Groeisteden (ICOG))
Handeling: Het adviseren van de minister inzake de administratie van de subsidiëring
van groeikernen en groeisteden en van andere grote infrastructurele voorzieningen
Periode: 1972–1994
Grondslag: Instellingsbesluit ICOG, KB 25 maart 1977, nr. 115
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 1
303
Actor: Interdepartementale Werkgroep Knelpunten Woningbouw (IWKW); Interdepartementale
Commisse Groeikernen en Groeisteden (ICOG)
Handeling: Het adviseren van de minister inzake aanvragen met betrekking tot de financiering
en subsidiëring van groeikernen en groeisteden en van andere grote infrastructurele
voorzieningen
Periode: 1972–1994
Grondslag: Instellingsbesluit ICOG, KB 25 maart 1977, nr. 115; Locatiesubsidieregeling
1992 (Stcrt. 1991, 187); art. 29, lid 2, SGB-regeling
Bron:
Product:
Opmerking: Het betreft adviezen met betrekking tot de uitvoering van HIS-regelingen
en andere subsidies na de vaststelling van de zg. ‘drietrapsraket’
Waardering: B 1
22.6. Adviescommissie toelating instellingen volkshuisvesting; Adviescommissie toelating
woningcorporaties
117
Actor: Adviescommissie toelating instellingen volkshuisvesting; Adviescommissie toelating
woningcorporaties
Handeling: Het adviseren van de minister inzake het opstellen van (nadere) regels
met betrekking tot het handelen van woningcorporaties
Periode: 1965–
Grondslag:
Bron:
Product:
Opmerking: De Adviescommissie toelating instellingen volkshuisvesting is in 1992 opgevolgd
door de Adviescommissie toelating woningcorporaties
Waardering: B 1
120
Actor: Adviescommissie toelating instellingen volkshuisvesting; Adviescommissie toelating
woningcorporaties
Handeling: Het adviseren van de minister inzake het toelaten, de exploitatie en het
beheer van woningcorporaties
Periode: 1965–
Grondslag: Toelatingsbesluit volkshuisvesting, art. 5, lid 1, onder b, Stb. 1965,
330)
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 1
143
Actor: Adviescommissie toelating instellingen volkshuisvesting;Adviescommissie toelating
woningbouwcorporaties
Handeling: Het adviseren van de minister bij het treffen van maatregelen tegen een
toegelaten instelling naar aanleiding van haar handelen of nalaten
Periode: 1965–
Grondslag:
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 1
22.7. Huurcommissie
518
Actor: Huurcommissie
Handeling: Het adviseren aan B&W en de Minister van VROM inzake de redelijkheid van
een door aanvrager van een huursubsidie te betalen huurprijs
Periode: 1979–
Grondslag: Wet op de Huurcommissies art. 3 a (Stb. 1979, 332), ingetr. Stb. 2003,
230; Uitvoeringswet huurprijzenwet woonruimte art. 5.5, 6.b (Stb. 2003, 230)
Bron:
Product: Advies huurprijs
Opmerking: Met ingang van 1 juli 1995 moest de gemeente bij een aanvrage van individuele
huursubsidie een verklaring aan de minister sturen over de redelijkheid van een huurbedrag.
Tot 1 agustus 2003 werd het advies aan B&W uitgebracht. Na het aannemen van de Uitvoeringswet
huurprijzenwet woonruimte wordt aan de minister geadviseerd
Waardering: V, 10 jaar
525
Actor: Huurcommissie
Handeling: Het op aanvraag van huurders of verhuurders adviseren bij huurgeschillen
Periode: 1979–
Grondslag: Huurwet art. 11 (Stb. 1979, 230), ingetr. Stb. 2003, 230; Wet op de Huurcommissies,
art. 11–13. (Stb. 1979, 332) ingetr. Stb. 2003, 230; Uitvoeringswet huurprijzenwet
woonruimte art. 4–6, (Stb. 2003, 230)
Bron: Interview mevr. C. Koster
Product: Advies/uitspraak gebruiksvergoeding, aanvullende vergoeding, huurprijs, overige
huurgeschillen
Opmerking: Na het vervallen van de Huurwet en de Huurprijzenwet woonruimte per 1-8-2003
heeft de huurcommissie alleen nog de bevoegdheid om advies te geven in geschillen
over geliberaliseerde huurovereenkomsten (art. 5 lid 5 Uitvoeringswet huurprijzen
woonruimte (Uhw)
Bevoegdheid om advies te geven over de huurprijs na woningverbetering (art. 10 Huurprijzenwet
woonruimte) is omgezet in een bevoegdheid om uitspraak te doen (cf. art. 10a Huurprijzenwet
woonruimte; art. 7:255 BW jo. art. 4 lid 2 sub d Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte)
De bevoegdheid om advies te geven over onredelijke bedingen in de huurovereenkomst
(art. 6 Huurprijzenwet woonruimte) is komen te vervallen
De bevoegdheid om advies te geven over een gebruiksvergoeding is nu een bevoegdheid
om uitspraak te doen over een gebruiksvergoeding (art. 5 lid 1 Uitvoeringswet huurprijzen
woonruimte)
Waardering: V, 10 jaar
526
Actor: Huurcommissie
Handeling: Het vaststellen van de bewoonbare staat van goedkope vooroorlogse woningen
Periode: 1970–2003
Grondslag: Huurwet, art. 5 (Stb. 1969, 557), ingetr. Stb. 2003, 230
Bron:
Product:
Opmerking: De zg. ‘huizen onder de huurwaarde’ betreffen woningen waarvan de huur
lager is dan een aan de hand van tabellen per gemeente of wijk vastgesteld bedrag;
de huuradviescommissie moet in dat geval vaststellen of de woning voldoende bewoonbaar
is voor een huurverhoging van 20%
Waardering: V, 10 jaar
529
Actor: Huurcommissie
Handeling: Het aanhouden van een openbaar register van de huurcommissieuitspraken
Periode: Wet op de Huurcommissies art. 22 (Stb. 1979, 332) ingetr. Stb. 2003, 230
Uitvoeringswet huurprijzenwet woonruimte art. 42 (Stb. 2003, 230)
Grondslag: 1979–
Bron: Interview mevr. C. Koster
Product: Uitspraken als onderdeel woonruimtedossier
Opmerking: Het betreft de registratie van de slotwoorden van de uitspraken van de
Huurcommissies en van de voorzitters van de Huurcommissies, met weglating van de namen
van de betrokken huurders en verhuurders. Bij circulaire van 11 oktober 1979, nr.
301 112 heeft de minister formulieren vastgesteld waarop de in het register te vermelden
gegevens dienen te worden ingevuld. De registratie vindt in de praktijk plaats door
toevoeging van de uitspraken van de commissie en kantonrechter aan het pandendossier
(woonruimte-dossier)
Waardering: B 5 (uitspraken in zaken die beleidsgevolgen hebben); V, 10 jaar (overige
uitspraken)
530
Actor: Huurcommissie
Handeling: Het jaarlijks verslag uitbrengen inzake de verrichte werkzaamheden
Periode: 1979–
Grondslag: Wet op de Huurcommissies art. 24 (Stb. 1979, 332), ingetr. Stb. 2003, 230;
Uitvoeringswet huurprijzenwet woonruimte art. 43 (Stb. 2003, 230)
Bron: Interview mevr. C. Koster
Product: jaarverslag
Opmerking: Dit verslag is gericht aan de minister, GS en de kantonrechter van het
district. Het is openbaar. In dit verslag is een analyse van kantonrechtersuitspraken
opgenomen
Bovendien worden de in het verslagjaar genomen beleidsbesluiten van de huurcommissies
in het verslag vermeld of wordt naar de nieuwe beleidsnotities verwezen
Waardering: B 3
22.8. Klachtencommissie Gehandicapten
224
Actor: Klachtencommissie Gehandicapten
Handeling: Het adviseren van de minister inzake knelpunten met betrekking tot het
subsidie-beleid aan gehandicapten
Periode: 1986–1994
Grondslag: Instellingsbeschikking 1986, art. 2b
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 1
261
Actor: Klachtencommissie gehandicapten
Handeling: Het behandelen van klachten van gehandicapte aanvragers voor geldelijke
steun voor aangepaste huisvesting
Periode: 1986–1994
Grondslag: Instellingsbeschikking 1986, art. 2a
Bron:
Product:
Opmerking: De klachtencommissie is in 1986 ingesteld en heeft een nieuw reglement
vanaf 1989. Deze klachtencommissie is ingesteld om de drempel tot een bezwaar of (hoger)
beroep inzake beschikkingen op aanvragen voor een subsidie voor aan te passen woningen
te verlagen
Waardering: V, 10 jaar
22.9. (Adviescommissie) Studiecommissie inzake experimentele woningbouw
556
Actor: (Adviescommissie) Studiecommissie inzake experimentele woningbouw
Handeling: Het adviseren van de Minister van Volkshuisvesting bij de vaststelling
van subsidiecriteria met betrekking tot experimentele woningbouw
Periode: 1968–1979
Grondslag: Reglement Adviescommissie Experimentele Woningbouw, art. 12, lid 2
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 1
557
Actor: (Adviescommissie) Studiecommissie inzake experimentele woningbouw
Handeling: Het berekenen van normen voor de vaststelling van interne regels voor de
erkenning van experimentele woningbouw
Periode: 1968–1979
Grondslag: Reglement Adviescommissie Experimentele Woningbouw, art. 3, lid 1, art.
10, lid 2
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 5
559
Actor: (Adviescommissie) Studiecommissie inzake experimentele woningbouw
Handeling: Het erkennen van plannen van experimentele woningbouw
Periode: 1968–1979
Grondslag: Reglement Adviescommissie Experimentele Woningbouw, art. 10
Bron:
Product:
Opmerking: Over niet erkende plannen doet de commissie rechtstreeks mededeling aan
de aanvrager
Waardering: B 5
22.10. Overige volkshuisvestingscommissies en overlegorganen
470
Actor: Commissie van beroep inzake vergoedingen voor gevorderde woonruimte
Handeling: Het in beroep nader vaststellen van vergoedingen voor gevorderde woonruimte
en/of gebouwen
Periode: 1947–1965
Grondslag: Woonruimtewet 1947, art. 13, lid 2
Bron:
Product:
Opmerking: Zolang het bedrag door de commissie niet is vastgesteld, vindt het verhaal
van de woon- of andere ruimte niet plaats
Waardering: V, 6 jaar
365
Actor: Studiecommissie Bouwvoorschriften (commissie Mazure)
Handeling: Het adviseren van de minister inzake de harmonisatie van gemeentelijke
bouwvoorschriften
Periode: 1949–1952
Grondslag:
Bron:
Product: Model-bouwverordening. 1952
Opmerking:
Waardering: B 1
540
Actor: Studiecommissie bouwvoorschriften (Commissie Mazure)
Handeling: Het opstellen van model-bouwvoorschriften
Periode: 1949–1952
Grondslag: Nota van toelichting Bouwbesluit (Stb. 1991, 680)
Bron:
Product:
Opmerking: In 1952 werd door deze commissie een eerste aanzet gegeven tot een model-bouwverordening.
Dit model werd niet dwingend opgelegd. Een deel van de voorschriften die staan in
dit model zijn in 1956 overgenomen in het Besluit Uniforme Bouwvoorschriften. In vervolg
op de model-bouwverordening heeft het VNG een eigen model-bouwverordening opgesteld
(zie verder paragraaf gemeentelijke bouwverordeningen)
Waardering: B 5
293
Actor: Commissie Bijdragen Stedelijke Werken
Handeling: Het adviseren van de Ministers van VROM en Verkeer en Waterstaat inzake
de subsidiering van sanerings- en reconstructieplannen
Periode: 1963–1985
Grondslag: Besluit bijdragen reconstructie- en saneringsplannen (BBS) 1963
Bron:
Product:
Opmerking: Deze advisering is bij iedere subsidieaanvraag verplicht gesteld. De preadviezen
werden nader uitgebracht door de DGVH of de RPD naargelang het een saneringsplan of
reconstructieplan betrof
Waardering: V, 5 jaar
541
Actor: Stuurgroep Efficiënte Woningbouw
Handeling: Het doen ontwerpen van bouwsystemen en bouwmethoden
Periode: 1965–1998
Grondslag: Wederopbouwwet, art. 20, lid 2
Bron:
Product: Materialenlijsten. Praktijkhandboek bouwkwaliteit
Opmerking: De uitvoerende instelling is de Stichting Bouwresearch, een organisatie
die vertegenwoordigd is uit alle landelijke organisaties op het gebied van de bouw.
De stichting geeft o.m. richtlijnen uit die door deze organen als beginsel worden
goedgekeurd. De richtlijnen worden gekoppeld aan voorschriften, uitgevaardigd door
de Commission Européenne de Normalisation (CEN). De gegevens kunnen als bindend voorschrift
worden toegepast als regels in het kader van het Bouwbesluit
De hier beschreven handeling heeft betrekking op adviezen die De Minister van Volkshuisvesting
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer de ruimte geven om bepaalde bouwsystemen te bevorderen
of toe te laten. De handelingen maken vanaf 1995 deel uit van projecten die in het
Plan van Aanpak Duurzaam Bouwen zijn omschreven
Waardering: B 5
577
Actor: Stuurgroep Efficiënte Woningbouw
Handeling: Het subsidiëren van particulieren bij de toepassing van duurzame bouwsystemen
en bouwmethoden
Periode: 1995–1998
Grondslag:
Bron: Tijdelijke stimuleringsregeling duurzaam bouwen; 2e voortgangsrapportage van
het Tweede Plan van Aanpak Duurzaam Bouwen
Product:
Opmerking: De regeling heeft betrekking op concrete projecten als verwijdering loden
waterleidingen
Waardering: V, 6 jaar
578
Actor: Stuurgroep Efficiënte Woningbouw
Handeling: Het opstellen van handleidingen, richtlijnen en voorlichtingsmateriaal
inzake duurzaam woningbeheer
Periode: 1995–1998
Grondslag:
Bron: Plan van aanpak duurzaam bouwen 1995, p. 10, 31; de nationale paketten
Product: Handleiding duurzaam woningbeheer. Handleiding duurzaam beheer van ulitiliteitsgebouwen.
Milieubewust materiaal kiezen
Opmerking: Hierbij is inbegrepen het aanmerken van documenten van de groepen of van
derden als standaarddocumenten duurzaam bouwen
Waardering: B 5
37
Actor: Commissie van advies inzake de Woonwagenwet
Handeling: Het adviseren van de minister inzake de uitvoering van de Woonwagenwet
en andere woonwagenaangelegenheden
Periode: 1970–1990
Grondslag: Woonwagenwet, art. 42
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 1
641
Actor: Adviescommissie Goede en Goedkope Woningen
Handeling: Het beoordelen van bouwplannen op het realiseren van goede en goedkope
woningen
Periode: 1974–1981
Grondslag: Instellingsbeschikking 13 juni 1974. Circulaire gemeenten 16 juli 1979
inzake opheffing van de regeling goede en goedkope woningen
Bron:
Product:
Opmerking: Deze niet-ambtelijke commissie ingesteld door minister Gruijters had tot
doel de gemeentelijke bouwplannen te beoordelen op het realiseren van goede en goedkope
woningen. Het toekennen van het predicaat ‘goed en goedkoop’ resulteerde in een subsidie.
Doordat plannen voor stadsvernieuwing, groeikernen en groeisteden rekening hielden
met de beschikbaarheid van goede huurwoningen werd deze regeling overbodig
Waardering: B 1
83
Actor: Staatscommissie Kleijn
Handeling: Het adviseren bij de voorbereiding van wettelijke regelingen met betrekking
tot architectenbescherming
Periode: 1980–1987
Grondslag:
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 1
228
Actor: Commissie Verdeling Rijkssteun Woningbouw
Handeling: Het adviseren van de minister aan de hand van adviezen van de provinciale
Adviescommissies voor de Verdeling van Rijkssteun Woningbouw of Provinciale Commissie
voor de Volkshuisvesting
Periode: 1980–1988
Grondslag: Stcrt. 1980, 22
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 5
229
Actor: Commissie Verdeling Rijkssteun Woningbouw
Handeling: Het instellen van werkgroepen
Periode: 1980–1988
Grondslag: Stcrt. 1980, 22
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 4
277
Actor: Adviescommissie PREGO
Handeling: Het adviseren van de minister bij subsidie-aanvragen
Periode: 1982–1989
Grondslag: Regeling Project Rationeel Enegiegebruik in de Gebouwde Omgeving: (PREGO),
art. 6, lid 1
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: V, 6 jaar
590
Actor: Commissie voor toelating van architecten; Commissie voor toelating van stedebouwkundigen;
Commissie voor toelating van landschaps- en tuinarchitecten; Commissie voor toelating
van interieurarchitecten
Handeling: Het op verzoek uitreiken van een aanwijzing tot inschrijving in het architectenregister
Periode: 1987–1989
Grondslag: Wet op de architectentitel, art. 30
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: V, 5 jaar
222
Actor: Centrale Overleggroep Huisvesting Gehandicapten
Handeling: Het adviseren van de Minister van Volkshuisvesting inzake subsidiebeleid
aan gehandicapten
Periode: 1990–1994
Grondslag:
Bron: Instellingsbeschikking 1990
Product:
Opmerking: De commissie moest antwoord geven op de problemen met betrekking tot grote
stijgingen van de uitkeringspost in de begroting voor 1991 en daarna. Deze waren deels
het gevolg van achterstanden bij de afhandeling van subsidie-aanvragen door de gemeenten.
Deze groep was een overlegorgaan tussen het Ministerie van Sociale Zaken, Gemeentelijke
Maatschappelijke Diensten, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en VROM inzake
de verdeling tussen woningaanpassingen en voorzieningen van gehandicapten. Het overleg
ter uitvoering van de Regeling Geldelijke Steun Huisvesting Gehandicapten is opgenomen
in de Wet voorzieningen gehandicapten van 1994 en daarmee is de taak van het overleg
vervallen
Waardering: B 1
23. Handelingen van organisaties op het gebied van de volkshuisvesting
23.1. Stichting Duurzaam Bouwen
66
Actor: Stichting Duurzaam Bouwen
Handeling: Het adviseren van de minister bij de opstelling van wijzigingen in het
Bouwbesluit en van nadere bouwvoorschriften
Periode: 1992–1995
Grondslag:
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: B 1
244
Actor: Stichting Duurzaam Bouwen
Handeling: Het adviseren van de Minister van Volkshuisvesting bij de uitkering van
subsidies inzake duurzame verbeteringen aan woningen en andere vormen van duurzaam
bouwen
Periode: 1992–1995
Grondslag:
Bron: Plan van aanpak
Product:
Opmerking: Voorbeelden zijn: isolatie, vervanging van loden waterleidingen, e.d. Een
deel van de subsidieregelingen wordt ook opgesteld in het kader van het milieubeheer
Waardering: V, 5 jaar
282
Actor: Stichting Duurzaam Bouwen
Handeling: Het adviseren van de minister bij de opstelling van subsidieregelingen
inzake door de plannen van aanpak aanbevolen verbeteringen aan woningen en andere
vormen van duurzaam bouwen
Periode: 1992–1995
Grondslag:
Bron: Plan van aanpak Duurzaam Bouwen
Product: Isolatie, vervanging van loden waterleidingen, e.d.
Opmerking: Een deel van de subsidieregelingen wordt ook opgesteld in het kader van
het milieubeheer. De uitvoering van deze regelingen geschiedt door de Minister van
Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in het kader van budgetsubsidies
aan de gemeentes voor de volkshuisvesting in het kader van subsidieregelingen aan
de gemeentes in verband met het milieubeheer (BUGM, VOGM, zie daarover de PIVOT-rapportage
inzake milieubeheer) de SEV en de door subsidieregels ondersteunde gemeente, op aanvrage
van belanghebbende
Waardering: B 5
23.2. Stichting Ratiobouw
537
Actor: Stichting Ratiobouw
Handeling: Het adviseren van de Minister van Volkshuisvesting inzake de standaardisatie
en normalisatie van bouwtechnische voorschriften en bouwmateriaal
Periode: 1945–1965
Grondslag: Wederopbouwwet, 171, art. 20, lid 2
Bron: J. v.d. Schaar, Volkshuisvesting in goud
Product: Standaard-plattegronden van eensgezinsrijen of étagewoningen; Lijsten van
bouwmaterialen en bouwsystemen; Standaad referentiebestekken en ontwerpen van referentiewoningen;
Keuzeplannen voor woningtypen; Eco-quantum
Opmerking: Het (laten) verrichten van onderzoek naar bouwsystemen en bouwmethoden
maakt deel uit van deze handeling.. De resultaten kunnen leiden tot normen voor te
subsidieren woningen, normen voor de bouw, vastgelegd door het NNI en gegevens voor
Voorschriften en Wenken
Waardering: B 3
388
Actor: Stichting Ratiobouw
Handeling: Het adviseren van de minister inzake van de gemeentelijke bouwverordeningen
afwijkende bouwsystemen
Periode: 1945–1965
Grondslag: Wederopbouwwet, art. 20, lid 2
Bron: J. v.d. Schaar, Volkshuisvesting in goud, 171
Product:
Opmerking: Positieve adviezen leidde tot goedkeuring van verzoeken van bouworganisaties
om af te wijken van gemeentelijke bouwverordeningen
Waardering: B 1
550
Actor: Stichting Ratiobouw
Handeling: Het adviseren van de minister inzake extra subsidies voor arbeidsbesparende
bouwtechnische procédés door de aanvragende gemeenten
Periode: 1945–1965
Grondslag: Wederopbouwwet, art. 20, lid 2
Bron: De Vreeze, Woningbouw: inspiratie en ambities p. 258
Product:
Opmerking: Ratiobouw berekende welke arbeid er kon worden bespaard door de invoering
van de aangegeven bouwmethoden
Waardering: B 1
23.3. Bureau Documentatie Bouwwezen; PRC Bouwcentrum
157
Actor: Bureau Documentatie Bouwwezen; PRC Bouwcentrum
Handeling: Het adviseren inzake de opstelling van normen voor bijzondere categorieën
gebouwen
Periode: 1945–
Grondslag:
Bron:
Product:
Opmerking: Bureau Documentatie Bouwwezen was actief van 1945–1950. Het Bouwcentrum
nam deze taak over. om aan de hand van verzamelde gegevens over bestaande gebouwen
tot normen te komen over de bouw- en exploitatiekosten. Deze normen vormen ook uitgangspunt
voor adviezen aan particulieren
De naam van het Bouwcentrum is gewijzigd in PRC Project Coördinatie Rationalisatie
Bouwcentrum. De organisatie adviseert ondernemingen, overheden en instellingen op
het gebied van bouw, huisvesting, ruimtelijke ontwikkeling, infrastructuur, vastgoed
en duurzame ontwikkeling. De organisatie is in 2004 door adviesbureau Arcadis overgenomen,
echter zonder dat van taakwijziging van het PRC (Projecten Rationalisatie en Coördinatie)
sprake is
Waardering: B 1
167
Actor: Studie- en beoordelingsraad ziekenhuiswezen; PRC Bouwcentrum
Handeling: Het beoordelen van aanvragen van bouwers van ziekenhuizen om subsidie of
om toelating
Periode: 1945–
Grondslag: Wederopbouwwet, art. 17, lid 1
Bron:
Product:
Opmerking: De Studie- en beoordelingsraad ziekenhuiswezen functioneerde van 1945 tot
1950
De taak werd overgenomen door het Bouwcentrum
Waardering: V, 6 jaar
218
Actor: Bureau Documentatie Bouwwezen; PRC Bouwcentrum
Handeling: Het adviseren van overheidsinstellingen inzake door hen te bekostigen bouwwerken
Periode: 1945–
Grondslag: Beschikking risico-berekening 1948, art. 5
Bron:
Product:
Opmerking: Het betreft gebouwen die buiten het budget van de rijksoverheid vallen,
maar waaraan de risico-berekening van het bureau als voorwaarde is gesteld
Waardering: V, 10 jaar
219
Actor: Bureau Documentatie Bouwwezen; PRC Bouwcentrum
Handeling: Het opzetten van rekensystemen voor de risicoberekeningen van aangenomen
werken
Periode: 1945–
Grondslag:
Bron: Archief Bouwcentrum
Product: Prijsindexen voor de bouw; documentatiesystemen voor risicoberekening
Opmerking: Deze risicoberekeningen kunnen worden toegepast voor de uitvoering van
subsidieregelingen voor de bekostiging van woningbouw en andere gebouwen en voor de
toelating van bouwplannen voor bijzondere gebouwen
Waardering: V, 5 jaar na verval/wijziging systeem
537
Actor: Bureau Documentatie Bouwwezen; PRC Bouwcentrum
Handeling: Het adviseren van de Minister van Volkshuisvesting inzake de standaardisatie
en normalisatie van bouwtechnische voorschriften en bouwmateriaal
Periode: 1945–
Grondslag: Wederopbouwwet, 171, art. 20, lid 2
Bron: J. v.d. Schaar, Volkshuisvesting in goud
Product: Standaard-plattegronden van eensgezinsrijen of étagewoningen; Lijsten van
bouwmaterialen en bouwsystemen; Standaad referentiebestekken en ontwerpen van referentiewoningen;
Keuzeplannen voor woningtypen; Eco-quantum
Opmerking: Het (laten) verrichten van onderzoek naar bouwsystemen en bouwmethoden
maakt deel uit van deze handeling. De resultaten kunnen leiden tot normen voor te
subsidieren woningen, normen voor de bouw, vastgelegd door het NNI
gegevens voor Voorschriften en Wenken
Waardering: B 3
538
Actor: Bureau Documentatie Bouwwezen; PRC Bouwcentrum
Handeling: Het opstellen van modellen voor de berekening van kosten voor de bouw,
het onderhoud en de exploitatie van bepaalde categorieën gebouwen
Periode: 1945–
Grondslag: Archief Bouwcentrum
Bron:
Product: Richtlijnen voor de bouw van ziekenhuizen Richtlijnen voor de bouw van recreatiecentra.
Richtlijnen voor de bouw van bejaardenoorden
Opmerking: Deze modellen komen tot stand door middel van onderzoek naar bestaande
gebouwen als gevolg van enquetes. Dergelijke onderzoeken leiden tot de inzameling
van bouwtekeningen en/of modellen die als documentatie bewaard blijven
Waardering: V, 20 jaar
551
Actor: Bureau Documentatie Bouwwezen; PRC Bouwcentrum
Handeling: Het vaststellen van risico’s voor aangenomen gebouwencomplexen, waarvoor
een subsidie of verzoek om toelating is aangevraagd
Periode: 1945–
Grondslag: Beschikking risico-berekening 1948, art. 5
Bron:
Product: Berekende correctiefactor of risico-index
Opmerking:
Waardering: V, 20 jaar
552
Actor: Bureau Documentatie Bouwwezen; PRC Bouwcentrum
Handeling: Het periodiek vaststellen van indexcijfers voor de bouwkosten voor gebouwen
en gebouwencomplexen
Periode: 1945–
Grondslag: Beschikking risico-berekening 1948, art. 5
Bron:
Product: Lijst van bouwmaterialen en bouwsystemen
Opmerking: Hierbij is inbegrepen het opstellen van documentatie, het vaststellen van
methodiek en het geven van richtlijnen voor onderzoek. Deze werkzaamheid, aanvankelijk
uitgevoerd in opdracht van het rijk, wordt in toenemende mate ook verricht als dienst
voor particulieren, hetgeen uiteindelijk heeft geleid tot verzelfstandiging van het
bureau en integratie van dit bureau in het Bouwcentrum
Waardering: V, 10 jaar
23.4. Stuurgroep/Stichting Experimenten Volkshuisvesting. (SEV)
123
Actor: Stuurgroep/Stichting Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV)
Handeling: Het adviseren van de minister en de bij de woningbouw en volkshuisvesting
betrokken marktpartijen inzake vernieuwing in de woningbouw
Periode: 1982–
Grondslag: Beschikking voorschriften beredeneerd verslag van de werkzaamheden en jaarrekening
toegelaten instellingen, art. 6a, lid 2 (Stcrt. 1977, 81)
Huisvestingsbesluit, art. 15, lid 3
Bron: Statuten Stichting SEV (9 juni 1988) art. 3
Product: Adviezen experimenten volkshuisvesting; Adviezen inzake woningcorporaties,
Adviezen subsidieaanvragen voor bijzondere woonvormen; Adviezen aanvragen tot toelating
op het gebied van de verdeling van de woonruimte ter afwijking van regels van het
Huisvestingsbesluit
Opmerking: De Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV) is per 1988 gewijzigd
in de Stichting Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV) en heeft tot taak het
bevorderen van vernieuwing in de woningbouw teneinde deze beter te laten aansluiten
op de maatschappelijke en marktontwikkelingen. Tevens het bevorderen van de samenwerking
tussen bij de woningbouw en volkshuisvesting betrokken marktpartijen, zowel onderling
als in relatie tot de overheid
Waardering: B 1
568
Actor: Stuurgroep/Stichting Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV)
Handeling: Het jaarlijks opstellen van een experimentenprogramma voor de volkshuisvesting
Periode: 1982–
Grondslag: Besluit instelling stuurgroep experimenten volkshuisvesting, art. 5, lid
1, 7
Bron: Statuten Stichting SEV (9 juni 1988) art. 3
Product: Jaarwerkplan, Meerjarenprogramma’s SEV
Opmerking:
Waardering: B 5
654
Actor: Stuurgroep/Stichting Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV)
Handeling: Het werven, selecteren, ondersteunen, begeleiden en evalueren van praktijkexperimenten
inzake woningbouw en volkshuisvesting
Periode: 1982–
Grondslag: Besluit instelling stuurgroep experimenten volkshuisvesting, art. 5, lid
1
Bron: Statuten Stichting SEV (9 juni 1988) art. 3
Product: Pilotsudies; Project stukken (correspondentie/documentatie)
Opmerking:
Waardering: B 5 (pilotstudies); V, 10 jaar (project stukken (correspondentie/documentatie))
569
Actor: Stuurgroep/Stichting Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV)
Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen van de werkzaamheden
Periode: 1982–
Grondslag: Structuurschets Bestuursdienst, p. 45
Bron:
Product: Prestatieverslag
Opmerking:
Waardering: B 3
571
Actor: Stuurgroep/Stichting Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting. (SEV)
Handeling: Het doen van onderzoek in het kader van het experimentenprogramma
Periode: 1982–
Grondslag:
Bron: Statuten Stichting SEV (9 juni 1988) art. 3; Meerjarenprogramma’s SEV
Product: Onderzoeksrapporten
Opmerking:
Waardering: B 5
655
Actor: Stuurgroep/Stichting Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV)
Handeling: Het doen organiseren van publiciteits- voorlichting- en kennisoverdrachtaciviteiten
in het kader van het experimentenprogramma
Periode: 1988–
Grondslag:
Bron: Statuten Stichting SEV (9 juni 1988) art. 3
Product: Periodieke publicaties in de SEV-reeks; Organisatie congressen
Opmerking:
Waardering: B 5 (publicaties; congresbijdragen)
656
Actor: Stuurgroep/Stichting Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV)
Handeling: Het voeren van overleg
Periode: 1988–
Grondslag:
Bron: Statuten Stichting SEV (9 juni 1988) art. 5
Product: Bestuurlijk overleg met de minister; intern overleg
Opmerking:
Waardering: B 1 (overleg met de minister); V, 5 jaar (intern overleg)
657
Actor: Stuurgroep/Stichting Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV)
Handeling: Het organiseren, wijzigen en uitbreiden van de interne organisatie van
de SEV
Periode: 1988–
Grondslag:
Bron: Statuten Stichting SEV (9 juni 1988) art. 4 lid 6, 7, art. 10, art. 11
Product: Aanwijzing secretaris, penningmeester, interne delegatie, instelling werkgroepen,
wijziging statuten
Opmerking:
Waardering: B (wijziging statuten); V, 20 jaar (overige stukken)
662
Actor: Stuurgroep/Stichting Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV)
Handeling: Het kopen, vreemden en bezwaren van registergoederen, het aangaan van financiële
verbintenissen en het aangaan of verbreken van samenwerking met andere rechtspersonen
Periode: 1988–
Grondslag:
Bron: Statuten Stichting SEV (9 juni 1988) art. 4 lid10, art. 8 lid 7
Product: Contracten
Opmerking:
Waardering: V, 5 jaar na beeïndiging contract
665
Actor: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)
Handeling: Het benoemen van secretaris, voorzitter en leden van de Stichting Stuurgroep
Experimenten Volkshuisvesting
Periode: 1988–
Grondslag:
Bron: Statuten Stichting SEV (9 juni 1988) art. 4 lid 10, art. 4 lid 1
Product: Beschikking
Opmerking:
Waardering: V, 5 jaar na beëindiging van functie
23.5. Directeur van het Grootboek voor Woningverbetering
248
Actor: Directeur van het Grootboek voor Woningverbetering
Handeling: Het registreren van betalingen, rentebijschrijvingen en uitkeringen van
het grootboek
Periode: 1957–1960
Grondslag: Wet Grootboek Woningverbetering, art. 3
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: V, 6 jaar
249
Actor: Directeur van het Grootboek voor Woningverbetering
Handeling: Het invorderen van inschrijvingen in het grootboek aan eigenaars/verhuurders
van oudere woningen
Periode: 1957–1960
Grondslag: Wet Grootboek Woningverbetering, art. 6–8
Bron:
Product:
Opmerking: Eigenaars van verhuurde panden, ouder dan 27 september 1940, meten zich
aanmelden bij de directeur van het grootboek. Zij worden aangeslagen voor een bepaald
bedrag uit de inkomsten van de huur, dat zij jaarlijks dienen over te maken. Bij niet
betaling geschiedt een extra aanmaning, zo nodig gevolgd door een dwangbevel
Waardering: V, 6 jaar
250
Actor: Directeur van het Grootboek voor Woningverbetering
Handeling: Het op verzoek al dan niet uitkeren van gelden voor woningverbetering aan
verhuurders van oudere woningen
Periode: 1957–1960
Grondslag: Wet Grootboek Woningverbetering, art. 12
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: V, 6 jaar
23.6. Overige organisaties
47
Actor: Centraal Orgaan voor de Volkshuisvesting en Bouwnijverheid
Handeling: Het adviseren van de minister inzake de opstellingen uitvoering van bouwplannen
Periode: 1947–1977
Grondslag:
Bron: Instellingsakte, 1948
Product:
Opmerking: Het orgaan, dat vanaf 1947 informeel werkzaam was, adviseerde via de volgende
subcommissies: Subcommissie, belast met de verdeling van het woningcontingent. Subcommissie
voor openbare werken. Subcommissie voor toezicht op het bouwplan, met name i.v.m.
materiaaltoelevering en arbeidsmarkt
Waardering: B 1
245
Actor: Stichting Bouwkwaliteit (SBK)
Handeling: Het adviseren van de minister over de nationale en internationale bouwregelgeving,
kwaliteitsverklaringen voor bouwmateriaal en het erkennen van keuringsinstanties
Periode: 1987–
Grondslag: Circulaire inzake het Bouwbesluit (MG 92-27/Stcrt. 1992, 189)
Bron:
Product:
Opmerking: In de Harmonisatiecommissie Bouw (HCB) van de SBK, waarin het bouwwezen,
de rijksoverheid en de Raad voor Accreditatie participeren, worden afspraken gemaakt
over een gecoördineerde certificering- en attestatie van bouwprodukten en bouwkwaliteitsregelingen
Waardering: B 5
357
Actor: Stichting Bouwkwaliteit (SBK)
Handeling: Het afgeven van kwaliteitsverklaringen inzake bouwmateriaal
Periode: 1992–
Grondslag:
Bron: Circulaire inzake het Bouwbesluit (MG 92-27/Stcrt. 1992, 189)
Product:
Opmerking:
Waardering: B 5
543
Actor: Research Instituut voor de Woningbouw (RIW)
Handeling: Het doen van onderzoek inzake de ontwikkeling van de volkshuisvesting
Periode: 1969–1985
Grondslag:
Bron:
Product: Rapport Demografische ontwikkelingen en bouwen en wonen. 1984
Opmerking: Een onderzoeksintelling opgericht door prof. H. Primus
Waardering: B 1
553
Actor: Stichting Vorstverletbestrijding Bouwnijverheid
Handeling: Het verlenen van uitkeringen aan aannemers voor voorzieningen tot bestrijding
van vorstverlet in de bouwnijverheid
Periode: 1946–1968
Grondslag:
Bron:
Product:
Opmerking:
Waardering: V, 6 jaar