Paragraaf 3.2. Afhandeling van aanvragen voor een verklaring van geen bezwaar
[Regeling vervallen per 01-07-2011]
Om een verklaring van geen bezwaar aan te vragen voor oprichting van een naamloze,
een besloten vennootschap of een Societas Europaea dient gebruik te worden gemaakt
van de aanvraagformulieren A en B en/of C en/of F en/of G. Voor een spoedige administratieve
afhandeling is het van belang dat de formulieren volledig zijn ingevuld en ondertekend door de oprichters, de te benoemen bestuurders, de aandeelhouders,
en de notaris.
Ingevulde en ondertekende aanvraagformulieren zijn onbeperkt geldig mits de ingevulde
gegevens niet zijn gewijzigd.
Elektronische aanvraagformulieren dienen ondertekend door de aanvrager en de notaris
in het dossier van de notaris te worden gevoegd en bewaard.
Per aanvraag voor een verklaring van geen bezwaar voor de oprichting van een naamloze
vennootschap, een besloten vennootschap of een Societas Europaea, geldt het volgende:
1. Formulier A
Formulier A dient altijd volledig te worden ingevuld en meegezonden; hierop is geen
uitzondering mogelijk.
Bij vraag 1.2 van het formulier A dienen de feitelijke werkzaamheden te worden vermeld
zoals omschreven dan wel te omschrijven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
2. Formulier B
Formulier B dient in zijn geheel te worden ingevuld door de (Nederlandse of buitenlandse)
natuurlijk persoon die bij de oprichting is betrokken als oprichter, als aandeelhouder
en/of als bestuurder. Wanneer dat meer dan één natuurlijke persoon is, dient per natuurlijk
persoon die als oprichter, aandeelhouder en/of bestuurder fungeert, een formulier
B te worden ingevuld.
Uitzondering op het volledig invullen:
Indien de natuurlijk persoon voldoet aan de volgende criteria kan volstaan worden
met het invullen van de vragen 1.1 tot en met 2.3.
De tot eerste bestuurder te benoemen natuurlijk persoon is bestuurder of werknemer
van:
-
a. een structuurvennootschap;
-
b. een vennootschap waarvan de effecten zijn genoteerd aan een gereglementeerde effectenbeurs
in de zin van artikel 1, onderdeel e van de Wet Toezicht Effectenverkeer 1995;
-
c. een overheidslichaam;
-
d. een rechtspersoon die volgens zijn laatst vastgestelde jaarrekening een eigen vermogen
heeft van € 454.000,– of meer;
-
e. een dochtermaatschappij van een hiervoor onder a tot en met d genoemde rechtspersoon,
mits deze rechtspersoon bij de oprichting 95% of meer van alle aandelen neemt en daarmee
de doorslaggevende macht verkrijgt.
Buitenlandse natuurlijke personen die buiten Nederland wonen en verblijven behoeven
de vragen 1.1 en 2.1 van de vragenlijst B niet te beantwoorden en de vragen 2.2 en
2.3 slechts voorzover de partner een Nederlandse nationaliteit heeft, in Nederland
woont en/of de afgelopen 8 jaar in Nederland heeft gewoond.
3. Formulier C
Formulier C dient in zijn geheel te worden ingevuld door de (Nederlandse of buitenlandse)
rechtspersoon die bij de oprichting is betrokken als oprichter, als aandeelhouder
en/of als bestuurder. Wanneer dat meer dan één rechtspersoon is, dient per rechtspersoon
die als oprichter, aandeelhouder en/of bestuurder fungeert, een formulier C te worden
ingevuld.
Bij vraag 1.2 van het formulier C dienen de feitelijke werkzaamheden te worden vermeld
zoals omschreven dan wel te omschrijven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
Uitzonderingen op het volledig invullen:
In een aantal gevallen kan bij aanvraagformulier C worden volstaan met het invullen
van vraag 1.1. t/m vraag 1.5. Deze regel geldt in het geval één van de oprichters
is:
-
a. een structuurvennootschap;
-
b. een vennootschap waarvan de effecten zijn genoteerd aan een gereglementeerde effectenbeurs
in de zin van artikel 1, onderdeel e van de Wet Toezicht Effectenverkeer 1995;
-
c. een overheidslichaam;
-
d. een rechtspersoon die volgens zijn laatst vastgestelde jaarrekening een eigen vermogen
heeft van € 454.000,– of meer;
-
e. een dochtermaatschappij van een hiervoor onder a tot en met d genoemde rechtspersoon,
mits deze rechtspersoon bij de oprichting 95% of meer van alle aandelen neemt en daarmee
de doorslaggevende macht verkrijgt;
-
f. een bestuurder (rechtspersoon) van een rechtspersoon, zoals hiervoor onder a tot en
met d genoemd, die ten aanzien van de op te richten vennootschap zal worden benoemd
tot eerste bestuurder. Ook hier geldt: mits de betreffende rechtspersoon genoemd onder
a tot en met d, bij de oprichting 95% of meer van alle aandelen neemt en daarmee de
doorslaggevende macht verkrijgt.
Buitenlandse rechtspersonen die buiten Nederland zijn gevestigd behoeven vraag 1.3
van de vragenlijst C niet te beantwoorden.
De minister behoudt zich in alle gevallen de bevoegdheid voor toch de volledige invulling
van de vragenlijsten B en C te verlangen en hij kan de verstrekte gegevens controleren.
Uitzondering voor wat betreft de ondertekening van de aanvraagformulieren C:
Indien een oprichtende rechtspersoon, zijnde een besloten vennootschap, een naamloze
vennootschap of een Societas Europaea, nog niet is opgericht, kunnen daarvoor nog
ongetekende ingevulde aanvraagformulieren C worden ingediend . In dat geval dient
de oprichtende rechtspersoon, eenmaal zelf opgericht, vóór de oprichting (dus vóór
het passeren van de akte) ongewijzigd ingevulde vragenformulieren te ondertekenen
die de notaris in het betreffende dossier dient te bewaren. De minister behoudt zich
evenwel het recht voor deze vragenformulieren ten behoeve van de misbruiktoets bij
de notaris op te vragen.
Indien de oprichtende rechtspersoon niet wordt opgericht dient de notaris zowel de
eerder afgegeven verklaring van geen bezwaar van de oprichtende rechtspersoon als
van de op te richten rechtspersoon onverwijld terug te sturen.
4. Formulier F en G
De formulieren F en G dienen gebruikt te worden om de gegevens te vermelden van andere
dan de in de formulieren B en C genoemde (rechts)personen die bij de oprichting zijn
betrokken als feitelijk beleidsbepaler(s) en uiteindelijk belanghebbende(n). Formulier
F ziet op natuurlijke personen, formulier G op rechtspersonen. In het algemeen wordt
onder de uiteindelijke belanghebbende diegene verstaan die economisch gerechtigd is
tot het vermogen van de vennootschap, dan wel diegene die uiteindelijk zeggenschap
heeft over het bestuur van de vennootschap. Bij oprichtingen door trustkantoren worden
onder uiteindelijke belanghebbenden (ultimate beneficial owners) verstaan, de perso(o)n(en)
die
feitelijk zeggenschap heeft of hebben over, of de voordelen geniet(en) die zijn voortgebracht
door, de vennootschap of een of meer vennootschappen of rechtspersonen behorende tot
de groep waarvan die vennootschap deel uitmaakt.
Uitzonderingen op het volledig invullen
In een aantal gevallen kan bij aanvraag formulier G worden volstaan met het invullen
van de vragen 1.1 t/m 1.3, 2.1. en 2.2. De uitzonderingen betreffen de hierboven bij
de formulier C onder a. t/m f. vermelde (rechts)personen.
Mede op basis van het gestelde in de Wet toezicht trustkantoren geldt voor aanvragen van trustkantoren tot afgifte van een verklaring van geen bezwaar
voor de door hen op te richten vennootschappen een bijzondere administratieve afhandeling.
In de toelichting bij deze Beleidsregels wordt hier nader op ingegaan.