Regeling bekostiging jeugdzorg

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009.]
Geraadpleegd op 22-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 15-10-2005 en zichtdatum 01-05-2024.
Geldend van 01-01-2005 t/m 08-06-2006

Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 december 2004, nr. DJB/JZ-2540278, houdende regels met betrekking tot de uitkeringen jeugdzorg aan de provincies en eisen ten aanzien van het provinciale subsidiebeleid (Regeling bekostiging jeugdzorg)

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Justitie,

Gelet op de artikelen 32, zevende lid, en 41, zesde lid, van de Wet op de jeugdzorg en de artikelen 6, tweede lid, en 7 tweede lid en derde lid, van het Tijdelijk besluit uitkeringen jeugdzorg;

Besluiten:

Hoofdstuk 1. Algemene bepaling

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. de wet: de Wet op de jeugdzorg;

  • b. besluit: het Besluit uitkeringen jeugdzorg;

  • c. uitkeringen: de uitkering bureau jeugdzorg en de uitkering zorgaanbod.

Hoofdstuk 2. De uitkeringen aan de provincie

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Paragraaf 1. Betaling

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

De uitkeringen worden betaald volgens het schema opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 1.

Paragraaf 2. Controleprotocol en rapportage

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

  • 1 Het onderzoek naar de verantwoording, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van het besluit vindt plaats met inachtneming van het protocol dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 2.

  • 2 De verklaring, bedoeld in artikel 7, vierde lid, van het besluit wordt opgesteld overeenkomstig het in de bij deze regeling behorende bijlage 2 opgenomen model en gaat vergezeld van een rapport van bevindingen omtrent het financiële beheer en een rapportage omtrent de naleving van de wettelijke voorschriften.

Paragraaf 3. Inrichting van het uitvoeringsprogramma

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Het uitvoeringsprogramma wordt, voor zover het betreft het overzicht, bedoeld in artikel 32, tweede lid, van de wet, ingericht overeenkomstig het model opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 3.

Hoofdstuk 3. Eisen met betrekking tot subsidiëring van een stichting of zorgaanbieder door de provincie

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Paragraaf 1. De wijze waarop het bedrag van de subsidie wordt bepaald

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

  • 1 De provincie hanteert als grondslag voor de subsidiëring, de activiteiten zoals deze voor de vaststelling van een normbedrag zijn omschreven in de regeling bedoeld in de artikelen 2, tweede lid, en 6 van het besluit.

  • 2 De provincie kan de activiteiten, voor zover het zorgaanbieders betreft, onderverdelen.

Paragraaf 2. Toezicht op de rechtmatige en doelmatige besteding van subsidies

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

  • 1 De provincie verplicht de stichting en de zorgaanbieders de jaarlijkse verantwoording te voorzien van een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De verklaring is opgesteld overeenkomstig het model opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 4 en gaat vergezeld van een rapportage omtrent de naleving van de wettelijke voorschriften.

  • 2 De provincie verplicht de stichting en de zorgaanbieders de accountantscontrole te laten uitvoeren met inachtneming van tenminste het protocol opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 4.

  • 3 De provincie verplicht de zorgaanbieders er voor zorg te dragen dat:

    • a. de cliëntenadministratie op overzichtelijke en doelmatige wijze wordt gevoerd;

    • b. de cliëntenadministratie een juist, volledig en actueel beeld geeft van de verleende zorg, waarbij een relatie wordt gelegd met de zorg waarop een cliënt aanspraak heeft;

    • c. van de aanspraken en van de verleende zorg deugdelijke bewijsstukken aanwezig zijn, waaruit de aard en de omvang van de aanspraken en de verleende zorg duidelijk blijken.

  • 4 Het eerste lid is niet van toepassing, indien de voor het boekjaar begrote exploitatielasten van de stichting of de zorgaanbieder € 250.000 of minder bedragen.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

De provincie verplicht de stichting en de zorgaanbieder er voor zorg te dragen dat de accountant, bedoeld in artikel 6, meewerkt aan door of namens de provincie in te stellen onderzoeken naar de door de accountant verrichte controlewerkzaamheden.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2005. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 december 2004, treedt zij in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van die Staatscourant en werkt terug tot en met 1 januari 2005.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bekostiging jeugdzorg.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C.I.J.M. Ross-van Dorp

De

Minister

van Justitie,

J.P.H. Donner

Bijlage 1. Betalingsschema uitkeringen jeugdzorg

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

januari

15%

februari

7%

maart

7%

april

7%

mei

15%

juni

7%

juli

7%

augustus

7%

september

3%

oktober

11%

november

14%

Bijlage 2. Controleprotocol voor de accountantscontrole bij provincies

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

1. Inleiding

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Als onderdeel van de aanvraag van de uitkering van het Rijk aan de provincie voor het komende jaar, dient de provincie vóór 1 oktober (zie artikel 32 Wet op de jeugdzorg, hierna ook: de wet) het ontwerp van het uitvoeringsprogramma jeugdzorg in bij de Ministers.

Het uitvoeringsprogramma dient ingevolge artikel 32, tweede lid, van de wet een overzicht te bevatten van:

  • a. de in het aan het jaar van vaststelling (van het uitvoeringsprogramma) voorafgaande kalenderjaar door de stichting en de zorgaanbieders geleverde activiteiten en de voor de uitvoering van die activiteiten verstrekte subsidies;

  • b. de in het jaar van vaststelling, met inachtneming van het provinciale beleidskader, door de stichting en de zorgaanbieders te leveren activiteiten en de voor de uitvoering daarvan verleende subsidies;

  • c. de in het kalenderjaar volgend op het jaar van vaststelling, met inachtneming van het provinciale beleidskader, door de stichting en de zorgaanbieders te leveren activiteiten en de voor de uitvoering daarvan beschikbare subsidies.

Ingevolge artikel 7 van het Tijdelijk besluit uitkeringen jeugdzorg (hierna ook: het besluit) dient het onder a genoemde onderdeel van het uitvoeringsprogramma te worden voorzien van een accountantsverklaring. Deze verklaring gaat vergezeld van een rapportage over de naleving van de wettelijke voorschriften.

Ingevolge artikel 32, zevende lid van de wet kunnen de Ministers een model voorschrijven voor de inrichting van het uitvoeringsprogramma en derhalve ook voor het onder a genoemde onderdeel, dat de verantwoording bevat. Voor deze verantwoording is in artikel 4 van de Regeling bekostiging jeugdzorg een model voorgeschreven.

Artikel 7, tweede lid, van het besluit verplicht de Ministers een controleprotocol vast te stellen. Deze bijlage strekt daartoe.

Het doel van dit protocol is om alle betrokkenen duidelijkheid te verschaffen over de benodigde reikwijdte van de controle en de rapportage van de accountant.

Het controleprotocol geeft een minimum aan en laat de eigen verantwoordelijkheid van de provincie en die van de door haar aangewezen accountant om tot een goede controle te komen, onverlet. De provincie en haar accountant behouden de mogelijkheid om zelf accenten voor de controle te leggen en specifieke controleaspecten te formuleren, mits daardoor het vereiste minimum niet wordt aangetast. Het controleprotocol beoogt niet om de aanpak van de controle voor te schrijven. De accountant zal op basis van een analyse van de risico’s ten aanzien van de uitvoerings- en beheerssystemen afwegen welke mix van controlemiddelen hij wil inzetten.

Artikel 7, vierde lid, van het besluit biedt de mogelijkheid bij ministeriële regeling regels te stellen omtrent de verklaring van getrouwheid. Dit is uitgewerkt in de als annex bij deze bijlage gevoegde model accountantsverklaring.

2. Object van controle

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Objecten van controle zijn:

  • de jaarlijkse verantwoording van de provincie genoemd in artikel 32, tweede lid, onder a, van de wet, zoals deze overeenkomstig onderdeel A van bijlage 3 behorende bij deze regeling, wordt opgenomen in het uitvoeringsprogramma;

  • de aan deze verantwoording ten grondslag liggende processen en administraties, voorzover van belang voor de oordeelsvorming over het financieel beheer (subsidiebeheer, beleid ter bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidiegelden, reviewbeleid)

3. Doel en reikwijdte

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Het doel van de controle is het verstrekken van een accountantsverklaring bij de verantwoording, alsmede het geven van een oordeel over het financieel beheer. De reikwijdte van de controle omvat in ieder geval:

  • de juiste inrichting van de verantwoording;

  • de getrouwe weergave van de financiële verantwoording;

  • de rechtmatigheid van de subsidieverleningen en -vaststellingen;

  • correcte berekening van de egalisatiereserve;

  • de ordelijkheid en controleerbaarheid van het provinciale beheer.

4. Betrouwbaarheid en tolerantie

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

4.1. Betrouwbaarheid

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Bij het onderzoek naar de getrouwheid van de financiële verantwoording, de rechtmatigheid van de daarin opgenomen financiële stromen (verleningen en verstrekkingen), de daarvoor geleverde activiteiten en de stand van de egalisatiereserve dient een hoge mate van zekerheid te worden gehanteerd. Het begrip hoge mate van zekerheid wordt vertaald met een betrouwbaarheid van tenminste 95%.

4.2. Tolerantie

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

In artikel 2 van het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten zijn de toleranties vastgelegd voor de controle van de provinciale jaarrekening (eerste lid ) en deelverantwoording (zesde lid).

De verantwoording (onderdeel van het ‘uitvoeringsprogramma jeugdzorg’) die als onderdeel van de aanvraag moet worden ingediend kan worden gezien als een deelverantwoording waarvoor de normen gelden, genoemd in artikel 2, zesde lid van dat besluit.

Dit houdt in dat bij het onderzoek naar de getrouwheid van de verantwoording en naar de rechtmatigheid van de daarin opgenomen stromen (verleende en verstrekte subsidies), de stand van de risicoreserve en de geleverde activiteiten een tolerantie van maximaal 1% dient te worden gehanteerd. Het voorgaande houdt in dat een goedkeurende accountantsverklaring impliceert dat de meest waarschijnlijke fout niet groter is dan 1% van de omvangbasis. Indien de meest waarschijnlijke fout zit tussen de 1% en 3% leidt dit tot een beperking. Indien de 3% wordt overschreden zou dit moeten leiden tot een afkeurende verklaring.

De situatie kan zich voordoen dat de accountant op basis van objectieve verhinderingen tijdens het onderzoek geen zekerheid kan verkrijgen ten aanzien van de rechtmatigheid of getrouwe weergave. Voor deze beperkingen geldt als omvangbasis 3%. Indien de 3% wordt overschreden zou dit moeten leiden tot een beperking, respectievelijk oordeelonthouding bij een overschrijding van 10%.

Naast kwantitatieve fouten en onzekerheden dient de accountant zich ook een oordeel te vormen over kwalitatieve aspecten, zoals of de verantwoording is ingericht in overeenstemming met artikel 4 van de Regeling bekostiging jeugdzorg.

4.3. Foutdefinitie en weging van de fouten

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Bij de bepaling of iets fout is of niet geldt als norm de vigerende wet- en regelgeving. De accountant toetst zelfstandig of aan het normatieve kader is voldaan. Bij de foutschatting van de financiële fout moet worden uitgegaan van de meest waarschijnlijke fout.

De weging van de fouten is in eerste instantie een vakkundige afweging van de controlebevindingen (professional judgement). Naast kwantitatieve factoren spelen hierbij ook kwalitatieve aspecten (zie ook artikel 3 van het Besluit accountantscontrole provincie en gemeenten) een rol zoals kwalitatieve aspecten (zie 4.2). Indien kwalitatieve aspecten daartoe aanleiding geven kan de accountant een goedkeurende accountantsverklaring onthouden.

5. Aandachtspunten bij de controle

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

De accountant stelt bij de controle vast dat:

  • de verantwoording is opgemaakt conform het model, bedoeld in artikel 4 van de Regeling bekostiging jeugdzorg;

  • de verleende en verstrekte subsidies tot stand zijn gekomen in overeenstemming met het goedgekeurde uitvoeringsprogramma;

  • de verleende en verstrekte subsidies, tot stand zijn gekomen op basis van de provinciale verordening zoals bedoeld in artikel 41, vijfde lid, van de Wet op de jeugdzorg;

  • in de verantwoording alle verleende en verstrekte subsidies zijn opgenomen;

  • de door de zorgaanbieders geleverde activiteiten juist en volledig zijn weergegeven;

  • de door de stichting geleverde activiteiten juist en volledig zijn weergegeven;

  • dat de egalisatiereserve is gevormd conform de bepalingen in artikel 10 van het Tijdelijk besluit uitkeringen jeugdzorg;

6. Rapportering door de accountant

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

6.1. Accountantsverklaring

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

In de annex bij dit controleprotocol is een model (goedkeurende) accountantsverklaring opgenomen.

6.2. Oordeel over financieel beheer

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Volgens artikel 2, tweede lid, van de Regeling bekostiging jeugdzorg legt de accountant zijn oordeel en bevindingen over het financiële beheer vast in een apart verslag. Dit verslag wordt door de provincie ter kennis gebracht van de Ministers tezamen met de verklaring over de verantwoording.

In zijn rapportage over het gevoerde financieel beheer, gaat de accountant waar nodig in op in ieder geval:

  • afwijkingen van de provinciale verordeningen van de wettelijke voorschriften. (Ingevolge artikel 41 van de wet moet de verordening van de provincie voldoen aan de in artikel 39 genoemde onderwerpen;

  • beleid ter bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidiegelden;

  • opzet en werking van het systeem van interne controle waaronder het sanctie- en reviewbeleid;

  • geconstateerde fouten en onzekerheden;

  • andere zaken die van belang zijn voor de sturing door de Ministers en het inzicht in de doelmatigheid van het beleid, en de uitvoering door de provincie. Hieronder moet ook worden verstaan de bevindingen van de controlerend accountants van het bureau jeugdzorg en de zorgaanbieders, voor zover die bevindingen een zodanige strekking hebben dat ze van belang zijn voor het functioneren van het stelsel van jeugdzorg als geheel (stelselverantwoordelijkheid van de ministers van VWS en Justitie). De beoordeling van de doelmatigheid van het beleid behoort niet tot de controletaak van de accountant.

Annex behorende bij het controleprotocol voor de accountantscontrole van de Wet Jeugdzorg door provincies

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Model accountantsverklaring ten behoeve van de verantwoording door de provincies

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Opdracht

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Wij hebben de verantwoording jaartal, bedoeld in artikel 32, tweede lid, onder a, van de Wet op de jeugdzorg van de provincie naam gecontroleerd.

Werkzaamheden

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Bij onze controle zijn wij nagegaan:

  • a. dat het totaal van de bestedingen, zoals blijkt uit de verantwoording, volledig is weergegeven;

  • b. dat de bestedingen hebben plaatsgevonden overeenkomstig de provinciale subsidieverordening, bedoeld in artikel 41, vijfde en zesde lid van de Wet op de jeugdzorg;

  • c. dat de bestedingen hebben plaatsgevonden in overeenstemming met het uitvoeringsprogramma jeugdzorg, bedoeld in artikel 32 van de Wet op de jeugdzorg;

  • d. dat de berekening van de egalisatiereserve op de juiste wijze heeft plaatsgehad.

Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de verantwoording geen onjuistheden van materieel belang bevat. Bovendien is onze controle verricht overeenkomstig het controleprotocol, opgenomen in bijlage 2 behorend bij de Regeling bekostiging jeugdzorg.

Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van een deelwaarneming van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichting in de verantwoording.

Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.

Oordeel

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Wij zijn van oordeel dat de verantwoording jaartal van de provincie naam voldoet aan de hierboven gestelde eisen.

Overig

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Wij hebben op grond van het controleprotocol met betrekking tot provincies een rapport van bevindingen opgesteld. Daarin wordt ingegaan op die aspecten waarover aan de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Justitie gerapporteerd moet worden.

Naam Accountantskantoor en vestigingsplaats

Handtekening en Naam accountant

Datum

Bijlage 3. bedoeld in artikel 4

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

A. Inrichting verantwoordingsdeel uitvoeringsprogramma (artikel 32, tweede lid, onder a, van de Wet op de jeugdzorg)

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Bijlage 158991.png

B. Inrichting budgetteringsdeel uitvoeringsprogramma (artikel 32 WJZ, lid 2, onder b en c)

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Bijlage 158992.png

C. Kwalitatieve beschrijving van door de provincie gesubsidieerde activiteiten met betrekking tot de jaren t-2, t-1 en t (zie artikel 32, tweede lid, van de Wet op de jeugdzorg)

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

I. Uit de uitkering bureau jeugdzorg gesubsidieerde activiteiten

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Bijlage 158993.png

II. Uit de uitkering zorgaanbod gesubsidieerde activiteiten

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Bijlage 158994.png

Bijlage 4. Controleprotocol voor de accountantscontrole bij stichtingen en zorgaanbieders

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

1. Inleiding

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Waar in dit protocol wordt gesproken van instelling wordt daaronder verstaan een bureau jeugdzorg of een zorgaanbieder.

Het controleprotocol is opgesteld ten behoeve van de door de instellingen met de controle belaste accountant ter zake van de reikwijdte en diepgang van de controle op de naleving van de voorschriften, verbonden aan de besteding van de uit hoofde van de Wet op de jeugdzorg verleende subsidie, en de rapportering daarover.

Belangrijk uitgangspunt van dit protocol is dat de reikwijdte van de accountantscontrole en de accountantsverklaring zowel betrekking hebben op de rechtmatigheid als het getrouwe beeld van de jaarrekening. De inhoud van dit protocol sluit aan bij het zogeheten Handboek Controle DAD, dat geldt voor de accountantscontrole bij het Rijk. Tevens is aansluiting gezocht bij de bepalingen van het Besluit Accountantscontrole gemeenten (Stb. 2002, nr. 68).

2. Reikwijdte accountantsverklaring en tolerantie

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

De accountant dient een gekwantificeerd oordeel te geven over de mate van getrouwheid en rechtmatigheid van de jaarrekening. Een goedkeurende verklaring wordt afgegeven indien de totale omvang van de onjuistheden en onzekerheden binnen zekere grenzen blijven. Deze grenzen zijn gerelateerd aan het totaal van de aan de instelling uit hoofde van de Wet op de jeugdzorg in het boekjaar verleende subsidies. De grens voor onjuistheden en onzekerheden bedraagt 1% (maximale fout) respectievelijk 3% (maximale onzekerheid). Indien een of meer van bovengenoemde grenzen worden overschreden rapporteert de accountant over de financiële omvang van de aangetroffen onjuistheden en onzekerheden. De accountantsverklaring heeft een betrouwbaarheid van minimaal 95%, conform de gebruikelijke beroepsopvatting.

Het is aan de accountant zelf om in de controlemix keuzes te maken zodat een verantwoorde uitspraak kan worden gedaan ten aanzien van de fouten en onzekerheden. Tevens stelt de accountant zelfstandig vast of en in hoeverre bij de uitvoering van de controlewerkzaamheden gesteund kan worden op de interne controlemaatregelen. Beide punten beïnvloeden de omvang en de grootte van de mogelijk uit te voeren gegevensgerichte deelwaarneming (steekproef).

De uitwerking gegeven van de consequenties van het overschrijden van de diverse foutenmarges voor het accountantsoordeel is als volgt:

Soort af te geven accountantsoordeel bij diverse niveaus van goedkeuringstoleranties

Fouten

< 1%

< 1%

< 1%

Onzekerheden

< 3%

> 3%, < 10%

> 10%

Oordeel

Goedkeurend

Beperking

Oordeelsonthouding

Fouten

> 1%, < 3%

> 3%,

Onzekerheden

< 3%

< 3%

Oordeel

Beperking

Oordeelsonthouding

De accountant brengt zijn oordeel over de getrouwheid en rechtmatigheid van de verantwoording van de instelling tot uitdrukking volgens de in de annex opgenomen modelverklaring. De ‘oordeelsparagraaf’ van deze verklaring dient als volgt te worden geïnterpreteerd ‘Namelijk dat de accountant van oordeel is dat de jaarrekening van de instelling getrouw weergeeft van zowel de activa en passiva per ultimo boekjaar als de baten en lasten over het boekjaar, alsmede dat de in de jaarrekening opgenomen baten en lasten, alsmede dat balansmutaties tot stand zijn gekomen in overeenstemming met van toepassing zijnde wettelijke regelingen en dat het onderhavige controleprotocol is nageleefd’.

Indien de accountant geen goedkeurend (getrouwheids- en/of rechtmatigheids) oordeel over de jaarrekening geeft, vermeldt hij in een toelichting op de accountantsverklaring de hieraan ten grondslag liggende oorzaken. Tevens wordt per oorzaak de omvang van het financiële belang vermeld van de geconstateerde onjuistheden respectievelijk van de onzekerheden.

Indien naar het oordeel van de accountant risico's (blijven) bestaan op het niet kunnen verstrekken van een goedkeurende verklaring over toekomstige boekjaren, dan rapporteert hij hierover in de toelichting op de accountantsverklaring met vermelding van de redenen/oorzaken/risico's. De accountant gaat daarbij in op door de instelling inmiddels getroffen maatregelen ter voorkoming van de geconstateerde gebreken. De accountant rapporteert daarbij tevens over de toereikendheid in opzet en (voor zover de maatregelen zijn geïmplementeerd) werking van die maatregelen.

3. Regelgeving

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Voor wat betreft het rechtmatigheidaspect betrekt de accountant in zijn oordeel de wet- en regelgeving, die specifiek is voor de instelling. Het gaat om de volgende regelgeving:

  • het bij of krachtens de Wet op de jeugdzorg bepaalde;

  • voorschrift Informatiebeveiliging Rijksoverheid 1994;

  • Europese aanbestedingsrichtlijnen: Richtlijn 93/36/EEG voor de coördinatie van opdrachten voor Leveringen, Richtlijn 92/50/EEG voor de coördinatie van de opdrachten voor Diensten, Richtlijn 93/37/EEG voor de coördinatie van de procedures voor het aanbesteden van Werken, Wijzigingsrichtlijn 97/52/EEG voor Diensten, Leveringen en Werken.

    Nederlandse wet- en regelgeving: Besluit overheidsaanbestedingen Stbl. 436 (1997) en 542 (1998), Raamwet EEG-voorschriftenoverheidsaanbestedingen 212 j° (1993) , 305 (1993), 379 (1994), 436 (1997), 542 (1998).

De controle op de naleving van de aan de subsidieverstrekking verbonden voorschriften wordt gerekend tot de normale aandacht van de accountant. Daarvoor hanteert de accountant bij zijn oordeelsvorming de gebruikelijke toleranties. Voor een aantal bepalingen van de toepasselijke wet- en regelgeving wordt een ander soort aandacht gevraagd dan voor een gebruikelijke controle van een jaarrekening.

Ten aanzien van de controle worden de volgende soorten aandacht onderscheiden.

Normale aandacht

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Voor de verklaring van getrouwheid en rechtmatigheid bij de jaarrekening zal de accountant normale aandacht dienen te schenken aan een aantal voorschriften uit de toepasselijke wet- en regelgeving.

Voor zover in het onderstaande niet is uitgegaan van procedurele of speciale aandacht heeft de hierboven genoemde wet- en regelgeving normale aandacht.

Procedurele aandacht

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Gezien de grenzen van zijn deskundigheid wordt de accountant niet geacht alle bepalingen in wet- en regelgeving inhoudelijk te toetsen. In een aantal gevallen kan de accountant zich beperken tot de beoordeling van de opzet en het bestaan van de relevante administratieve organisatie en daaronder begrepen maatregelen van interne controle. Van de accountant wordt voor deze bepalingen geen oordeel verwacht over de inhoudelijke juistheid van de naleving.

Bepalingen met procedurele aandacht:

Het bureau jeugdzorg

– de opzet en de werking van de informatieverzameling en -verwerking van de gegevens die geleverd moeten worden uit hoofde van artikel 44, zesde lid, van de Wet op de jeugdzorg (beleidsinformatie).

Speciale aandacht

Bij speciale aandacht gaat het om bepalingen, die bij de controle van de getrouwheid en rechtmatigheid van de jaarrekening voor de Ministers van VWS en Justitie van bijzonder belang zijn. In dergelijke gevallen geldt voor de oordeelsvorming een kleinere tolerantie, dan gebruikelijk is voor bepalingen, die normale aandacht hebben. Van de accountant wordt verwacht dat hij over de gecontroleerde afwijkingen rapporteert, ook indien de afwijkingen voor zijn oordeelsvorming over de getrouwheid en rechtmatigheid van de jaarrekening niet van materiële betekenis zijn.

Bepalingen met speciale aandacht:

Het bureau jeugdzorg

  • de accountant stelt vast dat de subsidie door de stichting slechts is aangewend voor de taken, bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de Wet op de jeugdzorg;

  • de accountant stelt de volledigheid vast van de meldingen door het bureau jeugdzorg aan het landelijk bureau inning onderhoudsbijdragen (LBIO) over de aanvang en de beëindiging van jeugdzorg waarvoor een ouderbijdrage op grond van de wet verschuldigd is (artikel 12 van de Wet op de jeugdzorg);

  • de accountant stelt de juistheid vast van de aantallen jeugdigen, waarvoor de stichting een van de taken, bedoeld in artikel 10, eerste lid onder a tot en met d, van de Wet op de jeugdzorg uitvoert: In dit verband beoordeelt de accountant de opzet, het bestaan en de werking van de beheersmaatregelen rond de registratie van jeugdigen (IJ systeem).

Zorgaanbieders

4. Toelichting op de accountantsverklaring

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Van de accountant wordt verwacht dat hij een toelichting op de accountantsverklaring geeft ten aanzien van de volgende aspecten:

  • de oorzaken die ten grondslag liggen aan het niet afgeven van een goedkeurende verklaring, waarbij per oorzaak de omvang van het financiële belang wordt vermeld van de geconstateerde onjuistheden respectievelijk van de onzekerheden.

  • De bevindingen met betrekking tot bepalingen met procedurele respectievelijk speciale aandacht.

  • ongeacht de aard van de bevindingen, de volgende onderwerpen:

Voor alle instellingen

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

  • De toereikendheid in het algemeen van de opzet, het bestaan en de werking van de administratieve organisatie, waaronder begrepen de richtlijnen en werkinstructies voor de met de uitvoering belaste medewerkers en de tijdige aanpassing daarvan als gevolg van wijzigingen in wet- en regelgeving. Hierbij rapporteert de accountant tevens over de bevindingen inzake de naleving van wet- en regelgeving in het algemeen en (voor zover de bevindingen niet zijn vermeld bij de accountantsverklaring) in het bijzonder over de betreffende wetsartikelen (c.a.) met procedurele en speciale aandacht, alsmede de naleving van het voorschrift Informatiebeveiliging Rijksoverheid.

  • De toereikendheid van de maatregelen, die het management van de instelling voornemens is te nemen om eventuele tekortkomingen in de administratieve organisatie weg te nemen c.q. geconstateerde risico’s te beheersen.

  • Baten, niet zijnde subsidies uit hoofde van de Wet op de jeugdzorg, dienen apart en per ontstaansgrond uit de jaarrekening te blijken. Voorzover deze baten ook lasten met zich brengen, dienen deze per ontstaansgrond separaat in de jaarrekening te worden toegelicht. De lasten dienen op een bedrijfseconomisch aanvaardbare grondslag te zijn berekend. De gehanteerde grondslag wordt toegelicht in de jaarrekening.

  • Vaststelling, dat de instelling zich houdt aan de regelgeving inzake overheidsopdrachten (waaronder het besluit overheidsaanbestedingen c.q. de aanbestedingsrichtlijn van de EU). Met betrekking tot de controle op de naleving van de voorschriften inzake Europese aanbesteding zijn met name de geldende drempelbedragen en de specifieke criteria van leveringen en diensten van belang.

Voor de bureaus jeugdzorg

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

  • De werking van de procedures voor het registeren van de gegevens die bepalend zijn voor de subsidieverstrekking uit hoofde van de Wet op de jeugdzorg. In dit verband dient in kwantitatieve zin ingegaan te worden op de resultaten van het onderzoek naar de getrouwheid en rechtmatigheid van de verantwoording met betrekking tot de aantallen, die betrekking hebben op de activiteiten genoemd in de regeling normbedragen jeugdzorg.

  • De werking van de procedures voor het registeren van de gegevens die geleverd moeten worden uit hoofde van artikel 44, zesde lid, van de Wet op de jeugdzorg.

Annex bij het controleprotocol voor de accountantscontrole bij stichtingen en zorgaanbieders

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Model accountantsverklaring ten behoeve van de verantwoording door stichtingen en zorgaanbieders

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Opdracht

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Wij hebben de jaarrekening jaartal van naam organisatie te plaatsnaam gecontroleerd.

Werkzaamheden

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Bij onze controle hebben wij nagegaan of de jaarrekening voldoet aan de volgende eisen:

  • a. de jaarrekening geeft getrouw zowel de baten als lasten over jaartal als de activa en passiva per datum, weer en

  • b. de in de jaarrekening opgenomen baten en lasten, alsmede de balansmutaties zijn tot stand gekomen in overeenstemming met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen.

Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten en in overeenstemming met bijlage 4, behorend bij de Regeling bekostiging jeugdzorg. Onze controle is ingevolge de in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen zodanig gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid bestaat dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. De controle omvatte onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en toelichtingen in de jaarrekening. Tevens omvatte de controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die het bevoegd gezag van de instelling heeft gemaakt, alsmede een algehele evaluatie van het beeld van de jaarrekening.

Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.

Oordeel

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Wij zijn van oordeel dat de jaarrekening van naam organisatie voldoet aan de hierboven omschreven eisen.

Tevens delen wij mede dat het bij of krachtens de Wet op de jeugdzorg bepaalde omtrent de subsidieverstrekking is nageleefd.

Overig

[Regeling vervallen per 23-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2009]

Wij hebben op grond van dit controleprotocol een toelichting op de accountantsverklaring opgesteld, waarin nader wordt ingegaan op die aspecten waarover aan de Ministers van VWS en Justitie gerapporteerd moet worden.

Naar boven