Verordening bestemmingsheffing naaimachinebedrijf 2005

[Regeling vervallen per 16-10-2019.]
[Regeling materieel uitgewerkt per 31-12-2005.]
Geraadpleegd op 12-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2005 en zichtdatum 26-09-2024.
Geldend van 26-02-2005 t/m 15-10-2019

Verordening van het Hoofdbedrijfschap Ambachten van 3 november 2004, houdende regels terzake van de aan de ondernemers die het naaimachinebedrijf uitoefenen op te leggen bestemmingsheffing voor het jaar 2005 (Verordening bestemmingsheffing naaimachinebedrijf 2005)

Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten;

Gelet op artikel 95, tweede lid, en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;

Gezien het advies van de Commissie naaimachinebedrijf;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

In deze verordening wordt verstaan onder:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

De verordening is van toepassing op de ondernemers die een onderneming drijven, waarin het naaimachinebedrijf wordt uitgeoefend.

§ 2. De heffing

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

  • 1 Aan de ondernemers die op of na de dag van inwerkingtreding van deze verordening het naaimachinebedrijf uitoefenen, wordt voor het jaar 2005 een heffing opgelegd ten behoeve van benchmarking, deskundigheidsbevordering ten behoeve van het gebruik van informatie- en communicatietechnologie (ICT), implementatie van de ontwikkelde code voor de naaimachinebranche, implementatie van de resultaten van het softwarevergelijkingsonderzoek en tot slot de verdere toepassing en onderhoud van ict-servicetools.

  • 2 De heffing wordt vastgesteld op grondslag van het aantal vestigingen waarin door de ondernemer het naaimachinebedrijf wordt uitgeoefend. De heffing bedraagt € 118,- voor iedere vestiging waarin het naaimachinebedrijf wordt uitgeoefend.

  • 3 In afwijking van het tweede lid bedraagt de heffing, indien de ondernemer het bedrijf uitsluitend anders dan in een vestiging uitoefent, € 118,- per onderneming.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

  • 1 Aan de ondernemer die lid is van de Algemene Vereniging van Naaimachinehandelaren (AVVN) en over het jaar 2004 aan deze organisatie contributie heeft betaald, wordt op de bruto heffing een aftrek toegestaan van 50%, met een maximum van 50% van de betaalde contributie over 2004 (exclusief BTW). De aftrek wordt slechts toegestaan indien uit door de in de eerste volzin genoemde organisatie verstrekte opgave is gebleken dat de contributie is betaald.

  • 2 Op het in het eerste lid bedoelde maximum van 50% van de betaalde contributie wordt in mindering gebracht de aftrek op de heffing Hoofdbedrijfschap Ambachten 2005 of de heffing Hoofdbedrijfschap Detailhandel 2005.

  • 3 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de ondernemers die, al dan niet rechtstreeks, lid zijn van een organisatie van ondernemers die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die:

    • a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfslichaam een taak heeft te vervullen,

    • b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitscriteria, genoemd in de artikelen 3 tot en met 7 van de Verordening representativiteit organisaties,

    • c. tot de werkingssfeer van het bedrijfslichaam behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet-onbetekenend is,

    • d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en

    • e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.

  • 4 De in het vorige lid bedoelde aftrek wordt slechts toegestaan indien daartoe door het bestuur van de desbetreffende organisatie een verzoek is gedaan.

  • 5 Op een verzoek als in het vierde lid van dit artikel bedoeld, wordt door het dagelijks bestuur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten beslist.

§ 3. Vermindering van heffing

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

  • 1 Bij cumulatie van onderhavige bestemmingsheffing met een of meer andere aan het Hoofdbedrijfschap Ambachten te betalen bestemmingsheffingen, wordt de heffing tot nihil verminderd, indien de uitoefening van het naaimachinebedrijf kan worden aangemerkt als een nevenactiviteit ten opzichte van die andere bedrijfsuitoefening of bedrijfsuitoefeningen waarvoor een bestemmingsheffing is opgelegd.

  • 2 De vermindering wordt alleen toegepast ten aanzien van de vestiging of onderneming waarin één persoon alle bedrijven uitoefent waarvoor bestemmingsheffingen zijn opgelegd.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Vermindering als bedoeld in artikel 5 wordt slechts verleend op aanvraag. De aanvrager toont aan dat aan de in het betreffende artikel genoemde voorwaarden wordt voldaan.

§ 4. Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

De voorzitter neemt de krachtens deze verordening te nemen besluiten, met uitzondering van het besluit voortvloeiende uit artikel 4, vijfde lid.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van afkondiging in het Verordeningenblad bedrijfsorganisatie.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestemmingsheffing naaimachinebedrijf 2005.

Den Haag, 3 november 2004

P. Kalle

voorzitter

J.W. Nelson

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 16 december 2004 en door Minister van Economische Zaken bij beschikking van 18 februari 2005, nr. EP/MW 5005030.