Stcrt. 2005, 253, datum inwerkingtreding 31-12-2005, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 29-12-2005.
Maatregelen vierde categorie
[Regeling vervallen per 01-05-2008]
1 De hoogte en de duur van de maatregel bedragen bij het niet of niet behoorlijk nakomen
van een verplichting opgenomen in de vierde categorie van de ZW, de Wet WIA, de WAZ,
de Wajong, de WAO en de WW: 20% gedurende 16 weken.
2 Indien de mate van verwijtbaarheid van de gedraging of nalatigheid van de verzekerde
daartoe aanleiding geeft, bedraagt de hoogte van de maatregel, bedoeld in het eerste
lid: 10%.
3 In afwijking van het eerste respectievelijk tweede lid, bedragen de hoogte en de duur
van de maatregel bij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting opgenomen
in de vierde categorie, ten 3°, van de WW:
-
a. 10% gedurende 16 weken, respectievelijk 5% gedurende 16 weken, indien de verzekerde
onvoldoende meewerkt aan het bereiken van een gunstig scholingsresultaat, zodat vertraging
in de opleiding of scholing is ontstaan;
-
b. 30% gedurende 16 weken, respectievelijk 10% gedurende 16 weken, indien het een opleiding
of scholing betreft die baanzekerheid geeft en de verzekerde deze opleiding of scholing
niet aanvangt of heeft afgebroken;
-
c. gehele weigering van de uitkering over de volledige of resterende duur indien het
een opleiding of scholing betreft die baanzekerheid geeft en de verzekerde volhardt
in het niet of niet behoorlijk nakomen van deze verplichting;
-
d. gehele weigering van de uitkering over de volledige of resterende duur indien de verzekerde
volhardt in het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting beschikbaar te
zijn voor de voorzieningen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de
Wet werk en bijstand en mee te werken aan het verkrijgen van die voorzieningen.
4 In afwijking van het eerste respectievelijk tweede lid, bedragen de hoogte en de duur
van de maatregel bij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting opgenomen
in de vierde categorie, ten 4°, van de WAO, WAZ en Wajong en de verplichting opgenomen
in de vierde categorie, ten 5°, van de Ziektewet:
-
a. 10% gedurende 16 weken, respectievelijk 5% gedurende 16 weken, indien de verzekerde
onvoldoende meewerkt aan het bereiken van een gunstig scholingsresultaat, zodat vertraging
in de opleiding of scholing die wenselijk wordt geacht voor zijn inschakeling in de
arbeid, is ontstaan;
-
b. 30% gedurende 16 weken, respectievelijk 10% gedurende 16 weken, indien het een opleiding
of scholing betreft die baanzekerheid geeft en de verzekerde deze opleiding of scholing
die wenselijk wordt geacht voor zijn inschakeling in de arbeid, niet aanvangt of heeft
afgebroken;
-
c. gehele weigering van de uitkering over de volledige of resterende duur indien het
een opleiding of scholing betreft die baanzekerheid geeft en de verzekerde volhardt
in het niet of niet behoorlijk nakomen van deze verplichting.
5 Onder baanzekerheid als bedoeld in het derde en vierde lid wordt verstaan een baangarantie
of een zodanige kans op een baan, na afronding van de opleiding of scholing, dat deze
gelijk te stellen is met een baangarantie.
6 In afwijking van het eerste respectievelijk tweede lid, bedragen de hoogte en de duur
van de maatregel een blijvend gehele weigering van de uitkering indien de verzekerde
volhardt in het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting opgenomen in de
vierde categorie, ten 1°, van de WAO, de WAZ en de Wajong.