Regeling inrichting begroting en jaarrekening kamers van koophandel

[Regeling vervallen per 01-01-2014.]
Geraadpleegd op 01-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2005 en zichtdatum 01-01-2005.
Geldend van 01-01-2005 t/m 31-12-2007

Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 1 juli 2004, nr. WJZ 4042885, houdende regels met betrekking tot de inrichting van de begoting en de jaarrekening van de kamers van koophandel (Regeling inrichting begroting en jaarrekening kamers van koophandel)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 49 van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. wet: Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997;

  • b. product: een goed of een dienst die een kamer pleegt te leveren onderscheidenlijk pleegt te verrichten ter uitvoering van een specifieke taak;

  • c. FAO-handboek: de richtlijnen en regels met betrekking tot de inrichting van de begroting en jaarrekening die door de Financieel Administratieve Organisatie van de kamers zijn opgesteld.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 De inrichting van de begroting en jaarrekening geschiedt conform het bepaalde in het FAO-handboek behoudens ontheffing door de minister.

  • 2 Het FAO-handboek wordt jaarlijks voor 1 juli door de kamers vastgesteld en wordt voor 1 augustus aan de minister gezonden.

  • 3 De minister kan op aanvraag voor één jaar ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid. Een aanvraag wordt door het algemeen bestuur van een kamer voor 15 juli bij de minister ingediend. Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 De begroting en jaarrekening van een kamer wordt ingedeeld aan de hand van de volgende hoofdproductgroepen:

    • a. wetsuitvoering;

    • b. loketfunctie;

    • c. voorlichting;

    • d. beleidsadvisering en regionale stimulering;

    • e. uitvoering van taken als bedoeld in artikel 29 van de wet.

  • 2 Binnen de hoofdproductgroepen wordt voorts een onderscheid gemaakt naar productgroepen, die telkens een groep gelijksoortige producten met betrekking tot een specifieke taak betreffen, en naar individuele producten.

  • 3 In de begroting en jaarrekening van een kamer wordt ten aanzien van elk individueel product de kostprijs, de heffing, de opbrengst en het percentage profijtbeginsel per eenheid product opgenomen. Voorts worden per product zowel de totale verwachte kosten als de totale verwachte opbrengsten in het begrotingsjaar opgenomen. De minister kan op aanvraag van de kamers gezamenlijk vrijstelling verlenen van het bepaalde in de eerste volzin.

  • 4 Ten aanzien van de niet direct aan een bepaald product toe te rekenen kosten wordt aangegeven op welke wijze deze naar redelijkheid en billijkheid over welke producten zijn verdeeld.

  • 5 In de begroting en jaarrekening wordt de post ‘rentebaten en soortgelijke opbrengsten’ gespecificeerd.

  • 6 De kosten en opbrengsten van de Vereniging van kamers van koophandel en fabrieken worden ongesaldeerd, volledig en herkenbaar opgenomen in de begroting en jaarrekening van de afzonderlijke kamers.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 4 Aanvullend op de winst- en verliesrekening wordt ten aanzien van elk product een overeenkomstig de indeling van de begroting opgestelde staat van kosten en opbrengsten opgesteld.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 De toelichting op de begroting en jaarrekening bestaat uit een algemeen gedeelte en een toelichting per productgroep als bedoeld in artikel 3, tweede lid.

  • 2 De toelichting op de jaarrekening wordt opgesteld overeenkomstig de bepalingen gesteld bij of krachtens titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Ten aanzien van de in artikel 4, vierde lid, bedoelde staat van kosten en opbrengsten van elk product wordt in ieder geval een toelichting gegeven met betrekking tot een afwijking van meer dan 10 procent ten opzichte van de in de begroting opgenomen verwachte kosten onderscheidenlijk verwachte opbrengsten van het desbetreffende product in het jaar waar de jaarrekening betrekking op heeft, voor zover deze kosten of opbrengsten meer bedragen dan € 25.000.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

De staat van kosten en opbrengsten is naast de in artikel 46, tweede lid, van de wet bedoelde verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening, voorzien van een verklaring van de accountant die de controle heeft verricht. In deze verklaring wordt aangegeven dat de producten van de kamer in de staat van kosten en opbrengsten overeenkomstig de indeling van de begroting zijn ingedeeld en dat behoudens in een geval als bedoeld in artikel 2, derde lid, de jaarrekening conform het FAO-handboek is opgesteld.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 Het eigen vermogen van een kamer bedraagt ten hoogste 100 procent van de jaarlijkse personeelslasten vermeerderd met 50 procent van de overige bedrijfskosten, en tenminste 50 procent van de jaarlijkse personeelslasten vermeerderd met 25 procent van de overige bedrijfskosten.

  • 2 Indien de hoogte van het eigen vermogen afwijkt van het bepaalde in het eerste lid, deelt het algemeen bestuur van de kamer de minister schriftelijk mede welke acties worden ondernomen om het eigen vermogen in overeenstemming te brengen met het bepaalde in het eerste lid. Voor mutaties in het eigen vermogen is zolang het eigen vermogen afwijkt van het bepaalde in het eerste lid, goedkeuring van de minister vereist.

  • 3 Indien er bij het vaststellen van de jaarrekening verschillen tussen geprognosticeerde en werkelijke inkomsten uit heffingen worden geconstateerd alsmede wanneer er bij het opstellen van de begroting verschillen tussen begrote en geprognosticeerde inkomsten uit heffingen worden geconstateerd, draagt het algemeen bestuur van de kamer er zorg voor dat deze in de begroting voor het daaropvolgende jaar met de heffingen worden verrekend. Verschillen in de bedrijfslasten en het financieel en buitengewoon resultaat kunnen na realisatie worden verrekend met het eigen vermogen.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 Het algemeen bestuur draagt er zorg voor dat met de begroting en het activiteitenplan tevens de checklist begroting en activiteitenplan, waarvan het model is opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling, alsmede het verslag betreffende de begrotingsbehandeling van de vergaderingen van het algemeen bestuur worden toegestuurd aan de minister.

  • 2 Het algemeen bestuur draagt er zorg voor dat met de jaarrekening tevens de checklist jaarrekening, waarvan het model is opgenomen in bijlage 2 bij deze regeling, wordt toegestuurd aan de minister.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel 2, tweede en derde lid, dat op 1 januari 2005 in werking treedt.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling inrichting begroting en jaarrekening kamers van koophandel.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 1 juli 2004

De

Staatssecretaris

van Economische Zaken,

C.E.G.van Gennip

Bijlage 1. Checklist Begroting & Activiteitenplan kamer van koophandel

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Kamer van koophandel:

A. Begroting Ja/Nee*

*) De vragen die met Nee zijn beantwoord dienen apart te worden toegelicht.

1. Is de concept-begroting vóór 1 oktober aangeboden aan het AB?  

Datum:

2. Is tenminste 14 dagen voor de begrotingsbehandeling door het AB in een dagblad uit de regio melding gemaakt van de ter inzage legging van de begroting?  

3. In welk dagblad is mededeling gedaan van de terinzagelegging van de begroting?

4. Is de begroting vóór 1 november vastgesteld door het AB?  

Datum:

5. Is de begroting ingedeeld in de hoofdproductgroepen?  

6. Zijn binnen de hoofdproductgroepen productgroepen en producten onderscheiden?  

7. Bevat de begroting de kostprijs, de heffing, de opbrengst, het percentage profijtbeginsel en de totale verwachte kosten en opbrengsten t.a.v. elk product dat de kamer aanbiedt?  

8. Is aangegeven hoe niet direct toe te rekenen kosten zijn toegerekend?  

9. Bestaat de toelichting op de begroting uit:

A) algemeen gedeelte  

B) toelichting per productgroep  

C) toelichting per product*  

*) Als kosten en opbrengsten > € 25.000 én meer dan 10% afwijken van de begroting van het voorgaande jaar

10. Zijn de posten ‘rentebaten en soortgelijke opbrengsten’ nader gespecificeerd conform de richtlijnen?  

11. Is in de begroting opgave gedaan van de projecten en activiteiten > € 25.000?  

12. Zijn gelden die uit bestemmingsreserve voor regiostimulering worden vrijgemaakt opgenomen in de begroting?  

13. Zijn voor certificaten, beëdigingen, legalisaties, handelsnaamonderzoeken en niet-wettelijke taken 100%-kostendekkende tarieven vastgesteld voor financiering van deze producten?  

14. Valt het eigen vermogen bij realisatie van de begroting binnen het voorgeschreven minimum en het maximum?  

15. Met welk bedrag worden de inkomsten uit heffingen gecorrigeerd uit hoofde van artikel 7 derde lid?

B. Activiteitenplan

16. Is het activiteitenplan vóór 1 november vastgesteld door het AB?  

Datum:

17. Is tenminste 14 dagen voor de behandeling van het activiteitenplan door het AB in een dagblad uit de regio melding gemaakt van de ter inzage legging van het activiteitenplan?  

18. In welk dagblad is mededeling gedaan van de terinzagelegging van de begroting?

19. Zijn de volgende zaken in het activiteitenplan opgenomen:

A) Verslag van de wijze waarop raadpleging van het bedrijfsleven heeft plaatsgevonden.  

B) Verslag van de uitkomsten van de raadpleging.  

C) Verslag van de wijze waarop de uitkomsten in het activiteitenplan zijn verwerkt.  

C. Algemeen

20. De toelichting op de toerekening van de indirecte kosten (cf. FAO-handboek 4.5) wordt gegeven op de volgende pagina(’s):

21. Is het FAO-handboek consequent gevolgd?  

22. Is in geval van afwijkingen op het FAO-handboek een verzoek tot afwijking ingediend bij de minister?  

23. Heffingsopbrengsten

Tabel 1
 

Huidige begroting

Vorige begroting

Jaarrekening

 
         
 

Begroting

Begroting

Prognose

Realisatie

Heffingopbrengst 1

       

Heffingopbrengst 2

       

Heffingopbrengst 3

       
         

Totaal

       

24. Percentage productopbrengst t.a.v. totale inkomsten (excl. complementaire producten)

Tabel 2
 

Huidige begroting

Vorige begroting

Jaarrekening

 
         
 

Begroting

Begroting

Prognose

Realisatie

Wetsuitvoering

%

%

%

%

Loket

%

%

%

%

Voorlichting

%

%

%

%

Regiostimulering

%

%

%

%

         

Totaal

%

%

%

%

25. Kengetallen (Solvabiliteit; Liquiditeit en Percentage indirecte kosten Wetsuitvoering, Voorlichting en Regiostimulering)

Tabel 3
 

Huidige begroting

Vorige begroting

Jaarrekening

 
         
 

Begroting

Begroting

Prognose

Realisatie

Solvabiliteit**

%

%

%

%

Liquiditeit***

%

%

%

%

         

Wetsuitvoering

%

%

%

%

Voorlichting

%

%

%

%

Regiostimulering

%

%

%

%

         

Totaal

%

%

%

%

**) Solvabiltieit = Eigen Vermogen / Totaal vermogen x 100%

***) Liquiditeit = (Vlottende activa / Vlottende passiva) x 100%

26. Vermogensmutaties

Tabel 4
 

Huidige begroting

Vorige begroting

Jaarrekening

 
         
 

Begroting

Begroting

Prognose

Realisatie

Eigen vermogen (%)

%

%

%

%

(Totaal)

       

Netto Resultaat (%)

%

%

%

%

(Totaal)

       

27. Is er in de begroting sprake van een solvabiliteit ≥ 20% én liquiditeit ≥ 1,3 én een positieve vermogensmutatie?  

28. Is het algemeen bestuur ermee akkoord dat het ministerie van Economische Zaken de begroting voorlegt aan de VVK en de VVK het ministerie van Economische Zaken informeert of bovenstaande vragen correct zijn beantwoord?  

Hierbij verklaart de voorzitter van de kamer van koophandel ............. namens het algemeen bestuur dat de begroting en het activiteitenplan naar het oordeel van het algemeen bestuur een juiste en volledige weergave zijn van de voorziene kosten, opbrengsten en voorgenomen activiteiten, alsmede dat besluiten van de kamer in overeenstemming zijn met de bij of krachtens de wet gestelde voorschriften.

Handtekening

Plaats

Datum

Bijlage 2. Checklist Jaarrekening kamer van koophandel

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Kamer van koophandel:

A. Jaarrekening Ja/Nee*

*) De vragen die met Nee zijn beantwoord dienen apart te worden toegelicht.

1. Is de jaarrekening van de kamer opgesteld overeenkomstig de algemene bepalingen en de voorschriften opgenomen in titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek?  

2. Is de balans ingericht overeenkomstig model B van het Besluit modellen jaarrekening?  

3. Is de winst- en verliesrekening wordt opgesteld overeenkomstig model E van het Besluit modellen jaarrekening?  

4. Is aanvullend op de winst- en verliesrekening t.a.v. elk product een staat van kosten en opbrengsten opgesteld overeenkomstig de indeling van de begroting?  

5. Zijn alle beleggingen en de opbrengsten vermeld conform de richtlijnen?  

6. Is de toelichting op de jaarrekening opgesteld overeenkomstig de bij of krachtens titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek gestelde voorschriften?  

7. Zijn bij de staat van kosten en opbrengsten van elk product een toelichting gegeven op de afwijking van meer dan 10 procent ten opzichte van de in de begroting opgenomen verwachte kosten onderscheidenlijk verwachte opbrengsten van het desbetreffende product in het jaar waar de jaarrekening betrekking op heeft, voor zover deze kosten of opbrengsten meer bedragen dan € 25.000?  

8. Is de staat van kosten en opbrengsten naast de in artikel 46, tweede lid, van de wet bedoelde verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening, voorzien van een verklaring van de accountant die de controle heeft verricht, dat de producten van de kamer in die staat van kosten en opbrengsten overeenkomstig de indeling van de begroting zijn ingedeeld en alle overige FAO-richtlijnen bij de opstelling zijn toegepast?  

9. Opbouw resultaat

Tabel 1
 

Huidige jaarrekening

Onderliggende begroting

Vorige jaarrekening

       
   

Begroting

Prognose

Heffingsinkomsten

       

Productinkomsten

       

Bedrijfslasten

       

Financieel resultaat

       

Buitengewoon resultaat

       
         

Totaal

       
         

Toevoeging aan EV

       

10. Bevindt het eigen vermogen zich, na toewijzing van het resultaat, binnen de vastgestelde bandbreedte?  

Hierbij verklaart de voorzitter van de kamer van koophandel ...................... namens het algemeen bestuur dat de jaarrekening en het jaarverslag naar het oordeel van het algemeen bestuur een juiste en volledige weergave zijn van de kosten, opbrengsten en gerealiseerde activiteiten, alsmede dat de onderliggende besluiten van de kamer in overeenstemming zijn met de bij of krachtens de wet gestelde voorschriften.

Handtekening

Plaats

Datum