De handelingen van deze lijst zijn doorlopend genummerd. Aangegeven worden:
Nr. (dit is het corresponderende nummer van de handeling binnen het RIO)
Waardering: Door middel van plaatsing van de letters B en V wordt een Waardering:
gegeven voor het ‘Bewaren’ dan wel ‘Vernietigen’ van de neerslag van de handeling.
Bij de handelingen die met een B gewaardeerd zijn wordt het selectiecriterium vermeld
dat tot dat voorstel geleid heeft. De te bewaren neerslag dient na afloop van de overbrengingstermijn
overgebracht te worden naar de Rijksarchiefdienst in goede, geordende en toegankelijke
staat. Bij de handelingen die met een V gewaardeerd worden, wordt zo mogelijk de termijn
aangegeven, waarna de vernietiging kan plaatsvinden.
F. Actoren waarvan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de zorgdrager
is
Minister van Cultuur
1. Algemene handelingen
1
Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid
betreffende het cultuurbeheer
Periode: 1993–
Grondslag: Wet op het specifiek cultuurbeleid (Stb. 1993/193): art. 3 lid 1, 2 en
3
Product: Beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten, adviezen, evaluaties – Cultuurnota
Opmerking: De Minister van Cultuur legt eenmaal per vier jaar aan de Staten-Generaal
een cultuurnota voor. Deze bevat een verslag van de uitvoering van zijn taken, van
de belangrijke ontwikkelingen die daarop van invloed zijn geweest, een beschrijving
van de hoofdlijnen van het beleid en de te verwachten belangrijke ontwikkelingen die
van invloed zijn op het cultuurbeheer. Het verslag gaat vergezeld van een begroting.
Waardering: B 1, 2
2
Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen
Periode: 1945–
Product: Series jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandverslagen
Waardering: V 7 jaar m.u.v. de jaarverslagen: B 3
3
Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel
informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal betreffende
het cultuurbeheer
Periode: 1945–
Product: Brieven, notities
Waardering: B 2, 3
4
Handeling: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot
onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en
de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen
van het beleid betreffende het cultuurbeheer
Periode: 1945–
Product: Brieven, notities
Waardering: B 3
5
Handeling: Het beslissen op beroepschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende
het cultuurbeheer en het voeren van verweer in beroepschriftprocedures voor administratiefrechtelijke
organen
Periode: 1945–
Product: Beschikkingen, verweerschriften
Waardering: B 3
6
Handeling: Het beslissen op bezwaarschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende
het cultuurbeheer en het voeren van verweer in bezwaarschriftprocedures voor administratiefrechtelijke
organen
Periode: 1945–
Product: Beschikkingen, verweerschriften
Waardering: V 10 jaar
7
Handeling: Het mede-voorbereiden van het vaststellen, wijzigen en intrekken van internationale
regelingen betreffende het cultuurbeheer en het presenteren van Nederlandse standpunten
in intergouvernementele organisaties
Periode: 1945–
Product: Internationale regelingen, nota’s, notities, rapporten
Waardering: B 1, 2
8
Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen
betreffende het cultuurbeheer
Periode: 1945–
Product: Brieven, notities
Waardering: V 1 jaar
9
Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van het cultuurbeheer
Periode: 1945–
Product: Voorlichtingsmateriaal
Waardering: V 5 jaar
Van gedrukt voorlichtingsmateriaal wordt één exemplaar bewaard B 5
10
Handeling: Het voorbereiden van intern (wetenschappelijk) onderzoek en het vaststellen
van onderzoeksrapporten betreffende het cultuurbeheer
Periode: 1945–
Product: Nota’s, notities, onderzoeksrapporten
Waardering: B 1, 2
11
Handeling: Het voorbereiden en begeleiden van extern (wetenschappelijk) onderzoek
betreffende het cultuurbeheer
Periode: 1945–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 31 lid 1
Product: Nota’s, notities
Waardering: V 2 jaar
12
Handeling: Het verstrekken van subsidies aan personen, bedrijven en instellingen die
actief zijn op het terrein van het cultuurbeheer
Periode: 1945–
Grondslag: Wet op het specifiek cultuurbeleid (Stb. 1993/193): art. 5 lid 1 sub e
en lid 2 (zoals gewijzigd bij Aanpassingswet derde tranche Awb II (Stb. 1997/580):
art. 4 sub D)
Product: Beschikkingen
Opmerking: Deze worden op aanvraag ten hoogste voor een periode van vier jaar verstrekt.
Waardering: V 10 jaar
13
Handeling: Het voorbereiden van de regels voor het verstrekken van specifieke uitkeringen
ten behoeve van het behoud van het cultureel erfgoed
Periode: 1993–
Grondslag: Wet op het specifiek cultuurbeleid (Stb. 1993/193): art. 8 lid 1, 2 en
3 (zoals alle gewijzigd bij Aanpassingswet derde tranche Awb II (Stb. 1997/580): art.
4 sub G), art. 13
Product: Regels, Amvb;
– Besluit van 21 juni 1994 (Stb. 1994/473), houdende regels met betrekking tot het
verstrekken van subsidies en specifieke uitkeringen ten behoeve van cultuuruitingen
(Bekostigingsbesluit cultuuruitingen)
Opmerking: Het ontwerp van een voordracht van een maatregel wordt in de Staatscourant
geplaatst. Tot het moment van inwerkingtreding van art. 8 van de Wet op het specifiek
cultuurbeleid (Stb. 1993/193) kan de Minister van Cultuur regels stellen tot het verstrekken
van subsidies en specifieke uitkeringen.
Waardering: B 1
14
Handeling: Het verbinden van voorschriften aan het verstrekken van specifieke uitkeringen
ten behoeve van het behoud van het cultureel erfgoed
Periode: 1993–
Grondslag: Wet op het specifiek cultuurbeleid (Stb. 1993/193): art. 8 lid 4, Bekostigingsbesluit
cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 32 (zoals gewijzigd bij Besluit van 20 april
1998 (Stb. 1998/266): art. I sub K)
Product: Voorschriften
Opmerking: Indien subsidie wordt verstrekt voor activiteiten op een terrein van cultuur
waarvoor een sponsorcode is vastgesteld, kan de Minister van Cultuur bepalen dat de
Mondriaan Stichting zich dient aan te sluiten aan de code. In 1998 worden de voorschriften
gewijzigd in verplichtingen.
Waardering: B 5
15
Handeling: Het aanwijzen van personen die toezicht houden op de aan de subsidie-ontvanger
opgelegde voorschriften.
Periode: 1993–
Grondslag: Wet op het specifiek cultuurbeleid (Stb. 1993/193) zoals gewijzigd bij
Aanpassingswet derde tranche Awb II (Stb. 1997/580): art. 4 sub H onder 1
Product: Benoeming
Waardering: V 10 jaar
16
Handeling: Het stellen van nadere regels omtrent de aan verlening van bepaalde categorieën
subsidies voor het cultuurbeheer te verbinden voorschriften
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 32
Product: Regels
Waardering: B 5
2. Zorg voor voorwerpen van culturele waarde in bezit van of onder beheer van het
Rijk
17
Handeling: Het benoemen en ontslaan van de leden van de Commissie voor ’s Rijks verspreide
kunstvoorwerpen
Periode: 1949–1985
Grondslag: Koninklijk besluit van 26 augustus 1949 (Stcrt. 1949/173), houdende instelling
van de Dienst voor ’s Rijks verspreide kunstvoorwerpen: art. 3
Product: Beschikking, benoeming, ontslag
Opmerking: De commissie bestond uit ten minste vijf en ten hoogste negen leden.
Waardering: V 10 jaar
18
Handeling: Het vaststellen van regels voor de inrichting en werkwijze van de Dienst
en de Commissie voor ’s Rijks verspreide kunstvoorwerpen
Periode: 1949–1985
Grondslag: Koninklijk besluit van 26 augustus 1949 (Stcrt. 1949/173), houdende instelling
van de Dienst voor ’s Rijks verspreide kunstvoorwerpen: art. 4
Product: Regels, reglement
Waardering: B 5
24
Handeling: Het goedkeuren van de door de Commissie voor ’s Rijks verspreide kunstvoorwerpen
opgestelde richtlijnen voor het in bruikleen geven van de aan het Rijk toebehorende
kunstvoorwerpen
Periode: 1949–1985
Grondslag: Koninklijk besluit van 26 augustus 1949 (Stcrt. 1949/173), houdende instelling
van de Dienst voor ’s Rijks verspreide kunstvoorwerpen: art. 5 lid 3
Product: Goedkeuring
Waardering: B 5
29
Handeling: Het machtigen tot het verrichten van (herstel)werkzaamheden aan kunstvoorwerpen
Periode: 1949–1985
Grondslag: Koninklijk besluit van 26 augustus 1949 (Stcrt. 1949/173), houdende instelling
van de Dienst voor ’s Rijks verspreide kunstvoorwerpen: art. 9
Product: Machtiging
Waardering: V 10 jaar
31
Handeling: Het vaststellen van normen voor objecten van culturele waarde
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling zorg voor objecten van culturele waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34):
art. 3 lid 1
Product: Normen
Opmerking: Dit zijn normen waaraan roerende zaken van het Rijk moeten voldoen om te
worden aangewezen als object van culturele waarde.
Waardering: B 1
34
Handeling: Het beslissen over het bezwaar tegen de aanwijzing van roerende zaken van
het Rijk als objecten van culturele waarde, de commissie (normen objecten van culturele
waarde) gehoord
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling zorg voor objecten van culturele waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34):
art. 3 lid 2, art. 15
Product: Besluit
Opmerking: Deze commissie was ingesteld om de Minister van Cultuur en het hoofd van
de RBK te adviseren over de normen die in acht genomen moesten worden bij de aanwijzing
van objecten van (bijzondere) culturele waarde.
Waardering: B 1
36
Handeling: Het (op voordracht van de RBK) aanwijzen van roerende zaken van het Rijk
als objecten van bijzondere culturele waarde, de commissie (normen objecten van culturele
waarde) gehoord
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling zorg voor objecten van culturele waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34):
art. 4, art. 15
Product: Beschikking
Opmerking: Het ging hierbij om objecten van culturele waarde die op grond van hun
bijzondere betekenis tevens objecten van bijzondere culturele waarde waren. Indien
de aanwijzing niet op voordracht van de RBK geschiedde, stelde de Minister van Cultuur,
alvorens tot de aanwijzing over te gaan, zich op de hoogte van diens oordeel. Deze
commissie was ingesteld om de Minister van Cultuur en het hoofd van de RBK te adviseren
over de normen die in acht genomen moesten worden bij de aanwijzing van objecten van
(bijzondere) culturele waarde.
Waardering: B 1
40
Handeling: Het belasten van de RBK met het beheer van objecten van bijzondere culturele
waarde
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling zorg voor objecten van culturele waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34):
art. 7, Instellingsbeschikking Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
(Stcrt. 1984/49): art. 1 lid 2
Product: Beschikking
Waardering: B 5
44
Handeling: Het mededelen aan de RBK van verlies of vermissing van een object van culturele
waarde
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling zorg voor objecten van culturele waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34):
art. 10
Product: Brief
Waardering: V 20 jaar
45
Handeling: Het geven van richtlijnen en aanwijzingen voor de zorg voor objecten van
culturele waarde
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling zorg voor objecten van culturele waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34):
art. 11
Product: Richtlijnen, aanwijzingen
Waardering: B 1
48
Handeling: Het overnemen van de zorg voor objecten van culturele waarde
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling zorg voor objecten van culturele waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34):
art. 13 lid 2
Product: Correspondentie
Opmerking: De Minister van Cultuur deed dit na overleg met degene bij wie de zorg
voor het object berustte. Het ging hierbij om de gevallen waarin de gestelde eisen
aan de zorg voor objecten van culturele waarde niet nageleefd werden.
Waardering: V 10 jaar
50
Handeling: Het vorderen van objecten van culturele waarde ten behoeve van evenementen
van cultureel belang
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling zorg voor objecten van culturele waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34):
art. 14
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
53
Handeling: Het bepalen welke instellingen voor de toepassing van het besluit met een
rijksmuseum worden gelijkgesteld, de commissie (normen objecten van culturele waarde)
gehoord
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling zorg voor objecten van culturele waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34):
art. 20
Product: Beschikking
Opmerking: Met het besluit werd de Regeling zorg voor objecten van culturele waarde
van het Rijk (Stcrt. 1985/34) bedoeld.
Waardering: B 4
55
Handeling: Het terugvorderen van de objecten van culturele waarde waarvan de zorg
voor de inwerkingtreding van het besluit tijdelijk was overgedragen
Periode: 1985–1986
Grondslag: Regeling zorg voor objecten van culturele waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34):
art. 23
Product: Beschikking
Opmerking: Met het besluit werd de Regeling zorg voor objecten van culturele waarde
van het Rijk (Stcrt. 1985/34) bedoeld. De Minister van Cultuur kon deze binnen een
jaar terugvorderen.
Waardering: V 10 jaar
56
Handeling: Het doen van een voordracht voor de benoeming van het hoofd van de RBK,
de Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst gehoord
Periode: 1984–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
(Stcrt. 1984/49): art. 5
Product: Voordracht
Waardering: V 5 jaar
58
Handeling: Het stellen van regels met betrekking tot de inrichting en werkwijze van
de RBK
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling zorg voor objecten van culturele waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34):
art. 17
Product: Regels
Waardering: B 5
59
Handeling: Het opdragen van andere taken aan de RBK
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling zorg voor objecten van culturele waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34):
art. 21
Product: Beschikking
Opmerking: Andere taken dan gesteld werden in de Regeling zorg voor objecten van culturele
waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34).
Waardering: B 5
63
Handeling: Het voorbereiden van het benoemen en ontslaan van de leden van de commissie
(normen objecten van culturele waarde)
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling zorg voor objecten van culturele waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34):
art. 16
Product: Kb, benoeming, ontslag
Opmerking: Deze commissie (normen objecten van culturele waarde) had ten hoogste tien
leden. Zes leden die benoemd werden, waren deskundig op het terrein waarop de RBK
werkzaam is. De overige leden waren afkomstig uit kringen van degenen bij wie de zorg
voor objecten van culturele waarde berustte.
Waardering: V 10 jaar
64
Handeling: Het stellen van regels met betrekking tot de inrichting en werkwijze van
de commissie (normen objecten van culturele waarde)
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling zorg voor objecten van culturele waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34):
art. 17
Product: Regels
Waardering: B 5
67
Handeling: Het benoemen en ontslaan van de leden van de Commissie van bijstand Rijksdienst
beeldende kunst, de Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst gehoord
Periode: 1984–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
(Stcrt. 1984/49): art 2
Product: Beschikking, benoeming, ontslag
Opmerking: De commissie bestond uit elf leden die voor vier jaar werden benoemd. De
leden waren eenmaal herbenoembaar. Een lid kon altijd op eigen verzoek worden ontslagen
of slecht functioneren. In het laatste geval vraagt de Minister van Cultuur een oordeel
van de de Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst. De Minister van Cultuur
benoemde, de Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst gehoord, uit de leden
een (vice-)voorzitter en een secretaris.
Waardering: V 10 jaar
69
Handeling: Het verzoek doen om een voordracht voor leden van de Commissie van bijstand
Rijksdienst beeldende kunst
Periode: 1984–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
(Stcrt. 1984/49): art 3 lid 1
Product: Verzoek
Opmerking: De Minister van Cultuur deed het verzoek aan de volgende instellingen:
-
– de Rijkscommissie voor de musea
-
– de Raad voor de Kunst
-
– het Nationaal Overleg Gewestelijke Cultuur
-
– de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
-
– de Nederlandse Museumvereniging
Waardering: V 5 jaar
73
Handeling: Het aanwijzen van een waarnemer bij vergaderingen van de Commissie van
bijstand Rijksdienst beeldende kunst
Periode: 1984–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
(Stcrt. 1984/49): art. 9 lid 1
Product: Besluit
Waardering: V 10 jaar
83
Handeling: Het goedkeuren van de kosten van de Commissie van bijstand Rijksdienst
beeldende kunst
Periode: 1984–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
(Stcrt. 1984/49): art. 16
Product: Goedkeuring
Opmerking: Dit zijn de kosten voortvloeiende uit de door, namens of in opdracht van
de commissie verrichte werkzaamheden. Deze komen ten laste van de Minister van Cultuur.
Waardering: V 10 jaar
94
Handeling: Het verstrekken van een subsidie aan het ICN
Periode: 1997–
Bron: ICN, Kennis voor beter beheer, p. 14–15, 40
Product: Subsidie
Waardering: V 10 jaar
3. Zorg voor voorwerpen van culturele waarde in bezit van of onder beheer van (rijks)museale
instellingen
95
Handeling: Het opstellen van het (brand)reglement voor de rijksmusea
Periode: 1953–1993
Product: Reglement
-
– Brandreglement-rijksmusea (Beschikking vastgesteld op 28 oktober 1960, nr. 71.315)
-
– Algemeen reglement rijksmusea (Beschikking van de Minister van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen van 12 juni 1953, nr. 314.328)
-
– Algemeen reglement rijksmusea (Stcrt. 1975/12)
-
– Brandreglement-rijksmusea 1976 (Stcrt. 1977/146)
Waardering: B 5
96
Handeling: Het regelen van de publiekstaken van een rijksmuseum
Periode: 1953–1993
Grondslag: Algemeen reglement rijksmusea (Beschikking van de Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen van 12 juni 1953, nr. 314.328): art. 2, art. 6, Algemeen
reglement rijksmusea (Stcrt. 1975/12): art. 3
Product: Besluit
Waardering: B 5
97
Handeling: Het machtigen van het hoofd van een rijksmuseum tot het sluiten van het
gehele rijksmuseum
Periode: 1953–1993
Grondslag: Algemeen reglement rijksmusea (Beschikking van de Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen van 12 juni 1953, nr. 314.328): art. 9, Algemeen reglement
rijksmusea (Stcrt. 1975/12): art. 7
Product: Machtiging
Opmerking: Het gaat hierbij vooral om werkzaamheden aan een rijksmuseum. In het geval
dat de veiligheid van de bezoekers of de verzamelingen in gevaar dreigt te komen kan
het hoofd van een rijksmuseum het museum (geheel) sluiten zonder machtiging.
Waardering: V 10 jaar
98
Handeling: Het oprichten van stichtingen die de (rijks)museale en (rijks)museaal ondersteunende
functies uitoefenen
Periode: 1993–
Grondslag: Wet verzelfstandiging rijksmuseale diensten (Stb. 1993/398): art. 2, art.
3
Product: Beschikking, ontwerpstatuten
Opmerking: Deze (rijks)museale en (rijks)museaal ondersteunende functies zijn de voortzetting
van de diensten als bedoeld in de bijlage van deze wet. De Minister van Cultuur gaat
niet eerder over tot oprichting van een stichting dan een maand nadat het voornemen
daartoe, onder overlegging van de ontwerpstatuten, schriftelijk is medegedeeld aan
de beide Kamers der Staten-Generaal.
Waardering: B 4
99
Handeling: Het stellen van nadere regels met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden
van het personeel van een verzelfstandigd rijksmuseale instelling
Periode: 1993–
Grondslag: Wet verzelfstandiging rijksmuseale diensten (Stb. 1993/398): art. 5 lid
4
Product: Regels
Opmerking: Met deze regels dient voorkomen te worden dat de arbeidsvoorwaarden van
het personeel ongunstiger zijn dan die welke golden vóór de verzelfstandiging van
het rijksmuseum.
Waardering: B 5
100
Handeling: Het stellen van nadere regels met betrekking tot het onderzoek van de bezwaren
van het personeelslid
Periode: 1993–
Grondslag: Wet verzelfstandiging rijksmuseale diensten (Stb. 1993/398): art. 5 lid
6, art. 8 lid 2
Product: Regel
Regeling bezwarencommissie verzelfstandiging rijksmuseale diensten (Stcrt. 1993/182)
Opmerking: Het gaat hierbij om bezwaren van het personeelslid tegen het dienstverband
bij een verzelfstandigd rijksmuseale instelling. Deze bezwaren dienen binnen een maand
na schriftelijke mededeling ervan te worden medegedeeld aan de Minister van Cultuur.
Indien de mededeling heeft plaatsgevonden drie weken of langer voor dat de Wet verzelfstandiging
rijksmuseale diensten (Stb. 1993/398) in werking is getreden kan de termijn waarbinnen
het bezwaar moet zijn ingediend worden verlengd.
Waardering: B 5
101
Handeling: Het beslissen over de bezwaren van het personeelslid
Periode: 1993–
Grondslag: Wet verzelfstandiging rijksmuseale diensten (Stb. 1993/398): art. 5 lid
6, 7, 8, 10, 11, Regeling bezwarencommissie verzelfstandiging rijksmuseale diensten
(Stcrt. 1993/182): art. 10 lid 1
Product: Besluit
Opmerking: Het gaat hierbij om bezwaren van het personeelslid tegen de geboden arbeidsvoorwaarden
bij een verzelfstandigde rijksmuseale instelling. Als de Minister van Cultuur de bezwaren
(gedeeltelijk) gegrond verklaart kan hij daarbij beslissen dat het personeelslid niet
in dienst treedt bij een verzelfstandigd rijksmuseale instelling dan wel de verzelfstandigde
rijksmuseale diensten verplichten het personeelslid een arbeidsovereenkomst aan te
bieden waarvan de inhoud in overeenstemming is met zijn beslissing. Indien de beslissing
afwijkt van het advies van de bezwarencommissie verzelfstandiging rijksmuseale diensten
wordt in de beslissing de reden voor die afwijking vermeld.
Waardering: V 10 jaar
103
Handeling: Het benoemen van de leden van de bezwarencommissie verzelfstandiging rijksmuseale
diensten
Periode: 1993–
Grondslag: Regeling bezwarencommissie verzelfstandiging rijksmuseale diensten (Stcrt.
1993/182): art. 3 lid 2 en 3
Product: Benoeming
Opmerking: De benoeming geschiedt met dien verstande dat twee overige leden en het
plaatsvervangend lid worden benoemd op bindende voordracht van de bijzondere commissie
als bedoeld in art. 113 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement. Tot (plaatsvervangend)
voorzitter worden geen personen benoemd die in dienst zijn bij het Ministerie waaronder
het cultuurbeheer valt.
Waardering: V 10 jaar
107
Handeling: Het verstrekken van een subsidie aan de (rijks)museale instellingen
Periode: 1945–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 3, art. 4, art.
8 (zoals gewijzigd bij Besluit van 28 juli 1999 (Stb. 1999/351): art. I sub E), Regeling
subsidiëring museale instellingen (Stcrt. 1994/150): art. 2 (zoals gewijzigd bij Vaststelling
Handboek financiële verantwoording cultuursubsidies (Stcrt. 1997/247): art. II sub
B, zoals gewijzigd bij Wijziging Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen
en intrekking Regeling subsidiëring museale instellingen (Stcrt. 1999/228): art. IV),
art. 8 (zoals gewijzigd bij Wijziging Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen
en intrekking Regeling subsidiëring museale instellingen (Stcrt. 1999/228): art. IV)
Product: Subsidie, beschikking
Opmerking: Vanaf 1994 wordt de subsidie ten hoogste voor een periode van vier jaar
verstrekt, doch blijft binnen de periode waarvoor de cultuurnota geldt. Subsidie wordt
verstrekt voor activiteiten van (rijks)museale instellingen met toepassing van Regeling
subsidiëring museale instellingen (Stcrt. 1994/150). Per 1 januari 1998 kan de Minister
van Cultuur hiervan afwijken mits de beschikking waarbij een subsidie wordt verstrekt
de afwijking nadrukkelijk vermeld. Dit vervalt per 24 november 1999.
Waardering: V 10 jaar
110
Handeling: Het bepalen van het tijdstip waarop een subsidieaanvraag van de (rijks)museale
instelling moet zijn ingediend
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 6 lid 1 (zoals
gewijzigd bij Besluit van 28 juli 1999 (Stb. 1999/351): art. I sub C onder 1), art.
6 lid 5, art. 9 lid 1 en 3, art. 11 lid 1 en 5
Product: Besluit, ontheffing
Opmerking: De Minister van Cultuur kan op aanvraag van ontheffing verlenen van de
aanvraagtermijn voor subsidie voor een (rijks)museale instelling.
Waardering: V 5 jaar
111
Handeling: Het overleggen met een (rijks)museale instelling over de subsidieaanvraag
Periode: 1994–1999
Grondslag: Regeling subsidiëring museale instellingen (Stcrt. 1994/150). Toelichting
(zoals gewijzigd bij Wijziging Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen en
intrekking Regeling subsidiëring museale instellingen (Stcrt. 1999/228): art. IV)
Product: Overleg, notulen
Waardering: V 10 jaar
112
Handeling: Het beslissen over een subsidieaanvraag van een (rijks)museale instelling
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 6 (zoals gewijzigd
bij Besluit van 28 juli 1999 (Stb. 1999/351): art. I sub C), art. 7, art. 8 (zoals
gewijzigd bij Besluit van 28 juli 1999 (Stb. 1999/351): art. I sub E), art. 9, art.
10 (zoals gewijzigd bij Besluit van 28 juli 1999 (Stb. 1999/351): art. I sub G), art.
11, art. 12, art. 13 (zoals gewijzigd bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266):
art. I sub F onder 2), art. 15, Regeling subsidiëring museale instellingen (Stcrt.
1994/150): art. 3 (zoals gewijzigd bij Wijziging Regeling subsidies en uitkeringen
cultuuruitingen en intrekking Regeling subsidiëring museale instellingen (Stcrt. 1999/228):
art. IV), art. 8 (zoals gewijzigd bij Wijziging Regeling subsidies en uitkeringen
cultuuruitingen en intrekking Regeling subsidiëring museale instellingen (Stcrt. 1999/228):
art. IV)
Product: Beschikking, besluit
Opmerking: De Minister van Cultuur geeft hierbij voor welke activiteiten subsidie
wordt verleend. Met het oog op de onderlinge afweging van aanvragen kan de Minister
van Cultuur, bepalen dat op een aanvraag niet wordt beslist voor of na een bepaalde
datum in een kalenderjaar. In 1998 wordt het beslissen bij beschikking ingetrokken.
Indien de beslissing subsidieverlening inhoudt, wordt het subsidiebedrag vermeld,
de wijze waarop dit is bepaald en welk bedrag maximaal zal worden verleend. Dit vervalt
in 1998.
Waardering: B 5
113
Handeling: Het verlenen van een voorschot aan een (rijks)museale instelling
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 14 lid 1 en 3,
art. 15
Product: Voorschot, beschikking
Waardering: V 10 jaar
114
Handeling: Het stellen van regels met betrekking tot het verlenen van een voorschot
aan een (rijks)museale instelling
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 14 lid 2
Product: Regels
-
– Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen (Stcrt. 1995/4)
-
– Wijziging Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen (Stcrt. 1997/243)
-
– Vaststelling Handboek financiële verantwoording cultuursubsidies (Stcrt. 1997/247)
-
– Wijziging Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen en intrekking Regeling
subsidiëring museale instellingen (Stcrt. 1999/228). Toelichting
Waardering: B 5
115
Handeling: Het bepalen dat het aan een (rijks)museale instelling verleende meerjarige
subsidiebedrag bijgesteld moet worden
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 16
Product: Beschikking
Opmerking: Hiervoor vindt overleg plaats met de (rijks)museale instelling over de
ontwikkeling van de kosten van de arbeidsvoorwaarden in relatie tot de kwaliteit en
kwantiteit van de gesubsidieerde activiteiten. Bij de bijstelling wordt rekening gehouden
met de ontwikkeling van het prijspeil en de ontwikkeling van de arbeidsvoorwaarden.
Bij de verlening van de subsidie wordt bepaald welk deel van de subsidie wordt bijgesteld.
De bevoorschotting kan overeenkomstig bijgesteld worden.
Waardering: V 10 jaar
116
Handeling: Het overleggen met een (rijks)museale instelling over de ontwikkeling van
de kosten van de arbeidsvoorwaarden
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 16 lid 4
Product: Overleg, notulen
Opmerking: Hierbij gaat het om de ontwikkeling van de kosten van de arbeidsvoorwaarden
in verhouding tot de kwaliteit en de kwantiteit van de gesubsidieerde activiteiten.
Waardering: V 10 jaar
117
Handeling: Het wijzigen of intrekken van de subsidie aan een (rijks)museale instelling
Periode: 1994–1998
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 17 lid 1 (zoals
gewijzigd bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art. I sub G), art. 18 lid
1 (zoals gewijzigd bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art. I sub G)
Product: Beschikking
Opmerking: Zolang de subsidie niet is vastgesteld kan deze gewijzigd of ingetrokken
worden indien:
-
– de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet hebben plaatsgevonden
-
– een (rijks)museale instelling niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden
verplichtingen
-
– een (rijks)museale instelling onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt
-
– de subsidie verlening onjuist was en een (rijks)museale instelling dit wist of behoorde
te weten
-
– de voorwaarde waaronder de subsidie is verleend niet is vervuld
-
– omstandigheden of inzichten veranderd zijn waardoor subsidieverlening onterecht is
geworden.
Deze bepaling is in 1998 ingetrokken.
Waardering: V 10 jaar
118
Handeling: Het vergoeden van de schade als gevolg van het wijzigen of intrekken van
de subsidie aan een (rijks)museale instelling
Periode: 1994–1998
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 18 lid 2 (zoals
gewijzigd bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art. I sub G)
Product: Besluit
Waardering: V 10 jaar
119
Handeling: Het geven van ontheffing van de bepaling dat het boekjaar van een (rijks)museale
instelling gelijk is aan het kalenderjaar
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 21
Product: Besluit
Waardering: V 5 jaar
122
Handeling: Het op aanvraag geven van ontheffing van de verplichting dat een (rijks)museale
instelling de bij haar werkzame vrijwilligers moet verzekeren
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 23 lid 4
Product: Ontheffing
Waardering: V 10 jaar
125
Handeling: Het opstellen van regels met betrekking tot de tussentijdse verslaglegging
bij projectsubsidies die zich over meer dan één kalenderjaar uitstrekken
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 24 lid 3
Product: Regels
-
– Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen (Stcrt. 1995/4)
-
– Wijziging Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen (Stcrt. 1997/243)
-
– Vaststelling Handboek financiële verantwoording cultuursubsidies (Stcrt. 1997/247)
Waardering: B 3
126
Handeling: Het vaststellen van het percentage van het niet-bestede subsidiebedrag
dat de (rijks)museale instelling kan reserveren
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 26, Regeling
subsidiëring museale instellingen (Stb. 1994/150): art. 5 (zoals gewijzigd bij Wijziging
Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen en intrekking Regeling subsidiëring
museale instellingen (Stcrt. 1999/228): art. IV)
Product: Besluit
Opmerking: Als na de gesubsidieerde activiteiten het verleende bedrag niet is besteed,
kan het worden gereserveerd. Dit gereserveerd bedrag kan alleen worden aangewend voor
doeleinden waarvoor de subsidie werd verstrekt. Het totaal van de reservering bedraagt
ten hoogste 10 procent van de verleende subsidie.
Waardering: V 10 jaar
127
Handeling: Het aanwijzen van toekomstige uitgaven van een (rijks)museale instelling
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 26 lid 3
Product: Besluit
Waardering: B 1
128
Handeling: Het bepalen van de vergoeding voor vermogensvorming die een (rijks)museale
instelling is verschuldigd
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 27 lid 1 (zoals
gewijzigd bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art. I sub I onder 1)
Product: Besluit
Opmerking: Het gaat hierbij om de gevallen waarin de subsidie heeft bijgedragen tot
het vormen van vermogen door een (rijks)museale instelling
Waardering: V 10 jaar
129
Handeling: Het toestemmen in het voortzetten van de activiteiten van een (rijks)museale
instelling door een andere rechtspersoon
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 27 lid 3
Product: Toestemming
Opmerking: Hierbij worden de activa tegen boekwaarde aan die andere rechtspersoon
in eigendom overgedragen
Waardering: V 10 jaar
131
Handeling: Het bepalen van de gevallen waarin een (rijks)museale instelling niet de
kosten voor het ter beschikking stellen van goederen of voor derden verrichten van
diensten hoeft door te berekenen
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 29
Product: Besluit
Waardering: V 10 jaar
132
Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren die de financiële zaken van een (rijks)museale
instelling onderzoeken
Periode: 1994–1998
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 30 (zoals gewijzigd
bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art. I sub J)
Product: Benoeming
Opmerking: De (rijks)museale instelling verschaft deze ambtenaren alle gewenste informatie.
Waardering: V 10 jaar
134
Handeling: Het bepalen dat de bepalingen met betrekking tot rechtspersonen in het
Burgerlijk Wetboek (deels) niet van toepassing zijn op een (rijks)museale instelling
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 35 lid 1
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
135
Handeling: Het vaststellen van een protocol voor de rapportage van de naleving van
de subsidiebepalingen voor een (rijks)museale instelling
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 36 lid 2
Product: Protocol
Waardering: B 3
136
Handeling: Het instellen van een onderzoek naar het financiële beheer van een (rijks)museale
instelling
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 36 lid 3
Product: Rapport
Opmerking: De accountant van de (rijks)museale instelling rapporteert aan de departementale
accountantsdienst over de naleving van de subsidiebepalingen.
Waardering: B 2
137
Handeling: Het vaststellen van een nadere termijn voor het indienen van een subsidievaststelling
door een (rijks)museale instelling indien deze niet op tijd is ingediend
Periode: 1994–1998
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 37 lid 2 (zoals
gewijzigd bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art. I sub L onder 3 zoals
gewijzigd bij Besluit van 28 juli 1999 (Stb. 1999/351): art. I sub P)
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
138
Handeling: Het vaststellen van de subsidie voor een (rijks)museale instelling overeenkomstig
de subsidieverlening
Periode: 1994–1998
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 37 (zoals gewijzigd
bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art. I sub L onder 3 zoals gewijzigd
bij Besluit van 28 juli 1999 (Stb. 1999/351): art. I sub P), art. 38 lid 1 (zoals
gewijzigd bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art. I sub L onder 3)
Product: Beschikking
Waardering: B 5
139
Handeling: Het verminderen of intrekken van de subsidievaststelling voor een (rijks)museale
instelling
Periode: 1994–1998
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 38 lid 2 (zoals
gewijzigd bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art. I sub L onder 3), art.
39 lid 1 (zoals gewijzigd bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art. I sub
L onder 3)
Product: Beschikking
Opmerking: De subsidie kan lager worden vastgesteld indien:
-
– de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet hebben plaatsgevonden
-
– een (rijks)museale instelling niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden
verplichtingen
-
– het reserveringsbedrag wordt overschreden
-
– een (rijks)museale instelling onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt
-
– de subsidieverlening onjuist was en een (rijks)museale instelling dit wist of behoorde
te weten
-
– de voorwaarde waaronder de subsidie is verleend, niet is vervuld
-
– de omstandigheden of inzichten veranderd zijn waardoor subsidieverlening onterecht
is geworden
-
– de subsidievaststelling onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te
weten
-
– de subsidieontvanger na de subsidievaststelling niet heeft voldaan aan de aan de subsidie
verbonden verplichtingen.
Waardering: V 10 jaar
140
Handeling: Het beslissen over hoe de voorschotten die een (rijks)museale instelling
te veel heeft ontvangen verrekend moeten worden
Periode: 1994–1998
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 38 lid 3 (zoals
gewijzigd bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art. I sub L onder 3)
Product: Besluit
Waardering: V 10 jaar
141
Handeling: Het vaststellen van nadere regels voor de inrichting van aanvragen, het
beleidsplan, het activiteitenplan, de begroting, de liquiditeitsprognose, de administratie,
de jaarrekening, de subsidiedeclaratie, de verklaring van de accountant en verslagen
van een (rijks)museale instelling
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 48 (zoals gewijzigd
bij Besluit van 28 juli 1999 (Stb. 1999/351): art. I sub W)
Product: Regels
-
– Regeling subsidiëring museale instellingen (Stcrt. 1994/150)
-
– Vaststelling Handboek financiële verantwoording cultuursubsidies (Stcrt. 1997/247)
-
– Wijziging Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen en intrekking Regeling
subsidiëring museale instellingen (Stcrt. 1999/228)
Waardering: B 1, 2, 3
142
Handeling: Het afwijken van de gestelde regels in het Bekostigingsbesluit cultuuruitingen
(Stb. 1994/473)
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 49
Product: Beschikking
Opmerking: De Minister kan artikelen buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor
zover strikte toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Waardering: B 1
143
Handeling: Het in 1994 vaststellen van regels voor de aanvraag en verlening van subsidie
aan een (rijks)museale instelling die afwijken van het besluit
Periode: 1994–1998
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 51 lid 2 (zoals
gewijzigd bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art. I sub R), Regeling subsidiëring
museale instellingen (Stb. 1994/150): art. 8
Product: Regels
– Protocol van overdracht dd. 30 juni 1994
Opmerking: Met besluit wordt het Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473)
bedoeld.
Waardering: B 1
144
Handeling: Het jaarlijks vaststellen van subsidieplafonds voor de verschillende categorieën
van activiteiten waarvoor aan een (rijks)museale instelling subsidie is verstrekt
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473) zoals gewijzigd bij
Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art I sub D
Product: Beschikking
Opmerking: Hierbij kan de Minister van Cultuur bepalen dat hij het beschikbare bedrag
in de volgorde van aanvragen verdeelt.
Waardering: V 10 jaar
145
Handeling: Het stellen van regels omtrent de wijze van verdeling van subsidieplafonds
voor de verschillende categorieën van activiteiten waarvoor aan een (rijks)museale
instelling subsidie is verstrekt
Periode: 1997–
Grondslag: Wet op het specifiek cultuurbeleid zoals gewijzigd bij Aanpassingswet derde
tranche Awb II (Stb. 1997/580): art. 4 sub G
Product: Regels
– Wijziging Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen (Stcrt. 1997/243)
Waardering: B 1, 5
146
Handeling: Het verstrekken van een uitkering ter (mede)bekostiging van de aankoop
van kunstwerken (de Raad voor de Kunst gehoord)
Periode: 1984–1987, 1989–1992
Grondslag:
-
– Tijdelijke aankoopsubsidieregeling moderne beeldende kunst ten behoeve van musea (Stb.
1985/104): art. 2 (zoals gewijzigd bij Besluit van 16 januari 1987 (Stb. 1987/40):
art. II),
-
– Tijdelijke aankoopsubsidieregeling moderne beeldende kunst ten behoeve van musea (Stb.
1985/104): art. 3 (zoals gewijzigd bij Besluit van 16 januari 1987 (Stb. 1987/40):
art. II),
-
– Tijdelijke aankoopsubsidieregeling moderne beeldende kunst ten behoeve van musea (Stb.
1985/104): art. 4 (zoals gewijzigd bij Besluit van 16 januari 1987 (Stb. 1987/40):
art. II),
-
– Tijdelijke aankoopsubsidieregeling moderne beeldende kunst ten behoeve van kunstmusea
(Stb. 1989/141): art. 2,
-
– Tijdelijke aankoopsubsidieregeling moderne beeldende kunst ten behoeve van kunstmusea
(Stb. 1989/141): art. 3 lid 1,
-
– Tijdelijke aankoopsubsidieregeling moderne beeldende kunst ten behoeve van kunstmusea
(Stb. 1989/141): art. 4,
-
– Tijdelijke aankoopsubsidieregeling moderne beeldende kunst ten behoeve van kunstmusea
(Stb. 1989/141): art. 5 lid 3,
-
– Tijdelijke aankoopsubsidieregeling moderne beeldende kunst ten behoeve van kunstmusea
(Stb. 1989/141): art. 7 lid 3
Product: Beschikking, subsidie
Opmerking: Dit waren kunstwerken van levende Nederlandse of duurzaam in Nederland
wonende en werkende kunstenaars om daarmede geografische spreiding en optimale toegankelijkheid
van deze werken voor het publiek te bevorderen. Deze uitkering werd enkel verleend
voorzover de wetgever de nodige gelden had toegestaan.
Een uitkering werd slechts verstrekt onder de voorwaarden dat:
-
– het kunstwerk door de Minister van Cultuur van voldoende kwaliteit werd geacht (en
niet ouder was dan 15 jaar)
-
– de huisvesting van het museum voldeed aan de gestelde eisen
-
– de collectie moderne beeldende kunst van het museum voldoende kwaliteit bezat
-
– het aan te kopen kunstwerk in deze collectie zou worden opgenomen
-
– de aanvrager bewees dat het kunstwerk inderdaad was aangekocht en in de collectie
was opgenomen.
De Raad voor de Kunst gaf advies tijdens de periode 1989–1992. De Minister van Cultuur
legde de aanvragen aan deze raad voor.
Waardering: Beschikking: B 5
Financiële bescheiden: V 10 jaar
148
Handeling: Het beoordelen van de kwaliteit van een kunstwerk
Periode: 1984–1987, 1989–1992
Grondslag: Tijdelijke aankoopsubsidieregeling moderne beeldende kunst ten behoeve
van musea (Stb. 1985/104): art. 4 sub a (zoals gewijzigd bij Besluit van 16 januari
1987 (Stb. 1987/40): art. II), Tijdelijke aankoopsubsidieregeling moderne beeldende
kunst ten behoeve van kunstmusea (Stb. 1989/141): art. 4 sub a
Product: Beschikking, brief
Waardering: V 10 jaar
151
Handeling: Het vaststellen van de subsidie voor de aankoop van een kunstwerk
Periode: 1984–1987
Grondslag: Tijdelijke aankoopsubsidieregeling moderne beeldende kunst ten behoeve
van musea (Stb. 1985/104): art. 7 (zoals gewijzigd bij Besluit van 28 augustus 1985
(Stb. 1985/499): art. I sub B zoals gewijzigd bij Besluit van 16 januari 1987 (Stb.
1987/40): art. II)
Product: Beschikking, brief
Waardering: V 10 jaar
152
Handeling: Het beslissen over de toekenning van de subsidie voor de aankoop van een
kunstwerk, de Adviescommissie van de Rijksdienst Beeldende Kunst respectievelijk de
Raad voor de Kunst gehoord
Periode: 1984–1987, 1989–1992
Grondslag: Tijdelijke aankoopsubsidieregeling moderne beeldende kunst ten behoeve
van musea (Stb. 1985/104): art. 8 (zoals gewijzigd bij Besluit van 16 januari 1987
(Stb. 1987/40): art. II), Tijdelijke aankoopsubsidieregeling moderne beeldende kunst
ten behoeve van kunstmusea (Stb. 1989/141): art. 7 lid 1
Product: Besluit
Opmerking: De Adviescommissie van de Rijksdienst Beeldende Kunst gaf in de periode
1984–1987 advies. De Raad voor de Kunst deed dit in de periode 1989–1992.
Waardering: B 1
154
Handeling: Het vaststellen van een maximum per aanvrager van de aankoopsubsidie
Periode: 1989–1992
Grondslag: Tijdelijke aankoopsubsidieregeling moderne beeldende kunst ten behoeve
van kunstmusea (Stb. 1989/141): art. 3 lid 2
Product: Beschikking, brief
Opmerking: De Minister van Cultuur deed dit in het geval dat het totale bedrag waarvoor
subsidie is aangevraagd het totale budget overschreed.
Waardering: V 10 jaar
155
Handeling: Het vaststellen van het aanvraagformulier voor een aankoopsubsidie
Periode: 1989–1992
Grondslag: Tijdelijke aankoopsubsidieregeling moderne beeldende kunst ten behoeve
van kunstmusea (Stb. 1989/141): art. 5 lid 2
Product: Beschikking, formulier
Opmerking: De Minister van Cultuur verstrekte eveneens dit formulier.
Waardering: B 5
156
Handeling: Het afwijken van het gestelde in de Tijdelijke aankoopsubsidieregeling
moderne beeldende kunst ten behoeve van kunstmusea (Stb. 1989/141)
Periode: 1989–1992
Grondslag: Tijdelijke aankoopsubsidieregeling moderne beeldende kunst ten behoeve
van kunstmusea (Stb. 1989/141): art. 8
Product: Beschikking
Waardering: B 1
161
Handeling: Het voordragen van de leden van de Adviescommissie beoordeling aangeboden
cultuurbezit uit nalatenschappen
Periode: 1997–
Grondslag: Wijziging van het Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956 (Stb. 1998/130):
art. I
Product: Voordracht
Opmerking: De Minister van Cultuur draagt één lid voor en samen met de Minister van
Financiën de voorzitter. Het andere lid wordt door de Minister van Financiën voorgedragen.
Waardering: V 5 jaar
165
Handeling: Het vergoeden van de kosten van de Adviescommissie beoordeling aangeboden
cultuurbezit uit nalatenschappen
Periode: 1997–
Grondslag: Wijziging van het Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956 (Stb. 1998/130):
art. I
Product: Besluit
Waardering: V 10 jaar
167
Handeling: Het, in overeenstemming met de Minister van Financiën, afgeven van een
verklaring voor schadeloosstelling bij verlies of schade van tentoongestelde cultuurvoorwerpen
Periode: 1989–
Grondslag: Regeling indemniteit bruiklenen (Stcrt. 1989/4): 2 lid 1, Bekostigingsbesluit
cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 13 lid 2, Subsidieregeling indemniteit bruiklenen
(Stcrt. 1996/11): art. 2 lid 1, art. 3, art. 5. Toelichting
Product: Garantieverklaring, indemniteitsverklaring
Opmerking: Het gaat hierbij om dekking van uitgeleende voorwerpen ten behoeve van
een tentoonstelling. Het model van deze verklaring is als bijdrage bij de Regeling
indemniteit bruiklenen (Stcrt. 1989/4) gegeven. Vanaf 1996 kan de Minister van Cultuur
een aanspraak op financiële middelen verlenen voor het geval dat de exploitatie van
een tentoonstelling een tekort vertoont en voorzover dit tekort wordt veroorzaakt
door verlies of schade aan derden ten behoeve van de tentoonstelling in bruikleen
gegeven voorwerpen. Een indemniteitsverklaring kan slechts worden verleend indien
een (rijks)museum naar het oordeel van de Minister van Cultuur en de Minister van
Financiën heeft aangetoond dat:
-
– de kosten van verzekering van de tentoonstelling zodanig hoog zijn dat deze zonder
indemniteitsverklaring geen doorgang zal kunnen vinden
-
– een indemniteitsverklaring een aanzienlijke besparing op de verzekeringskosten tot
gevolg heeft
-
– het belang van de tentoonstelling in verhouding staat met de besparing op de verzekeringskosten.
De Minister van Cultuur beslist op de aanvragen voor een indemniteitsverklaring in
de volgorde van ontvangst. Bij de beslissing op de aanvraag wordt bepaald voor welk
maximaal bedrag een vergoeding wordt verleend.
Waardering: B 1
169
Handeling: Het afwijken van het model van de garantieverklaring voor schadeloosstelling
bij verlies of schade van cultuurvoorwerpen
Periode: 1989–1996
Grondslag: Regeling indemniteit bruiklenen (Stcrt. 1989/4): 2 lid 4
Product: Beschikking
Opmerking: Dit gebeurt als het voor het totstandkomen van een tentoonstelling van
wezenlijk belang is.
Waardering: V 10 jaar
170
Handeling: Het stellen van (nadere) voorwaarden aan een bij een garantieverklaring
of een indemniteitsverklaring betrokken (rijks)museum
Periode: 1989–
Grondslag: Wet op het specifiek cultuurbeleid (Stb. 1993/193): art. 8 lid 4, Regeling
indemniteit bruiklenen (Stcrt. 1989/4): art. 3, Bekostigingsbesluit cultuuruitingen
(Stb. 1994/473): art. 32, Subsidieregeling indemniteit bruiklenen (Stcrt. 1996/11):
art. 2 lid 2 en bijlage I
Product: Voorwaarden
Opmerking: Het gaat hierbij om voorwaarden met betrekking tot de aanspraak op financiële
middelen. Hierin wordt geregeld dat de kans op schade zoveel mogelijk beperkt is.
Waardering: B 5
172
Handeling: Het wijzigen van de aanvraagtermijn van een indemniteitsverklaring
Periode: 1996–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 11 lid 5, Subsidieregeling
indemniteit bruiklenen (Stcrt. 1996/11). Toelichting
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar
174
Handeling: Het vaststellen van een protocol voor de rapportage van de naleving van
de subsidiebepalingen voor het krijgen van een indemniteit
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 36 lid 2, Subsidieregeling
indemniteit bruiklenen (Stcrt. 1996/11). Toelichting
Product: Protocol
Waardering: B 3
178
Handeling: Het vaststellen, verminderen of intrekken van de indemniteit
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 37 (zoals gewijzigd
bij Besluit van 28 juli 1999 (Stb. 1999/351): art. I sub P), art. 38 lid 1 en 3, Subsidieregeling
indemniteit bruiklenen (Stcrt. 1996/11). Toelichting
Product: Indemniteit, financiële middelen
Waardering: V 7 jaar
185
Handeling: Het verzoek doen aan de Mondriaan Stichting behoudsprojecten voor universitaire
collecties financieel te ondersteunen
Periode: 1997–2000
Grondslag: Regeling financiële ondersteuning van het behoud van de universitaire collecties
(Stcrt. 1997/193), p. 1
Product: Verzoek
Opmerking: Hiermee moet een duurzame verbetering van de behoudstaak in de Nederlandse
universitaire instellingen bevorderd worden en een bijdrage worden geleverd aan het
wegwerken van achterstanden in passieve en actieve conservering van collecties die
een belangrijk onderdeel vormen van de Collectie Nederland.
Waardering: V 10 jaar
186
Handeling: Het verstrekken van een meerjarige subsidie aan de Mondriaan Stichting
voor het cultuurbeheer
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 8 (zoals gewijzigd
bij Besluit van 28 juli 1999 (Stb. 1999/351): art. I sub E), Regeling financiële ondersteuning
van het behoud van de universitaire collecties (Stcrt. 1997/193)
Product: Subsidie
Opmerking: De subsidie wordt ten hoogste voor een periode van vier jaar verstrekt,
doch blijft binnen de periode waarvoor de cultuurnota geldt.
Waardering: V 10 jaar
189
Handeling: Het bepalen van het tijdstip waarop een subsidieaanvraag van de Mondriaan
Stichting voor het cultuurbeheer moet zijn ingediend
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 9 lid 1 en 3
Product: Ontheffing
Opmerking: De Minister van Cultuur kan op aanvraag ontheffing verlenen van de aanvraagtermijn
voor subsidie voor de Mondriaan Stichting
Waardering: V 5 jaar
190
Handeling: Het beslissen over een subsidieaanvraag van de Mondriaan Stichting voor
het cultuurbeheer
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 13 (zoals gewijzigd
bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art. I sub F onder 2), art. 15
Product: Beschikking, besluit
Opmerking: Met het oog op de onderlinge afweging van aanvragen kan de Minister van
Cultuur, bepalen dat op een aanvraag niet wordt beslist voor of na een bepaalde datum
in een kalenderjaar. In 1998 wordt het beslissen bij beschikking ingetrokken. Indien
de beslissing subsidieverlening inhoudt, wordt het subsidiebedrag vermeld, de wijze
waarop dit is bepaald en welk bedrag maximaal zal worden verleend. Dit vervalt in
1998
Waardering: B 5
191
Handeling: Het verlenen van een voorschot aan de Mondriaan Stichting voor het cultuurbeheer
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 14 lid 1 en 3,
art. 15
Product: Voorschot, beschikking
Waardering: V 10 jaar
192
Handeling: Het stellen van regels met betrekking tot het verlenen van een voorschot
aan de Mondriaan Stichting voor het cultuurbeheer
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 14 lid 2
Product: Regels
-
– Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen (Stcrt. 1995/4)
-
– Wijziging Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen (Stcrt. 1997/243)
-
– Vaststelling Handboek financiële verantwoording cultuursubsidies (Stcrt. 1997/247)
Waardering: B 5
193
Handeling: Het bepalen dat het aan de Mondriaan Stichting verleende subsidiebedrag
voor het cultuurbeheer bijgesteld moet worden
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 16
Product: Beschikking
Opmerking: Hierbij wordt rekening gehouden met de ontwikkeling van het prijspeil en
de ontwikkeling van de arbeidsvoorwaarden. Bij de verlening van de subsidie wordt
bepaald welk deel van de subsidie wordt bijgesteld. De bevoorschotting kan overeenkomstig
bijgesteld worden.
Waardering: V 10 jaar
194
Handeling: Het overleggen met de Mondriaan Stichting over de ontwikkeling van de kosten
van de arbeidsvoorwaarden
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 16 lid 4
Product: Overleg, notulen
Opmerking: Hierbij gaat het om de ontwikkeling van de kosten van de arbeidsvoorwaarden
in verhouding tot de kwaliteit en de kwantiteit van de gesubsidieerde activiteiten.
Waardering: V 10 jaar
195
Handeling: Het wijzigen of intrekken van de subsidie aan de Mondriaan Stichting voor
het cultuurbeheer
Periode: 1994–1998
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 17 lid 1 (zoals
gewijzigd bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art. I sub G), art. 18 lid
1 (zoals gewijzigd bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art. I sub G)
Product: Beschikking
Opmerking: Zolang de subsidie niet is vastgesteld kan deze gewijzigd of ingetrokken
worden indien:
-
– de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet hebben of zullen plaatsgevonden
-
– de Mondriaan Stichting niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen
-
– de Mondriaan Stichting onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt
-
– de subsidie verlening onjuist was en de Mondriaan Stichting dit wist of behoorde te
weten
-
– de voorwaarde waaronder de subsidie is verleend niet is vervuld
-
– omstandigheden of inzichten veranderd zijn waardoor subsidieverlening onterecht is
geworden.
Deze bepaling is in 1998 ingetrokken.
Waardering: V 7 jaar
196
Handeling: Het vergoeden van de schade als gevolg van het wijzigen of intrekken van
de subsidie aan de Mondriaan Stichting voor het cultuurbeheer
Periode: 1994–1998
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 18 lid 2 (zoals
gewijzigd bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art. I sub G)
Product: Besluit
Waardering: V 10 jaar
197
Handeling: Het geven van ontheffing van de bepaling dat het boekjaar van de Mondriaan
Stichting gelijk is aan het kalenderjaar
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 21
Product: Besluit
Waardering: V 10 jaar
200
Handeling: Het op aanvraag geven van ontheffing van de verplichting dat de Mondriaan
Stichting haar (ont)roerende zaken en de bij haar werkzame vrijwilligers moet verzekeren
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 23 lid 4
Product: Ontheffing
Waardering: V 10 jaar
203
Handeling: Het vaststellen van het percentage van het niet-bestede subsidiebedrag
voor het cultuurbeheer dat de Mondriaan Stichting kan reserveren
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 26
Product: Besluit
Opmerking: Als na de gesubsidieerde activiteiten het verleende bedrag niet is besteed,
kan het worden gereserveerd. Dit gereserveerd bedrag kan alleen worden aangewend voor
doeleinden waarvoor de subsidie werd verstrekt.
Waardering: V 10 jaar
204
Handeling: Het aanwijzen van toekomstige uitgaven van de Mondriaan Stichting voor
het cultuurbeheer
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 26 lid 3
Product: Besluit
Waardering: B 1
205
Handeling: Het bepalen van de vergoeding voor vermogensvorming die de Mondriaan Stichting
is verschuldigd
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 27 lid 1 (zoals
gewijzigd bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art. I sub I onder 1)
Product: Besluit
Opmerking: Het gaat hierbij om de gevallen waarin de subsidie heeft bijgedragen tot
het vormen van vermogen door de Mondriaan Stichting.
Waardering: V 10 jaar
206
Handeling: Het toestemmen in het voortzetten van de activiteiten van de Mondriaan
Stichting door een andere rechtspersoon
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 27 lid 3
Product: Toestemming
Opmerking: Hierbij worden de activa tegen boekwaarde aan die andere rechtspersoon
in eigendom overgedragen
Waardering: V 10 jaar
208
Handeling: Het bepalen van de gevallen waarin de Mondriaan Stichting niet kosten voor
het ter beschikking stellen van goederen aan of het verrichten van diensten voor derden
hoeft door te berekenen
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 29
Product: Besluit
Waardering: V 10 jaar
209
Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren die de financiële zaken van de Mondriaan Stichting
onderzoeken
Periode: 1994–1998
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 30 (zoals gewijzigd
bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art. I sub J)
Product: Benoeming
Opmerking: De Mondriaan Stichting verschaft deze ambtenaren alle gewenste informatie.
Waardering: V 10 jaar
211
Handeling: Het bepalen dat bepalingen van Titel 9 of onderdelen daarvan niet van toepassing
zijn op de Mondriaan Stichting
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 35 lid 1
Product: Beschikking
Opmerking: Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Waardering: V 10 jaar
212
Handeling: Het vaststellen van een protocol voor de rapportage van de naleving van
de subsidiebepalingen voor het cultuurbeheer
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 36 lid 2
Product: Protocol
Waardering: B 3
213
Handeling: Het instellen van een onderzoek naar het financiële beheer van de Mondriaan
Stichting
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 36 lid 3
Product: Rapport
Opmerking: De accountant van de Mondriaan Stichting rapporteert aan de departementale
accountantsdienst over de naleving van de subsidiebepalingen.
Waardering: B 2
214
Handeling: Het vaststellen van een nadere termijn voor het indienen van een subsidievaststelling
voor het cultuurbeheer indien deze niet op tijd is ingediend
Periode: 1994–1998
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 37 lid 2 (zoals
gewijzigd bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art. I sub L onder 3 zoals
gewijzigd bij Besluit van 28 juli 1999 (Stb. 1999/351): art. I sub P)
Product: Beschikking
Waardering: V 5 jaar
215
Handeling: Het vaststellen van de subsidie voor de Mondriaan Stichting voor het cultuurbeheer
overeenkomstig de subsidieverlening
Periode: 1994–1998
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 37 (zoals gewijzigd
bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art. I sub L onder 3 zoals gewijzigd
bij Besluit van 28 juli 1999 (Stb. 1999/351): art. I sub P), art. 38 lid 1 (zoals
gewijzigd bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art. I sub L onder 3)
Product: Beschikking
Waardering: B 5
216
Handeling: Het verminderen of intrekken van de subsidievaststelling voor het cultuurbeheer
Periode: 1994–1998
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 38 lid 2 (zoals
gewijzigd bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art. I sub L onder 3), art.
39 lid 1 (zoals gewijzigd bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art. I sub
L onder 3)
Product: Beschikking
Opmerking: De subsidie kan lager worden vastgesteld indien:
-
– de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet hebben plaatsgevonden
-
– de Mondriaan Stichting niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen
-
– het reserveringsbedrag wordt overschreden
-
– de Mondriaan Stichting onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt
-
– de subsidieverlening onjuist was en de Mondriaan Stichting dit wist of behoorde te
weten
-
– de voorwaarde waaronder de subsidie is verleend, niet is vervuld
-
– de omstandigheden of inzichten veranderd zijn waardoor subsidieverlening onterecht
is geworden
-
– de subsidievaststelling onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te
weten
-
– de subsidieontvanger na de subsidievaststelling niet heeft voldaan aan de aan de subsidie
verbonden verplichtingen.
Waardering: V 10 jaar
217
Handeling: Het beslissen over hoe de voorschotten die de Mondriaan Stichting te veel
heeft ontvangen verrekend moeten worden
Periode: 1994–1998
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 38 lid 3 (zoals
gewijzigd bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art. I sub L onder 3)
Product: Besluit
Waardering: V 10 jaar
218
Handeling: Het vaststellen van nadere regels voor de inrichting van aanvragen, het
beleidsplan, het activiteitenplan, de begroting, de liquiditeitsprognose, de administratie,
de jaarrekening, de subsidiedeclaratie, de verklaring van de accountant en verslagen
van de Mondriaan Stichting voor het cultuurbeheer
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 48 (zoals gewijzigd
bij Besluit van 28 juli 1999 (Stb. 1999/351): art. I sub W)
Product: Regels
-
– Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen (Stcrt. 1995/4)
-
– Wijziging Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen (Stcrt. 1997/243)
-
– Vaststelling Handboek financiële verantwoording cultuursubsidies (Stcrt. 1997/247)
Waardering: B 1, 2, 3
219
Handeling: Het afwijken van de gestelde regels in het besluit
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 49
Product: Beschikking
Opmerking: Met het besluit wordt het Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473)
bedoeld. De Minister kan artikelen buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor
zover strikte toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Waardering: B 1
220
Handeling: Het in 1994 vaststellen van regels voor de aanvraag en verlening van subsidie
voor het cultuurbeheer aan de Mondriaan Stichting die afwijken van het besluit
Periode: 1994–1998
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473): art. 51 lid 2 (zoals
gewijzigd bij Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art. I sub R)
Product: Regels
Opmerking: Met besluit wordt het Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473)
bedoeld.
Waardering: B 1
221
Handeling: Het jaarlijks vaststellen van subsidieplafonds voor de verschillende categorieën
van activiteiten waarvoor aan de Mondriaan Stichting subsidie voor het cultuurbeheer
is verstrekt
Periode: 1994–
Grondslag: Bekostigingsbesluit cultuuruitingen (Stb. 1994/473) zoals gewijzigd bij
Besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266): art I sub D
Product: Beschikking
Opmerking: Hierbij kan de Minister van Cultuur bepalen dat hij het beschikbare bedrag
in de volgorde van aanvragen verdeeld.
Waardering: V 10 jaar
222
Handeling: Het stellen van regels omtrent de wijze van verdeling van subsidieplafonds
voor de verschillende categorieën van activiteiten waarvoor aan de Mondriaan Stichting
subsidie voor het cultuurbeheer is verstrekt
Periode: 1997–
Grondslag: Wet op het specifiek cultuurbeleid zoals gewijzigd bij Aanpassingswet derde
tranche Awb II (Stb. 1997/580): art. 4 sub G
Product: Regels
– Wijziging Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen (Stcrt. 1997/243)
Waardering: B 1, 5
223
Handeling: Het aan het ICN opdragen een concept-leidraad voor de selectie van de museale
collecties op te stellen
Periode: 1997–
Bron: Museum Selectie Project, Concept-leidraad, p. 1
Product: Opdracht
Waardering: V 10 jaar
4. Behoud van cultuurbezit: nationaal beleid
225
Handeling: Het aanwijzen van roerende zaken als beschermd cultuurgoed, de Rijkscommissie
voor de musea gehoord
Periode: 1985–
Grondslag: Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1984/49): art. 2 lid 1 en 3, art.
3 lid 1 (zoals gewijzigd bij Wet van 4 juni 1992 (Stb. 1992/422): hoofdstuk XIII,
art. 25 sub A), art. 3 lid 2, art. 4, art. 6
Product: Beschikking, lijst van beschermde cultuurgoederen
Opmerking: Dit gebeurt door de voorwerpen of de verzameling waarvan zij deel maken
op een lijst van beschermde cultuurgoederen te plaatsen. In spoedgevallen kan de Minister
van Cultuur een voorwerp of verzameling op de lijst plaatsen zonder het advies van
de Rijkscommissie voor de musea. De eigenaar van het beschermde voorwerp krijgt de
plaatsing op de lijst ervan medegedeeld. Deze lijst ligt ter inzage op het departement
van de Minister van Cultuur. Plaatsing van een voorwerp op deze lijst kan alleen met
instemming van de eigenaar. Plaatsing op de lijst van beschermde cultuurgoederen geldt
tevens als aanwijzing in de zin van art. 1 van de op 17 november 1970 te Parijs tot
stand gekomen overeenkomst (Trb. 1972/50) inzake de middelen om de rechtmatige invoer,
uitvoer of eigendomsoverdracht van culturele goederen te verbieden.
Waardering: B 1
227
Handeling: Het vaststellen welke voorwerpen tot een op de lijst van beschermde cultuurgoederen
geplaatste verzameling behoren, de Rijkscommissie voor de musea en de eigenaar van
het beschermde voorwerp gehoord
Periode: 1985–
Grondslag: Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1984/49): art. 2 lid 2
Product: Beschikking
Waardering: B 5
229
Handeling: Het wijzigen van de lijst van beschermde cultuurgoederen, de Rijkscommissie
voor de musea gehoord
Periode: 1985–
Grondslag: Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1984/49): art. 2 lid 4 en 5
Product: Beschikking
Opmerking: Het gaat hierbij om een voorwerp of een verzameling van de lijst van beschermde
cultuurgoederen schrappen, omschrijving en aanduiding wijzigen en voorwerpen aan de
beschrijving van een verzameling toevoegen of daarvan schrappen. De Minister van Cultuur
maakt de adviesaanvraag aan de Rijkscommissie voor de musea te voren bekend in de
Staatscourant.
Waardering: B 5
231
Handeling: Het vaststellen van voorschriften over de inrichting van de lijst van beschermde
cultuurgoederen, de beschrijving van verzamelingen, en de vorm en de wijze waarop
de genoemde kennisgevingen dienen te geschieden, de Rijkscommissie voor de musea gehoord
Periode: 1985–
Grondslag: Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1984/49): art. 3 lid 3 (zoals gewijzigd
bij Afschaffing adviesplichten (Stb. 1995/355): art. 21 sub A)
Product: Amvb
– Besluit behoud van cultuurbezit (Stb. 1985/262)
Opmerking: Het advies vervalt in 1995
Waardering: B 5
233
Handeling: Het bepalen in welke afdeling en categorie een beschermd cultuurgoed of
een verzameling op de lijst van beschermde cultuurgoederen zal worden geplaatst, de
Rijkscommissie voor de musea gehoord.
Periode: 1985–
Grondslag: Besluit behoud cultuurbezit (Stb. 1985/262): art. 5
Product: Beschikking
Opmerking: Indien een voorwerp onder meerdere afdelingen en categorieën kan worden
gerangschikt, wordt volstaan met plaatsing in één afdeling en categorie
Waardering: B 5
235
Handeling: Het toezeggen en intrekken van de toezegging dat een voorwerp, verzameling
of een deel daarvan niet op de lijst van beschermde cultuurgoederen geplaatst wordt
Periode: 1985–
Grondslag: Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1984/49): art. 5
Product: Beschikking
Opmerking: Het gaat hierbij om een voorwerp:
-
– van iemand die tijdelijk in Nederland verblijft
-
– dat door een niet-ingezetene van Nederland wordt uitgeleend voor een tentoonstelling
in Nederland
-
– dat wegens hiermee vergelijkbare omstandigheden naar het oordeel van de Minister van
Cultuur niet in Nederland thuishoort.
De toezegging wordt ingetrokken wanneer de omstandigheden op grond waarvan zij is
gedaan niet meer aanwezig zijn. Intrekking wordt onmiddellijk, met mededeling van
de datum van intrekking, aan de eigenaar medegedeeld.
Waardering: V 10 jaar
236
Handeling: Het beoordelen of een voorwerp, een verzameling of een deel daarvan al
of niet in Nederland thuishoort, de Rijkscommissie voor de musea gehoord
Periode: 1985–
Grondslag: Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1984/49): art. 5 lid 1 onder c
Product: Beschikking
Waardering: B 1
238
Handeling: Het geven van toestemming om een beschermd cultuurgoed te veilen, te vervreemden,
te bezwaren, te verhuren, in bruikleen te geven of bij boedelscheiding aan een niet-ingezetene
toe te delen
Periode: 1985–
Grondslag: Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1984/49): art. 7 lid 2 (zoals gewijzigd
bij Wet van 4 juni 1992 (Stb. 1992/422): hoofdstuk XIII, art. 25 sub C lid 1), art.
7 lid 3 (zoals gewijzigd bij Wet van 4 juni 1992 (Stb. 1992/422): hoofdstuk XIII,
art. 25 sub C lid 2), Wijziging Organisatie- en mandaatregeling OCenW (Stcrt. 1997/19).
Toelichting
Product: Beschikking
Opmerking: De toestemming is nodig voor het verrichten van de genoemde handeling binnen
een maand na melding ervan
Waardering: B (5)
239
Handeling: Het maken van bezwaar tegen het veilen, vervreemden, bezwaren, verhuren,
in bruikleen te geven of aan een niet-ingezetene toedelen van een beschermd cultuurgoed,
de Rijkscommissie voor de musea gehoord.
Periode: 1985–1994
Grondslag: Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1984/49): art. 7 lid 2, 4, en 5,
art. 10, art. 11
Product: Bezwaar
Opmerking: Dit bezwaar is slechts gegrond op de overweging dat er gevreesd wordt voor
het teloorgaan van het beschermde voorwerp voor het in Nederland aanwezige cultuurbezit.
Als de Rijkscommissie voor de musea geen advies heeft uitgebracht of ertegen is deelt
de Minister van Cultuur dit bij het maken van het bezwaar mede. Een bezwaar geldt
gedurende acht maanden als aanbod tot aankoop van het beschermde voorwerp door de
Staat, voorzover:
-
– bezwaar is gemaakt tegen vervreemding daarvan
-
– bezwaar is gemaakt tegen toedeling daarvan door een niet-ingezetene
-
– bezwaar is gemaakt tegen verplaatsing naar – de buiten Nederland gelegen – woonplaats
van de eigenaar
Een bezwaar geldt niet als aankoop als er voorschriften gegeven zijn voor de wijze
waarop de beschermde cultuurgoederen geveild, vervreemd, bezwaard, verhuurd, in bruikleen
gegeven of aan een niet-ingezetene toegedeeld dienen te worden.
Overdracht aan de Staat kan slechts geschieden tegen hetzelfde geldbedrag en onder
dezelfde betalingsvoorwaarden als in de aangemelde ontwerpkoopovereenkomst is bepaald,
mits de Rijkscommissie voor de musea in haar advies dit eenstemmig heeft voorgesteld.
In 1994 vervalt het bezwaar en wordt het vervangen door bedenkingen
Waardering: V 10 jaar
240
Handeling: Het maken van bedenkingen tegen het veilen, vervreemden, bezwaren, verhuren,
in bruikleen te geven of aan een niet-ingezetene toedelen van een beschermd cultuurgoed,
de Rijkscommissie voor de musea gehoord.
Periode: 1994–
Grondslag: Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1984/49): art. 7 lid 2 (zoals gewijzigd
bij Wet van 4 juni 1992 (Stb. 1992/422): hoofdstuk XIII, art. 25 sub C lid 1), art.
7 lid 4 (zoals gewijzigd bij Wet van 4 juni 1992 (Stb. 1992/422): hoofdstuk XIII,
art. 25 sub C lid 3), art. 7 lid 5 (zoals gewijzigd bij Wet van 4 juni 1992 (Stb.
1992/422): hoofdstuk XIII, art. 25 sub C lid 4), art. 10 (zoals gewijzigd bij Wet
van 4 juni 1992 (Stb. 1992/422): hoofdstuk XIII, art. 25 sub D), art. 11 (zoals gewijzigd
bij Wet van 4 juni 1992 (Stb. 1992/422): hoofdstuk XIII, art. 25 sub E)
Product: Correspondentie
Opmerking: Deze bedenkingen zijn slechts gegrond op de overweging dat er gevreesd
wordt voor het teloorgaan van het beschermde voorwerp voor het in Nederland aanwezige
cultuurbezit. Als de Rijkscommissie voor de musea geen advies heeft uitgebracht of
ertegen is, deelt de Minister van Cultuur dit bij het maken van zijn bedenkingen mede.
Deze bedenkingen gelden gedurende acht maanden als aanbod tot aankoop van het beschermde
voorwerp door de Staat, voor zover:
-
– bedenkingen zijn gemaakt tegen vervreemding daarvan
-
– bedenkingen zijn gemaakt tegen toedeling daarvan door een niet-ingezetene
-
– bedenkingen zijn gemaakt tegen verplaatsing naar – de buiten Nederland gelegen – woonplaats
van de eigenaar
Bedenkingen gelden niet als aankoop als er voorschriften gegeven zijn voor de wijze
waarop de beschermde cultuurgoederen geveild, vervreemd, bezwaard, verhuurd, in bruikleen
gegeven of aan een niet-ingezetene toegedeeld dienen te worden. Overdracht aan de
Staat kan slechts geschieden tegen hetzelfde geldbedrag en onder dezelfde betalingsvoorwaarden
als in de aangemelde ontwerpkoopovereenkomst is bepaald, mits de Rijkscommissie voor
de musea in haar advies dit eenstemmig heeft voorgesteld.
Waardering: V 10 jaar
242
Handeling: Het verlengen van de periode dat hij bezwaar, respectievelijk bedenkingen
kan maken tegen het veilen, vervreemden, bezwaren, verhuren, in bruikleen geven of
bij boedelscheiding aan een niet-ingezetene toedelen van een beschermd cultuurgoed
Periode: 1985–
Grondslag: Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1984/49): art. 7 lid 3 (zoals gewijzigd
bij Wet van 4 juni 1992 (Stb. 1992/422): hoofdstuk XIII, art. 25 sub C lid 2)
Product: Beschikking
Opmerking: Tenzij na melding of naar aanleiding van het ter veiling brengen van een
beschermd cultuurgoed door de Minister van Cultuur geen bezwaar is gemaakt, kan de
termijn verlengd worden. In 1994 vervalt het bezwaar en wordt het vervangen door bedenkingen.
Waardering: V 10 jaar
243
Handeling: Het geven van voorschriften bij het veilen, vervreemden, bezwaren, verhuren,
in bruikleen te geven of aan een niet-ingezetene toedelen van een beschermd cultuurgoed
Periode: 1985–
Grondslag: Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1984/49): art. 8
Product: Voorschriften
Opmerking: Hiermee vervalt het verbod op deze handelingen. Deze voorschriften zijn
bedoeld ter voorkoming van het teloorgaan van het beschermde voorwerp voor het in
Nederland aanwezige cultuurbezit.
Waardering: B 5
244
Handeling: Het onderhandelen met de eigenaar van een beschermd cultuurgoed over de
koopprijs en de overige koopvoorwaarden van een beschermd cultuurgoed
Periode: 1985–
Grondslag: Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1984/49): art. 12 (zoals gewijzigd
bij Wet van 4 juni 1992 (Stb. 1992/422): hoofdstuk XIII, art. 25 sub F), art. 22
Product: Correspondentie, beschikking
Opmerking: Het gaat hierbij om voorwerpen op de lijst van beschermde cultuurgoederen
en waarbij de Minister van Cultuur bezwaar heeft gemaakt tegen het veilen, vervreemden,
bezwaren, verhuren, in bruikleen te geven of aan een niet-ingezetene toedelen en de
Rijkscommissie voor de musea niet heeft ingestemd met de voorwaarden als gesteld in
de aangemelde koop-overeenkomst. Indien de onderhandelingen niet tot overeenstemming
leiden, stelt de arrondissementsbank te Den Haag de prijs vast, tenzij de eigenaar
van de verboden handeling afziet of de Minister van Cultuur zijn bezwaar intrekt.
De rechtbank wint bij het vaststellen van een verkoopprijs advies in van deskundigen.
In 1994 vervalt het bezwaar en wordt het vervangen door bedenkingen. Tegelijk met
de inwerkingtreding van het gestelde treden art. 429a–429r van het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering in werking. Tegen een beschikking inzake de koopprijs en de koopvoorwaarden
staat uitsluitend een beroep in cassatie open.
Waardering: V 10 jaar
246
Handeling: Het te kennen geven van zijn mening over het advies van deskundigen betreffende
de aankoopprijs en de koopvoorwaarden van een beschermd cultuurgoed
Periode: 1985–
Grondslag: Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1984/49): art. 12 lid 3
Product: Correspondentie
Opmerking: Het gaat hierbij om het advies van deskundigen dat de arrondissementsbank
te Den Haag inwint alvorens de verkoopprijs van een beschermd cultuurgoed vast te
stellen. De Minister van Cultuur kan binnen een door de rechter te bepalen termijn
zijn beschouwing over het advies ter griffie indienen.
Waardering: V 10 jaar
247
Handeling: Het afzien van zijn bezwaar, respectievelijk bedenkingen tegen het veilen,
vervreemden, bezwaren, verhuren, in bruikleen te geven of aan een niet-ingezetene
toedelen van een beschermd cultuurgoed
Periode: 1985–
Grondslag: Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1984/49): art. 13 (zoals gewijzigd
bij Wet van 4 juni 1992 (Stb. 1992/422): hoofdstuk XIII, art. 25 sub G)
Product: Beschikking
Opmerking: De Minister van Cultuur kan binnen één maand nadat de koopprijs van een
beschermd cultuurgoed is vastgesteld aan de eigenaar ervan meedelen van zijn bezwaar
af te zien. De eigenaar van het beschermd cultuurgoed kan ook binnen één maand nadat
de koopprijs van een beschermd cultuurgoed is vastgesteld afzien van de gemelde handeling.
In het geval dat de Minister van Cultuur en de eigenaar dit niet doen, dan geldt de
vastgestelde prijs als overeengekomen tussen de partijen. In 1994 vervalt het bezwaar
en wordt het vervangen door bedenkingen.
Waardering: V 10 jaar
248
Handeling: Het vergoeden van bepaalde uitgaven die de eigenaar van het beschermde
voorwerp heeft gedaan voor handelingen als het veilen, vervreemden, bezwaren, verhuren,
in bruikleen geven of aan een niet-ingezetene toedelen van een beschermd cultuurgoed,
die teniet zijn gedaan door het bezwaar, respectievelijk bedenkingen van de Minister
van Cultuur.
Periode: 1985–
Grondslag: Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1984/49): art. 14 lid 1 (zoals gewijzigd
bij Wet van 4 juni 1992 (Stb. 1992/422): hoofdstuk XIII, art. 25 sub H)
Product: Beschikking
Opmerking: De uitgaven die de eigenaar heeft gemaakt worden vergoed als het bezwaar
van de Minister van Cultuur niet heeft geleid tot aankoop of overdracht van een beschermd
cultuurgoed. De Staat vergoedt geen uitgaven die wegens de mogelijkheid dat bezwaar
zou worden gemaakt redelijkerwijs achterwege hadden moeten blijven. In 1994 vervalt
het bezwaar en wordt het vervangen door bedenkingen
Waardering: V 10 jaar
250
Handeling: Het aanwijzen van de inspecteur en de ambtenaren die zijn belast met het
toezicht op de naleving van bepalingen in de Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb.
1984/49)
Periode: 1985–
Grondslag: Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1984/49): art. 15 (zoals gewijzigd
bij Wet van 4 juni 1992 (Stb. 1992/422): hoofdstuk XIII, art. 25 sub I, zoals gewijzigd
bij Invoeringswet Douanewet (Stb. 1995/554): art. XXXIII sub C zoals gewijzigd bij
Aanpassingswet derde tranche Awb II (Stb. 1997/580): art. 5 sub A onder 3 en D), art.
16 sub a (zoals gewijzigd bij Wet van 4 juni 1992 (Stb. 1992/422): hoofdstuk XIII,
art. 25 sub J, zoals gewijzigd bij Implementatiewet bescherming cultuurgoederen tegen
illegale uitvoer (Stb. 1995/145): art. I sub D zoals gewijzigd bij Invoeringswet Douanewet
(Stb. 1995/554): art. XXXIII sub D zoals gewijzigd bij Aanpassingswet derde tranche
Awb II (Stb. 1997/580): art. 5 sub E)
Product: Beschikking
Besluit van 27 juni 1985, kenmerk MMA/MU-U-17075
Toezicht naleving Wet tot behoud van cultuurbezit (Stcrt. 1995/94)
Aanwijzing ambtenaren belast met het toezicht op naleving van de Wet tot behoud van
cultuurbezit (Stcrt. 1997/34)
Regeling aanwijzing Hoofd van de Inspectie Cultuurbezit als inspecteur (Stcrt. 1997/34)
Opmerking: De benoeming wordt bekend gemaakt in de Staatscourant. Vanaf 19 februari
1997 wordt het Hoofd Inspectie Cultuurbezit als inspecteur benoemd. De benoeming vindt
dan plaats bij besluit, waarvan mededeling wordt gedaan in de Staatscourant.
Waardering: V 10 jaar
251
Handeling: Het stellen van nadere regels ter uitvoering van de wet, de Rijkscommissie
voor de musea gehoord
Periode: 1985–
Grondslag: Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1984/49): art. 21 (zoals gewijzigd
bij Afschaffing adviesplichten (Stb. 1995/355): art. 21 sub B)
Product: Amvb
– Besluit behoud van cultuurbezit (Stb. 1985/262)
Opmerking: Met de wet wordt bedoeld de Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1984/49).
Het advies van de Rijkscommissie voor de musea vervalt in 1995.
Waardering: B 5
258
Handeling: Het instellen van de Adviescommissie Wet tot behoud van cultuurbezit
Periode: 1997–1998
Grondslag: Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 6 lid 1 en 2
Product: Kb
Opmerking: Het besluit werd aan de Staten-Generaal meegedeeld.
Waardering: B 4
260
Handeling: Het benoemen en ontslaan van de leden en de secretaris van de Adviescommissie
Wet tot behoud van cultuurbezit
Periode: 1997–1998
Grondslag: Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 6 lid 3, Besluit Adviescommissie
Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1997/519), Nota van Toelichting
Product: Beschikking
– Samenstelling Adviescommissie Wet tot behoud van cultuurbezit (Stcrt. 1997/241)
Waardering: V 10 jaar
261
Handeling: Het bepalen van de vergoeding van de leden en de secretaris van de Adviescommissie
Wet tot behoud van cultuurbezit
Periode: 1997–1998
Grondslag: Besluit Adviescommissie Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1997/519),
Nota van Toelichting, Samenstelling Adviescommissie Wet tot behoud van cultuurbezit
(Stcrt. 1997/241): art. 4
Product: Beschikking
– Samenstelling Adviescommissie Wet tot behoud van cultuurbezit (Stcrt. 1997/241)
Waardering: V 10 jaar
5. Behoud van cultuurbezit: internationaal beleid
262
Handeling: Het geven van toestemming tot uitvoer van een beschermd cultuurgoed, de
Rijkscommissie voor musea gehoord.
Periode: 1985–
Grondslag: Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1984/49): art. 7 lid 3 (zoals gewijzigd
bij Wet van 4 juni 1992 (Stb. 1992/422): hoofdstuk XIII, art. 25 sub C lid 2)
Product: Beschikking
Opmerking: Het gaat hierbij om het veilen, vervreemden, bezwaren, verhuren, in bruikleen
geven of bij boedelscheiding aan een niet-ingezetene toedelen van een beschermd cultuurgoed
als dit het brengen van een beschermd cultuurgoed buiten Nederland tot gevolg heeft.
De handeling wordt namens de minister verricht door de Inspecteur Cultuurbezit.
Waardering: B (5)
263
Handeling: Het nader vaststellen van de toestemming tot uitvoer van een beschermd
cultuurgoed
Periode: 1985–
Grondslag: Besluit behoud cultuurbezit (Stb. 1985/262): art. 10
Product: Besluit
Opmerking: Hij doet hiervan mededeling in de Staatscourant. De schriftelijke toestemming
tot uitvoer van een beschermd cultuurgoed kan met het oog op internationale afspraken
aan een bepaalde vorm worden gebonden.
Waardering: B (5)
272
Handeling: Het opheffen van het uitvoerverbod zonder vergunning van oudheidkundige
voorwerpen
Periode: 1995–
Grondslag: Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1984/49): art. 14 zoals gewijzigd
bij Implementatiewet bescherming cultuurgoederen tegen illegale uitvoer (Stb. 1995/145):
art. I sub B)
Product: Verbod
Opmerking: Het gaat hierbij om voorwerpen die vermeld zijn in de bijlage van de verordening (EEG) nr. 3911/92 (PbEG L395). Het betreft oudheidkundige voorwerpen ouder dan 100 jaar, afkomstig
uit opgravingen en vondsten dan wel van oudheidkundige locaties, wanneer deze goederen
van beperkt archeologisch of wetenschappelijk belang zijn en mits zij niet rechtstreeks
afkomstig zijn van opgravingen, vondsten en archeologische locaties in een lidstaat
van de EU of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de
Europese Economische Ruimte en zij zich legaal op de markt bevinden.
Waardering: B (5)
274
Handeling: Het verstrekken aan de Europese Commissie van de lijst van autoriteiten
die bevoegd zijn tot de afgifte van uitvoervergunningen voor cultuurgoederen
Periode: 1993–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 3911/92 (PbEG L 395): art. 3
Product: Lijst
Opmerking: De Europese Commissie maakt de lijst bekend in de C-reeks van het Publikatieblad
van de Europese Gemeenschappen.
Waardering: V 10 jaar
286
Handeling: Het nemen van maatregelen om toezicht te houden op het gebruik van de eigen
open vergunningen
Periode: 1998–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 752/93 (PbEG L 77) zoals gewijzigd door Verordening (EG) nr. 1526/98 (PbEG L 201): art 1 lid 3 sub 5
Product: Besluit, beschikking
Opmerking: Dit gebeurt als de voorwaarden waaronder deze zijn afgegeven niet meer
zijn vervuld. Indien de vergunning niet wordt teruggegeven geeft de betrokken Lidstaat
dit door aan de Europese Commissie, die onmiddellijk andere Lidstaten op de hoogte
stelt.
Waardering: B 2, 5
287
Handeling: Het aanwijzen van een of meer centrale autoriteiten die in de Richtlijn 93/7/EEG (PbEG L 74) omschreven bevoegdheden uitoefenen
Periode: 1993–
Grondslag: Richtlijn 93/7/EEG (PbEG L 74): art. 3
Product: Beschikking, benoeming
Opmerking: Hierbij wordt de Europese Commissie in kennis gesteld van alle benoemingen
van centrale autoriteiten op grond van dit artikel. De Europese Commissie maakt de
lijst van deze aangewezen centrale autoriteiten bekend in de C-reeks van het Publikatieblad
van de Europese Gemeenschap.
Waardering: V 10 jaar
299
Handeling: Het bepalen dat de vordering tot teruggave van een ontvreemd cultuurgoed
verjaart na één jaar
Periode: 1993–
Grondslag: Richtlijn 93/7/EEG (PbEG L 74): art. 7 lid 1
Product: Besluit, beschikking
Opmerking: Een vordering tot teruggave van een ontvreemd cultuurgoed verjaart één
jaar na de datum waarop de plaats waar het cultuurgoed zich bevindt en de identiteit
van de bezitter of de houder van een ontvreemd cultuurgoed bij de verzoekende Lidstaat
bekend zijn geworden.
Waardering: V 10 jaar
302
Handeling: Het uitkeren van een vergoeding aan de bezitter van het ontvreemde cultuurgoed
bij terugvordering van het cultuurgoed
Periode: 1993–
Grondslag: Richtlijn 93/7/EEG (PbEG L 74): art. 9
Product: Besluit
Waardering: V 10 jaar
303
Handeling: Het vorderen van terugbetalingen aan de personen die verantwoordelijk zijn
voor het ontvreemden van een cultuurgoed
Periode: 1993–
Grondslag: Richtlijn 93/7/EEG (PbEG L 74): art. 11
Product: Besluit
Opmerking: Het gaat hierbij om terugbetaling van de vergoeding die de verzoekende
Lidstaat heeft betaald aan de bezitter van het ontvreemde cultuurgoed bij terugvordering
van het cultuurgoed en daarvoor gemaakte kosten.
Waardering: V 10 jaar
304
Handeling: Het regelen van de eigendom van het cultuurgoed na teruggave ervan
Periode: 1993–
Grondslag: Richtlijn 93/7/EEG (PbEG L 74): art. 12
Product: Beschikking
Opmerking: Het gaat hierbij om een cultuurgoed dat op onrechtmatige wijze buiten het
grondgebied van Nederland is gebracht. De eigendom ervan wordt na teruggave door het
nationale recht geregeld.
Waardering: V 10 jaar
305
Handeling: Het uitbreiden van zijn verplichting tot teruggave van cultuurgoederen
Periode: 1993–
Grondslag: Richtlijn 93/7/EEG (PbEG L 74): art. 14
Product: Beschikking
Opmerking: Het gaat hierbij om uitbreiding van de in de bijlage van de Richtlijn 93/7/EEG (PbEG L 74) vermelde categorieën cultuurgoederen die teruggegeven moeten worden.
Elke Lidstaat kan de bij deze richtlijn ingestelde regeling toepassen op de verzoeken
tot teruggave van cultuurgoederen die voor 1 januari 1993 op onrechtmatige wijze buiten
het grondgebied van andere Lidstaten van de EU zijn gebracht.
Waardering: B 5
306
Handeling: Het instellen van burgerlijke of strafrechtelijke vorderingen op grond
van het nationale recht van de Lidstaat
Periode: 1993–
Grondslag: Richtlijn 93/7/EEG (PbEG L 74): art. 15
Product: Vordering
Opmerking: De eigenaar van het ontvreemde cultuurgoed kan deze eveneens instellen
Waardering: V 10 jaar
310
Handeling: Het vaststellen van de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen
om binnen 12 maanden na vaststelling ervan aan de Richtlijn 93/7/EEG (PbEG L 74) te kunnen voldoen
Periode: 1993–
Grondslag: Richtlijn 93/7/EEG (PbEG L 74): art. 18
Product: Besluit, beschikking
Opmerking: De Lidstaat stelt de Europese Commissie in kennis van de nodige wettelijke
en bestuursrechtelijke bepalingen om binnen 12 maanden na vaststelling ervan aan de
richtlijn te kunnen voldoen.
Waardering: B 5
311
Handeling: Het vaststellen van regels voor de officiële bekendmaking van de bepalingen
die in werking treden om binnen 12 maanden na vaststelling er aan de Richtlijn 93/7/EEG (PbEG L 74) te kunnen voldoen
Periode: 1993–
Grondslag: Richtlijn 93/7/EEG (PbEG L 74): art. 18
Product: Regels
Waardering: B 5
312
Handeling: Het instellen van het Tijdelijk adviescolleges herkomst kunstvoorwerpen
WO-II
Periode: 1999–2002
Grondslag: Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 6 lid 1 en 2
Product: Besluit
– Besluit instelling tijdelijk adviescollege herkomst kunstvoorwerpen WO-II (Stcrt.
1999/203)
Opmerking: Het besluit wordt aan de Staten-Generaal meegedeeld
Waardering: B 4
314
Handeling: Het benoemen en ontslaan van de leden en de secretaris van het Tijdelijk
adviescolleges herkomst kunstvoorwerpen WO-II
Periode: 1999–2002
Grondslag: Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 6 lid 3, Besluit instelling
tijdelijk adviescollege herkomst kunstvoorwerpen WO-II (Stcrt. 1999/203). Toelichting
Product: Beschikking
– Benoeming leden tijdelijk adviescollege herkomst kunstvoorwerpen WO-II (Stcrt. 1999/203)
Waardering: V 10 jaar
315
Handeling: Het bepalen van de vergoeding van de leden van het Tijdelijk adviescollege
herkomst kunstvoorwerpen WO-II
Periode: 1999–2002
Grondslag: Besluit instelling tijdelijk adviescollege herkomst kunstvoorwerpen WO-II
(Stcrt. 1999/203). Toelichting, Benoeming leden tijdelijk adviescollege herkomst kunstvoorwerpen
WO-II (Stcrt. 19099/203): art. 4
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
316
Handeling: Het benoemen van de ambtenaren voor het inwinnen van inlichtingen over
de herkomst van kunstvoorwerpen
Periode: 1999–2002
Grondslag: Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 19 lid 1, Besluit instelling
tijdelijk adviescollege herkomst kunstvoorwerpen WO-II (Stcrt. 1999/203). Toelichting,
Benoeming leden tijdelijk adviescollege herkomst kunstvoorwerpen WO-II (Stcrt. 1999/203):
art. 3
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
6. Zorg voor archiefbescheiden
317
Handeling: Het voorbereiden van een algemene maatregel van bestuur voor de uitoefening
van de archiefzorg door de Hoge Colleges van Staat, het Kabinet der Koningin, de ministeries
en de overheidsorganen bedoeld in art. 38 Archiefwet 1962 resp. art. 41 Archiefwet
1995
Periode: 1968–
Grondslag: Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 18, art. 38 lid 2, Archiefwet 1995
(Stb. 1995/276): art. 23 lid 4, art. 41 lid 2
Product: Amvb:
Waardering: B 1
318
Handeling: Het (voorbereiden van het) stellen van regels omtrent de duurzaamheid van
door overheidsorganen op te maken archiefbescheiden
Periode: 1996–
Grondslag: Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276): art. 21 lid 1, Archiefbesluit 1995 (Stb.
1995/671): art. 11
Product: Amvb, ministeriële beschikking
Waardering: B 1
319
Handeling: Het (voorbereiden van het) stellen van regels voor het in geordende en
toegankelijke staat brengen en bewaren van archiefbescheiden
Periode: 1996–
Grondslag: Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276): art. 21 lid 2, Archiefbesluit 1995 (Stb.
1995/671): art. 12
Product: Amvb, ministeriële beschikking
Opmerking: Het gaat hierbij om archiefbescheiden die voor bewaring in aanmerking komen.
Waardering: B 1
320
Handeling: Het (voorbereiden van het) stellen van regels voor de bouw, verbouwing,
inrichting, verandering van de inrichting en ingebruikneming van archiefbewaarplaatsen
Periode: 1968–
Grondslag: Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 6, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276):
art. 21 lid 1, Archiefbesluit 1995 (Stb. 1995/671): art. 13 lid 4
Product: Amvb, ministeriële regeling
Opmerking: Het stellen van regels gebeurt in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
Waardering: B 1
325
Handeling: Het instemmen met een herordening van archiefbescheiden van de Hoge Colleges
van Staat, het Kabinet der Koningin, de ministeries en overheidsorganen bedoeld in
art. 38 Archiefwet 1962
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 49 lid 3
Product: Besluit, brief
Opmerking: Alleen voor de herordening van archiefbescheiden ouder dan tien jaar was
deze instemming vereist.
Waardering: V 10 jaar
326
Handeling: Het overleggen met gedeputeerde staten over hun adviezen voor het beheer
van de in een rijksarchiefbewaarplaats berustende archiefbescheiden van de provinciale
organen
Periode: 1996–
Grondslag: Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276) zoals gewijzigd bij Wet van 28 april 1995
(Stb. 1995/277): art. 29 lid 2
Product: Verslag, notulen, brief
Opmerking: Wanneer de Minister van Cultuur afwijkt van de adviezen van gedeputeerde
staten, treedt hij met dit college in overleg.
Waardering: B 5
330
Handeling: Het voorbereiden van regels voor het toezicht van gedeputeerde staten op
de uitoefening door burgemeesters en wethouders van de zorg voor de archiefbescheiden
van gemeenten
Periode: 1945–1995
Grondslag: Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378): art. 16, Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313):
art. 26
Product: Amvb
-
– Besluit van 6 september 1919 (Stb. 1919/557), tot vaststelling van de algemene maatregel
van bestuur, bedoeld in de artikelen 16 en 23 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378)
-
– Besluit van 15 april 1929 (Stb. 1929/160), tot aanvulling van het Besluit van 6 september
1919 (Stb. 1919/557)
-
– Besluit van 15 augustus 1936 (Stb. 1936/370), tot aanvulling van het Besluit van 6
september 1919 (Stb. 1919/557)
Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 55–62
Waardering: B 1
331
Handeling: Het voorbereiden van de bepaling dat een deel van de gemeentearchieven
ter bewaring naar een rijksarchiefbewaarplaats zal worden overgebracht, wegens de
gebrekkige zorg van burgemeester en wethouders voor deze archieven (dwangdepot)
Periode: 1945–1995
Grondslag: Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378) zoals gewijzigd bij Wet van 14 mei 1928
(Stb. 1928/177): art. 18, Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 28
Product: Kb
Opmerking: Het besluit werd genomen na het inwinnen van het advies van gedeputeerde
staten.
Waardering: B 5
332
Handeling: Het voorbereiden van regels voor het toezicht van gedeputeerde staten op
de uitoefening van de archiefzorg door de dagelijkse besturen van waterschappen, veenschappen
en veenpolders
Periode: 1945–1995
Grondslag: Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378): art. 23, Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313):
art. 33
Product: Amvb
-
– Besluit van 6 september 1919 (Stb. 1919/557), tot vaststelling van de algemene maatregel
van bestuur, bedoeld in de artikelen 16 en 23 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378)
-
– Besluit van 15 april 1929 (Stb. 1929/160), tot aanvulling van het Besluit van 6 september
1919 (Stb. 1919/557)
-
– Besluit van 15 augustus 1936 (Stb. 1936/370), tot aanvulling van het Besluit van 6
september 1919 (Stb. 1919/557)
Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 55–62
Waardering: B 1
333
Handeling: Het voorbereiden van de bepaling dat een deel van de archieven van een
waterschap, veenschap of veenpolder ter bewaring naar een rijksarchiefbewaarplaats
zal worden overgebracht, wegens de gebrekkige zorg van de dagelijkse besturen van
deze organen voor deze archieven (dwangdepot)
Periode: 1945–1995
Grondslag: Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378) zoals gewijzigd bij Wet van 14 mei 1928
(Stb. 1928/177): art. 25, Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 35
Product: Kb
Waardering: B 5
334
Handeling: Het aan gedeputeerde staten verlenen van ontheffing van de verplichting
tot benoeming van een provinciale inspecteur
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 22 lid 3, Archiefbesluit (Stb. 1968/200):
art. 62
Product: Ontheffing
Opmerking: Deze ontheffing wordt verleend onder bepaalde voorwaarden.
Waardering: V 10 jaar
335
Handeling: Het voorbereiden van algemene maatregelen van bestuur, waarbij het toezicht
van gedeputeerde staten geregeld wordt op de archiefzorg van de dagelijkse besturen
van instellingen als bedoeld in de Armenwet resp. de Rompwet Instellingen van weldadigheid
Periode: 1968–1995
Grondslag: Rompwet Instellingen van weldadigheid (voorheen: Armenwet (Stb. 1912/165))
zoals gewijzigd bij de Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 20 octies lid 3
Product: Amvb
– Besluit van 29 januari 1979 (Stb. 1979/42) houdende vaststelling van de in het derde
lid van art. 20 octies, Rompwet Instellingen van weldadigheid bedoelde regelen (gewijzigd
bij Archiefbesluit 1995 (Stb. 1995/671))
Waardering: B 1
336
Handeling: Het machtigen van de beëindiging van de inspectietaak van een rijksarchivaris
voor wat betreft de archiefbescheiden van gemeenten, waterschappen, veenschappen en
veenpolders
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 66
Product: Machtiging, brief
Opmerking: Een rijksarchivaris kon deze inspectie door gedeputeerde staten worden
opgedragen op grond van art. 1 van het Koninklijk besluit van 6 september 1919 (Stb.
1919/557). Hiervoor werd hem ook een toelage toegekend.
Waardering: V 10 jaar
338
Handeling: Het voorbereiden van regels voor het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden
van de rijksorganen en de overheidsorganen bedoeld in art. 38 Archiefwet 1962 resp.
art. 41 Archiefwet 1995
Periode: 1968–1997
Grondslag: Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 19, art. 38 lid 3, Archiefwet 1995
(Stb. 1995/276): art. 25 lid 2 sub b
Product: Amvb
Opmerking: Nadat aanvankelijk regels voor het toezicht op het beheer waren opgenomen
in Hoofdstuk VI van het Archiefbesluit 1995, is dit hoofdstuk vervallen bij koninklijk
besluit van 20 april 1998 (Stb. 1998/266) en zijn bij de Aanpassingswet derde tranche
Awb II (Stb. 1997/580) twee nieuwe artikelen over toezicht in de Archiefwet zelf opgenomen
(art. 25a en 25b) en is art. 25 lid 2 sub b zodanig aangepast, dat de mogelijkheid
van regels bij amvb is vervallen.
Waardering: B 1
339
Handeling: Het machtigen van de algemene rijksarchivaris zich te doen vervangen door
rijksinspecteurs bij het houden van toezicht op het beheer van de archiefbescheiden
van de rijksorganen en de overheidsorganen bedoeld in art. 38 Archiefwet 1962
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 51
Product: Machtiging
Waardering: V 10 jaar
340
Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren voor het houden van toezicht op het beheer
van de archiefbescheiden van de rijksorganen en de overheidsorganen bedoeld in art.
38 Archiefwet 1962 resp. art. 41 Archiefwet 1995
Periode: 2001–
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 51, Archiefbesluit 1995 (Stb. 1995/671):
art. 15 lid 2–3, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276) zoals gewijzigd bij Aanpassingswet
derde tranche Awb II (Stb. 1997/580): art. 25a, lid 1
Product: Aanwijzingsbesluit
Opmerking: Van het aanwijzingsbesluit wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.
Waardering: V 10 jaar
346
Handeling: Het overleggen met de beheerder van de archiefbescheiden over de archiefzorg
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 54 lid 4
Product: Notulen, brief
Opmerking: Dit overleg geschiedt naar aanleiding van de bevindingen van het toezicht.
Waardering: V 10 jaar
347
Handeling: Het geven van een aanwijzing aan de zorgdrager met betrekking tot de naleving
van archiefwettelijke bepalingen
Periode: 1996–
Grondslag: Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276) zoals gewijzigd bij Aanpassingswet derde
tranche Awb II (Stb. 1997/580): art. 24 lid 1
Opmerking: Als de aanwijzing niet wordt opgevolgd, kan bestuursdwang volgen (zie volgende
handeling).
Waardering: V 10 jaar
348
Handeling: Het bepalen dat archiefbescheiden van een overheidsorgaan naar een rijksarchiefbewaarplaats
worden gebracht resp. het toepassen van bestuursdwang, in het geval dit overheidsorgaan
aanwijzingen ter verbetering van de zorg voor zijn archieven niet opvolgt
Periode: 1996–
Grondslag: Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276) zoals gewijzigd bij Aanpassingswet derde
tranche Awb II (Stb. 1997/580): art. 24
Product: Beschikking, correspondentie
Opmerking: Deze maatregel geldt niet voor de Hoge Colleges van Staat en het Kabinet
der Koningin en wordt altijd pas na overleg met het betrokken orgaan genomen. De Minister
van Cultuur wijst eerst het overheidsorgaan er op dat het zich dient te houden aan
de archiefwettelijke bepalingen. In geval het overheidsorgaan deze aanwijzing niet
opvolgt, kan de Minister van Cultuur bepalen dat de betreffende archiefbescheiden
worden overgebracht (dwangdepot). De kosten van deze overdracht en het in goede, geordende
en toegankelijke staat brengen van deze archiefbescheiden komen ten laste van het
betrokken overheidsorgaan. Sinds 1998 spreekt de wet in algemenere zin over het toepassen
van bestuursdwang. Dit kan ook het opleggen van boetes behelzen.
Waardering: B (5)
350
Handeling: Het aanbieden aan de Staten-Generaal van het jaarverslag van de algemene
rijksarchivaris over het toezicht op het beheer van archiefbescheiden en het innemen
van een standpunt terzake
Periode: 1996–
Grondslag: Archiefbesluit 1995 (Stb. 1995/671): art. 19, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276)
zoals gewijzigd bij Aanpassingswet derde tranche Awb II (Stb. 1997/580): art. 25b,
lid 3
Product: Brief
Waardering: B 2
351
Handeling: Het voorbereiden van regels voor de vernietiging van archiefbescheiden
(al dan niet berustend in een archiefbewaarplaats)
Periode: 1945–1995
Grondslag: Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378): art. 5, Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313):
art. 2 lid 2
Product:
-
– Besluit van 7 oktober 1919 (Stb. 1919/596), tot vaststelling van de algemene maatregel
van bestuur, bedoeld in artikel 5 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378)
-
– Besluit van 14 juni 1929 (Stb. 1929/316), tot wijziging en aanvulling van het Besluit
van 7 oktober 1919 (Stb. 1919/596)
-
– Besluit van 13 juli 1949 (Stb. 1949/J 322) tot nadere wijziging van het Koninklijk
besluit van 7 oktober 1919 (Stb. 1919/596)
-
– Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 2–7
Waardering: B 1
354
Handeling: Het machtigen van de algemene rijksarchivaris of de rijksarchivaris in
de provincie tot vernietiging van in een rijksarchiefbewaarplaats berustende archiefbescheiden
Periode: 1945–1995
Grondslag: Besluit van 7 oktober 1919 (Stb. 1919/596), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 5 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378): art.
2, Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 4
Product: Machtiging, brief
Opmerking: De toestemming van de (voormalige) zorgdrager is vanaf 1968 vereist.
Waardering: B 5
356
Handeling: Het opstellen van een verklaring van vernietiging van in een rijksarchiefbewaarplaats
berustende archiefbescheiden
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit van 7 oktober 1919 (Stb. 1919/596), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 5 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378): art.
2, Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 4, Archiefbesluit 1995 (Stb. 1995/671): art.
8
Product: Verklaring van vernietiging
Waardering: B 5
358
Handeling: Het voorbereiden van algemene richtlijnen voor (het vaststellen van) vernietigingslijsten
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 3 lid 1
Product: Besluit algemene richtlijnen vaststelling vernietigingslijsten archiefbescheiden
(Stcrt. 1972/109)
Waardering: B 1
363
Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling van een vernietigingslijst voor de
archiefbescheiden van de Hoge Colleges van Staat en het Kabinet der Koningin
Periode: 1945–1995
Grondslag: Besluit van 7 oktober 1919 (Stb. 1919/596), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 5 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378) zoals
gewijzigd bij Besluit van 14 juni 1929 (Stb. 1929/316): art. 1, Archiefbesluit (1968/200):
art. 3 lid 3 sub a
Product: Kb
Opmerking: De vernietigingslijst wordt vastgesteld bij Kb.
Waardering: B 5
365
Handeling: Het gezamenlijk (met de Vakminister) vaststellen van een vernietigingslijst
voor de archiefbescheiden van ministeries en daaronder vallende rijksorganen
Periode: 1945–1995
Grondslag: Besluit van 7 oktober 1919 (Stb. 1919/596), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 5 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378) zoals
gewijzigd bij Besluit van 14 juni 1929 (Stb. 1929/316): art. 1, Archiefbesluit (Stb.
1968/200): art. 3 lid 3 sub b–c
Product: Vernietigingslijst
Waardering: B 5
366
Handeling: Het gezamenlijk (met de Minister van Binnenlandse Zaken) vaststellen van
een vernietigingslijst voor de archiefbescheiden van provinciale overheidsorganen
Periode: 1945–1995
Grondslag: Besluit van 7 oktober 1919 (Stb. 1919/596), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 5 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378) zoals
gewijzigd bij Besluit van 14 juni 1929 (Stb. 1929/316): art. 3, Archiefbesluit (Stb.
1968/200): art. 3 lid 3 sub d
Product: Vernietigingslijst
Waardering: B 5
367
Handeling: Het gezamenlijk (met de Minister van Binnenlandse Zaken) vaststellen van
een vernietigingslijst voor de archiefbescheiden van gemeenten
Periode: 1945–1995
Grondslag: Besluit van 7 oktober 1919 (Stb. 1919/596), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 5 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378) zoals
gewijzigd bij Besluit van 14 juni 1929 (Stb. 1929/316): art. 4, Archiefbesluit (Stb.
1968/200): art. 3 lid 3 sub e
Product: Ministeriële regeling, vernietigingslijst
– Ministerieel Besluit d.d. 14 januari 1948, nr. 11995 van de Ministers van Binnenlandse
Zaken en Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, houdende opgaaf van voor vernietiging
in aanmerking komende stukken in de gemeentearchieven dagtekenende van na 1850
Waardering: B 5
368
Handeling: Het gezamenlijk (met de Minister van Verkeer en Waterstaat) vaststellen
van een vernietigingslijst voor de archiefbescheiden van waterschappen, veenschappen,
veenpolders of onderdelen daarvan
Periode: 1945–1995
Grondslag: Besluit van 7 oktober 1919 (Stb. 1919/596), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 5 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378) zoals
gewijzigd bij Besluit van 14 juni 1929 (Stb. 1929/316): art. 5; Archiefbesluit (Stb.
1968/200): art. 3 lid 3 sub f
Waardering: B 5
369
Handeling: Het gezamenlijk (met de Minister van Binnenlandse Zaken) vaststellen van
een vernietigingslijst voor de archiefbescheiden van organen ingesteld bij een regeling
als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 3 lid 3 sub g
Product: Vernietigingslijst
Waardering: B 5
370
Handeling: Het gezamenlijk (met de Vakminister) vaststellen van een vernietigingslijst
voor de archiefbescheiden van openbare lichamen
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 3 lid 3 sub h
Product: Vernietigingslijst, verslag driehoeksoverleg
Opmerking: Onder vakminister wordt hier begrepen de minister die betrokken was bij
de instelling of erkenning van het openbaar lichaam.
Waardering: B 5
374
Handeling: Het, in overeenstemming met het betrokken college, voorbereiden van het
vaststellen van een selectielijst voor de archiefbescheiden van de Hoge Colleges van
Staat en het Kabinet der Koningin
Periode: 1996–
Grondslag: Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276): art. 5 lid 2 sub a
Product: Kb, verslag driehoeksoverleg
Opmerking: De selectielijst wordt vastgesteld bij Kb.
Waardering: B 5
376
Handeling: Het gezamenlijk (met de Vakminister) vaststellen van een selectielijst
voor de archiefbescheiden van ministeries
Periode: 1996–
Grondslag: Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276): art. 5 lid 2 sub b
Product: Beschikking, verslag driehoeksoverleg
Waardering: B 5
377
Handeling: Het vaststellen van een selectielijst voor de archiefbescheiden van andere
overheidsorganen dan de Hoge Colleges van Staat, het Kabinet der Koningin en de ministeries
Periode: 1996–
Grondslag: Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276): art. 5 lid 2 sub c
Product: Beschikking, verslag driehoeksoverleg
Opmerking: Het gaat hierbij om selectielijsten voor bijv. zelfstandige bestuursorganen.
Waardering: B 5
379
Handeling: Het voorbereiden van de machtiging tot vernietiging van archiefbescheiden
van de Hoge Colleges van Staat of het Kabinet der Koningin, tegen het advies van de
algemene rijksarchivaris in
Periode: 1945–1995
Grondslag: Besluit van 7 oktober 1919 (Stb. 1919/596), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 5 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378) zoals
gewijzigd bij Besluit van 14 juni 1929 (Stb. 1929/316): art. 1, Archiefbesluit (1968/200):
art. 3 lid 4 sub a
Product: Kb
Opmerking: Het ging hierbij om archiefbescheiden die nog niet naar een rijksarchiefbewaarplaats
waren overgebracht en die niet vermeld stonden op een vernietigingslijst.
Waardering: B 5
380
Handeling: Het machtigen tot vernietiging van archiefbescheiden van rijksoverheidsorganen,
tegen het advies van de algemene rijksarchivaris of de rijksarchivaris in de provincie
in
Periode: 1945–1995
Grondslag: Besluit van 7 oktober 1919 (Stb. 1919/596), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 5 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378) zoals
gewijzigd bij Besluit van 14 juni 1929 (Stb. 1929/316): art. 1, Archiefbesluit (1968/200):
art. 3 lid 4 sub b en c
Product: Machtiging
Opmerking: Het ging hierbij om archiefbescheiden die nog niet naar een rijksarchiefbewaarplaats
waren overgebracht en die niet vermeld stonden op een vernietigingslijst.
Waardering: B 5
381
Handeling: Het machtigen tot vernietiging van archiefbescheiden van provinciale overheidsorganen,
tegen het advies van de algemene rijksarchivaris, de rijksarchivaris in de provincie
of de provinciale archiefinspecteur in
Periode: 1945–1995
Grondslag: Besluit van 7 oktober 1919 (Stb. 1919/596), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 5 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378) zoals
gewijzigd bij Besluit van 14 juni 1929 (Stb. 1929/316): art. 3, Archiefbesluit (1968/200):
art. 3 lid 4 sub d
Product: Machtiging
Opmerking: Het ging hierbij om archiefbescheiden die nog niet naar een rijksarchiefbewaarplaats
waren overgebracht en die niet vermeld stonden op een vernietigingslijst.
Waardering: B 5
382
Handeling: Het machtigen tot vernietiging van archiefbescheiden van gemeenten, tegen
het advies van de algemene rijksarchivaris, de rijksarchivaris in de provincie of
de gemeentearchivaris in
Periode: 1945–1995
Grondslag: Besluit van 7 oktober 1919 (Stb. 1919/596), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 5 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378) zoals
gewijzigd bij Besluit van 14 juni 1929 (Stb. 1929/316): art. 4, Archiefbesluit (1968/200):
art. 3 lid 4 sub e
Product: Machtiging
Opmerking: Het betrof de vernietiging van niet op een vernietigingslijst voorkomende
archiefbescheiden, ongeacht of deze al naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats waren
overgebracht
Waardering: B 5
383
Handeling: Het machtigen tot vernietiging van archiefbescheiden van waterschappen,
veenschappen of veenpolders, tegen het advies van de algemene rijksarchivaris, de
rijksarchivaris in de provincie of de archivaris van het waterschap, veenschap of
veenpolder in
Periode: 1945–1995
Grondslag: Besluit van 7 oktober 1919 (Stb. 1919/596), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 5 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378) zoals
gewijzigd bij Besluit van 14 juni 1929 (Stb. 1929/316): art. 5, Archiefbesluit (1968/200):
art. 3 lid 4 sub f
Product: Machtiging
Opmerking: Dit betrof de vernietiging van niet op een vernietigingslijst voorkomende
archiefbescheiden, ongeacht of deze al naar de archiefbewaarplaats van het waterschap,
veenschap of veenpolder waren overgebracht
Waardering: B 5
384
Handeling: Het machtigen tot vernietiging van archiefbescheiden van organen ingesteld
bij een regeling als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen, tegen het advies
van de algemene rijksarchivaris in
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 3 lid 4 sub g
Product: Machtiging
Opmerking: Het gaat hierbij om archiefbescheiden die nog niet in vernietigingslijsten
zijn omschreven dan wel daarvoor niet in aanmerking komen.
Waardering: B 5
385
Handeling: Het machtigen tot vernietiging van archiefbescheiden van openbare lichamen,
tegen het advies van de algemene rijksarchivaris in
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 3 lid 4 sub h
Product: Machtiging
Opmerking: Het gaat hierbij om archiefbescheiden die nog niet in vernietigingslijsten
zijn omschreven dan wel daarvoor niet in aanmerking komen. Onder vakminister wordt
hier begrepen de minister die betrokken was bij de instelling of erkenning van het
openbaar lichaam.
Waardering: B 5
386
Handeling: Het voorbereiden van regels voor de vervanging van archiefbescheiden
Periode: 1996–
Grondslag: Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276): art. 9 lid 1
Product: Amvb
– Archiefbesluit 1995 (Stb. 1995/571): art. 2, art. 6, art. 8
Waardering: B 1
388
Handeling: Het machtigen van de zorgdrager tot vervanging van archiefbescheiden
Periode: 1996–
Grondslag: Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276): art. 7
Product: Machtiging
Opmerking: Het gaat hierbij om vervanging van archiefbescheiden die bestemd zijn voor
overbrenging naar een rijksarchiefbewaarplaats.
Waardering: B 5
389
Handeling: Het voorbereiden / vaststellen van regels voor de overbrenging van notariële
archiefbescheiden naar de rijksarchiefbewaarplaatsen
Periode: (1912) 1945–
Grondslag: Wet op het notarisambt (Stb. 1842/20) zoals gewijzigd bij Wet van 29 juli
1912 (Stb. 1912/195), de Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313) en de Archiefwet 1995 (Stb.
1995/276): art. 69a
Product:
-
– Besluit van 28 augustus 1919 (Stb. 1919/546), tot regeling van de overbrenging naar
de Rijksarchiefbewaarplaatsen van de notariële archieven, dagtekenende van na de invoering
der Franse wetgeving en van vóór 16 oktober 1842
-
– Besluit van 15 april 1929 (Stb. 1929/161), tot wijziging van het Besluit van 28 augustus
1919 (Stb. 1919/546)
-
– Regeling van de Ministers van Justitie en van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk
Werk van 20 oktober 1969 (Stcrt. 1969/240), houdende vaststelling van de in artikel
69a van de Wet op het Notarisambt bedoelde regelen betreffende de overbrenging van
notariële archiefbescheiden naar de rijksarchiefbewaarplaatsen
Opmerking: De notariële bescheiden die ouder zijn dan 75 jaar, worden binnen een tijdvak
van 10 jaar overgebracht naar het rijksarchief in de provincie, waarbinnen de betrokken
notaris zijn standplaats heeft gehad.
Zie voorts het RIO over het beleidsterrein Vermogensrecht, waarin ook de handelingen
met betrekking tot het notarisambt zullen worden opgenomen.
Waardering: B 1
390
Handeling: Het voorbereiden van een KB waarbij het gedeelde van het archief van een
Hoog College van Staat, ministerie of provinciaal bestuur wordt aangewezen dat naar
een rijksarchiefbewaarplaats moet worden overgebracht
Periode: 1945–1968
Grondslag: Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378) zoals gewijzigd bij Wet van 14 mei 1928
(Stb. 1928/177): art. 11
Product: Kb
Opmerking: Hierbij wordt een tijdstip vastgesteld, waarbij geldt dat archieven die
dateren van vóór dit tijdstip, overgebracht moeten worden. De vaststelling gebeurt
bij Kb op de gezamenlijke voordracht van de Minister van de Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen en de betrokken minister (voor wat betreft ministeriële archieven)
dan wel na overleg met het betrokken Hoog College van Staat of provinciaal bestuur.
Waardering: B 5
393
Handeling: Het voorbereiden van regels voor de overbrenging van archiefbescheiden
Periode: 1968–
Grondslag: Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 5, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276):
art. 12 lid 2
Product: Amvb
Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 17–20
Archiefbesluit 1995 (Stb. 1995/671): art. 9–10
Opmerking: Tot 1996 ging het hierbij om archiefbescheiden ouder dan 50 jaar. Vanaf
1996 worden de archiefbescheiden na 20 jaar overgebracht. Deze moeten binnen 10 jaar
naar de aangewezen archiefbewaarplaatsen worden overgebracht. Deze regels zijn niet
van toepassing op notariële archieven (art. 41 Archiefwet 1962, art. 50 Archiefwet
1995): deze worden pas overgebracht na 75 jaar.
Waardering: B 1
396
Handeling: Het herzien van een afwijzende beslissing van de beheerder op een verzoek
tot vervroegde overbrenging van archiefbescheiden naar een rijksarchiefbewaarplaats
Periode: 1968–
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 19 lid 2, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276):
art. 13 lid 2
Product: Beschikking
Opmerking: Is de afwijzende beslissing genomen door de algemene rijksarchivaris, dan
kan de Minister van Cultuur deze herzien. Is de afwijzende beslissing genomen door
een van de andere rijksarchivarissen, dan kan de algemene rijksarchivaris deze herzien.
Waardering: V 10 jaar
397
Handeling: Het verlenen van een machtiging tot opschorting van de overbrenging van
archiefbescheiden
Periode: 1968–
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 20, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276):
art. 13 lid 3 en 4
Product: Machtiging, o.a.:
-
– Regeling van de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk van 29 juli
1970 (Stcrt. 1970/147), houdende machtiging aan de Minister van Justitie tot opschorting
van de overbrenging van kaarten van het curateleregister en van kaarten en stukken
van de huwelijksgoederenregisters
-
– Regeling van de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk van 21 september
1970 (Stcrt. 1970/188), houdende machtiging aan de colleges van burgemeesters en wethouders
tot opschorting van de overbrenging van het tot het bevolkingsregister behorende gezinskaartensysteem
-
– Regeling van de Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk van
16 maart 1973 (Stcrt. 1974/19), houdende machtiging aan de Staatssecretaris van Financiën
tot opschorting van de overbrenging van de aangiften voor het recht van successie
en van overgang
-
– Regeling van de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk van 28 december
1977, houdende machtiging aan de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
tot opschorting van de overbrenging van de bij de Centrale Directie van het Kadaster
en de Openbare Registers berustende Kadastrale registers en kaarten
-
– Regeling van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 15 maart 1983
(Stcrt. 1983/121), houdende machtiging aan de minister van Defensie tot opschorting
van de overbrenging van de zgn. Burgemeesterscorrespondentie
-
– Regeling van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 12 april 1983
(Stcrt. 1984/22), houdende machtiging aan de minister van Defensie tot opschorting
van de overbrenging van de stamboeken, registratiekaarten en pensioenregisters van
personeel van de land-, zee- en luchtmacht alsmede de bij deze bescheiden horende
toegangen
-
– Regeling van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 6 juli 1984 (Stcrt.
1984/141), houdende machtiging aan de colleges van burgemeester en wethouders tot
opschorting van de overbrenging van de registers van geboorten, alsmede van de registers
van huwelijken en echtscheidingen
-
– Regeling van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 12 januari 1987
(Stcrt. 1987/32) houdende machtiging aan de directeuren van de rijksmusea en de ten
behoeve van de musea werkzame instellingen tot opschorting van de overbrenging van
de archiefbescheiden der rijksmusea c.a.
Opmerking: Het gaat hierbij om archiefbescheiden ouder dan 50 respectievelijk 20 jaar,
die nog veelvuldig door de zorgdrager gebruikt worden. In de Archiefwet 1995 is bepaald
dat de zorgdrager hiertoe een verzoek indient (art. 13 lid 3). Aan het verlenen van
de machtiging tot opschorting kunnen voorwaarden worden verbonden. De machtiging geldt
voor ten hoogste 10 jaar, na afloop waarvan verlenging kan worden verkregen (Archiefwet
1995, art. 13 lid 4).
Waardering: V 10 jaar
399
Handeling: Het voorbereiden van regels voor het stellen van beperkingen aan de openbaarheid
van archiefbescheiden
Periode: 1945–1995
Grondslag: Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378): art. 1, Archiefwet 1962 (1962/313): art.
7 lid 1 en 2, Archiefwet 1962 (1962/313) zoals gewijzigd bij Wet openbaarheid van
bestuur (Stb. 1991/703): art. 7a lid 5
Product: Amvb
-
– Besluit van 2 september 1919 (Stb. 1919/550), tot vaststelling van de algemene maatregel
van bestuur, bedoeld in artikel 1, derde lid der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378)
-
– Besluit van 18 februari 1924 (Stb. 1924/51), tot aanvulling en wijziging van het Besluit
van 2 september 1919 (Stb. 1919/550)
Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 21–22
Opmerking: Het ging hierbij om het beperken van de openbaarheid van de in een archiefbewaarplaats
berustende archiefbescheiden en van ieders bevoegdheid om deze archiefbescheiden kosteloos
te raadplegen en daarvan of daaruit afbeeldingen, afschriften of uittreksels te maken
of op zijn kosten te doen maken
Waardering: B 1
402
Handeling: Het stellen, opheffen of buiten toepassing laten van beperkingen aan de
openbaarheid van archiefbescheiden na overbrenging
Periode: (1924) 1945–
Grondslag: Besluit van 2 september 1919 (Stb. 1919/550), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 1, derde lid der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378),
zoals gewijzigd bij Besluit van 18 februari 1924 (Stb. 1924/51): art. 1bis, Archiefbesluit
(Stb. 1968/200) zoals gewijzigd bij Besluit van 25 mei 1993 (Stb. 1993/304): art.
21; Archiefwet 1962 (Stb. 1963/313) zoals gewijzigd bij Wet openbaarheid van bestuur
(Stb. 1991/703): art. 7a lid 2–3; Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276): art. 15 lid 2–3
Product: Beschikking, o.a.:
-
– Regeling van de Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk van
28 oktober 1981 (Stcrt. 1981/215), houdende beperking van de openbaarheid van de,
in de algemene rijksarchiefbewaarplaats berustende, archiefbescheiden van de Inspectie
III van de N.S.B
-
– Regeling van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 12 juli 1989
(Stcrt. 1990/149), houdende beperking van de openbaarheid van de, in de algemene rijksarchiefbewaarplaats
berustende, archiefbescheiden van de afdeling Hulpverlening Oorlogsslachtoffers en
Evacuatiezaken en andere afdelingen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (gewijzigd
bij besluit van 18 maart 1991 (Stcrt. 1991/59))
-
– Regeling van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 17 september
1990 (Stcrt. 1990/186), houdende beperking van de openbaarheid van de, in de algemene
rijksarchiefbewaarplaats berustende, archiefbescheiden van de Stichting Toezicht Politieke
Delinquenten
-
– Regeling van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 20 november 1990
(Stcrt. 1990/240), houdende beperking van de openbaarheid van bepaalde, in de algemene
rijksarchiefbewaarplaats berustende, archiefbescheiden van de Raad voor Sociale Aangelegenheden
in Indonesië en de archiefbescheiden van het Centraal Maatschappelijk Werkkantoor
in Indonesië
-
– Regeling van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 22 mei 1991 (Stcrt.
1991/102), houdende beperking van de openbaarheid van bepaalde, in de algemene rijksarchiefbewaarplaats
berustende, archiefbescheiden van de Gouverneur van Suriname, afdeling Kabinet Geheim
-
– Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 8 december
1994 (Stcrt. 1994/243), houdende beperking van de openbaarheid van in de rijksarchiefbewaarplaatsen
berustende rechterlijke en andere archiefbescheiden (gewijzigd bij besluit van 17
maart 1995 (Stcrt. 1995/61))
-
– Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 6 januari
1995 (Stcrt. 1995/12), houdende beperking van de openbaarheid van bepaalde, in de
algemene rijksarchiefbewaarplaats berustende, archiefbescheiden van onder meer het
voormalige Directoraat-Generaal voor de Bijzondere Rechtspleging
-
– Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 16 maart
1995 (Stcrt. 1995/103), houdende beperking van de openbaarheid van, in de rijksarchiefbewaarplaatsen
berustende, archiefbescheiden van het Militaire Gezag
-
– Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 29 januari
1996 (Stcrt. 1996/27), houdende beperking van de openbaarheid van bepaalde, in de
algemene rijksarchiefbewaarplaats berustende, archiefbescheiden van De Gewestelijke
Inlichtingen-Centrale 14 van de Nederlandse Strijdkrachten
Opmerking: Beperkingen kunnen worden gesteld wanneer zich na het tijdstip van overbrenging
omstandigheden voordoen die, indien zij op dit tijdstip bekend waren geweest, tot
het stellen van openbaarheidbeperkingen zouden hebben geleid. Ze golden niet voor
archiefbescheiden ouder dan 100 jaar (vanaf 1996: 75 jaar). Beperkingen kunnen buiten
toepassing gelaten worden ten aanzien van een verzoeker, indien het belang van de
gestelde beperking niet opweegt tegen diens belang tot raadpleging of gebruik van
archiefbescheiden.
Waardering: B 5
405
Handeling: Het beslissen dat archiefbescheiden ouder dan 100 jaar, respectievelijk
75 jaar niet-openbaar blijven
Periode: 1968–
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 21, Archiefwet 1962 (1962/313) zoals
gewijzigd bij Wet openbaarheid van bestuur (Stb. 1991/703): art. 7a lid 4, Archiefwet
1995 (Stb. 1995/276): art. 15 lid 4
Product: Besluit
Waardering: V 10 jaar
408
Handeling: Het herzien van een afwijzende beslissing van de beheerder op een verzoek
tot raadpleging of gebruik van archiefbescheiden
Periode: 1968–1995
Grondslag: Besluit van 2 september 1919 (Stb. 1919/550), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 1, derde lid der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378):
art. 3, Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 22 lid 2
Product: Besluit
Opmerking: Is de afwijzende beslissing genomen door de algemene rijksarchivaris, dan
kan de Minister van Cultuur deze herzien. Is de afwijzende beslissing genomen door
een van de andere rijksarchivarissen, dan kan de algemene rijksarchivaris deze herzien.
Waardering: V 10 jaar
409
Handeling: Het stellen van regels voor de openbaarheid van de archiefbescheiden van
het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie
Periode: 1979–
Grondslag: Besluit van 28 juli 1979 (Stb. 1979/426), houdende een nieuwe regeling
betreffende Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, art. 10 lid 3
Product: Regeling van de Minister van Onderwijs en Wetenschappen van 4 augustus 1979,
houdende vaststelling van een reglement voor het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie
(gewijzigd bij ministeriële regeling van 9 september 1993 (Stcrt. 1993/179)
Waardering: B 5
410
Handeling: Het beslissen op het beroep tegen (afwijzende) beslissingen van het bestuur
van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie inzake het inzien van archiefbescheiden
door particulieren
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling van de Minister van Onderwijs en Wetenschappen van 4 augustus
1979, houdende vaststelling van een reglement voor het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie
(gewijzigd bij ministeriële regeling van 9 september 1993 (Stcrt. 1993/179), art.
24 lid 1
Product: –
Opmerking: Hierbij kan de Minister nadere voorwaarden aan de raadpleging stellen ter
bescherming van de persoonlijke levenssfeer van betrokken personen en ten behoeve
van de zorgvuldigheid
Waardering: V 10 jaar
411
Handeling: Het geven van toestemming voor publicatie van gegevens uit de archiefbescheiden
van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie die te herleiden zijn tot individuele
personen
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling van de Minister van Onderwijs en Wetenschappen van 4 augustus
1979, houdende vaststelling van een reglement voor het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie
(gewijzigd bij ministeriële regeling van 9 september 1993 (Stcrt. 1993/179), art.
22
Opmerking: Het betreft met name gegevens uit archiefbescheiden betreffende de zuiveringen,
het lidmaatschap van landsverraderlijke organisaties of andere, door de minister te
bepalen categorieën archiefbescheiden.
Waardering: V 10 jaar
412
Handeling: Het bepalen van categorieën archiefbescheiden waarvan de gegevens die tot
individuele personen te herleiden zijn, slecht na toestemming van de Minister gepubliceerd
mogen worden
Periode: 1979–
Grondslag: Regeling van de Minister van Onderwijs en Wetenschappen van 4 augustus
1979, houdende vaststelling van een reglement voor het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie
(gewijzigd bij ministeriële regeling van 9 september 1993 (Stcrt. 1993/179), art.
22
Product: Beschikking
Waardering: B 5
413
Handeling: Het voorbereiden van regels voor de uitlening van archiefbescheiden die
berusten in een archiefbewaarplaats
Periode: 1945–1995
Grondslag: Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378): art. 1, Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313):
art. 7 lid 3
Product: Amvb
-
– Besluit van 2 september 1919 (Stb. 1919/550), tot vaststelling van de algemene maatregel
van bestuur, bedoeld in artikel 1, derde lid der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378)
-
– Besluit van 18 februari 1924 (Stb. 1924/51), tot aanvulling en wijziging van het Besluit
van 2 september 1919 (Stb. 1919/550)
Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 24–26
Waardering: B 1
414
Handeling: Het aanwijzen van archiefbewaarplaatsen, bibliotheken, en andere instellingen
waar een deskundig beheer en een veilige bewaring van de archiefbescheiden is gewaarborgd
(in verband met de uitlening van archiefbescheiden)
Periode: 1945–1995
Grondslag: Besluit van 2 september 1919 (Stb. 1919/550), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 1, derde lid der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378):
art. 5, Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 23
Product: Beschikkingen, o.a.: Besluit van de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk
Werk van 10 maart 1970 (Stcrt. 1970/57), gewijzigd Stcrt. 1971/204, 1972/232, 1974/31,
1974/52, 1974/236, 1975/5, 1975/12, 1975/73, 1975/148, 1975/173, 1975/197, 1976/52,
1976/70, 1977/117, 1978/216, 1982/81, 1982/215
Opmerking: Behalve met machtiging van zijn meerdere mocht de beheerder van een archiefbewaarplaats
alleen aan door de Minister aangewezen archiefbewaarplaatsen, bibliotheken en instellingen
archiefbescheiden uitlenen.
Waardering: B 5
418
Handeling: Het herzien van een afwijzende beslissing van de beheerder op een verzoek
tot uitlening van archiefbescheiden
Periode: 1945–1995
Grondslag: Besluit van 2 september 1919 (Stb. 1919/550), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 1, derde lid der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378):
art. 7, Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 24 lid 2
Product: Besluit
Opmerking: Is de afwijzende beslissing genomen door de algemene rijksarchivaris, dan
kan de Minister van Cultuur deze herzien. Is de afwijzende beslissing genomen door
een van de andere rijksarchivarissen, dan kan de algemene rijksarchivaris deze herzien.
Waardering: V 10 jaar
419
Handeling: Het machtigen van de beheerder tot het uitlenen van archiefbescheiden
Periode: 1945–1995
Grondslag: Besluit van 2 september 1919 (Stb. 1919/550), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 1, derde lid der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378):
art. 8, Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 26 lid 1
Product: Machtiging
Opmerking: Deze machtiging was alleen vereist, als het ging om uitlening aan andere
instellingen dan de voormalige zorgdrager of een archiefbewaarplaats aangewezen door
de Minister. Ging het om door de algemene rijksarchivaris uit te lenen bescheiden,
dan was een machtiging van de Minister vereist. Ging het om door de andere rijksarchivarissen
uit te lenen bescheiden, dan was een machtiging van de algemene rijksarchivaris vereist.
Waardering: V 10 jaar
420
Handeling: Het voorbereiden van regels voor inbewaringgeving van archiefbescheiden
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378) zoals gewijzigd bij Wet van 14 mei 1928
(Stb. 1928/177): art. 19, Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 2 lid 2
Product: Amvb
-
– Besluit van 28 augustus 1919 (Stb. 1919/547), houdende regeling van de overbrenging
naar de rijksarchiefbewaarplaatsen van de rechterlijke archieven van 1811 tot 1838
(gewijzigd bij Besluit van 15 april 1929 (Stb. 1929/162)
-
– Besluit van 19 april 1929 (Stb. 1929/171), houdende regeling van de overbrenging naar
de rijksarchiefbewaarplaatsen van de archieven van de voormalige wees- en momboirkamers
-
– Besluit van den 31 mei 1929 (Stb. 1929/269), houdende regeling van de overbrenging
naar de rijksarchiefbewaarplaatsen van de kerkelijke doop-, trouw- en begraafboeken,
enz. dagtekenend van vóór de invoering van de burgerlijke stand en van de gedeelten
der zogenaamde gaandersarchieven, die aantekeningen omtrent geboorten, trouwen, sterven
en begraven bevatten
-
– Besluit van den 6 juli 1929 (Stb. 1929/381), tot regeling van de overbrenging naar
de rijksarchiefbewaarplaatsen van de registers der overledenen, opgemaakt ingevolge
de ‘Ordonnantie eener Belasting op het Regt van Successie’ van 4 oktober 1805
-
– Besluit van 24 november 1932 (Stb. 1932/560), houdende regeling van de overbrenging
naar de rijksarchiefbewaarplaatsen van de registers van eigendomsovergangen, welke
in de jaren 1812–1832 door de maires en de gemeentebesturen zijn aangelegd en bijgehouden,
met de daarbij behorende bescheiden
-
– Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 11–16
Opmerking: Op grond van de bovengenoemde KB’s uit de periode 1919–1932 kon het Rijk
de betreffende archieven in bewaring geven aan de gemeenten. Deze overeenkomsten tot
inbewaringgeving blijven op grond van art. 46 Archiefwet 1995 van kracht tot ze na
onderling overleg worden beëindigd of vervangen door een besluit tot vervreemding.
Waardering: B 1
421
Handeling: Het sluiten van overeenkomsten met gemeenten met betrekking tot de inbewaringgeving
van archiefbescheiden
Periode: 1945–1968
Grondslag: Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378) zoals gewijzigd bij Wet van 14 mei 1928
(Stb. 1928/177): art. 19
Product: Brief
Opmerking: Het betreft zowel inbewaringgeving van archiefbescheiden van gemeenten
aan het Rijk als andersom.
Waardering: B 5
422
Handeling: Het machtigen van de beheerder van een rijksarchiefbewaarplaats tot het
in bewaring geven van archiefbescheiden berustende in een rijksarchiefbewaarplaats
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 12
Product: Brief, machtiging
Waardering: B 5
426
Handeling: Het voorbereiden van regels voor de vervreemding van archiefbescheiden
Periode: 1945–
Grondslag: Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378) zoals gewijzigd bij wet van 14 mei 1928
(Stb. 1928/177): art. 5, Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 2 lid 2, Archiefwet
1995 (Stb. 1995/276): art. 9 lid 1
Product: Amvb
-
– Besluit van 7 oktober 1919 (Stb. 1919/596), tot vaststelling van de algemene maatregel
van bestuur, bedoeld in artikel 5 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378)
-
– Besluit van 14 juni 1929 (Stb. 1929/316), tot wijziging en aanvulling van het Besluit
van 7 oktober 1919 (Stb. 1919/596)
-
– Besluit van 13 juli 1949 (Stb. 1949/J 322) tot nadere wijziging van het Koninklijk
besluit van 7 oktober 1919 (Stb. 1919/596)
-
– Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 8–10
-
– Archiefbesluit 1995 (Stb. 1995/671): art. 2, 7, 8
Waardering: B 1
428
Handeling: Het verlenen van een machtiging tot vervreemding van archiefbescheiden
Periode: 1945–1968
Grondslag: Besluit van 7 oktober 1919 (Stb. 1919/596), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 5 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378) zoals
gewijzigd bij Besluit van 14 juni 1929 (Stb. 1929/316): art. 7
Product: Machtiging, brief
Opmerking: Dit betrof zowel vervreemding van bescheiden die berustten bij een archiefbewaarplaats
als vervreemding van andere archiefbescheiden.
Waardering: B 5
432
Handeling: Het voorbereiden van de machtiging tot vervreemding, respectievelijk ruiling
van archiefbescheiden van de Hoge Colleges van Staat en het Kabinet der Koningin,
tegen het advies van de algemene rijksarchivaris in
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 3 lid 4 sub a j° art. 8 lid 2
Product: Kb
Opmerking: Het ging hierbij om archiefbescheiden die niet in een rijksarchiefbewaarplaats berustten.
Waardering: B 5
433
Handeling: Het instemmen met de vervreemding, respectievelijk ruiling van archiefbescheiden
van ministeries en de daaronder vallende rijksorganen, tegen het advies van de algemene
rijksarchivaris in
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 3 lid 4 sub b en c j° art. 8 lid 2
Product: Machtiging, brief
Opmerking: Het ging hierbij om archiefbescheiden die niet in een rijksarchiefbewaarplaats berustten.
Waardering: B 5
434
Handeling: Het machtigen tot vervreemding, respectievelijk ruiling van archiefbescheiden
van provinciale overheidsorganen, tegen het advies van de algemene rijksarchivaris
in
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 3 lid 4 sub d j art. 8 lid 2
Product: Machtiging, brief
Opmerking: Het ging hierbij om archiefbescheiden die niet in een rijksarchiefbewaarplaats berustten.
Waardering: B 5
435
Handeling: Het machtigen tot vervreemding, respectievelijk ruiling van archiefbescheiden
van gemeenten, tegen het advies van de algemene rijksarchivaris in
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 3 lid 4 sub e j° art. 8 lid 2 art.
8
Product: Machtiging, brief
Opmerking: Het ging hierbij om archiefbescheiden die niet in een rijksarchiefbewaarplaats berustten.
Waardering: B 5
436
Handeling: Het machtigen tot vervreemding, respectievelijk ruiling van archiefbescheiden
van waterschappen, veenschappen of veenpolders, tegen het advies van de algemene rijksarchivaris
in
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 3 lid 4 sub f j° art. 8 lid 2
Product: Machtiging, brief
Opmerking: Het ging hierbij om archiefbescheiden die niet in een rijksarchiefbewaarplaats berustten.
Waardering: B 5
437
Handeling: Het machtigen tot vervreemding, respectievelijk ruiling van archiefbescheiden
van organen ingesteld bij een regeling als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen
(Stb. 1950/K120), tegen het advies van de algemene rijksarchivaris in
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 3 lid 4 sub g j° art. 8 lid 2
Product: Machtiging, brief
Opmerking: Het ging hierbij om archiefbescheiden die niet in een rijksarchiefbewaarplaats berustten.
Waardering: B 5
438
Handeling: Het machtigen tot vervreemding, respectievelijk ruiling van archiefbescheiden
van andere organen dan genoemd in art. 3 lid 3 sub a–g van het Archiefbesluit (Stb.
1968/200), tegen het advies van de algemene rijksarchivaris in
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 3 lid 4 sub h j° art. 8 lid 2
Product: Machtiging, brief
Opmerking: Het ging hierbij om archiefbescheiden die niet in een rijksarchiefbewaarplaats berustten.
Waardering: B 5
440
Handeling: Het machtigen van de beheerder van een rijksarchiefbewaarplaats tot vervreemden,
respectievelijk ruilen van archiefbescheiden die in een rijksarchiefbewaarplaats berusten
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit 1968 (Stb. 1968/200): art. 9
Product: Brief, machtiging
Waardering: B 5
441
Handeling: Het (voorbereiden van het) verlenen van een machtiging tot vervreemding
van archiefbescheiden
Periode: 1996–
Grondslag: Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276): art. 8 lid 1, Archiefbesluit 1995 (Stb.
1995/671): Nota van Toelichting
Product: Kb, machtiging, brief, verzoek
Opmerking: Het gaat hierbij om archiefbescheiden die niet in een rijksarchiefbewaarplaats berusten. Hierbij kan, op verzoek van de Minister
van Cultuur, de Raad voor cultuur worden gehoord.
Waardering: B 5
443
Handeling: Het vervreemden van archiefbescheiden die in een rijksarchiefbewaarplaats
berusten
Periode: 1996–
Grondslag: Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276): art. 8 lid 3
Product: Beschikking, verklaring van vervreemding
Opmerking: Dit kan pas geschieden na machtiging van degene op wiens last deze archiefbescheiden
zijn overgebracht.
Waardering: B 5
444
Handeling: Het voeren van overleg met deskundigen over de vervreemding van archiefbescheiden
Periode: 1996–
Grondslag: Archiefbesluit 1995 (Stb. 1995/671): art. 7
Product: Verslag
Opmerking: Dit overleg wordt gevoerd, wanneer de archiefbescheiden ten gevolge van
de vervreemding niet komen te berusten in een archiefbewaarplaats. Het verslag wordt
gevoegd bij de machtigingsaanvraag.
Waardering: B 5
446
Handeling: Het (voorbereiden van het) verlenen van een (tijdelijke) tegemoetkoming
in de kosten van de zorg voor archiefbescheiden in de gemeentelijke archiefbewaarplaats
of in de bewaarplaats van een waterschap, veenschap of veenpolder
Periode: 1945–
Grondslag: Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378): art. 17 en art. 24, Archiefwet 1962 (Stb.
1962/313): art. 27 lid 2 en art. 34 lid 2, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276) zoals gewijzigd
bij Aanpassingswet derde tranche Awb II (Stb. 1997/580): art. 30 lid 3 en art. 35
lid 3
Product: Kb, beschikking, subsidie
Opmerking: Vanaf 1998 wordt de tegemoetkoming omgezet in subsidie. Hierbij is titel
4.2 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Waardering: V 10 jaar
447
Handeling: Het (voorbereiden van het) vaststellen van het tarief voor de bewaring
van archieven van een gemeente, waterschap, veenschap of veenpolder die verplicht in bewaring zijn gegeven aan een rijksarchiefbewaarplaats wegens de gebrekkige zorg
van de besturen van deze organen voor deze archieven (dwangdepot)
Periode: 1945–1995
Grondslag: Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378) zoals gewijzigd bij Wet van 14 mei 1928
(Stb. 1928/177): art. 18, art. 25, Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 28, art.
35
Product: Kb
-
– Besluit van 19 april 1929 (Stb. 1929/170), houdende vaststelling van het tarief, bedoeld
bij de artikelen 18 en 25 van de Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378) zoals gewijzigd bij
Wet van 14 mei 1928 (Stb. 1928/177)
-
– Besluit van 14 januari 1983 (Stcrt. 1983/52) met betrekking tot de vergoeding dwangdepot
Waardering: V 10 jaar
448
Handeling: Het vaststellen van het tarief voor de bewaring van archieven van een gemeente,
waterschap, veenschap of veenpolder die vrijwillig in bewaring zijn gegeven aan een rijksarchiefbewaarplaats wegens de gebrekkige zorg
van de besturen van deze organen voor deze archieven (vrijwillig depot)
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 15
Product: Beschikking
– Beschikking van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 7 januari
1983 (Stcrt. 1983/52) met betrekking tot de vergoeding vrijwillig depot
Waardering: V 10 jaar
449
Handeling: Het vaststellen van een tarief voor het maken van afbeeldingen, afschriften
of uittreksels van archiefbescheiden die in een rijksarchiefbewaarplaats berusten
alsmede voor uitlening van archiefbescheiden
Periode: 1968–
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 14 lid 2, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276):
art. 19
Product: Ministeriële regels, o.a.:
-
– Beschikking van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 7 januari
1983 (Stcrt. 1983/52) met betrekking tot de herziening van tarieven voor werkzaamheden
ten behoeve van derden door beheerders van rijksarchiefbewaarplaatsen
-
– Regeling tarieven Rijksarchiefdienst (Stcrt. 1990/74), gewijzigd 25 november 1991
(Stcrt. 1991/234), 21 mei 1993 (Stcrt. 1993/100)
-
– Regeling tarieven Rijksarchiefdienst (Stcrt. 1995/251)
Waardering: V 10 jaar
450
Handeling: Het voorbereiden van het koninklijk besluit waarbij het Algemeen Rijksarchief
tevens wordt aangewezen als rijksarchiefbewaarplaats voor de provincie Zuid-Holland
Periode: 1945–1995
Grondslag: Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378): art. 6, Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313):
art. 12 lid 4
Product: Kb
– Besluit van 26 maart 1968 (Stb. 1968/199), houdende aanwijzing van de algemene rijksarchiefbewaarplaats
te ’s-Gravenhage tot rijksarchiefbewaarplaats voor de provincie Zuid-Holland
Waardering: B 1
451
Handeling: Het voorbereiden van regels waarbij archieven in afwijking van de bepalingen
in de Archiefwet worden aangewezen voor bewaring in het Algemeen Rijksarchief en de
rijksarchieven in de provincie
Periode: 1968–
Grondslag: Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 13 lid 3–4, Archiefwet 1995 (Stb.
1995/276): art. 26 lid 4–5
Product: Kb, bv.:
– Besluit van 30 mei 1985 (Stcrt. 1985/148), houdende aanwijzing van archiefbescheiden
van overheidsorganen, welke in plaats van in de algemene rijksarchiefbewaarplaats
dienen te worden bewaard in de rijksarchiefbewaarplaats in de hoofdplaats van een
provincie
Opmerking: Het gaat hierbij om:
-
– Het bewaren van de archiefbescheiden van een overheidsorgaan, waarvan de functies
zich over het hele rijk uitstrekt of heeft uitgestrekt, in het rijksarchief in de
hoofdplaats van de provincie waar deze overheidsorganen gevestigd zijn of zijn geweest
(in plaats van in het Algemeen Rijksarchief)
-
– Het bewaren van archiefbescheiden van overheidsorganen, waarvan de functies zich over
meer dan een provincie uitstrekken of hebben uitgestrekt, maar niet over het hele
rijk, in het Algemeen Rijksarchief (in plaats van in een rijksarchief in de provincie).
Waardering: B 1
452
Handeling: Het voorbereiden resp. stellen van regels waarbij andere dan de in de Archiefwet
genoemde archieven worden aangewezen voor bewaring in de rijksarchiefbewaarplaatsen
Periode: 1945–
Grondslag: Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378): art. 10, Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313):
art. 13 lid 5, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276): art. 26 lid 6
Product: Amvb, ministerieel besluit
-
– Besluit van 2 september 1919 (Stb. 1919/552), tot vaststelling van de algemene maatregel
van bestuur, bedoeld in artikel 10 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378)
-
– Besluit van 15 april 1929 (Stb. 1929/159), tot wijziging van het Besluit van 2 september
1919 (Stb. 1919/552)
Opmerking: Het gaat hierbij om andere archieven dan die van (voormalige) rijks- en
provinciale organen en organen bedoeld in art. 38 Archiefwet 1962 en art. 41 Archiefwet
1995.
Waardering: B 1
453
Handeling: Het voorbereiden van de oprichting van andere rijksarchiefbewaarplaatsen
dan die in de provinciehoofdsteden
Periode: 1945–
Grondslag: Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378): art. 7, Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313):
art. 12 lid 3, art. 13 lid 6, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276): art. 26 lid 3
Product: Kb
Opmerking: Van de wettelijke mogelijkheid rijksarchieven buiten de provinciehoofdsteden
op te richten is nog geen gebruik gemaakt.
Waardering: B 1
454
Handeling: Het voorbereiden van de bepaling welke archiefbescheiden bewaard zullen
worden in de andere rijksarchiefbewaarplaatsen dan die in de provinciehoofdsteden
Periode: 1945–1995
Grondslag: Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378): art. 11, Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313):
art. 13 lid 6
Product: Kb
Waardering: B 1
455
Handeling: Het voorbereiden van het besluit over deelneming van het rijk aan een regeling
betreffende bewaring en beheer van archief in een gemeenschappelijke archiefbewaarplaats
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 14 lid 1 en 2
Product: Kb
Opmerking: Dit waren regelingen als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen
(Stb. 1950/K120) en in art. 32 van de Archiefwet 1962.
Waardering: B 1
456
Handeling: Het voorbereiden van de koninklijke besluit waarbij archieven van rijksorganen
voor bewaring in gemeenschappelijke archiefbewaarplaatsen aangewezen worden
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 14 lid 2
Product: Kb
Waardering: B 1
457
Handeling: Het voorbereiden van de goedkeuring voor de vaststelling, wijziging of
opheffing van regelingen van besturen van waterschappen, veenschappen en veenpolders
(onderling of in samenwerking met gemeentebesturen) omtrent bewaring en beheer van
hun archieven in één gemeenschappelijke bewaarplaats
Periode: 1945–1995
Grondslag: Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378): art. 22, Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313):
art. 32 lid 2–3
Product: Kb
Opmerking: Voor regelingen waarbij de betrokken waterschappen, veenschappen, veenpolders
of gemeenten binnen één provincie lagen was goedkeuring van gedeputeerde staten vereist.
Weigerde GS deze goedkeuring echter, of lag het gebied van de bij de regeling betrokken
waterschappen, veenschappen, veenpolders of gemeenten in meer dan één provincie, dan
was koninklijke goedkeuring van de regeling vereist.
Waardering: B 1
458
Handeling: Het (voorbereiden van het) vaststellen van de inrichting en de taken van
de Rijksarchiefdienst
Periode: 1945–
Grondslag: Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378): art. 13, Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313):
art. 12 lid 5, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276): art. 25 lid 2 sub c en art. 26 lid
7
Product: Kb, beschikking:
– Statuut agentschap rijksarchiefdienst (Stcrt. 1996/35)
Waardering: B 1
461
Handeling: Het vaststellen van een bezoekersreglement voor de Rijksarchiefdienst
Periode: 1945–
Product: Beschikking, o.a.:
– Bezoekersreglement Rijksarchiefdienst (Stcrt. 1980/54)
Waardering: B 5
466
Handeling: Het voorbereiden van de eisen voor de benoembaarheid tot wetenschappelijk
archiefambtenaar aan een archiefbewaarplaats
Periode: 1945–1968
Grondslag: Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378): art. 3
Product: Amvb
-
– Besluit van 2 september 1919 (Stb. 1919/551), tot vaststelling van de algemene maatregel
van bestuur, bedoeld in artikel 3 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/ 378)
-
– Besluit van 9 november 1921 (Stb. 1921/1161), tot wijziging van het Besluit van 2
september 1919 (Stb. 1919/551)
-
– Besluit van 5 mei 1949 (Stb. 1949/J 193) tot nadere wijziging van het Besluit van
2 september 1919 (Stb. 1919/551)
Waardering: B 1
467
Handeling: Het voorbereiden van de bepaling bij welke waterschappen, veenschappen
of veenpolders een hoger archiefambtenaar als archivaris benoemd dient te worden
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 31 lid 4
Product: Amvb
Waardering: B 1
468
Handeling: Het machtigen van een waterschap, veenschap of veenpolder tot het aanstellen
tot archivaris van een persoon die geen wetenschappelijk ambtenaar resp. hoger of
middelbaar archiefambtenaar is
Periode: 1945–1995
Grondslag: Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378): art. 21, Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313):
art. 31 lid 5
Product: Machtiging
Waardering: V 10 jaar
469
Handeling: Het voorbereiden van de bepaling in welke gemeenten een hoger archiefambtenaar
als gemeentearchivaris benoemd dient te worden
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 25 lid 4
Product: Amvb
– Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 63
Waardering: B 1
470
Handeling: Het machtigen van een gemeente tot het aanstellen tot archivaris van een
persoon die geen wetenschappelijk ambtenaar resp. hoger of middelbaar archiefambtenaar
is
Periode: 1945–1995
Grondslag: Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378): art. 15, Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313):
art. 25 lid 5
Product: Machtiging
Waardering: V 10 jaar
471
Handeling: Het stellen van regels met betrekking tot de examens die vereist zijn voor
benoeming tot wetenschappelijk archiefambtenaar aan een archiefbewaarplaats
Periode: 1945–1968
Grondslag: Besluit van 2 september 1919 (Stb. 1919/551), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 3 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/ 378):
art. 4–5
Product: Regels
Waardering: B 1
474
Handeling: Het voorbereiden van regels voor de opleiding tot en het verkrijgen van
diploma’s in de archivistiek
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 9
Product: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 27–42
Waardering: B 1
475
Handeling: Het verzorgen van de opleiding voor het verkrijgen van de hoedanigheid
van hoger en middelbaar archiefambtenaar
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 28 lid 1, Archiefbesluit (Stb. 1968/200)
zoals gewijzigd bij Besluit van 22 april 1987 (Stb. 1987/275): art. 31 lid 1
Opmerking: Handeling verricht door de rijksarchiefschool.
Waardering: V 10 jaar
476
Handeling: Het vaststellen van het reglement voor de rijksarchiefschool
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 29 lid 1, Archiefbesluit (Stb. 1968/200)
zoals gewijzigd bij Besluit van 22 april 1987 (Stb. 1987/275): art. 32 lid 1
Product: Beschikking, o.a.:
-
– Besluit van de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk van 19 maart
1970 (Stcrt. 1970/59) tot vaststelling van het Reglement rijksarchiefschool, gewijzigd
bij Besluit van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 26 januari
1983 (Stcrt. 1983/93)
-
– Besluit rijksarchiefschool (Stcrt. 1987/134), gewijzigd 1 juni 1993 (Stcrt. 1993/104)
Opmerking: Hierbij geeft het curatorium van de rijksarchiefschool advies. Deze wordt
vanaf 1986 geadviseerd door de directeur en de docentenvergadering van de rijksarchiefschool.
Waardering: B 5
477
Handeling: Het opdragen van taken aan de rijksarchiefschool
Periode: 1986–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200) zoals gewijzigd bij Besluit van 22 april
1987 (Stb. 1987/275): art. 31 lid 1
Product: Beschikking
Waardering: B 5
478
Handeling: Het (voorbereiden van het) benoemen, schorsen en ontslaan van de directeur
van de rijksarchiefschool
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 27 lid 2
Product: Kb, benoeming, schorsing en ontslag
Waardering: V 10 jaar
479
Handeling: Het benoemen, schorsen en ontslaan van de docenten aan de rijksarchiefschool
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 27 lid 3, Archiefbesluit (Stb. 1968/200)
zoals gewijzigd bij Besluit van 22 april 1987 (Stb. 1987/275): art. 29 lid 1
Product: Beschikking, benoeming, schorsing en ontslag
Waardering: V 10 jaar
480
Handeling: Het vaststellen van de bezoldiging van de docenten aan de rijksarchiefschool
Periode: 1974–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200) zoals gewijzigd bij Besluit van 16 oktober
1974 (Stb. 1974/646): art. 27 lid 4, Archiefbesluit (Stb. 1968/200) zoals gewijzigd
bij Besluit van 22 april 1987 (Stb. 1987/275): art. 29 lid 2
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
481
Handeling: Het benoemen van de leden van het curatorium van de rijksarchiefschool,
van wie één op aanbeveling van de Minister van Binnenlandse Zaken
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 33 lid 2, Archiefbesluit (Stb. 1968/200)
zoals gewijzigd bij Besluit van 22 april 1987 (Stb. 1987/275): art. 28 lid 2
Product: Beschikking
Opmerking: Het curatorium oefent toezicht uit op de rijksarchiefschool.
Waardering: V 10 jaar
483
Handeling: Het stellen van regels omtrent de wijze waarop het curatorium toezicht
op de rijksarchiefschool uitoefent en de werkwijze van het curatorium
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 33 lid 3, Archiefbesluit (Stb. 1968/200)
zoals gewijzigd bij Besluit van 22 april 1987 (Stb. 1987/275): art. 32 lid 1
Product: Regels
Waardering: B 5
484
Handeling: Het bepalen dat in een jaar bepaalde lessen aan de rijksarchiefschool niet
doorgaan
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 32, Archiefbesluit (Stb. 1968/200)
zoals gewijzigd bij Besluit van 22 april 1987 (Stb. 1987/275): art. 35 lid 2
Product: Beschikking
Opmerking: Dit is het geval als er te weinig gegadigden voor deze lessen zijn.
Waardering: V 10 jaar
485
Handeling: Het bepalen hoeveel leerlingen in een bepaald jaar worden toegelaten tot
de rijksarchiefschool en welke selectiecriteria moeten worden toegepast, wanneer zich
meer dan het vastgestelde aantal leerlingen aanmelden
Periode: 1986–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200) zoals gewijzigd bij Besluit van 22 april
1987 (Stb. 1987/275): art. 35 lid 2 sub b
Product: Beschikking
Opmerking: Hierbij wordt het curatorium gehoord
Waardering: V 10 jaar
486
Handeling: Het aanwijzen van de vakken waarin eindexamen moet zijn gedaan om te worden
toegelaten tot de opleiding voor middelbaar archiefambtenaar
Periode: 1974–1986
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200) zoals gewijzigd bij Besluit van 16 oktober
1974 (Stb. 1974/646): art. 31, lid 1
Product: Beschikking, o.a.:
– Besluit van de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk van 19 december
1974 (Stcrt. 1974/253) inzake de aanwijzing van examenvakken
Waardering: V 10 jaar
487
Handeling: Het vaststellen van regels voor de toelating en verwijdering van leerlingen
aan de rijksarchiefschool
Periode: 1986–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200) zoals gewijzigd bij Besluit van 22 april
1987 (Stb. 1987/275): art. 35 lid 4
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
488
Handeling: Het toelaten van studenten tot de opleiding aan de rijksarchiefschool die
niet aan de gestelde eisen voldoen
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 30 lid 1 sub b, art. 30 lid 2, art.
31 lid 2, Archiefbesluit (Stb. 1968/200) zoals gewijzigd bij Besluit van 22 april
1987 (Stb. 1987/275): art. 33 lid 2, art. 34 lid 2
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
489
Handeling: Het benoemen en ontslaan van de voorzitter en leden van de examencommissie
van de rijksarchiefschool
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 34 lid 3, Archiefbesluit (Stb. 1968/200)
zoals gewijzigd bij Besluit van 22 april 1987 (Stb. 1987/275): art. 36 lid 2
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
490
Handeling: Het stellen van regels voor de werkwijze van de examencommissie van de
rijksarchiefschool
Periode: 1986–1995
Grondslag: Archiefbesluit zoals gewijzigd bij Besluit van 22 april 1987 (Stb. 1987/275):
art. 36 lid 2
Product: Beschikking
Waardering: B 5
491
Handeling: Het vaststellen van regels voor de examens in de archivistiek
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 37 lid 3, art. 40, art. 41 lid 1,
Archiefbesluit (Stb. 1968/200) zoals gewijzigd bij Besluit van 22 april 1987 (Stb.
1987/275): art. 39
Product: Beschikking, o.a.:
Opmerking: De regels hebben betrekking op o.a:
-
– vaststelling tijdstippen en plaats van het examen
-
– wijze van aanmelding
-
– wijze van afnemen en duur van het examen voor elk vak
-
– overleggen van een werkstuk en van een verklaring betreffende de praktische werkzaamheid
-
– hoogte van het examengeld
-
– model van het diploma
Waardering: B 5
492
Handeling: Het nader aanwijzen van examenvakken waarvoor vrijstelling gegeven wordt
Periode: 1968–1986
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 39 lid 2
Product: Beschikking, o.a.:
– Beschikking examens hoger en middelbaar archiefambtenaar (Stcrt. 1971/134)
Opmerking: Het ging hierbij om andere vakken dan genoemd in art. 28 lid 3 sub e en
f van het Archiefbesluit (Stb. 1968/200).
Waardering: B 5
493
Handeling: Het, in bijzondere gevallen, tot het examen toelaten van studenten die
niet aan de gestelde eisen voldoen
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 38 lid 2, Archiefbesluit (Stb. 1968/200)
zoals gewijzigd bij Besluit van 22 april 1987 (Stb. 1987/275): art. 38 lid 3
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
494
Handeling: Het toekennen van een geldelijke tegemoetkoming aan personen die praktisch
werkzaam zijn bij een archiefbewaarplaats
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 42, Archiefbesluit (Stb. 1968/200)
zoals gewijzigd bij Besluit van 22 april 1987 (Stb. 1987/275): art. 42
Product: Beschikking
Opmerking: Personen die minstens een jaar bij een archiefbewaarplaats werkzaam waren,
werden toegelaten tot het examen van de rijksarchiefschool.
Waardering: V 10 jaar
496
Handeling: Het voorbereiden van regels voor de opleiding tot en het verkrijgen van
diploma’s in de archivistiek
Periode: 1996–
Grondslag: Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276): art. 22
Product:
– Tijdelijk besluit opleidingen en diploma’s archivistiek (Stb. 1995/672)
Waardering: B 1
497
Handeling: Het stellen van regels voor het examen archivistiek A resp. B en de samenstelling
en werkwijze van de examencommissie
Periode: 1996–1999
Grondslag: Tijdelijk besluit opleidingen en diploma’s archivistiek (Stb. 1995/672),
art. 5 lid 2 en 3
Product: Tijdelijk examenreglement archivistiek (Stcrt. 1996/34)
Waardering: B 5
498
Handeling: Het aanwijzen van een opleiding in het wetenschappelijk resp. hoger beroepsonderwijs
als een opleiding ter verkrijging van het diploma archivistiek A resp. B
Periode: 1996–1999
Grondslag: Tijdelijk besluit opleidingen en diploma’s archivistiek (Stb. 1995/672),
art. 2 lid 2, art. 3 lid 2
Opmerking: Deze aanwijzing wordt gegeven op aanvraag van een instelling voor wetenschappelijk
of hoger beroepsonderwijs.
Waardering: B 5
499
Handeling: Het benoemen van de voorzitter, ondervoorzitters en leden van de examencommissie
Periode: 1996–1999
Grondslag: Tijdelijk besluit opleidingen en diploma’s archivistiek (Stb. 1995/672),
art. 5 lid 1, Tijdelijk examenreglement archivistiek (Stcrt. 1996/34), art. 2 lid
3
Waardering: V 10 jaar
500
Handeling: Het in bijzondere gevallen toelaten tot het examen voor het diploma archivistiek
A en B van personen die niet aan de gestelde eisen voldoen
Periode: 1996–1999
Grondslag: Tijdelijk besluit opleidingen en diploma’s archivistiek (Stb. 1995/672),
art. 5 lid 5 en lid 7
Waardering: V 10 jaar
504
Handeling: Het voorbereiden van regels voor de werkwijze van de Archiefraad
Periode: 1968–1989
Grondslag: Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 10 lid 4
Product: Amvb
– Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 43–48
Waardering: B 5
505
Handeling: Het (voorbereiden van het) opdragen van werkzaamheden aan de Archiefraad
Periode: 1968–1989
Grondslag: Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 10 lid 1
Product: Kb, opdrachten, brief
Waardering: B 5
506
Handeling: Het voorbereiden van de benoeming en het ontslag van de leden van de Archiefraad
Periode: 1968–1989
Grondslag: Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 10 lid 2
Product: Kb, benoeming, ontslag
Opmerking: Hierbij werd ook de voorzitter aangewezen. De algemene rijksarchivaris
was ambtshalve lid van de Archiefraad.
Waardering: V 10 jaar
507
Handeling: Het voorbereiden van de benoeming en het ontslag van de secretaris van
de Archiefraad
Periode: 1968–1989
Grondslag: Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 10 lid 3
Product: Kb, benoeming, ontslag
Opmerking: Deze kon ook lid van de Archiefraad zijn.
Waardering: V 10 jaar
508
Handeling: Het voorbereiden van de bepaling hoelang een benoeming als lid van de Archiefraad
duurt
Periode: 1968–1989
Grondslag: Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 10 lid 2
Product: Kb
Waardering: V 10 jaar
7. Advisering inzake cultuurbeheer: Raad voor Cultuur
519
Handeling: Het voorbereiden van de benoeming en het ontslag van de leden en de voorzitter
van de Raad voor het cultuurbeheer, de Raad voor het cultuurbeheer gehoord
Periode: 1990–1995
Grondslag: Wet Raad voor het cultuurbeheer (Stb. 1989/348): art. 7 lid 1, 2 en 3
Product: Kb
Opmerking: Onder leden vallen ook de leden van Afdelingen. De leden en de voorzitter
worden benoemd voor een periode van ten hoogste vier jaar en zijn eenmaal herbenoembaar.
Waardering: V 10 jaar
521
Handeling: Het aanwijzen van een voorzitter van een Afdeling van de Raad voor het
cultuurbeheer, de Raad voor het cultuurbeheer gehoord
Periode: 1990–1995
Grondslag: Wet Raad voor het cultuurbeheer (Stb. 1989/348): art. 7 lid 4
Product: Beschikking
Opmerking: Deze wordt uit de leden van Afdelingen aangewezen.
Waardering: V 10 jaar
523
Handeling: Het aanwijzen van een vaste vertegenwoordiger en zijn plaatsvervanger(s)
die namens hem de beraadslagingen van de Raad voor het cultuurbeheer, een Afdeling
of een vaste commissie bijwonen
Periode: 1990–1995
Grondslag: Wet Raad voor het cultuurbeheer (Stb. 1989/348): art. 7 lid 5
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
525
Handeling: Het goedkeuren van de door de Raad voor het cultuurbeheer ingestelde vaste
commissies
Periode: 1990–1995
Grondslag: Wet Raad voor het cultuurbeheer (Stb. 1989/348): art. 8 lid 1
Product: Goedkeuring
Waardering: B 4
526
Handeling: Het benoemen en ontslaan van de algemeen secretaris van de Raad voor het
cultuurbeheer, de Raad voor het cultuurbeheer gehoord
Periode: 1990–1995
Grondslag: Wet Raad voor het cultuurbeheer (Stb. 1989/348): art. 10 lid 2, 3 en 4
Product: Beschikking
Opmerking: De algemeen secretaris is geen lid van de Raad voor het cultuurbeheer,
de Afdelingen of de vaste commissies. Hij is voor zijn taak uitsluitend verantwoording
schuldig aan de Raad voor het cultuurbeheer
Waardering: V 10 jaar
528
Handeling: Het benoemen en ontslaan van de secretarissen en het overige personeel
van de Raad voor het cultuurbeheer
Periode: 1990–1995
Grondslag: Wet Raad voor het cultuurbeheer (Stb. 1989/348): art. 10 lid 5
Product: Beschikking
Waardering: V 10 jaar
529
Handeling: Het overleggen met de Raad voor het cultuurbeheer over de zorg voor de
voorzieningen voor het secretariaat van de Raad voor het cultuurbeheer
Periode: 1990–1995
Grondslag: Wet Raad voor het cultuurbeheer (Stb. 1989/348): art. 10 lid 6
Product: Correspondentie
Opmerking: De Minister van Cultuur draagt zorg voor de nodige voorzieningen ten behoeve
van het secretariaat van de Raad voor het cultuurbeheer.
Waardering: V 10 jaar
531
Handeling: Het goedkeuren van de door de Raad voor het cultuurbeheer vastgestelde
regels voor zijn werkwijze, alsmede die der Afdelingen en vaste commissies
Periode: 1990–1995
Grondslag: Wet Raad voor het cultuurbeheer (Stb. 1989/348): art. 9
Product: Goedkeuring
Waardering: B 5
534
Handeling: Het verzoek doen aan de Raad voor cultuur om advies te geven over het cultuurbeheer
van het Rijk
Periode: 1997–
Grondslag: Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 17
Product: Verzoek
Waardering: V 10 jaar
535
Handeling: Het geven van een standpunt over het uitgebrachte advies van de Raad voor
cultuur over het cultuurbeheer van het Rijk
Periode: 1997–
Grondslag: Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 24 lid 1
Product: Brief
Opmerking: Het gaat om advies over een vast te stellen ministeriële regeling of over
het te voeren beleid. De Minister van Cultuur stelt de beide kamers der Staten-Generaal
in kennis van zijn standpunt.
Waardering: B 1
538
Handeling: Het voorbereiden van de benoeming, schorsing en ontslag van de voorzitter
en de leden van de Raad voor cultuur, de Raad voor cultuur gehoord.
Periode: 1995–
Grondslag: Wet op het specifiek cultuurbeleid (Stb. 1993/193) zoals gewijzigd bij
Raad voor cultuur (Stb. 1995/539): art. I sub B onder 2b.2 (zoals gewijzigd bij Wet
van 14 november 1996 (Stb. 1996/574): art. I sub B onder 2 en 4), Wet op het specifiek
cultuurbeleid (Stb. 1993/193) zoals gewijzigd bij Raad voor cultuur (Stb. 1995/539):
art. I sub B onder 2b.3 (zoals gewijzigd bij Wet van 14 november 1996 (Stb. 1996/574):
art. I sub B onder 2 en 4), Wet op het specifiek cultuurbeleid (Stb. 1993/193) zoals
gewijzigd bij Raad voor cultuur (Stb. 1995/539): art. I sub B onder 2b.4 (zoals gewijzigd
bij Wet van 14 november 1996 (Stb. 1996/574): art. I sub B onder 2 en 4), Wet op het
specifiek cultuurbeleid (Stb. 1993/193) zoals gewijzigd bij Raad voor cultuur (Stb.
1995/539): art. I sub B onder 2b.5 (zoals gewijzigd bij Wet van 14 november 1996 (Stb.
1996/574): art. I sub B onder 2 en 4), Benoemingsregeling Raad voor cultuur (Stcrt.
1997/8): art. 4 (zoals gewijzigd bij Beleidsregels benoemingen leden Raad voor cultuur
(Stcrt. 1998/144): art. I sub B, Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 11,
art. 12, art. 13
Product: Kb
-
– Benoemingen leden van de Raad voor cultuur (Stcrt. 1996/33)
-
– (Her)benoemingen Raad voor Cultuur (Stcrt. 1998/119)
-
– Benoemingen Raad voor Cultuur (Stcrt. 1998/128)
-
– Ontslag leden Raad voor Cultuur (Stcrt. 1999/24)
-
– Benoemingen Raad voor Cultuur (Stcrt. 1999/72)
-
– Herbenoemingen in Raad voor Cultuur (Stcrt. 1999/254)
Opmerking: De voorzitter en leden worden in bijzondere gevallen geschorst en ontslagen.
Bij de benoeming wordt ervoor zorggedragen dat de aandachtsgebieden van de Raad voor
cultuur, door middel van één of meer leden, herkenbaar aanwezig zijn. Bij de benoeming
wordt gestreefd naar een evenredige verdeling van vrouwen en personen behorende tot
etnische of culturele minderheden. De benoeming geschiedt voor (ten hoogste) vier
jaar en aftredende leden kunnen éénmaal herbenoemd worden. De Benoemingen-adviescommissie
doet een voorstel voor de vervulling van de vacature van de Raad voor cultuur. De
leden worden op eigen aanvraag ontslagen en voorts bij Kb geschorst en ontslagen bij
gebleken ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.
Waardering: V 10 jaar
541
Handeling: Het verzoek doen aan de Benoemingen-adviescommissie leden Raad voor cultuur
om een voorstel te doen voor de vervulling van een vacature bij de Raad voor cultuur
Periode: 1996–
Grondslag: Benoemingsregeling Raad voor cultuur (Stcrt. 1997/8): art. 2
Product: Verzoek
Waardering: V 10 jaar
543
Handeling: Het stellen van regels voor de wijze waarop de voordracht voor benoeming,
schorsing en ontslag van de voorzitter en de leden van de Raad voor cultuur tot stand
komt
Periode: 1995–1997
Grondslag: Wet op het specifiek cultuurbeleid (Stb. 1993/193) zoals gewijzigd bij
Raad voor cultuur (Stb. 1995/539): art. I sub B onder 2b.6 zoals gewijzigd bij Wet
van 14 november 1996 (Stb. 1996/574): art. I sub B onder 4
Product: Regels
-
– Instelling benoemingen-adviescommissie leden Raad voor cultuur (Stcrt. 1995/142)
-
– Benoemingsregeling Raad voor cultuur (Stcrt. 1997/8)
-
– Beleidsregels benoemingen leden Raad voor Cultuur (Stcrt. 1998/144)
Waardering: B 5
544
Handeling: Het vaststellen van regels voor de rechtspositie van de voorzitter en de
leden van de Raad voor cultuur
Periode: 1997–
Grondslag: Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/37): art. 14
Product: Amvb
– Vergoedingenbesluit adviescolleges (Stb. 1996/583)
Opmerking: Hierin worden de vergoeding van reis- en verblijfskosten en verdere vergoedingen
aan leden van de Raad voor cultuur vastgesteld alsmede nadere regels over hun rechtspositie.
Waardering: B 5
547
Handeling: Het, op voordracht van de Raad voor Cultuur, benoemen, schorsen en ontslaan
van extra leden van een vaste of een tijdelijke commissie van de Raad voor cultuur
Periode: 1995–
Grondslag: Wet op het specifiek cultuurbeleid (Stb. 1993/193) zoals gewijzigd bij
Raad voor cultuur (Stb. 1995/539): art. I sub B onder 2c.4 en 2c.5 zoals gewijzigd
bij Wet van 14 november 1996 (Stb. 1996/574): art. I sub C onder 3 en 5, Benoemingsregeling
Raad voor cultuur (Stcrt. 1997/8): art. 5, Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378):
art. 19 lid 1
Product: Beschikking, benoeming, schorsing, ontslag
-
– Benoeming leden tijdelijke en vaste commissies Raad voor Cultuur (Stcrt. 1997/57)
-
– Benoemingen en herbenoemingen commissieleden Raad voor Cultuur (Stcrt. 1999/60)
-
– Benoeming en ontslag leden commissies Raad voor Cultuur (Stcrt. 1999/139)
Opmerking: Het gaat hierbij om de benoeming van deskundigen als er niet voldoende
specialistische kennis voor de voorbereiding van een advies aanwezig is in de Raad
voor cultuur. Deze worden voor twee jaar benoemd en zijn eenmaal herbenoembaar.
Waardering: V 10 jaar
549
Handeling: Het verzoeken doen aan de Benoemingen-adviescommissie leden Raad voor cultuur
om advies te geven over het voorstel van de Raad voor cultuur voor de benoeming van
extra leden van een vaste of een tijdelijke commissie
Periode: 1996–
Grondslag: Benoemingsregeling Raad voor cultuur (Stcrt. 1997/8): art. 6
Product: Verzoek
Opmerking: Het gaat hierbij om de benoeming van deskundigen tot lid van een vaste
of een tijdelijke commissie van de Raad voor cultuur als er niet voldoende specialistische
kennis aanwezig is in de Raad voor cultuur voor de voorbereiding van een advies.
Waardering: V 10 jaar
551
Handeling: Het voorbereiden van de benoeming, schorsing en ontslag van de algemeen
secretaris van de Raad voor cultuur, de Raad voor cultuur gehoord.
Periode: 1995–1997
Grondslag: Wet op het specifiek cultuurbeleid (Stb. 1993/193) zoals gewijzigd bij
Raad voor cultuur (Stb. 1995/539): art. I sub B onder 2i.2 zoals gewijzigd bij Wet
van 14 november 1996 (Stb. 1996/574): art. I sub D
Product: Kb
Waardering: V 10 jaar
553
Handeling: Het benoemen, schorsen en ontslaan van de algemeen secretaris van de Raad
voor cultuur, de Raad voor cultuur gehoord.
Periode: 1997–
Grondslag: Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 15 lid 5
Product: Beschikking, benoeming, schorsing, ontslag
Waardering: V 10 jaar
555
Handeling: Het benoemen, schorsen en ontslaan van de secretaris(sen) en overige medewerkers
van de Raad voor cultuur, na overleg met de Raad voor cultuur
Periode: 1995–
Grondslag: Wet op het specifiek cultuurbeleid (Stb. 1993/193) zoals gewijzigd bij
Raad voor cultuur (Stb. 1995/539): art. I sub B onder 2i.3 zoals gewijzigd bij Wet
van 14 november 1996 (Stb. 1996/574): art. I sub D, Kaderwet adviescolleges (Stb.
1996/378): art. 15 lid 5
Product: Beschikking, benoeming, schorsing, ontslag
Waardering: V 10 jaar
557
Handeling: Het benoemen, schorsen en ontslaan van de voorzitter en de leden van de
benoemingen-adviescommissie leden Raad voor cultuur
Periode: 1996–
Grondslag: Benoemingsregeling Raad voor cultuur (Stcrt. 1997/8): art. 8 lid 4, art.
10
Product: Benoeming, schorsing, ontslag
Opmerking: De voorzitter en de leden worden benoemd voor ten hoogste vier jaar en
kunnen tweemaal herbenoemd worden. De Minister van Cultuur voegt aan de commissie
een secretaris toe
Waardering: V 10 jaar
560
Handeling: Het opstellen van een overzicht van de door hem voorgenomen adviesaanvragen
Periode: 1995–
Grondslag: Wet op het specifiek cultuurbeleid (Stb. 1993/193) zoals gewijzigd bij
Raad voor cultuur (Stb. 1995/539): art. I sub B onder 2d.3 zoals gewijzigd bij Wet
van 14 november 1996 (Stb. 1996/574): art. I sub D, Kaderwet adviescolleges (Stb.
1996/378): art. 26 lid 1
Product: Adviesaanvragen
Waardering: B 1
562
Handeling: Het vaststellen en wijzigen van het werkprogramma van de Raad voor cultuur
Periode: 1997–
Grondslag: Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 26 lid 3 en 4, art. 33
Product: Werk-programma
Opmerking: Dit programma wordt aan de Staten-Generaal gezonden.
Waardering: B 1
564
Handeling: Het goedkeuren van het huishoudelijk reglement van de Raad voor cultuur
Periode: 1995–1997
Grondslag: Wet op het specifiek cultuurbeleid (Stb. 1993/193) zoals gewijzigd bij
Raad voor cultuur (Stb. 1995/539): art. I sub B onder 2k.4 zoals gewijzigd bij Wet
van 14 november 1996 (Stb. 1996/574): art. I sub E onder 2
Product: Goedkeuring
Opmerking: Het betreft hier zowel de vaststelling als de wijziging ervan.
Waardering: B 5
566
Handeling: Het geven van aanwijzingen aan de Raad voor cultuur voor het vaststellen
van zijn aandachtsgebieden
Periode: 1995–
Grondslag: Wet op het specifiek cultuurbeleid (Stb. 1993/193) zoals gewijzigd bij
Raad voor cultuur (Stb. 1995/539): art. I sub B onder 2k.2 zoals gewijzigd bij Wet
van 14 november 1996 (Stb. 1996/574): art. I sub E onder 1
Product: Aanwijzingen, advies
Waardering: B 5
568
Handeling: Het vaststellen van een (vaste) vergoeding voor de leden van de Raad voor
cultuur
Periode: 1997–
Grondslag: Vergoedingenbesluit adviescolleges (Stb. 1996/583): art. 2, art. 3, art.
4, art. 5, art. 6, Toelichting
Product: Ministeriële regeling
Opmerking: Een lid ontvangt voor zijn werkzaamheden een vergoeding per vergadering.
Dit zijn een vergadering van de Raad voor cultuur of een vergadering van een commissie
van de Raad voor cultuur. Twee of meer vergaderingen per dag gelden als één. De vergoeding
voor de voorzitter bedraagt ten hoogste f 560,– en voor een ander lid ten hoogste
f 420,–. In afwijking hiervan kan de Minister van Cultuur een vaste vergoeding vaststellen
voor leden die een vaste deeltaak hebben. De som van de vaste vergoeding en andere
inkomsten per maand mag niet meer bedragen dan het maandsalaris van een minister of
een staatssecretaris. In deze gevallen wordt de vaste vergoeding verlaagd.
Waardering: V 10 jaar
570
Handeling: Het vaststellen van een vergoeding voor de reis- en verblijfskosten voor
de leden van de Raad voor cultuur
Periode: 1997–
Grondslag: Vergoedingenbesluit adviescolleges (Stb. 1996/583): art. 7, Toelichting
Product: Beschikking
Opmerking: Het gaat hierbij om de leden die een vaste vergoeding krijgen.
Waardering: V 10 jaar
571
Handeling: Het bepalen dat het besluit niet van toepassing is op zittende leden van
de Raad voor cultuur
Periode: 1997–
Grondslag: Vergoedingenbesluit adviescolleges (Stb. 1996/583): art. 9 lid 1
Product: Beschikking
Opmerking: Met het besluit wordt het Vergoedingenbesluit adviescolleges (Stb. 1996/583)
bedoeld. Het gaat hierbij om leden die zitting in de Raad voor cultuur hadden tijdens
de herziening van het adviesstelsel en waarvoor de toepassing van het Vergoedingenbesluit
adviescolleges (Stb. 1996/583 tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden.
Waardering: V 10 jaar
572
Handeling: Het bepalen op welke wijze tot de dag van aftreden of eerste herbenoeming
wordt voorzien in de rechtspositie van de betrokken leden van de Raad voor cultuur
Periode: 1997–
Grondslag: Vergoedingenbesluit adviescolleges (Stb. 1996/583): art. 9 lid 2
Product: Beschikking
Opmerking: Het gaat hierbij om leden die zitting in de Raad voor cultuur hadden tijdens
de herziening van het adviesstelsel en die een vaste vergoeding krijgen.
Waardering: V 10 jaar
575
Handeling: Het geven van een standpunt over het periodieke rapport van de Raad voor
cultuur
Periode: 1995–
Grondslag: Wet op het specifiek cultuurbeleid (Stb. 1993/193) zoals gewijzigd bij
Raad voor cultuur (Stb. 1995/539): art. I sub B onder 2f.2 zoals gewijzigd bij Wet
van 14 november 1996 (Stb. 1996/574): art. I sub D, Kaderwet adviescolleges (Stb.
1996/378): art. 28 lid 4, art. 29
Product: Rapport, brief
Opmerking: Hierbij is Kaderwet adviescolleges (Stb. 1996/378): art. 24 van toepassing.
De Minister van Cultuur kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden,
voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.
Waardering: B 3
Adviescommissie beoordeling aangeboden cultuurbezit uit nalatenschappen
159
Handeling: Het adviseren van de Minister van Financiën bij het beslissen over het
verzoek voor kwijtschelding van successierechten
Periode: 1997–
Grondslag: Wijziging van het Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956 (Stb. 1998/130):
art. I
Product: Advies
Waardering: V 10 jaar
162
Handeling: Het vaststellen van zijn werkwijze
Periode: 1997–
Grondslag: Wijziging van het Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956 (Stb. 1998/130):
art. I
Product: Reglement
Waardering: B 5
Adviescommissie van de Rijksdienst Beeldende Kunst
153
Handeling: Het adviseren van de Minister van Cultuur bij het beslissen over de toekenning
van de subsidie voor de aankoop van een kunstwerk
Periode: 1984–1987
1989–1992
Grondslag: Tijdelijke aankoopsubsidieregeling moderne beeldende kunst ten behoeve
van musea (Stb. 1985/104): art. 8 (zoals gewijzigd bij Besluit van 16 januari 1987
(Stb. 1987/40): art. II), Tijdelijke aankoopsubsidieregeling moderne beeldende kunst
ten behoeve van kunstmusea (Stb. 1989/141): art. 7 lid 1
Product: Advies
Waardering: B 1
Adviescommissie Wet tot behoud van cultuurbezit
259
Handeling: Het uitbrengen van een eindrapport aan de Minister van Cultuur
Periode: 1997–1999
Grondslag: Besluit Adviescommissie Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1997/519):
art. 2, art. 3 (zoals gewijzigd bij Besluit van 24 augustus 1998 (Stb. 1998/524):
art. I)
Product: Rapport
Opmerking: Het rapport bevatte aanbevelingen over mogelijke bijstellingen van de Wet
tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1984/49). Deze waren gebaseerd op een evaluatie
van de werking van de Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1984/49) en op verkenningen
binnen de sector van het roerend cultureel erfgoed.
Waardering: B 2
Algemene rijksarchivaris
340
Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren voor het houden van toezicht op het beheer
van de archiefbescheiden van de rijksorganen en de overheidsorganen bedoeld in art.
38 Archiefwet 1962 resp. art. 41 Archiefwet 1995
Periode: 1968–2001
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 51, Archiefbesluit 1995 (Stb. 1995/671):
art. 15 lid 2–3, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276) zoals gewijzigd bij Aanpassingswet
derde tranche Awb II (Stb. 1997/580): art. 25a, lid 1
Product: Aanwijzingsbesluit
Opmerking: Van het aanwijzingsbesluit wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.
Waardering: V 10 jaar
341
Handeling: Het instemmen met het vervangen van de rijksarchivaris in de provinicie
door aan hem ondergeschikte archiefambtenaren bij het houden van toezicht op het beheer
van archiefbescheiden
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 51
Product: Instemming, brief
Waardering: V 10 jaar
344
Handeling: Het uitvoeren van inspecties in het kader van het toezicht op de naleving
van de archiefwetgeving door de centrale overheden
Periode: 1968–2001
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 54 lid 1, Archiefbesluit 1995 (Stb.
1995/671): art. 18 lid 1, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276) zoals gewijzigd bij Aanpassingswet
derde tranche Awb II (Stb. 1997/580): art. 25b, lid 1
Product: Verslag, rapport, voorstel, brief
Opmerking: Hieronder vallen verschillende soorten inspecties: integrale inspecties
(doorlichtingen), aspectinspecties, vervolginspecties, incidentinspecties e.d.
Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchiefinspectie als onderdeel
van de Rijks Archief Dienst.
Waardering: Eindrapporten: B 5
Overige stukken: V 15 jaar
345
Handeling: Het, aan de Minister van Cultuur, incidenteel mededelen van de bevindingen
van het toezicht op het beheer van archiefbescheiden
Periode: 1968–2001
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 54 lid 2, Archiefbesluit 1995 (Stb.
1995/671): art. 18 lid 2, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276) zoals gewijzigd bij Aanpassingswet
derde tranche Awb II (Stb. 1997/580): art. 25b, lid 2
Product: Brief, rapport
Opmerking: De inspectie zal naar de minister terugkoppelen, als zij bij een inspectie
een onaanvaardbare situatie heeft aangetroffen die politiek-bestuurlijk ernstige gevolgen
kan hebben.
Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchief-inspectie als
onderdeel van de Rijks Archief Dienst.
In art. 25b, lid 2, van de Archiefwet 1995 zoals die luidt na de verzelfstandiging
van de Rijksarchiefinspectie (Stb. 2001, 131), is deze handeling formeel komen te
vervallen, maar zij kan uiteraard als uitvloeisel van de toezichthoudende taak nog
wel vóórkomen.
Waardering: B (2)
349
Handeling: Het aan de Minister van Cultuur uitbrengen van een jaarlijks verslag van
het toezicht op het beheer van archiefbescheiden
Periode: 1968–2001
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 54 lid 3, Archiefbesluit 1995 (Stb.
1995/671): art. 19, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276) zoals gewijzigd bij Aanpassingswet
derde tranche Awb II (Stb. 1997/580): art. 25b, lid 3
Product: Jaarlijks verslag
Opmerking: Bij dit verslag worden ook aanbevelingen gedaan over te treffen voorzieningen.
Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchief-inspectie als
onderdeel van de Rijks Archief Dienst.
Waardering: B 2
601
Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid
betreffende de uitvoering van het toezicht op naleving van de archiefwetgeving door
de centrale overheden
Periode: 1997–2001
Bron: Mededeling van R. Kramer (plv. hoofd Rijksarchiefinspectie) tijdens driehoeksoverleg
Product: Beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten, evaluaties, jaarplannen
Opmerking: Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchiefinspectie
als onderdeel van de Rijks Archief Dienst
Waardering: B 1, 2, 5
602
Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen
Periode: 1997–2001
Bron: Mededeling van R. Kramer (plv. hoofd Rijksarchiefinspectie) tijdens driehoeksoverleg
Product: Jaarverslagen
Opmerking: Deze verslagen betreffen niet de wettelijk vereiste jaarlijkse rapportage
aan de minister van OCW, maar gaan (mede) over de bedrijfsvoering.
Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchiefinspectie als onderdeel
van de Rijks Archief Dienst
Waardering: B 3
603
Handeling: Het in het kader van het toezicht op de naleving van de archiefwetgeving
door de centrale overheden verrichten van onderzoeken betreffende aspecten van archiefbeheer
bij de centrale overheden
Periode: 1997–2001
Bron: Mededeling van R. Kramer (plv. hoofd Rijksarchiefinspectie) tijdens driehoeksoverleg
Product: Rapporten
Opmerking: Anders dan inspecties zijn de onderzoeken er niet voor bedoeld om een oordeel
uit te spreken over het archiefbeheer bij bepaalde organisaties. Een onderzoek wordt
gestart als de Rijksarchiefinspectie een bepaald onderwerp van algemeen belang vindt
en zich daarvan een goed beeld wil vormen. De rapportage wordt in bepaalde gevallen
gevolgd door een voorlichtingsbrochure (zie handeling betreffende voorlichting).
Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchiefinspectie als onderdeel
van de Rijks Archief Dienst
Waardering: Eindrapporten: B 5
Overige stukken: V 10 jaar
604
Handeling: Het ontwikkelen van instrumenten in het kader van de uitoefening van toezicht
op het archiefbeheer bij de centrale overheden
Periode: 1997–2001
Bron: Mededeling van R. Kramer (plv. hoofd Rijksarchiefinspectie) tijdens driehoeksoverleg
Product: modellen en standaardproducten
Opmerking: Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchiefinspectie
als onderdeel van de Rijks Archief Dienst
Waardering: V 10 jaar
605
Handeling: Het (systematisch) volgen van de ontwikkeling van het archiefbeheer bij
de zorgdragers van de centrale overheid
Periode: 2000–2001
Grondslag: Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276) zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet derde
trache Awb II (Stb. 1997/580): art. 25a, lid 1
Product: jaarlijkse vragenlijsten
Opmerking: De jaarlijkse vragenlijst is het belangrijkste instrument in het kader
van de monitoring.
Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchiefinspectie als onderdeel
van de Rijks Archief Dienst
Waardering: V 10 jaar
606
Handeling: Het voeren van overleg met andere instanties die een specifieke rol spelen
op het gebied van archiefbeheer of inspecties: Periode: 1997–2001
Bron: Mededeling van R. Kramer (plv. hoofd Rijksarchiefinspectie) tijdens driehoeksoverleg
Opmerking: De overleggen vinden meestal incidenteel plaats en betreffen bijv. de archiefinspecties
voor de andere overheden, cultuurinspecties, ministeries of werkgroepen die een specifieke
op DIV-gebied.
Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchiefinspectie als onderdeel
van de Rijks Archief Dienst
Waardering: V 10 jaar
607
Handeling: Het opstellen en uitbrengen van adviezen aan de minister van Cultuur over
beleidsaangelegenheden betreffende het archiefbeheer bij de centrale overheden
Periode: 1997–2001
Bron: Mededeling van R. Kramer (plv. hoofd Rijksarchiefinspectie) tijdens driehoeksoverleg
Opmerking: De adviezen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op de totstandkoming
van de archiefwetgeving of op aspecten die het archiefbeheer bij centrale overheden
betreffen.
Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchiefinspectie als onderdeel
van de Rijks Archief Dienst
Waardering: B 1
608
Handeling: Het adviseren aan zorgdragers betreffende (aspecten van) archiefbeheer
en/of inspecties
Periode: 1997–2001
Bron: Mededeling van R. Kramer (plv. hoofd Rijksarchiefinspectie) tijdens driehoeksoverleg
Product: adviezen aan zorgdragers
Opmerking: Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchiefinspectie
als onderdeel van de Rijks Archief Dienst
Waardering: B (5)
609
Handeling: Het adviseren aan andere instellingen dan zorgdragers betreffende (aspecten
van) archiefbeheer en/of inspecties
Periode: 1997–2001
Bron: Mededeling van R. Kramer (plv. hoofd Rijksarchiefinspectie) tijdens driehoeksoverleg
Product: adviezen
Opmerking: Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchiefinspectie
als onderdeel van de Rijks Archief Dienst
Waardering: V 10 jaar
610
Handeling: Het geven van voorlichting aan zorgdragers en derden betreffende het archiefbeheer
Periode: 1997–2001
Bron: Mededeling van R. Kramer (plv. hoofd Rijksarchiefinspectie) tijdens driehoeksoverleg
Product: brochure, presentatie, enz.
Opmerking: De voorlichting kan via verschillende media worden gegeven: brochures (soms
voortvloeiend uit onderzoeken), workshops, presentaties, internet, enz.
Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchiefinspectie als onderdeel
van de Rijks Archief Dienst
Waardering: V 5 jaar
Van gedrukt voorlichtingsmateriaal wordt één exemplaar bewaard (B 5)
611
Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen
betreffende (toezicht op) het archiefbeheer bij de centrale overheden
Periode: 1997–2001
Bron: Mededeling van R. Kramer (plv. hoofd Rijksarchiefinspectie) tijdens driehoeksoverleg
Product: Brieven, notities
Opmerking: Deze handeling heeft geen betrekking op WOB-verzoeken.
Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchiefinspectie als onderdeel
van de Rijks Archief Dienst
Waardering: V 10 jaar
361
Handeling: Het voeren van het driehoeksoverleg over (ontwerp-)vernietigingslijsten
Periode: 1972–1995
Grondslag: Besluit algemene richtlijnen vaststelling vernietigingslijsten archiefbescheiden
(Stcrt. 1972/109)
Product: Notulen, driehoeksverslag
Waardering: B 5
372
Handeling: Het voeren van het driehoeksoverleg over (ontwerp-)selectielijsten
Periode: 1996–
Grondslag: Archiefbesluit 1995 (Stb. 1995/671): art. 3
Product: Notulen, driehoeksverslag
Opmerking: Het driehoeksoverleg resulteert in een ontwerp-selectielijst, die door
de zorgdrager bij de Minister van Cultuur wordt ingediend. De lijst wordt gedurende
acht weken ter inzage gelegd. Hierop kan iedereen een reactie geven. De Minister van
Cultuur verzamelt deze reacties en overhandigt ze tegelijk met de adviesaanvraag aan
de Raad voor cultuur.
Waardering: B 5
396
Handeling: Het herzien van een afwijzende beslissing van de beheerder op een verzoek
tot vervroegde overbrenging van archiefbescheiden naar een rijksarchiefbewaarplaats
Periode: 1968–
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 19 lid 2, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276):
art. 13 lid 2
Product: Beschikking
Opmerking: Is de afwijzende beslissing genomen door de algemene rijksarchivaris, dan
kan de Minister van Cultuur deze herzien. Is de afwijzende beslissing genomen door
een van de andere rijksarchivarissen, dan kan de algemene rijksarchivaris deze herzien.
Waardering: V 10 jaar
408
Handeling: Het herzien van een afwijzende beslissing van de beheerder op een verzoek
tot raadpleging of gebruik van archiefbescheiden
Periode: 1968–1995
Grondslag: Besluit van 2 september 1919 (Stb. 1919/550), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 1, derde lid der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378):
art. 3, Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 22 lid 2
Product: Besluit
Opmerking: Is de afwijzende beslissing genomen door de algemene rijksarchivaris, dan
kan de Minister van Cultuur deze herzien. Is de afwijzende beslissing genomen door
een van de andere rijksarchivarissen, dan kan de algemene rijksarchivaris deze herzien.
Waardering: V 10 jaar
416
Handeling: Het aanwijzen van instellingen waar een deskundig beheer en een veilige
bewaring van de archiefbescheiden is gewaarborgd (in verband met de uitlening van
archiefbescheiden)
Periode: 1996–
Grondslag: Regeling van de algemene rijksarchivaris van 29 januari 1996, houdende
richtlijnen voor de uitlening van archiefbescheiden
Product: Lijst
Opmerking: De lijst wordt door de algemene rijksarchivaris en de provinciale archiefinspecteurs
bijgehouden en door de algemene rijksarchivaris gepubliceerd.
Waardering: B 5
418
Handeling: Het herzien van een afwijzende beslissing van de beheerder op een verzoek
tot uitlening van archiefbescheiden
Periode: 1945–1995
Grondslag: Besluit van 2 september 1919 (Stb. 1919/550), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 1, derde lid der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378):
art. 7, Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 24 lid 2
Product: Besluit
Opmerking: Is de afwijzende beslissing genomen door de algemene rijksarchivaris, dan
kan de Minister van Cultuur deze herzien. Is de afwijzende beslissing genomen door
een van de andere rijksarchivarissen, dan kan de algemene rijksarchivaris deze herzien.
Waardering: V 10 jaar
419
Handeling: Het machtigen van de beheerder tot het uitlenen van archiefbescheiden
Periode: 1945–1995
Grondslag: Besluit van 2 september 1919 (Stb. 1919/550), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 1, derde lid der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378):
art. 8, Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 26 lid 1
Product: Machtiging
Opmerking: Deze machtiging was alleen vereist, als het ging om uitlening aan andere
instellingen dan de voormalige zorgdrager of een archiefbewaarplaats aangewezen door
de Minister. Ging het om door de algemene rijksarchivaris uit te lenen bescheiden,
dan was een machtiging van de Minister vereist. Ging het om door de andere rijksarchivarissen
uit te lenen bescheiden, dan was een machtiging van de algemene rijksarchivaris vereist.
Waardering: V 10 jaar
424
Handeling: Het machtigen van de zorgdrager tot het in bewaring geven van archiefbescheiden
niet berustende in een rijksarchiefbewaarplaats
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 13
Product: Brief, machtiging
Waardering: B 5
429
Handeling: Het adviseren van de Minister van Cultuur over de vervreemding van archiefbescheiden
Periode: 1945–1968
Grondslag: Besluit van 7 oktober 1919 (Stb. 1919/596), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 5 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378) zoals
gewijzigd bij Besluit van 14 juni 1929 (Stb. 1929/316): art. 7
Product: Advies
Opmerking: Dit betrof zowel vervreemding van bescheiden die berustten bij een archiefbewaarplaats
als vervreemding van andere archiefbescheiden.
Waardering: B 5
431
Handeling: Het adviseren over de vervreemding van archiefbescheiden die niet in een rijksarchiefbewaarplaats berusten
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 3 lid 4 j° art. 8 lid 2
Product: Advies
Waardering: B 5
459
Handeling: Het samen met de Directeur Cultureel Erfgoed opstellen van een managementcontract
Periode: 1996–
Grondslag:
– Statuut agentschap rijksarchiefdienst (Stcrt. 1996/35), art. 6–7
Product: Managementcontract
Opmerking: In het managementcontract worden de door de rijksarchiefdienst in een bepaalde
periode te verrichten prestaties vastgelegd.
Waardering: B 5
460
Handeling: Het indienen bij de Directeur Cultureel Erfgoed van een jaarverslag en
een jaarrekening
Periode: 1996–
Grondslag:
– Statuut agentschap rijksarchiefdienst (Stcrt. 1996/35), art. 8
Product: Jaarverslag, jaarrekening
Waardering: B 2
Beheerder van een rijksarchiefbewaarplaats
327
Handeling: Het opstellen van richtlijnen, verslagen en rapporten betreffende het in
goede staat brengen en bewaren van archieven die in een rijksarchiefbewaarplaats berusten
Periode: 1945–
Grondslag: Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 2 lid 1, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276):
art 3
Product: Richtlijnen, procedurebeschrijvingen, bewerkingsplannen, behoudsdossiers,
verslagen
Opmerking: Het in goede staat brengen en bewaren omvat onder meer de volgende werkzaamheden:
-
– controle depot(hygiëne);
-
– controle materiële staat;
-
– herverpakken/ etiketteren;
-
– uitvoeren conservering;
-
– uitvoeren restauratie;
-
– uitvoeren conversie / verfilming.
Waardering: B 5
328
Handeling: Het financieel afhandelen van het in goede staat brengen en bewaren van
archieven die in een rijksarchiefbewaarplaats berusten
Periode: 1945–
Grondslag: Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 2 lid 1, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276):
art 3
Product: Offertes, rekeningen
Waardering: V 10 jaar
329
Handeling: Het opstellen van toegangen, inventarissen, archievenoverzichten en -registraties
in het kader van het toegankelijk maken en houden van archieven die in een rijksarchiefbewaarplaats
berusten
Periode: 1945–
Grondslag: Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 2 lid 1, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276):
art 3
Product: Archievenregistraties (bijvoorbeeld ABS-Archeion), toegangen, inventarissen,
archievenoverzichten, databases, etc.
Waardering: B 5
337
Handeling: Het adviseren van de Minister van Cultuur over de beëindiging van zijn
inspectietaak voor wat betreft de archiefbescheiden van gemeenten, waterschappen,
veenschappen en veenpolders
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 66
Product: Advies
Opmerking: Het betreft de beëindiging van de inspectietaak die de rijksarchivaris
in de provincie kon worden opgedragen op grond van art. 1 van het Koninklijk besluit
van 6 september 1919 (Stb. 1919/557).
Waardering: V 10 jaar
342
Handeling: Het verzamelen van gegevens in het kader van het toezicht op het beheer
van de archiefbescheiden van de rijksorganen en de overheidsorganen bedoeld in art.
38 Archiefwet 1962 resp. art. 41 Archiefwet 1995
Periode: 1968–
Grondslag: Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 19, art. 38 lid 3, Archiefbesluit
1968 (Stb. 1968/200), art. 51–52, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276) zoals gewijzigd
bij Aanpassingswet derde tranche Awb II (Stb. 1997/580): art. 25 lid 2 sub b, art.
25a, Archiefbesluit 1995 (Stb. 1995/671): art. 15–17
Product: Correspondentie
Opmerking: De algemene rijksarchivaris staat hierbij onder bevelen van de Minister
van Cultuur en kan de toezichthoudende taak laten verrichten door archiefinspecteurs
die door hem zijn aangewezen. Deze zijn bij de uitoefening van hun taak bevoegd:
-
– alle ruimten waar zich archiefbescheiden bevinden te betreden;
-
– inzage te vorderen in archiefbescheiden, met inachtneming van de voorschriften ten
aanzien van de beveiliging van geheimen;
-
– inlichtingen te vorderen;
-
– inzage te vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden;
-
– kopieën van zakelijke gegevens en bescheiden te maken of, indien dit niet ter plaatse
kan geschieden, de gegevens en bescheiden voor dat doel voor korte tijd mee te nemen.
Waardering: V 10 jaar
343
Handeling: Het opstellen van rapporten en verslagen in het kader van het toezicht
op het beheer van de archiefbescheiden van de rijksorganen en de overheidsorganen
bedoeld in art. 38 Archiefwet 1962 resp. art. 41 Archiefwet 1995
Periode: 1968–
Grondslag: Archiefwet 1962 (Stb. 1962/313): art. 19, art. 38 lid 3, Archiefbesluit
1968 (Stb. 1968/200), art. 51–52, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276) zoals gewijzigd
bij Aanpassingswet derde tranche Awb II (Stb. 1997/580): art. 25 lid 2 sub b, art.
25a, Archiefbesluit 1995 (Stb. 1995/671): art. 15–17
Product: Verslagen, rapporten
Waardering: B 5
356
Handeling: Het opstellen van een verklaring van vernietiging van in een rijksarchiefbewaarplaats
berustende archiefbescheiden
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit van 7 oktober 1919 (Stb. 1919/596), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 5 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378): art.
2, Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 4, Archiefbesluit 1995 (Stb. 1995/671): art.
8
Product: Verklaring van vernietiging
378
Handeling: Het adviseren over de (incidentele) vernietiging van archiefbescheiden
van de Hoge Colleges van Staat, het Kabinet der Koningin, de overige rijksorganen,
de provincies, de gemeenten, de waterschappen, de veenschappen, de veenpolders, de
organen ingesteld bij een regeling bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen,
en de overige openbare lichamen
Periode: 1945–1995
Grondslag: Besluit van 7 oktober 1919 (Stb. 1919/596), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 5 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378) zoals
gewijzigd bij Besluit van 14 juni 1929 (Stb. 1929/316): art. 1–5, Archiefbesluit (1968/200):
art. 3 lid 4 sub a–h
Product: Advies
Opmerking: Het ging hierbij om archiefbescheiden die nog niet naar een archiefbewaarplaats
waren overgebracht en die niet vermeld stonden op een vernietigingslijst.
Waardering: B 5
395
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot vervroegde overbrenging van archiefbescheiden
naar een rijksarchiefbewaarplaats
Periode: 1968–
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 19 lid 1, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276):
art. 13 lid 1
Product: Besluit
Waardering: V 10 jaar
398
Handeling: Het opstellen van een verklaring van schenking met betrekking tot particuliere
archieven
Periode: 1945–
Product: Verklaring van schenking
Waardering: B 5
401
Handeling: Het adviseren van de zorgdrager over het stellen van beperkingen aan de
openbaarheid van archiefbescheiden bij de overbrenging
Periode: 1992–
Grondslag: Archiefwet 1962 (1962/313) zoals gewijzigd bij Wet openbaarheid van bestuur
(Stb. 1991/703): art. 7a lid 1, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276): art. 15 lid 1
Product: Advies
Waardering: V 10 jaar
403
Handeling: Het adviseren van de Minister van Cultuur over het stellen van beperkingen
aan de openbaarheid van archiefbescheiden na overbrenging
Periode: 1968–1993
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 21
Product: Advies
Waardering: V 10 jaar
407
Handeling: Het (onder voorwaarden) toestaan of afwijzen van een verzoek tot raadpleging
of gebruik van archieven waaraan bij of na overbrenging beperkingen aan de openbaarheid
zijn gesteld
Periode: 1945–
Grondslag: Archiefwet 1962, art. 7, lid 2, j°; Archiefbesluit, art. 18, lid 2; Archiefwet
1995
Product: Besluit
Opmerking: Dit kan de beheerder doen als hij van oordeel is dat de openbaarheidbeperkingen
of de toestand van de archiefbescheiden zich tegen raadpleging en gebruik verzetten
of dat de stukken niet veilig aan de verzoeker kunnen worden toevertrouwd.
Waardering: V 10 jaar
417
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot uitlening van archiefbescheiden
Periode: 1945–
Grondslag: Besluit van 2 september 1919 (Stb. 1919/550), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 1, derde lid der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378):
art. 5–6, Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 23, art. 24 lid 1, art. 25, art. 26,
Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276): art. 18
Product: Besluit, brief
Waardering: V 10 jaar
423
Handeling: Het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot de inbewaringgeving van
archiefbescheiden die in een rijksarchiefbewaarplaats berusten
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 12
Product: Besluit, brief
Opmerking: Dit geschiedt pas na machtiging van de Minister van Cultuur.
Waardering: B 5
430
Handeling: Het opstellen van een verklaring van vervreemding van archiefbescheiden
die in een rijksarchiefbewaarplaats berusten
Periode: 1945–1968
Grondslag: Besluit van 7oktober 1919 (Stb. 1919/596), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 5 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/378) zoals
gewijzigd bij Besluit van 14 juni 1929 (Stb. 1929/316): art. 7
Product: Besluit, verklaring van vervreemding, aanvraag tot machtiging
Opmerking: Dit geschiedt na machtiging door de Minister van Cultuur.
Waardering: B 5
439
Handeling: Het vervreemden, respectievelijk ruilen van archiefbescheiden die in een
rijksarchiefbewaarplaats berusten
Periode: 1968–1995
Grondslag: Archiefbesluit 1968 (Stb. 1968/200): art. 9
Product: Verklaring van vervreemding
Opmerking: Dit kon slechts geschieden ter uitvoering van een wettelijk voorschrift
of na machtiging van de Minister van Cultuur en degene op wiens last deze archiefbescheiden
waren overgebracht.
Waardering: B 5
614
Handeling: Het registreren van gegevens met betrekking tot personen die gebruik maken
of kenbaar maken gebruik te willen maken van de voorzieningen van de Rijksarchiefdienst
Periode: 1945–
Grondslag: Reglement Persoonsregistraties Rijksarchiefdienst
Waardering: V 6 jaar na laatste bezoek van betrokken persoon
462
Handeling: Het administratief afhandelen van de beschikbaarstelling van archieven
aan bezoekers
Periode: 1945–
Product: Aanvraagformulieren, reserveringsformulieren etc.
Opmerking: Van kwetsbare of veel geraadpleegde archiefstukken worden reproducties
(microfilms, microfiches, fotokopieën) ter beschikking gesteld.
Waardering: V 10 jaar
463
Handeling: Het verstrekken van informatie uit archieven
Periode: 1945–
Product: Correspondentie, aanvraagformulieren, rekeningen
Opmerking: Dit omvat inlichtingen-op-afstand en het op verzoek vervaardigen van reproducties
van archiefbescheiden.
Waardering: V 10 jaar
464
Handeling: Het organiseren van educatieve en promotionele activiteiten met betrekking
tot archieven
Periode: 1945–
Product: Aanmeldingsformulieren, rekeningen, etc.
Opmerking: Dit omvat cursussen (b.v. genealogie, oud schrift), studiedagen, open dagen,
lezingen, rondleidingen, tentoonstellingen, activiteiten gericht op scholen etc.
Waardering: V 10 jaar
465
Handeling: Het vaststellen van het eindproduct van educatieve en promotionele activiteiten
Periode: 1945–
Product: Informatiebladen, folders, gidsen, etc.
Waardering: B 5
473
Handeling: Het verstrekken van een getuigschrift omtrent de praktische archiefkennis
van personen die zich bekwamen als wetenschappelijk archiefambtenaar
Periode: 1945–1968
Grondslag: Besluit van 2 september 1919 (Stb. 1919/551), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 3 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/ 378):
art. 6
Waardering: V 10 jaar
495
Handeling: Het afgeven van een verklaring dat een student aan de rijksarchiefschool
met goed gevolg een jaar praktisch werkzaam is geweest aan één of meer rijksarchiefbewaarplaatsen
Periode: 1968–1986
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 35, art. 38 lid 1 sub b
Product: Verklaring
Waardering: V 10 jaar
Benoemingen-adviescommissie leden Raad voor cultuur
539
Handeling: Het adviseren van de Minister van Cultuur bij het voorbereiden van de benoeming
van de eerste leden van de Raad voor cultuur
Periode: 1995
Grondslag: Instelling benoemingen-adviescommissie leden Raad voor cultuur (Stcrt.
1995/142): art. 1, art. 2, art. 3
Product: Advies
Opmerking: Omdat de Raad voor cultuur nog niet ingesteld was, is met dit doel de benoemingen-adviescommissie
leden Raad voor cultuur ingesteld. Het advies omvat daarom het aantal leden van de
Raad voor cultuur en de personen die voor benoeming in aanmerking komen. De commissie
geeft hierbij aan welke overwegingen aan het advies ten grondslag zijn gelegd. Het
advies wordt gegeven op zijn laatst op de dag waarop de Raad voor cultuur wordt ingesteld.
Hierbij wordt rekening gehouden met:
-
– De wenselijkheid dat de leden afkomstig zijn uit verschillende delen van het land
-
– De wenselijkheid van continuïteit ten opzichte van de bestaande adviesraden
-
– Vrouwen en personen behorende tot etnische of culturele minderheden evenredig vertegenwoordigd
zijn
Waardering: V 10 jaar
542
Handeling: Het doen van een voorstel aan de Minister van Cultuur voor de vervulling
van een vacature in de Raad voor cultuur
Periode: 1996–
Grondslag: Benoemingsregeling Raad voor cultuur (Stcrt. 1997/8): art. 2, art. 3
Product: Voorstel
Opmerking: Nadat de Raad voor cultuur is ingesteld en er een nieuwe vacature ontstaat,
heeft de benoemingen-adviescommissie vanaf 20 november 1996 als taak het doen van
een voorstel aan de Minister van Cultuur voor de vervulling van de vacature. Hierbij
wordt zorggedragen dat:
-
– bij de samenstelling de aandachtsgebieden van de Raad voor cultuur door één of meer
leden herkenbaar zijn
-
– vrouwen en personen behorende tot etnische of culturele minderheden evenredig vertegenwoordigd
zijn
-
– er voldoende kennis is in de Raad voor cultuur betreffende het gemeentelijke of provinciale
cultuurbeleid
-
– de leden over het hele land verspreid zijn.
Waardering: V 10 jaar
550
Handeling: Het adviseren aan de Minister waaronder het cultuurbeheer over het voorstel
van de Raad voor cultuur voor de benoeming van extra leden van een vaste of een tijdelijke
commissie
Periode: 1996–
Grondslag: Benoemingsregeling Raad voor cultuur (Stcrt. 1997/8): art. 6 en 7
Product: Advies
Opmerking: Het gaat hierbij om de benoeming van deskundigen tot lid van een vaste
of een tijdelijke commissie van de Raad voor cultuur als er niet voldoende specialistische
kennis aanwezig is in de Raad voor cultuur voor de voorbereiding van een advies. Belangrijk
hierbij is dat:
-
– de benoeming noodzakelijk is,
-
– er voldoende rekening gehouden wordt met het streven naar een evenredige verdeling
van vrouwen en personen behorende tot etnische of culturele minderheden,
-
– dat er voldoende kennis is in de Raad voor cultuur betreffende het gemeentelijke
of provinciale cultuurbeleid en
-
– dat de leden over het hele land verspreid zijn.
Waardering: V 10 jaar
Bezwarencommissie verzelfstandiging rijksmuseale diensten
102
Handeling: Het adviseren van de Minister van Cultuur bij het beslissen over de bezwaren
van het personeelslid
Periode: 1993–
Grondslag: Regeling bezwarencommissie verzelfstandiging rijksmuseale diensten (Stcrt.
1993/182): art. 2, art. 4 lid 1, art. 9 lid 1
Product: Advies
Opmerking: Het gaat hierbij om bezwaren van het personeelslid tegen het in dienst
komen bij een verzelfstandigd rijksmuseum. De commissie stelt haar advies vast bij
meerderheid van stemmen. De commissie stuurt het bezwaarschrift met het advies en
het verslag van het horen van het personeelslid dat het bezwaarschrift heeft ingediend
aan de Minister van Cultuur.
Waardering: V 10 jaar
104
Handeling: Het vaststellen van regels met betrekking tot haar werkwijze
Periode: 1993–
Grondslag: Regeling bezwarencommissie verzelfstandiging rijksmuseale diensten (Stcrt.
1993/182): art. 7
Product: Regels
Waardering: B 5
College van beroep voor de examens archivistiek A en B
503
Handeling: Het beslissen op het beroep van een afgewezen kandidaat tegen het besluit
van de examencommissie
Periode: 1996–1999
Grondslag: Tijdelijk examenreglement archivistiek (Stcrt. 1996/34), art. 6
Product: Besluit
Waardering: V 10 jaar
Commissie (normen objecten van culturele waarde)
32
Handeling: Het adviseren van de Minister van Cultuur over de normen welke in acht
genomen moeten worden bij het aanwijzen van objecten van (bijzondere) culturele waarde
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling zorg voor objecten van culturele waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34):
art. 15 lid 1
Product: Advies
Waardering: B 1
35
Handeling: Het adviseren van de Minister van Cultuur bij het beslissen over het bezwaar
tegen de aanwijzing van roerende zaken van het Rijk als objecten van culturele waarde
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling zorg voor objecten van culturele waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34):
art. 3 lid 2, art. 15
Product: Advies
Opmerking: Deze commissie was ingesteld om de Minister van Cultuur en het hoofd van
de RBK te adviseren over de normen die in acht genomen moesten worden bij de aanwijzing
van objecten van (bijzondere) culturele waarde.
Waardering: V 10 jaar
54
Handeling: Het adviseren van de Minister van Cultuur bij het bepalen van welke instellingen
voor de toepassing van het besluit met een rijksmuseum worden gelijkgesteld
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling zorg voor objecten van culturele waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34):
art. 20
Product: Advies
Opmerking: Met het besluit werd de Regeling zorg voor objecten van culturele waarde
van het Rijk (Stcrt. 1985/34) bedoeld.
Waardering: B 4
62
Handeling: Het adviseren van de Minister van Cultuur en de RBK over zaken betreffende
objecten van culturele waarde
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling zorg voor objecten van culturele waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34):
art. 15 lid 2
Product: Advies
Waardering: B 1
Commissie Nota Archiefbeleid
513
Handeling: Het adviseren van de Minister van Cultuur inzake het archiefbeleid van
de rijksoverheid
Periode: 1976–1982
Product: Discussienota Archiefbeleid (1982)
Waardering: B 1
Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
57
Handeling: Het adviseren van de Minister van Cultuur bij het doen van een voordracht
voor de benoeming van het hoofd van de RBK
Periode: 1984–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
(Stcrt. 1984/49): art. 5
Product: Advies
Waardering: V 5 jaar
65
Handeling: Het adviseren van de RBK
Periode: 1984–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
(Stcrt. 1984/49): art 1 lid 2, art. 10 lid 2
Product: Advies
Opmerking: De commissie gaf desgevraagd of uit eigen beweging advies aan het hoofd
van de RBK over de wijze waarop de RBK het door de Minister van Cultuur vastgestelde
beleid uitvoerde, alsmede de door RBK op te stellen meerjarenplannen en de jaarlijkse
taakstelling. Een minderheidsstandpunt met betrekking tot een uit te brengen advies
werd, op daartoe strekkend verzoek van de betrokken leden, in het advies opgenomen.
Waardering: B 1
66
Handeling: Het adviseren van de Minister van Cultuur over het inzake de RBK te voeren
beleid en over het functioneren van de RBK
Periode: 1984–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
(Stcrt. 1984/49): art 1 lid 3
Product: Advies
Opmerking: De commissie geeft desgevraagd of uit eigen beweging advies aan de Minister
van Cultuur.
Waardering: B 1
68
Handeling: Het adviseren van de Minister van Cultuur bij het benoemen en ontslaan
van de leden van de Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
Periode: 1984–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
(Stcrt. 1984/49): art 2 lid 3 en 5
Product: Advies
Waardering: V 10 jaar
74
Handeling: Het beslissen dat het hoofd van de RBK de vergadering van de Commissie
van bijstand Rijksdienst beeldende kunst niet bijwoont
Periode: 1984–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
(Stcrt. 1984/49): art. 9 lid 2
Product: Besluit
Waardering: V 10 jaar
75
Handeling: Het, na overleg met het hoofd van de RBK, verzoek doen aan de personeelsleden
van de RBK om de vergadering van de Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
bij te wonen
Periode: 1984–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
(Stcrt. 1984/49): art. 9 lid 3
Product: Verzoek
Waardering: V 5 jaar
78
Handeling: Het adviseren van de RBK over zijn voorstel voor een taakstellende begroting
voor het volgende jaar
Periode: 1984–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
(Stcrt. 1984/49): art. 13
Product: Advies
Waardering: B 1, 5
81
Handeling: Het bespreken van het jaarverslag van de RBK
Periode: 1984–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
(Stcrt. 1984/49): art. 14
Product: Notulen, advies
Waardering: B 2
82
Handeling: Het regelen van haar werkwijze
Periode: 1984–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
(Stcrt. 1984/49): art. 15
Product: Reglement
Waardering: B 5
84
Handeling: Het verrichten van voorbereidende werkzaamheden
Periode: 1984–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
(Stcrt. 1984/49): art. 18
Product: Advies, verslag
Opmerking: Deze beslaan het voorbereiden van adviestaken inzake taken van het Bureau
Beeldende Kunst Buitenland en de Nederlandse Kunststichting die bij de RBK ondergebracht
worden.
Waardering: B 1
Commissie voor ’s Rijks verspreide kunstvoorwerpen
23
Handeling: Het stellen van richtlijnen voor het in bruikleen geven van de aan het
Rijk toebehorende kunstvoorwerpen
Periode: 1949–1985
Grondslag: Koninklijk besluit van 26 augustus 1949 (Stcrt. 1949/173), houdende instelling
van de Dienst voor ’s Rijks verspreide kunstvoorwerpen: art. 5 lid 3
Product: Richtlijnen
Opmerking: Deze moesten door de Minister van Cultuur worden goedgekeurd.
Waardering: B 5
28
Handeling: Het beslissen bij twijfel of een aan het Rijk toebehorend voorwerp aan
te merken is als een kunstvoorwerp
Periode: 1949–1985
Grondslag: Koninklijk besluit van 26 augustus 1949 (Stcrt. 1949/173), houdende instelling
van de Dienst voor ’s Rijks verspreide kunstvoorwerpen: art. 7
Product: Besluit
Waardering: B 5
Dienst voor ’s Rijks verspreide kunstvoorwerpen
19
Handeling: Het inventariseren van alle aan het Rijk toebehorende kunstvoorwerpen
Periode: 1949–1985
Grondslag: Koninklijk besluit van 26 augustus 1949 (Stcrt. 1949/173), houdende instelling
van de Dienst voor ’s Rijks verspreide kunstvoorwerpen: art. 5 lid 1
Product: Inventaris, lijst, rapport
Opmerking: Het ging hierbij om de voorwerpen die niet in de inventaris van een (rijks)museale
instelling waren ingeschreven.
Waardering: B 1
20
Handeling: Het houden van toezicht op de aan het Rijk toebehorende kunstvoorwerpen
Periode: 1949–1985
Grondslag: Koninklijk besluit van 26 augustus 1949 (Stcrt. 1949/173), houdende instelling
van de Dienst voor ’s Rijks verspreide kunstvoorwerpen: art. 5 lid 2, art. 8 lid 1
Product: Rapport
Opmerking: Hieronder vielen ook de voorwerpen die langer dan een jaar in bruikleen
waren gegeven en in de inventaris van een rijksmuseale instelling waren ingeschreven.
Waardering: B 2
21
Handeling: Het in bruikleen geven van de aan het Rijk toebehorende kunstvoorwerpen
Periode: 1949–1985
Grondslag: Koninklijk besluit van 26 augustus 1949 (Stcrt. 1949/173), houdende instelling
van de Dienst voor ’s Rijks verspreide kunstvoorwerpen: art. 5 lid 3
Product: Correspondentie
Waardering: V 10 jaar
22
Handeling: Het bemiddelen bij het in bruikleen geven van de aan het Rijk toebehorende
kunstvoorwerpen
Periode: 1949–1985
Grondslag: Koninklijk besluit van 26 augustus 1949 (Stcrt. 1949/173), houdende instelling
van de Dienst voor ’s Rijks verspreide kunstvoorwerpen: art. 8 lid 1, art. 8 lid 2
Product: Correspondentie
Opmerking: De bemiddeling betrof de voorwerpen die langer dan een jaar in bruikleen
waren gegeven en in de inventaris van een rijksmuseale instelling waren ingeschreven.
Waardering: V 10 jaar
25
Handeling: Het terugvorderen van de aan het Rijk toebehorende kunstvoorwerpen
Periode: 1949–1985
Grondslag: Koninklijk besluit van 26 augustus 1949 (Stcrt. 1949/173), houdende instelling
van de Dienst voor ’s Rijks verspreide kunstvoorwerpen: art. 5 lid 4, art. 8 lid 3
Product: Correspondentie, vordering
Opmerking: Hieronder vielen ook de voorwerpen die langer dan een jaar in bruikleen
waren gegeven en in de inventaris van een rijksmuseale instelling waren ingeschreven.
Waardering: V 10 jaar
26
Handeling: Het bemiddelen bij het terugvorderen van de aan het Rijk toebehorende kunstvoorwerpen
Periode: 1949–1985
Grondslag: Koninklijk besluit van 26 augustus 1949 (Stcrt. 1949/173), houdende instelling
van de Dienst voor ’s Rijks verspreide kunstvoorwerpen: art. 8 lid 3
Product: Correspondentie
Opmerking: De dienst bemiddelde inzake de voorwerpen die langer dan een jaar in bruikleen
waren gegeven en in de inventaris van een rijksmuseale instelling waren ingeschreven.
Waardering: V 10 jaar
Examencommissie
472
Handeling: Het afnemen van de examens die vereist zijn voor benoeming tot wetenschappelijk
archiefambtenaar aan een archiefbewaarplaats
Periode: 1945–1968
Grondslag: Besluit van 2 september 1919 (Stb. 1919/551), tot vaststelling van de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 3 der Archiefwet 1918 (Stb. 1918/ 378):
art. 4–5;
Waardering: V 10 jaar
501
Handeling: Het afnemen van de examens archivistiek A en B
Periode: 1968–2001
Grondslag: Archiefbesluit (1968/200), art. 34 lid 3;
Tijdelijk examenreglement archivistiek (Stcrt. 1996/34), art. 3
Waardering: V 10 jaar
502
Handeling: Het uitbrengen van een jaarverslag aan de Minister van Cultuur
Periode: 1996–2001
Grondslag: Tijdelijk examenreglement archivistiek (Stcrt. 1996/34), art. 6
Waardering: B 2
Hoofdinspecteur van de Rijksarchiefinspectie
340
Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren voor het houden van toezicht op het beheer
van de archiefbescheiden van de rijksorganen en de overheidsorganen bedoeld in art.
38 Archiefwet 1962 resp. art. 41 Archiefwet 1995
Periode: 2001–
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 51, Archiefbesluit 1995 (Stb. 1995/671):
art. 15 lid 2–3, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276) zoals gewijzigd bij Aanpassingswet
derde tranche Awb II (Stb. 1997/580): art. 25a, lid 1
Product: Aanwijzingsbesluit
Opmerking: Van het aanwijzingsbesluit wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.
Waardering: V 10 jaar
344
Handeling: Het uitvoeren van inspecties in het kader van het toezicht op de naleving
van de archiefwetgeving door de centrale overheden
Periode: 2001–
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 54 lid 1, Archiefbesluit 1995 (Stb.
1995/671): art. 18 lid 1, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276) zoals gewijzigd bij Aanpassingswet
derde tranche Awb II (Stb. 1997/580): art. 25b, lid 1
Product: Verslag, rapport, voorstel, brief
Opmerking: Hieronder vallen verschillende soorten inspecties: integrale inspecties
(doorlichtingen), aspectinspecties, vervolginspecties, incidentinspecties e.d.
Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchiefinspectie als onderdeel
van de Rijks Archief Dienst.
Waardering: Eindrapporten: B 5
Overige stukken: V 15 jaar
345
Handeling: Het, aan de Minister van Cultuur, incidenteel mededelen van de bevindingen
van het toezicht op het beheer van archiefbescheiden
Periode: 2001–
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 54 lid 2, Archiefbesluit 1995 (Stb.
1995/671): art. 18 lid 2, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276) zoals gewijzigd bij Aanpassingswet
derde tranche Awb II (Stb. 1997/580): art. 25b, lid 2
Product: Brief, rapport
Opmerking: De inspectie zal naar de minister terugkoppelen, als zij bij een inspectie
een onaanvaardbare situatie heeft aangetroffen die politiek-bestuurlijk ernstige gevolgen
kan hebben.
Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchief-inspectie als
onderdeel van de Rijks Archief Dienst.
In art. 25b, lid 2, van de Archiefwet 1995 zoals die luidt na de verzelfstandiging
van de Rijksarchiefinspectie (Stb. 2001, 131), is deze handeling formeel komen te
vervallen, maar zij kan uiteraard als uitvloeisel van de toezichthoudende taak nog
wel vóórkomen.
Waardering: B 2
349
Handeling: Het aan de Minister van Cultuur uitbrengen van een jaarlijks verslag van
het toezicht op het beheer van archiefbescheiden aan de Minister van Cultuur
Periode: 2001–
Grondslag: Archiefbesluit (Stb. 1968/200): art. 54 lid 3, Archiefbesluit 1995 (Stb.
1995/671): art. 19, Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276) zoals gewijzigd bij Aanpassingswet
derde tranche Awb II (Stb. 1997/580): art. 25b, lid 3
Product: Jaarlijks verslag
Opmerking: Bij dit verslag worden ook aanbevelingen gedaan over te treffen voorzieningen.
Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchief-inspectie als
onderdeel van de Rijks Archief Dienst.
Waardering: B 2
601
Handeling: Het voorbereiden, mede vaststellen, coördineren en evalueren van het beleid
betreffende de uitvoering van het toezicht op naleving van de archiefwetgeving door
de centrale overheden
Periode: 2001–
Bron: Mededeling van R. Kramer (plv. hoofd Rijksarchiefinspectie) tijdens driehoeksoverleg
Product: Beleidsnota’s, beleidsnotities, rapporten, evaluaties, jaarplannen
Opmerking: Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchiefinspectie
als onderdeel van de Rijks Archief Dienst
Waardering: B 1, 2, 5
602
Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen
Periode: 2001–
Bron: Mededeling van R. Kramer (plv. hoofd Rijksarchiefinspectie) tijdens driehoeksoverleg
Product: Jaarverslagen
Opmerking: Deze verslagen betreffen niet de wettelijk vereiste jaarlijkse rapportage
aan de minister van OCW, maar gaan (mede) over de bedrijfsvoering.
Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchiefinspectie als onderdeel
van de Rijks Archief Dienst
Waardering: B 3
603
Handeling: Het in het kader van het toezicht op de naleving van de archiefwetgeving
door de centrale overheden verrichten van onderzoeken betreffende aspecten van archiefbeheer
bij de centrale overheden
Periode: 2001–
Bron: Mededeling van R. Kramer (plv. hoofd Rijksarchiefinspectie) tijdens driehoeksoverleg
Product: Rapporten
Opmerking: Anders dan inspecties zijn de onderzoeken er niet voor bedoeld om een oordeel
uit te spreken over het archiefbeheer bij bepaalde organisaties. Een onderzoek wordt
gestart als de Rijksarchiefinspectie een bepaald onderwerp van algemeen belang vindt
en zich daarvan een goed beeld wil vormen. De rapportage wordt in bepaalde gevallen
gevolgd door een voorlichtingsbrochure (zie handeling betreffende voorlichting).
Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchiefinspectie als onderdeel
van de Rijks Archief Dienst
Waardering: Eindrapporten: B 5
Overige stukken: V 10 jaar
604
Handeling: Het ontwikkelen van instrumenten in het kader van de uitoefening van toezicht
op het archiefbeheer bij de centrale overheden
Periode: 2001–
Bron: Mededeling van R. Kramer (plv. hoofd Rijksarchiefinspectie) tijdens driehoeksoverleg
Product: modellen en standaardproducten
Opmerking: Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchiefinspectie
als onderdeel van de Rijks Archief Dienst
Waardering: V 10 jaar
605
Handeling: Het (systematisch) volgen van de ontwikkeling van het archiefbeheer bij
de zorgdragers van de centrale overheid
Periode: 2001–
Grondslag: Archiefwet 1995 (Stb. 1995/276) zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet derde
trache Awb II (Stb. 1997/580): art. 25a, lid 1
Product: jaarlijkse vragenlijsten
Opmerking: De jaarlijkse vragenlijst is het belangrijkste instrument in het kader
van de monitoring.
Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchiefinspectie als onderdeel
van de Rijks Archief Dienst
Waardering: V 10 jaar
606
Handeling: Het voeren van overleg met andere instanties die een specifieke rol spelen
op het gebied van archiefbeheer of inspecties:
Periode: 2001–
Bron: Mededeling van R. Kramer (plv. hoofd Rijksarchiefinspectie) tijdens driehoeksoverleg
Opmerking: De overleggen vinden meestal incidenteel plaats en betreffen bijv. de archiefinspecties
voor de andere overheden, cultuurinspecties, ministeries of werkgroepen die een specifieke
op DIV-gebied.
Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchiefinspectie als onderdeel
van de Rijks Archief Dienst
Waardering: V 10 jaar
607
Handeling: Het opstellen en uitbrengen van adviezen aan de minister van Cultuur over
beleidsaangelegenheden betreffende het archiefbeheer bij de centrale overheden
Periode: 2001–
Bron: Mededeling van R. Kramer (plv. hoofd Rijksarchiefinspectie) tijdens driehoeksoverleg
Opmerking: De adviezen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op de totstandkoming
van de archiefwetgeving of op aspecten die het archiefbeheer bij centrale overheden
betreffen.
Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchiefinspectie als onderdeel
van de Rijks Archief Dienst
Waardering: B 1
608
Handeling: Het adviseren aan zorgdragers betreffende (aspecten van) archiefbeheer
en/of inspecties
Periode: 2001–
Bron: Mededeling van R. Kramer (plv. hoofd Rijksarchiefinspectie) tijdens driehoeksoverleg
Product: adviezen aan zorgdragers
Opmerking: Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchiefinspectie
als onderdeel van de Rijks Archief Dienst
Waardering: V 10 jaar
609
Handeling: Het adviseren aan andere instellingen dan zorgdragers betreffende (aspecten
van) archiefbeheer en/of inspecties
Periode: 2001–
Bron: Mededeling van R. Kramer (plv. hoofd Rijksarchiefinspectie) tijdens driehoeksoverleg
Product: adviezen
Opmerking: Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchiefinspectie
als onderdeel van de Rijks Archief Dienst
Waardering: V 10 jaar
610
Handeling: Het geven van voorlichting aan zorgdragers en derden betreffende het archiefbeheer
Periode: 2001–
Bron: Mededeling van R. Kramer (plv. hoofd Rijksarchiefinspectie) tijdens driehoeksoverleg
Product: brochure, presentatie, enz.
Opmerking: De voorlichting kan via verschillende media worden gegeven: brochures (soms
voortvloeiend uit onderzoeken), workshops, presentaties, internet, enz.
Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchiefinspectie als onderdeel
van de Rijks Archief Dienst
Waardering: V 10 jaar
Van gedrukt voorlichtingsmateriaal wordt één exemplaar bewaard (B 5)
611
Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen
betreffende (toezicht op) het archiefbeheer bij de centrale overheden
Periode: 2001–
Bron: Mededeling van R. Kramer (plv. hoofd Rijksarchiefinspectie) tijdens driehoeksoverleg
Product: Brieven, notities
Opmerking: Deze handeling heeft geen betrekking op WOB-verzoeken.
Van 1997 tot 2001 werd deze handeling verricht door de Rijksarchiefinspectie als onderdeel
van de Rijks Archief Dienst
Waardering: V 10 jaar
Rijksdienst Beeldende Kunst (RBK)
30
Handeling: Het aanwijzen van roerende zaken van het Rijk als objecten van culturele
waarde
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling zorg voor objecten van culturele waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34):
art. 3 lid 1
Product: Besluit
Opmerking: Hierbij werden de normen in acht genomen die de Minister van Cultuur had
vastgesteld.
Waardering: B 1
37
Handeling: Het voordragen van roerende zaken van het Rijk aan de Minister van Cultuur
ter aanwijzing als objecten van bijzondere culturele waarde
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling zorg voor objecten van culturele waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34):
art. 4
Product: Voordracht
Opmerking: Het ging hierbij om objecten van culturele waarde die op grond van hun
bijzondere betekenis tevens objecten van bijzondere culturele waarde waren.
Waardering: B 1
39
Handeling: Het bijhouden van een inventaris van alle objecten van culturele waarde
van het Rijk
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling zorg voor objecten van culturele waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34):
art. 5
Product: Inventaris
Opmerking: Van de objecten die daarvoor in aanmerking kwamen, legde de RBK tevens
documentatie aan.
Waardering: B 1
42
Handeling: Het instemmen met de overdracht van de zorg voor een object van culturele
waarde voor langer dan een jaar
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling zorg voor objecten van culturele waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34):
art. 8 lid 3
Product: Beschikking, brief
Waardering: V 10 jaar
46
Handeling: Het houden van toezicht op de zorg voor objecten van culturele waarde
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling zorg voor objecten van culturele waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34):
art. 12
Product: Rapport, correspondentie
Opmerking: Deze konden ook betrekking hebben op het tijdelijk overdragen van de zorg
of het gebruik van een object van culturele waarde.
Waardering: B 2
47
Handeling: Het mededelen van het niet naleven van de gestelde eisen aan de zorg voor
objecten van culturele waarde
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling zorg voor objecten van culturele waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34):
art. 13 lid 1
Product: Correspondentie
Opmerking: De RBK deed deze mededeling aan degene bij wie de zorg voor het object
rust en, indien nodig, de Minister van Cultuur.
Waardering: V 10 jaar
52
Handeling: Het overleggen met degene bij wie de zorg voor een object van culturele
waarde berust over de opgegeven objecten van culturele waarde die door of namens hem
verworven zijn
Periode: 1985–
Grondslag: Regeling zorg voor objecten van culturele waarde van het Rijk (Stcrt. 1985/34):
art. 18 lid 1
Product: Notulen, correspondentie
Waardering: V 10 jaar
60
Handeling: Het opstellen van een jaarlijkse taakstelling
Periode: 1985–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
(Stcrt. 1984/49): art 1 lid 2
Product: Jaarplan
Waardering: B 1
61
Handeling: Het opstellen van een meerjarenplan
Periode: 1985–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
(Stcrt. 1984/49): art 1 lid 2
Product: Meerjarenplan
Waardering: B 1
72
Handeling: Het verzoek doen aan de Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
om een vergadering bijeen te roepen
Periode: 1984–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
(Stcrt. 1984/49): art. 7
Product: Verzoek
Waardering: V 5 jaar
76
Handeling: Het overleggen met de Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
over het verzoek aan de personeelsleden van de RBK om de vergadering van de Commissie
van bijstand Rijksdienst beeldende kunst bij te wonen
Periode: 1984–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
(Stcrt. 1984/49): art. 9 lid 3
Product: Correspondentie
Waardering: V 5 jaar
77
Handeling: Het uitbrengen van een verslag aan de Commissie van bijstand Rijksdienst
beeldende kunst
Periode: 1984–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
(Stcrt. 1984/49): art. 6, art. 12
Product: Verslag
Opmerking: Het verslag omvat het gevoerde beheer, de afgelopen en de voorgenomen werkzaamheden
en de te verwachten bijzondere gebeurtenissen met betrekking tot de RBK.
Waardering: B 3
79
Handeling: Het doen van een voorstel voor een taakstellende begroting voor het volgende
jaar
Periode: 1984–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
(Stcrt. 1984/49): art. 13
Product: Ontwerp-begroting
Waardering: B 1, 5
80
Handeling: Het uitbrengen van een jaarverslag
Periode: 1984–1997
Grondslag: Instellingsbeschikking Commissie van bijstand Rijksdienst beeldende kunst
(Stcrt. 1984/49): art. 14
Product: Jaarverslag
Opmerking: Dit wordt door het hoofd van de RBK aan de Minister van Cultuur uitgebracht.
Waardering: B 3
253
Handeling: Het opstellen van beschrijvingen van de collecties van de te verzelfstandigen
rijksmuseale diensten
Periode: 1955–
Grondslag: Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1984/49): art. 14 (zoals gewijzigd
bij Implementatiewet bescherming cultuurgoederen tegen illegale uitvoer (Stb. 1995/145):
art. I sub B), Wijziging Organisatie- en mandaatregeling OCenW (Stcrt. 1997/19). Toelichting
Product: Lijst
Opmerking: Het gaat hierbij om de inventarislijst van roerende zaken van cultuurhistorische
of wetenschappelijke betekenis.
Waardering: B 1
256
Handeling: Het geven van voorlichting aan particulieren en overheden in binnen- en
buitenland
Periode: 1985–
Grondslag/ Bron: Instelling Rijksdienst Beeldende Kunst (Stcrt. 1985/7): art. 2 sub
c en d, Informatiefolder Inspectie Cultuurbezit, p. 4
Product: Advies, voorlichting, informatiefolder
Waardering: V 5 jaar
Van gedrukt voorlichtingsmateriaal wordt één exemplaar bewaard (B 5)
257
Handeling: Het nazoeken van meldingen over opgedoken kunstvoorwerpen
Periode: 1995–
Bron: Informatiefolder Inspectie Cultuurbezit, p. 4
Product: Rapport, correspondentie
Opmerking: –
Waardering: V 10 jaar
270
Handeling: Het verlenen van een vergunning voor het uitvoeren van beschermde cultuurgoederen
buiten de EU
Periode: 1992–
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 3911/92 (PbEG L 395): art. 2, art. 4, Wet tot behoud van cultuurbezit (Stb. 1984/49): art.
14 (zoals gewijzigd bij Implementatiewet bescherming cultuurgoederen tegen illegale
uitvoer (Stb. 1995/145): art. I sub B zoals gewijzigd bij Wijziging Organisatie- en
mandaatregeling OCenW (Stcrt. 1997/19): art. I lid 5)
Product: Vergunning
Opmerking: De uitvoervergunning wordt verstrekt op verzoek van de belanghebbende door
een bevoegde autoriteit van de Lidstaat waar het cultuurgoed zich op 1 januari 1993
bevindt en is in de gehele EU geldig. De uitvoervergunning wordt overlegd aan het
douanekantoor dat voor de vervulling van de douaneformaliteiten is bevoegd. Als het
cultuurgoed niet onder de verordening valt, is de wet- en regelgeving in de Lidstaat
van toepassing. De uitvoervergunning betreft voorwerpen die vermeld zijn in de bijlage
van de verordening (EEG) nr. 3911/92 (PbEG L395). Dit geldt ook voor staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende
de Europese Economische Ruimte (IJsland Liechtenstein, en Noorwegen). Vanaf 1996 is
het Hoofd van de Inspectie Cultuurbezit bevoegd deze vergunning te verlenen namens
de Minister van Cultuur. Daarvoor werd dit door de afdeling inspectie van de RBK verstrekt.
De Inspectie Cultuurbezit verleent de vergunningen in samenwerking met de Centrale
Dienst voor In- en Uitvoer te Groningen.
Waardering: B 5
Tijdelijk adviescollege herkomst kunstvoorwerpen WO-II
313
Handeling: Het adviseren van de Minister van Cultuur over het te voeren beleid inzake
kunstvoorwerpen die als gevolg van de Tweede Wereldoorlog onder het beheer van het
Rijk zijn gekomen
Periode: 1999–2002
Grondslag: Besluit instelling tijdelijk adviescollege herkomst kunstvoorwerpen WO-II
(Stcrt. 1999/203): art. 1 sub b
Product: Advies
Waardering: B 1