Bijlage 1. Beleidsvoornemen inzake het Programma voor institutionele versterking van
post-secondaire onderwijs- en trainingscapaciteit (NPT)
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Doelstelling
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
De Nederlandse regering acht het belangrijk dat er een programma bestaat voor samenwerkingsprojecten
ten behoeve van de duurzame versterking van post-secundaire opleidingscapaciteit in
ontwikkelingslanden, waardoor deze landen beter in staat zullen zijn zelf (op de wat
langere termijn) in de benodigde opleidingen en menskracht te voorzien. Het NPT voorziet
hierin.
Het programma is gericht op capaciteit die van belang is voor de bilaterale samenwerkingssectoren,
en op sectordoorsnijdende dan wel -overstijgende terreinen. Daarnaast is steun aan
de post-secundair onderwijs sector in meer algemene zin mogelijk.
Landenlijst
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Het programma zal zich in aansluiting op het Nederlandse bilaterale beleid beperken
tot een groep van 48 landen waarmee Nederland meerjarig samenwerkt. Het betreft de
19 structurele samenwerkingslanden, Indonesië, Zuid-Afrika en de themalanden met uitzondering
van de landen die alleen voorkomen op de `bedrijfsleven'-lijst (zie ook de bijlage).
Vraagidentificatie en doelgroep
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Vraaggerichtheid en ownership staan centraal. De ontwikkelingslanden zullen zelf aangeven
waar hun prioritaire behoeften voor ondersteuning van post-secundaire onderwijs- en
trainingscapaciteit liggen. Lokale `stakeholder' overlegstructuren zullen een cruciale
rol spelen bij de vraagidentificatie en nationale prioriteitstelling. Zij zullen aangeven
op welke sectoren en/of sectordoorsnijdende dan wel overstijgende terreinen het programma
zich in het land zal richten. Dit wordt neergelegd in een globaal plan van aanpak
voor NPT-interventies, waarin o.a. wordt aangegeven welke organisaties vanuit het
programma ondersteund zullen worden. Dat hoeft niet beperkt te blijven tot opleidingsinstituten.
Ook andere typen organisaties die een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van
post-secundair onderwijs en training (ministeries, nationale commissies, NGO's) komen
in aanmerking.
Vraag-aanbod koppeling
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
De te ondersteunen organisaties zullen in de projecten samenwerken met Nederlandse
organisaties, die de technische expertise leveren. Daartoe zal uit alle in Nederland
aanwezige aanbod geput kunnen worden. Teneinde op een zo transparant en objectief
mogelijke wijze het meest geschikte aanbod bij de vraag te kunnen vinden wordt een
tenderprocedure gehanteerd.
Uitvoering en beheer
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
De uitvoering van het programma wordt door BZ/OS, voor een periode van 4 jaar, uitbesteed
aan de stichting Nuffic. De Nuffic zal het beheer over het programma voeren en, in
nauwe samenwerking met de ambassade, een belangrijke faciliterende rol vervullen bij
de vraagidentificatie en vraag-aanbod koppeling. Verder zal de Nuffic namens de Staatssecretaris
voor Ontwikkelingssamenwerking subsidies verlenen voor de uitvoering van de projecten.
Verdeling van middelen
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
De voor het programma beschikbare middelen, inclusief de vergoeding voor de Nuffic,
bedragen op jaarbasis € 30,9 miljoen minus de voor de afbouw van het voormalige Academische
Samenwerkingsprogramma benodigde middelen.
De Nuffic zal per deelnemend land een globale budgetindicatie geven. De budgetindicaties
worden afhankelijk van de vraag nader ingevuld. Het streven is minimaal 50% van de
programmamiddelen aan projecten in Sub Sahara Afrika te besteden.
Annex: Landenlijst NPT
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Structurele samenwerkingslanden:
* = onderwijs gekozen als sector voor bilaterale samenwerking met NL
Overige landen (Indonesië, Zuid-Afrika en themalanden muv `bedrijfsleven'-landen
-
1. Albanië GMV
-
2. Armenië GMV
-
3. Bhutan DOV
-
4. Bosnië GMV
-
5. Brazilië Milieu
-
6. Cambodja GMV
-
7. China Milieu
-
8. Colombia GMV, Milieu
-
9. Costa Rica DOV
-
10. Ecuador Milieu
-
11. El Salvador GMV
-
12. Filippijnen GMV, Milieuy
-
13. Georgië GMV
-
14. Guatemala GMV, Milieu
-
15. Guinee Bissau GMV, Milieu
-
16. Honduras GMV
-
17. Indonesië
-
18. Kaapverdië Milieu
-
19. Kenia GMV
-
20. Moldavië GMV
-
21. Mongolië
-
22. Namibië GMV
-
23. Nepal GMV, Milieu
-
24. Pakistan GMV, Milieu
-
25. Palestijnse Gebieden GMV
-
26. Peru Milieu
-
27. Senegal Milieu
-
28. Zimbabwe GMV
-
29. Zuid-Afrika
Bijlage 2. Beleidsvoornemen inzake het beurzenprogramma voor opleidingen met een academische
graad, van één tot enkele jaren (NFP-AP) en het beurzenprogramma voor korte opleidingen
en (tailor-made) trainingen, van maximaal 1 jaar (NFP-TP)
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Doelstelling en doelgroep
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
De Nederlandse regering acht het belangrijk dat er beurzenprogramma's bestaan die
mensen uit ontwikkelingslanden in staat stellen deel te nemen aan academische graadverlenende
(Masters, PhD) opleidingen van een tot enkele jaren, en aan diplomacursussen en tailor-made
groepstrainingen, van maximaal 1 jaar, die geheel of gedeeltelijk door Nederlandse
organisaties worden verzorgd. Deze programma's voorzien hierin. De programma's concentreren
zich op het tegemoetkomen aan behoeftes aan bijscholing op de korte termijn, gericht
op capaciteitsopbouw in een breed spectrum van overheids-, privé- en niet-gouvernementele
organisaties (onderwijsinstellingen, planningsinstituten, ministeries, basisorganisaties,
bedrijven etc.). De doelgroep bestaat uit personen die reeds afgestudeerd en werkzaam
zijn. Zij dienen door hun werkgever te worden voorgedragen voor deelname aan een van
de opleidingen.
De programma's zijn breed inzetbaar en niet beperkt tot de bilaterale OS-samenwerkingsterreinen.
De programma's bieden ook mogelijkheden voor financiering van zogenaamde refresher
courses ter opfrissing van `verouderde' kennis die alumni bij eerdere door Nederlandse
organisaties aangeboden opleidingen hebben opgedaan. Refresher courses vergroten de
impact en de duurzaamheid van de eerder gevolgde opleiding.
Landenlijst
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Het programma staat open voor 56 landen. Het betreft de 19 structurele samenwerkingslanden,
de +3 landen voor samenwerking met beperktere tijdshorizon, alle themalanden, en Iran
en Suriname (zie ook de bijlage).
Vraagidentificatie
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Ter vergroting van de impact van de beurzen op capaciteitsopbouw wordt de beursverlening
gekoppeld aan de institutionele ontwikkeling van organisaties in ontwikkelingslanden.
Beurzen zullen weliswaar op individuele basis worden verstrekt maar de individuele
opleidingsbehoefte van kandidaten dient ingebed te zijn binnen de institutionele ontwikkeling
van de lokale organisaties waarvoor zij werkzaam zijn. Dat kunnen opleidingsinstituten
zijn, maar ook overheidsdiensten, midden- en klein bedrijf, NGO's, etcetera. Vraaggerichtheid
staat centraal. Vooralsnog kunnen kandidaten uit alle 56 landen zich individueel aanmelden.
Daarnaast wordt, om te beginnen in 10 landen, een nieuwe vorm van vraagidentificatie
ingevoerd. Daarbij worden op nationaal niveau organisaties geïdentificeerd waarmee
meerjarenafspraken gemaakt worden en die hun stafleden voor kunnen dragen voor deelname
aan een opleiding. Afhankelijk van de ervaringen kan het aantal landen in een later
stadium uitgebreid worden.
Wat betreft tailor-made trainingen, komen alleen bijscholingsverzoeken afkomstig van
een (groep van) lokale organisatie(s) in aanmerking. Deze verzoeken dienen bij de
Nederlandse ambassade ingediend te worden.
Aanvragen voor refresher courses kunnen vanuit ontwikkelingslanden maar ook vanuit
de Nederlandse organisaties ingediend worden.
Opleidingenaanbod
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Om zo breed mogelijk tegemoet te kunnen komen aan de vraag worden binnen dit programma
beurzen verstrekt voor een groot deel van de door Nederlandse organisaties aangeboden
opleidingen. Voor het NFP-TP kunnen dat zijn internationale cursussen waaraan geen
graad is verbonden (bijv diplomacursussen of modules van Mastersopleidingen) maar
ook tailor-made trainingen die nog ontwikkeld moeten worden. Voor het NFP-AP zijn
dat post-graduate Masters en PhD opleidingen. Wat de bestaande cursussen betreft moet
het aanbod aan bepaalde minimumeisen voldoen om opgenomen te worden in een voor het
programma samen te stellen opleidingenlijst. Deze minimumeisen (zoals formele erkenning
opleidingsinstituut en opleiding, OS-relevantie en toepassingsgerichtheid van de opleiding,
faciliteiten voor buitenlandse studenten, etc.) zijn vastgesteld door BZ/OS. Om adequaat
en flexibel op nieuwe ontwikkelingen in te kunnen spelen zal de opleidingenlijst elk
jaar opnieuw worden vastgesteld.
De tailor-made trainingen en refresher courses maken geen onderdeel van deze lijst
uit. De in te schakelen Nederlandse expertise hoeft zich niet te beperken tot formele
onderwijsinstellingen. Ook andere kenniscentra zoals onderzoeksinstellingen en trainingsinstituten
kunnen hun korte opleidingen aanbieden of ingeschakeld worden voor het verzorgen van
een tailor-made training.
Selectie van beursaanvragen en vraag-aanbod koppeling
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Wat betreft de selectie van beursaanvragen voor de academische graadverlenende opleidingen
en de korte diplomacursussen wordt de verdeling van beurzen over de verschillende
opleidingen gerelateerd aan het totaal van de gekwalificeerde aanvragen en aan de
mate waarin de opleidingen een `studie in de regio'-component bevatten. Bij de selectie
van kandidaten wordt voorkeur gegeven aan zich kwalificerende kandidaten afkomstig
van geïdentificeerde partner organisaties in de 10 landen.
Voor nog te ontwikkelen tailor-made trainingen zal uit alle in Nederland aanwezige
aanbod geput kunnen worden. Teneinde op een zo transparant en objectief mogelijke
wijze het meest geschikte aanbod bij de vraag te kunnen vinden wordt een tenderprocedure
gehanteerd.
De administratieve en logistieke ondersteuning van de beursverlening wordt in principe
door de Nederlandse instelling verleend.
Uitvoering en beheer
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
De uitvoering van het programma wordt door BZ/OS, voor een periode van 4 jaar, uitbesteed
aan de stichting Nuffic. De Nuffic zal het beheer over het programma voeren en, in
nauwe samenwerking met de ambassade, een belangrijke rol vervullen bij de vraagidentificatie,
bij de bekendstelling van het aanbod, bij de vraag-aanbod koppeling en bij de externe
monitoring en evaluatie van de tailor-made trainingen. Verder zal de Nuffic namens
de Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking subsidies (in de vorm van beurzen)
verlenen aan Nederlandse organisaties voor `deelname van geselecteerde beursaanvragers
aan de desbetreffende opleiding' of voor `het opzetten en uitvoeren van een tailor-made
training'.
Verdeling van middelen
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
De voor de programma's beschikbare middelen, inclusief de vergoeding voor de Nuffic,
bedragen op jaarbasis € 24,3 miljoen (dat in totaal voor beide NFP-programma's beschikbaar
is) minus de voor de afbouw van de voormalige beurzen-programma's benodigde middelen.
Er zal geen sprake zijn van landenallocaties vooraf of van een verdeling van fondsen
vooraf over die organisaties, in de 10 landen waarmee meerjarenafspraken worden gemaakt.
Deze afspraken zullen wel een indicatie bevatten. De Nuffic zal in de financiële planning
op programmaniveau rekening houden met de meerjarenafspraken die met de zuidelijke
organisaties worden gemaakt.
Het streven is minimaal 50% van de programmamiddelen aan bursalen afkomstig uit Sub
Sahara Afrika te besteden en minimaal 50% van de beurzen aan vrouwen te verlenen.
Annex: Landenlijst beurzenprogramma's voor opleidingen met een academische graad,
van één tot enkele jaren, en voor korte opleidingen en (tailor-made) trainingen, van
maximaal 1 jaar
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Structurele samenwerkingslanden:
-
1. Bangladesh
-
2. Benin
-
3. Bolivia
-
4. Burkina Faso
-
5. Eritrea
-
6. Ethiopië
-
7. Ghana
-
8. India
-
9. Jemen
-
10. Macedonië
-
11. Mali
-
12. Mozambique
-
13. Nicaragua
-
14. Rwanda
-
15. Sri Lanka
-
16. Tanzania
-
17. Oeganda
-
18. Vietnam
-
19. Zambia
+ 3 landen (beperkte tijdshorizon)
-
1. Indonesië
-
2. Zuid-Afrika
-
3. Egypte
Themalanden
-
1. Albanië
-
2. Armenië
-
3. Bhutan
-
4. Bosnië
-
5. Brazilië
-
6. Cambodja
-
7. China
-
8. Colombia
-
9. Costa Rica
-
10. Cuba
-
11. Ecuador
-
12. El Salvador
-
13. Filippijnen
-
14. Georgië
-
15. Guatemala
-
16. Guinee Bissau
-
17. Honduras
-
18. Ivoorkust
-
19. Jordanië
-
20. Kaapverdië
-
21. Kenia
-
22. Moldavië
-
23. Mongolië
-
24. Namibië
-
25. Nepal
-
26. Nigeria
-
27. Pakistan
-
28. Palest. Gebieden
-
29. Peru
-
30. Senegal
-
31. Thailand
-
32. Zimbabwe
Overige landen