U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 01-01-2015.]Geraadpleegd op 31-10-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 02-04-2019 en zichtdatum 29-04-2024. Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2014
Bijdrageregeling zorg AWBZ
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op de artikelen 6, eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 2, 16f, 19 en 25, derde lid, van het Bijdragebesluit zorg en artikel 2b van het Vergoedingenbesluit particulier verzekerden;
Besluit:
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
In deze regeling wordt verstaan onder Bijdragebesluit: Bijdragebesluit zorg.
In gevolge artikel 6, eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 2, van het Bijdragebesluit wordt in verband met zak- en kleedgeld in mindering gebracht:
a. voor de ongehuwde verzekerde: € 3.556;
b. voor de gehuwde verzekerden tezamen: € 5.530.
1 Ingevolge artikel 6, eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 2°, van het Bijdragebesluit worden in verband met de premie zorgverzekering in mindering gebracht:
a. voor de ongehuwde verzekerde die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt: € 1.713,98 vermeerderd met 5% van het inkomen, met dien verstande dat minimaal € 2.399,66 en maximaal € 4.217,18 in mindering wordt gebracht;
b. voor de ongehuwde verzekerde die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt: € 1.426 vermeerderd met 7,10% van het inkomen dat is vermenigvuldigd met 1 gedeeld door 1,0710, met dien verstande dat maximaal € 4.980,54 in mindering wordt gebracht;
c. voor de gehuwde verzekerden die beiden de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, hebben bereikt:
voor ieder van de gehuwde verzekerden € 1.626,87 vermeerderd met 5% van het inkomen van die gehuwde verzekerde,met dien verstande dat voor ieder van de gehuwde verzekerden minimaal € 2.105,14 en maximaal € 4.130,07 in mindering wordt gebracht;
d. voor de gehuwde verzekerden die beiden de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet hebben bereikt wordt de aftrek voor ieder van de gehuwde verzekerden overeenkomstig onderdeel b berekend en geldt voor ieder van de gehuwde verzekerden het daarin genoemde maximumbedrag;
e. voor de overige gehuwde verzekerden wordt de aftrek:
1°. voor de gehuwde verzekerde die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt, berekend overeenkomstig de in onderdeel b geregelde berekeningswijze en geldt het daarbij genoemde maximumbedrag;
2°. voor de gehuwde verzekerde die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt berekend overeenkomstig de in onderdeel c geregelde berekeningswijze en geldt het daarbij genoemde maximum- en minimumbedrag.
2 Indien de verzekerde op 1 januari van het peiljaar aanspraak had op een zorgtoeslag wordt op de aftrek, bedoeld in het eerste lid, in mindering gebracht:
a. voor de verzekerde die ongehuwd is: een bedrag van € 838, met dien verstande dat als zijn inkomen € 20.079 of meer bedraagt dit bedrag wordt verminderd met 5,435% van het verschil tussen zijn inkomen en € 20.079;
b. voor de verzekerden die gehuwd zijn: een bedrag van € 1.742 met dien verstande dat indien hun gezamenlijke inkomen € 20.079 of meer bedraagt dit bedrag wordt verminderd met 5,435% van het verschil tussen hun gezamenlijke inkomen en € 20.079.
Ingevolge artikel 6, eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 2°, wordt in mindering gebracht:
a. voor de verzekerde die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet nog niet heeft bereikt: € 1.700;
b. voor de verzekerde die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet heeft bereikt: € 950.
1 Voor de ongehuwde verzekerde die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt, wordt, indien het op grond van artikel 6, eerste lid, onderdeel a, van het Bijdragebesluit zorg, na toepassing van de artikelen 2 tot en met 4, berekende bedrag, meer bedraagt dan € 7.646, als extra vrijlating in mindering gebracht 25% van het verschil tussen het berekende bedrag en laatstbedoeld bedrag.
2 Voor de gehuwde verzekerden die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, hebben bereikt, wordt, indien het op grond van artikel 6, eerste lid, onderdeel a, van het Bijdragebesluit zorg, na toepassing van de artikelen 2 tot en met 4, berekende bedrag voor hen tezamen, meer bedraagt dan € 9.233, als extra vrijlating in mindering gebracht 25% van het verschil tussen het berekende bedrag en laatstbedoeld bedrag.
3 Voor de ongehuwde verzekerde die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt, wordt, indien het op grond van artikel 6, eerste lid, onderdeel a, van het Bijdragebesluit zorg, na toepassing van de artikelen 2 tot en met 4, berekende bedrag, meer bedraagt dan € 6.093, als extra vrijlating in mindering gebracht 25% van het verschil tussen het berekende bedrag en laatstbedoeld bedrag.
4 Voor de gehuwde verzekerden die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet hebben bereikt, wordt, indien het op grond van artikel 6, eerste lid, onderdeel a, van het Bijdragebesluit zorg, na toepassing van de artikelen 2 tot en met 4, berekende bedrag voor hen tezamen, meer bedraagt dan € 13.125, als extra vrijlating in mindering gebracht 25% van het verschil tussen het berekende bedrag en laatstbedoeld bedrag.
5 Het tweede lid is van toepassing indien een van beide gehuwde verzekerden de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt.
[Vervallen per 01-01-2014]
[Vervallen per 01-01-2008]
[Vervallen per 01-01-2004]
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2003.
Deze regeling wordt aangehaald als: Bijdrageregeling zorg AWBZ.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Staatssecretaris
C. Ross-van Dorp
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Bijdrageregeling zorg AWBZ", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.