Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, van 8 februari
2002, nr. TRCJZ/2002/1923, Directie Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister
van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
Gelet op artikel 5, vierde lid, van richtlijn nr. 91/676/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 december 1991 inzake de bescherming
van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (PbEG L 375);
Gelet op de artikelen 46, eerste lid, en 61, eerste lid, van de Meststoffenwet;
De Raad van State gehoord (advies van 7 maart 2002, no. W11.02.0081/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
van 3 april 2002, nr. TRCJZ/2002/4547, Directie Juridische Zaken, uitgebracht mede
namens Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Terugwerkende kracht
Stb. 2002, 332, datum inwerkingtreding 01-07-2002, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van deze aanhef. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2002.