Tekst Gedragscode Schuldregeling NVVK
[Regeling vervallen per 01-01-2008]
1. In de Gedragscode Schuldregeling van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet
(NVVK) wordt verstaan onder:
Problematische schuldsituatie: de situatie waarin van een natuurlijke persoon redelijkerwijs
is te voorzien dat hij niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden
of waarin hij heeft opgehouden te betalen, bepaald op basis van de in bijlage 1 opgenomen
criteria;
Schuldregeling: het geheel van activiteiten in het kader van het regelen van schulden.
Schuldregeling is een verzamelnaam en omvat schuldsanering en/of schuldbemiddeling;
Schuldsanering: het volledig oplossen van een schuldenpakket door middel van het verstrekken
van een saneringskrediet;
Schuldbemiddeling: het volledig oplossen van een schuldenpakket door het bemiddelen
tot een regeling met schuldeisers zonder zelf krediet te verstrekken;
Budget: het volgens de NVVK-norm berekende bedrag dat de schuldenaar nodig heeft voor
levensonderhoud en vaste lasten;
Aflossingscapaciteit: het volgens de NVVK-norm berekende bedrag dat de schuldenaar
aan zijn schuldeisers voor de aflossing van zijn schulden ter beschikking kan stellen;
derhalve al hetgeen de schuldenaar ter beschikking krijgt boven het conform de NVVK-norm
vastgestelde budget;
Kredietbank: een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam en/of gemeentelijk bedrijf
als bedoeld in de Gemeentewet, dat is opgericht krachtens een daartoe strekkend besluit
van de gemeenteraad en tevens lid is van de NVVK, alsmede de overige leden van de
NVVK;
Totale schuldenlast: de nog te verschijnen termijnen alsmede de achterstallige termijnen
van een lening vermeerderd met de eventuele reeds verschenen rente, alsmede andere
achterstallige betalingsverplichtingen;
Preferentie: voorrecht voortvloeiend uit pand, hypotheek en andere in de wet aangegeven
gronden. Voorrechten ontstaan alleen uit de wet;
Vaste Commissie Kwaliteitszorg: de krachtens artikel 14 van het Huishoudelijk Reglement
van de NVVK door het Bestuur ingestelde commissie, belast met de controle op de naleving
van de bepalingen van de Gedragscode Schuldregeling.
2. Voordat de kredietbank een verzoek tot schuldregeling in behandeling neemt, informeert
zij de aanvrager: voor wie een schuldregeling is bedoeld, wat deze inhoudt en wat
de consequenties zijn.
3. Een verzoek tot schuldregeling kan uitsluitend worden ingediend met gebruikmaking
van een volledig ingevuld en door de aanvrager ondertekend aanvraagformulier.
4. Na een analyse van de totale financiële situatie van de schuldenaar op basis van
het in artikel 3 vermelde aanvraagformulier stelt de kredietbank vast of er sprake
is van een problematische schuldsituatie en besluit, indien zulks het geval is, tot
het al dan niet opzetten van een schuldregeling.
5. Indien de kredietbank besluit geen schuldregeling op te zetten, informeert zij
terstond de schuldenaar schriftelijk onder vermelding van de reden(en) die tot dat
besluit hebben geleid. Zo mogelijk adviseert zij de schuldenaar hoe deze in de gegeven
omstandigheden kan handelen.
6. Indien de kredietbank besluit een schuldregeling op te zetten, informeert zij de
schuldenaar en de schuldeisers schriftelijk binnen een termijn van vier weken na het
besluit dienaangaande.
De kredietbank vraagt de schuldeisers een gespecificeerde schriftelijke opgave van
het netto-saldo van hun vordering(en) op dat moment, berekend vervolgens de geldende
contracts- of leveringsvoorwaarden. De kredietbank informeert daarbij de schuldeisers
dat van hen wordt verlangd dat zij gedurende de behandelingsperiode het schuldenpakket
niet verder verhogen met (vertragings)rente en/of (invorderings)kosten.
7. De kredietbank verleent alleen medewerking aan een schuldregeling, indien die leidt
tot een structurele oplossing van de totale schuldpositie.
8.1. In geval van een schuldsanering is voor delging van de schulden beschikbaar:
het netto-bedrag dat vrij komt bij een saneringskrediet ter grootte van de aflossingscapaciteit
van de schuldenaar gedurende maximaal drie jaar.
8.2. Indien met het saneringskrediet de schulden niet volledig kunnen worden betaald,
doet de kredietbank de schuldeisers een voorstel tegen finale kwijting (percentagevoorstel),
waarbij de schuldeisers zich vooraf met deze finale kwijting akkoord moeten verklaren.
8.3. Een schuldsanering wordt vastgelegd in een door de schuldenaar te ondertekenen
kredietovereenkomst.
9.1. In geval van schuldbemiddeling begroot de kredietbank de aflossingscapaciteit
van de schuldenaar gedurende maximaal drie jaar, onder aftrek van de kosten als bedoeld
in artikel 12, en baseert daarop een bemiddelingsvoorstel aan de schuldeisers.
9.2. De kredietbank reserveert de door de schuldenaar ingebrachte aflossingscapaciteit.
De schuldeisers ontvangen aan het einde van de periode van schuldbemiddeling of tussentijds
indien de door de schuldenaar ingebrachte middelen dat rechtvaardigen, een uitkering.
9.3. Van de schuldenaar wordt verlangd dat deze gedurende de periode van schuldbemiddeling
aantoonbare inspanningen verricht om zijn inkomsten te vergroten en dat hij de kredietbank
terstond informeert over wijzigingen in zijn financiële omstandigheden.
9.4. Tenminste één maal per jaar en aan het einde van de periode van schuldbemiddeling
bepaalt de kredietbank de aflossingscapaciteit van de schuldenaar opnieuw, waarbij
rekening wordt gehouden met wijzigingen in de inkomens- en vermogenspositie van de
schuldenaar.
De kredietbank controleert daarbij of de schuldenaar in de verstreken periode zijn
aflossingscapaciteit volledig heeft ingebracht.
9.5. Van de schuldeisers wordt verlangd, dat zij finale kwijting verlenen, nadat de
schuldenaar gedurende de overeengekomen periode aan zijn verplichtingen heeft voldaan.
9.6. Een schuldbemiddeling wordt vastgelegd in een door de schuldenaar te ondertekenen
overeenkomst waarin naast de regeling van de schuldbemiddeling ook de verplichtingen
van de schuldenaar zijn opgenomen.
10.1. Alle schuldregelingen door de kredietbanken worden gedaan op basis van gelijkberechtiging
van schuldeisers.
10.2. Vorderingen waaraan zekerheden zijn verbonden, worden als concurrente vorderingen
erkend ná uitwinning van de zekerheid.
10.3. De betaling aan de schuldeisers geschiedt naar evenredigheid van hun vordering,
met dien verstande, dat de schuldeisers met een wettelijke preferentie een twee keer
zo hoog percentage als de concurrente schuldeisers ontvangen tot maximaal het beloop
van hun vordering.
11. Een schuldregeling wordt altijd als een ‘S-melding’ (‘SK’ voor saneringskrediet
en ‘SB’ voor schuldbemiddeling) bij de Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR)
aangemeld.
12. De kredietbanken zijn gerechtigd de kosten van schuldbemiddeling tot een door
de Algemene Ledenvergadering van de NVVK vast te stellen percentage over de in het
kader van een bemiddeling aan de schuldeisers doorbetaalde aflossingscapaciteit, in
mindering te brengen.
De kosten voor de behandeling van de aanvraag voor een schuldregeling mogen niet aan
de schuldenaar en/of de schuldeisers in rekening worden gebracht.
13. In het kader van een schuldregeling komen uitkeringen uit gemeentelijke en particuliere
fondsen aan of ten behoeve van de schuldenaar alle schuldeisers op basis van gelijkberechtiging
ten goede, tenzij de uitkerende instantie op grond van de doelstellingen van het fonds
uitdrukkelijk anders bepaalt.
14.1. Indien de toepassing van de Gedragscode Schuldregeling door de kredietbank naar
de mening van de schuldeiser tot structurele problemen leidt, kan deze een klacht
indienen bij het Dagelijks Bestuur van de NVVK.
14.2. Het Dagelijks Bestuur kan de Vaste Commissie Kwaliteitszorg verzoeken ter zake
een nader onderzoek in stellen.
De kredietbank is te allen tijde verplicht de Vaste Commissie Kwaliteitszorg op verzoek
inzage te geven in haar dossiers, zulks met in achtneming van de uitgangspunten van
de Wet persoonsregistratie.
14.3. Het door het Dagelijks Bestuur genomen besluit, zulks met inachtneming van het
advies van de Vaste Commissie Kwaliteitszorg, is bindend voor de kredietbank.
15. De Gedragscode Schuldregeling is bindend voor de kredietbanken en de overige leden
van de NVVK die zich met schuldregeling bezighouden.