Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 16 augustus 2000,
kenmerk DGG/J-00/004155, Directoraat-Generaal Goederenvervoer, Stafafdeling Wetgeving,
Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Gelet op de artikelen 16, 18, derde, vierde, vijfde en zesde lid, 19, eerste lid, 22, eerste lid, 25, eerste lid, 34, eerste lid, 36, 44, eerste lid, 64 en 71, eerste en vierde lid, van de Zeevaartbemanningswet, op de artikelen 5, eerste lid, en 24, eerste lid, onder e, van de Loodsenwet, op artikel 10, tweede lid, van de Scheepvaartverkeerswet, op het op 7 juli 1978 te Londen tot stand gekomen Internationale Verdrag betreffende
de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst, 1978 (Trb.
1981, 144), zoals dat is gewijzigd op 7 juli 1995 (Trb. 1996, 249), op Hoofdstuk III,
voorschrift 10, en voorschrift 24–1.3, Hoofdstuk IV, voorschrift 16, Hoofdstuk V,
voorschrift 13, onderdeel (c), en Hoofdstuk X, voorschrift 1, 2 en 3, van het op 1
november 1974 te Londen tot stand gekomen Internationale Verdrag tot beveiliging van
mensenlevens op zee, 1974, zoals dat is gewijzigd op 23 mei 1994 (Trb.1996, 18), op
Richtlijn nr. 94/58/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 november 1994 inzake het minimumopleidingsniveau
van zeevarenden (PbEG L 319), op Richtlijn nr.98/35/EG van de Raad van de Europese Unie van 25 mei 1998 tot wijziging van Richtlijn 94/58/EG inzake het minimum-opleidingsniveau van zeevarenden (PbEG L 172), op artikel 10, zesde lid, van de Algemene wet erkenning EG-hoger-onderwijsdiploma's, op artikel 13 van de Algemene wet EG-beroepsopleidingen, op Richtlijn nr. 92/29/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften
inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening
aan boord van schepen (Pb EGL113), op het op 27 juni 1946 te Seattle tot stand gekomen
Verdrag No. 69 van de Internationale Arbeidsconferentie inzake het diploma van bekwaamheid
als scheepskok, 1946 (Stb. I 328), op het op 27 juni 1946 te Seattle tot stand gekomen
Verdrag No. 73 van de Internationale Arbeidsconferentie inzake het geneeskundig onderzoek
van zeelieden, 1946 (Stb. I 326) en op het op 27 juni 1946 te Seattle tot stand gekomen
Verdrag No. 74 van de Internationale Arbeidsconferentie inzake de diplomering van
volmatrozen (Stb. I 330);
De Raad van State gehoord (advies van 3 november 2000, nr. WO9.00 0378/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 17 augustus
2001, kenmerk DGG/J-01/005164, Directoraat-Generaal Goederenvervoer, Stafafdeling
Wetgeving en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: