2. Standaardbrief voor de arts betreffende zijn/haar rol in het
kader van de ontheffing basisexamen inburgering buitenland
Plaatsnaam, datum
Geachte heer/mevrouw,
U hebt aan de Nederlandse ambassade/het consulaat-generaal laten weten dat u bereid
bent om een medische keuring te doen bij personen die medische ontheffing wensen van
(onderdelen van) het basisexamen inburgering. Dit document is bedoeld om u nadere
informatie te geven over het examen en de ontheffingsprocedure.
De beoordeling of er reden is voor ontheffing van (onderdelen van) het basisexamen
inburgering wordt gedaan door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) van het
Ministerie van Justitie en Veiligheid in Nederland. Medische omstandigheden worden
hierbij betrokken. Een duidelijke beantwoording door u van de vragenlijst over de
medische aandoening(en) is dan ook erg belangrijk.
Het is niet de bedoeling dat u zelf een oordeel geeft over het verzoek om ontheffing
van het basisexamen.
Wat is het basisexamen inburgering en waaruit bestaat
dit?
Het behalen van het basisexamen inburgering is een van de voorwaarden voor toelating
tot Nederland. Dit betekent dat de betrokkene vóór zijn/haar komst naar Nederland
kennis
op basisniveau moet hebben van de Nederlandse samenleving en van de Nederlandse taal
(A1-niveau van het Europees Raamwerk voor Moderne Vreemde Talen (lezen en spreken).
A1-niveau houdt in dat betrokkene vertrouwde dagelijkse uitdrukkingen en basiszinnen,
gericht op concrete behoeften, kan begrijpen en gebruiken. Hij/zij kan zichzelf aan
anderen voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens
zoals waar hij/zij woont, mensen die hij/zij kent en dingen die hij/zij bezit. Hij/zij
kan op een simpele wijze reageren, als de andere persoon langzaam en duidelijk praat
en
bereid is om te helpen.
Het basisexamen inburgering wordt afgelegd bij de Nederlandse ambassade/het
Nederlandse consulaat en bestaat uit drie onderdelen:
De examenonderdelen kunnen los van elkaar worden afgelegd. Het is niet nodig om te kunnen schrijven. Het is bovendien niet nodig om te kunnen lezen om de onderdelen Spreekvaardigheid en Kennis
van de Nederlandse Samenleving te kunnen behalen.
Het examen wordt via een computer met headset afgenomen. Het afleggen van het gehele
examen (drie onderdelen) duurt maximaal 95 minuten. Het afleggen van de onderdelen
Kennis van de Nederlandse Samenleving en Spreekvaardigheid duurt elk maximaal 30
minuten. Het afleggen van het onderdeel Leesvaardigheid duurt maximaal 35 minuten.
Voor de voorbereiding op de verschillende onderdelen van het basisexamen is een
studiepakket beschikbaar. Dit studiepakket is verkrijgbaar in 34 talen. Het is een
zelfstudiemethode. Het materiaal is ook geschikt voor analfabeten en personen die
alleen
een ander schrift beheersen.
Het onderdeel Kennis van de Nederlandse Samenleving toetst kennis over Nederland.
Ter
voorbereiding op het examen is een film beschikbaar. De film is ingesproken in 34
talen
en er is een versie in het Nederlands. Bij de film hoort een fotoboek met een audio-cd.
In het fotoboek staan 100 genummerde foto’s met beelden uit de film. Bij elke foto
hoort
een vraag en moet gekozen worden uit twee antwoorden. De vragen en antwoorden kunnen
op
de cd in het Nederlands beluisterd worden. Dit examenonderdeel bestaat uit 30 vragen
die
gekozen zijn uit de 100 vragen van het fotoboek en de cd. Op het examen ziet de
kandidaat foto’s en leest de vragen. De vragen worden ook uitgesproken in een langzaam
spreektempo. De kandidaat ziet en hoort twee antwoordmogelijkheden en moet het juiste
antwoord aanklikken met de muis.
Het onderdeel Spreekvaardigheid bestaat uit 24 vragen. Alle vragen die op het examen
gesteld kunnen worden, zijn beschikbaar als oefenmateriaal zodat iemand zich goed
kan
voorbereiden op het examen.
Het examen Leesvaardigheid bestaat uit de onderdelen ‘woorden lezen en naar woorden
luisteren’ en ‘teksten lezen en vragen maken’. De vragen zijn meerkeuzevragen waarbij
de
antwoorden moeten worden aangeklikt met de muis.
Wie kan ontheven worden van de verplichting om het basisexamen
inburgering af te leggen?
Het kan voorkomen dat door een medische aandoening een persoon langdurig (periode
van
drie jaar) niet in staat is om te oefenen voor het basisexamen inburgering buitenland
of
om het basisexamen af te leggen.
Voor wat betreft lichamelijke medische aandoeningen gaat het met name om blindheid
en
doofheid. Tevens kan onder meer gedacht worden aan een spraakgebrek dat de menselijke
communicatie verhindert en het afleggen van het examen onmogelijk maakt. Onder blindheid
of doofheid valt mede slechtziendheid en hardhorendheid, indien de persoon niet met
eigen hulpmiddelen (bijvoorbeeld een bril of hoorapparaat) alsnog voldoende gezichts-
of
hoorvermogen krijgt om het examen te kunnen afleggen.
Voor wat betreft psychiatrische medische aandoeningen en verstandelijke handicaps
gaat
het met name om aandoeningen die een langdurig en ernstig gebrek aan cognitieve
vaardigheden (leervermogen) veroorzaken, waardoor iemand niet in staat is om te oefenen
voor (onderdelen van) het basisexamen of om (onderdelen van) het basisexamen af te
leggen.
Vanzelfsprekend zijn er in de praktijk meer medische aandoeningen dan hierboven
genoemd. In de bijlage treft u een lijst aan met voorbeelden van dergelijke
aandoeningen.
De persoon die als gevolg van (een) medische aandoening(en) langdurig niet in staat
is
het basisexamen inburgering af te leggen of hiervoor te oefenen, kan ontheffing krijgen
van (een deel van) het examen. Bij de persoon die hier niet aan voldoet, maar die
wel
(een) medische aandoening(en) heeft, zal dit samen met de overige individuele en
bijzondere omstandigheden betrokken worden bij de beoordeling van het verzoek om
ontheffing door de Immigratie- en Naturalisatiedienst.
Uw rol als arts
De ambassade/het consulaat–generaal zal de persoon, die (mede) vanwege een medische
aandoening(en) ontheffing van het basisexamen inburgering wenst, naar u als arts
doorverwijzen voor een medische keuring. Deze persoon geeft vooraf toestemming voor
het
beschikbaar stellen van het door u ingevulde vragenformulier aan deze ambassade/dit
consulaat–generaal.
In beginsel is beantwoording van het bijgevoegde vragenformulier door u als arts over
de medische toestand van betrokken persoon voldoende. Het staat u vrij om een deskundige
te raadplegen indien u dat voor de beantwoording van de vragen wenselijk acht. In
het
geval er sprake is van een psychiatrische aandoening of verstandelijke handicap moet
u
altijd een deskundige raadplegen.
Een deskundige op het gebied van psychiatrische ziektebeelden, zoals bijvoorbeeld
een
psychiater, klinisch psycholoog of neuropsycholoog (tenzij u zelf een dergelijke
deskundige bent) dient dit te beoordelen. In die gevallen beantwoordt u de vragen
4a, b,
c, d, e en f op het vragenformulier met onderbouwing uit de rapportage van deze
deskundige. De rapportage van de deskundige voegt u toe als bijlage.
Deze deskundige dient de betreffende persoon zelf te onderzoeken en van deze expertise
een rapportage uit te brengen. Het is belangrijk dat u de deskundige een kopie van
deze
brief stuurt. Vraag van tevoren en controleer achteraf goed of de ingeschakelde
deskundige (of uzelf) in de schriftelijke rapportage duidelijk de methodiek van de
psychiatrische expertise benoemt (bijvoorbeeld anamnese, psychiatrisch onderzoek,
eventuele aanvullende psychologische testen, het raadplegen van een medisch dossier
van
betrokkene, het raadplegen van behandelend artsen).
Uw contactpersoon op de Nederlandse ambassade/het consulaat is de consul/het hoofd
van
de Consulaire Afdeling; de heer/mevrouw ......................, ....................,
functie .............................
In geval van problemen of vragen kunt u te allen tijde met hem/haar contact
opnemen.
De ambassadeur,
voor deze
Handtekening: …………………………………….
Naam en functie: …………………………………….
Verzoekt u akkoord te gaan met bovenstaande procedure en ter bevestiging onderstaand
uw handtekening te plaatsen en een exemplaar te retourneren aan de Nederlandse
ambassade/het Nederlandse consulaat.
|
|
Handtekening arts
|
Plaats en datum
|
* In de bijlage treft u in chronologische volgorde de te volgen
stappen aan.