Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000

[Regeling vervallen per 26-06-2005.]
Geraadpleegd op 06-05-2024.
Geldend van 01-01-2003 t/m 30-04-2003

Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op de artikelen 10, eerste en tweede lid, onderdeel c, 11, eerste lid, 17, 18, 30, 77, 81 en 94 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Voorts gelet op artikel 2, tweede lid, artikel 3, tweede lid, onderdelen b, c en d, artikel 4, artikel 5, tweede en derde lid, artikel 6, eerste lid en artikel 11, eerste tot en met vierde lid, van Richtlijn 64/432/EEG inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens, zoals gewijzigd bij Richtlijn 97/12/EG van de Raad van de Europese Unie van 17 maart 1997 (PbEG L 109) en op Richtlijn 92/66/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juli 1992 tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van de ziekte van Newcastle (PbEG L 260),

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

[Treedt in werking op 24-05-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

§ 2. Verzamelen van varkens

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Het verzamelen van varkens is verboden.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

[Treedt in werking op 01-05-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 4

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

[Treedt in werking op 01-05-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 5

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

De erkenning, bedoeld in artikel 4, wordt verleend indien het varkensverzamelcentrum voldoet aan de in bijlage I bij de onderhavige regeling vermelde eisen en voor het betreffende varkensverzamelcentrum geen subsidie is verleend op grond van de Subsidieregeling sanering verzamelcentra varkens.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

[Treedt in werking op 01-05-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 7

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

De erkenning, bedoeld in artikel 4, wordt ingetrokken indien het varkensverzamelcentrum niet langer voldoet aan de eisen, bedoeld in de artikelen 5 en 6.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 Het ten behoeve van de export aanvoeren van varkens op een varkensverzamelcentrum is verboden tenzij de exporteur van de varkens de VWA uiterlijk om 14.00 op de tweede werkdag voorafgaande aan de aanvoer op het varkensverzamelcentrum door middel van een daartoe verstrekt aanvraagformulier in kennis heeft gesteld van de voorgenomen aanvoer op het varkensverzamelcentrum en de Minister de exporteur schriftelijk in kennis heeft gesteld tegen de aanvoer geen bezwaar te hebben en voldaan is aan:.

    • a. artikel 3, tweede lid, onderdelen b, c en d, van richtlijn 64/432/EEG,

    • b. indien het fok- en gebruiksvarkens betreft, 30 dagen vóór de aanvoer op het varkensverzamelcentrum, of, indien zij minder dan 30 dagen oud zijn, sedert hun geboorte op het bedrijf hebben verbleven en

    • c. de aanvoer geschiedt overeenkomstig artikel 4 van richtlijn 64/432/EEG.

  • 2 Het ten behoeve van een in Nederland gelegen slachthuis aanvoeren van uit Nederland afkomstige varkens op een varkensverzamelcentrum is verboden tenzij de handelaar van de varkens de VWA uiterlijk om 14.00 op de tweede werkdag voorafgaande aan de aanvoer op het varkensverzamelcentrum de VWA van de van de voorgenomen aanvoer door middel van een daartoe verstrekt aanvraagformulier in kennis heeft gesteld onder vermelding van de aanvoerdatum, het aantal varkens en de UBN-nummers van de aan te voeren varkens op het varkensverzamelcentrum en de Minister de handelaar schriftelijk in kennis heeft gesteld tegen de aanvoer geen bezwaar te hebben.

  • 3 In afwijking van artikel 2.26, eerste lid, van de Regeling handel levende dieren en levende producten stelt de aanbieder de VWA uiterlijk 24 uur voorafgaande aan de aanvoer op het varkensverzamelcentrum schriftelijk in kennis van de aanvoer van varkens afkomstig uit andere Lid-Staten van de Europese Unie dan Nederland onder vermelding van de aanvoerdatum, de categorie varkens, het aantal varkens en het bestemmingsadres van de varkens.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

[Treedt in werking op 01-05-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

§ 3. Verzamelen van runderen

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Artikel 9a

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

[Treedt in werking op 01-05-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 9b

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Een runderverzamelcentrum wordt door de Minister erkend indien voldaan wordt aan de eisen, bedoeld in artikel 9c. Indien het runderverzamelcentrum beschikt over meerdere epidemiologische bedrijfseenheden, bevat het besluit tot erkenning van een runderverzamelcentrum, bedoeld in de eerste volzin, een aanduiding van het aantal epidemiologische eenheden dat voldoet aan artikel 9c, onderdeel y.

Artikel 9c

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

[Treedt in werking op 24-05-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 9d

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

[Treedt in werking op 24-05-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 9e

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

[Treedt in werking op 01-05-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 9f

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 De afvoer van slachtrunderen, bedoeld in artikel 9d, onderdeel a, onder 2), van een op grond van artikel 9b erkend runderverzamelcentrum geschiedt rechtstreeks en uitsluitend naar een al dan niet in Nederland gelegen slachthuis.

  • 3 Het is verboden op een bedrijf, niet zijnde een slachterij, slachtrunderen afkomstig van een runderverzamelcentrum te ontvangen.

Artikel 9fa

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

[Treedt in werking op 24-05-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 9g

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 De afvoer van runderen, jonger dan 12 maanden, bedoeld in artikel 9d, onderdeel a, onder 3), van een op grond van artikel 9b erkend runderverzamelcentrum geschiedt rechtstreeks en uitsluitend naar:

    • a. hetzij een in Nederland gelegen slachthuis;

    • b. hetzij een niet in Nederland gelegen bedrijf of slachthuis;

    • c. hetzij een in Nederland gelegen mesterij, indien het runderen jonger dan 12 maanden betreft, die afkomstig zijn van een in Nederland gelegen bedrijf, mits deze runderen vanaf voornoemde mesterij rechtstreeks en uitsluitend naar een slachthuis worden afgevoerd;

    • d. hetzij een starterbedrijf, indien het betreft runderen, jonger dan 12 maanden, en het starterbedrijf uitsluitend runderen rechtstreeks afvoert naar:

      • -

        een in Nederland gelegen mesterij, mits deze runderen vanaf de desbetreffende mesterij rechtstreeks en uitsluitend naar een slachthuis worden afgevoerd, of

      • -

        een slachthuis,

      en het starterbedrijf bij de Minister is geregistreerd, met gebruikmaking van een daartoe ter beschikking gesteld formulier.

  • 3 De aanvoer van runderen, jonger dan 12 maanden, op een runderverzamelcentrum is verboden, indien die runderen in de periode voor de aanvoer op een runderverzamelcentrum voor een tijdvak korter dan 30 dagen bijeen zijn gebracht.

Artikel 9h

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

[Treedt in werking op 24-05-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 9ha

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

[Treedt in werking op 24-05-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 9i

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 De Minister kan de erkenning, bedoeld in artikel 9b, met onmiddellijke ingang schorsen voor een bepaalde termijn indien naar het oordeel van de Minister niet wordt voldaan aan de eisen, bedoeld in de artikelen 9c tot en met 9g, en veterinaire belangen de schorsing rechtvaardigen.

  • 2 De Minister kan de erkenning, bedoeld in artikel 9b, intrekken, indien:

    • a. naar het oordeel van de Minister blijkt dat het runderverzamelcentrum niet voldoet aan de eisen, bedoeld in de artikelen 9c tot en met 9g, terwijl de exploitant van de inrichting in de gelegenheid is gesteld binnen een bepaalde termijn alsnog aan de eisen te voldoen en deze termijn inmiddels is verstreken, dan wel

    • b. indien na afloop van de schorsing, bedoeld in het eerste lid, naar het oordeel van de Minister blijkt dat het runderverzamelcentrum nog steeds niet voldoet aan de eisen, bedoeld in de artikelen 9c tot en met 9g.

Artikel 9j

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Deze paragraaf geldt in zoverre in aanvulling op het koninklijk besluit van 1 mei 1975 houdende voorschriften betreffende het veeartsenijkundig toezicht op veemarkten (Stb. 247).

§ 4. Verzamelen van schapen en geiten

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Artikel 9k

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

[Treedt in werking op 01-05-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 9l

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Een schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk een geitenverzamelcentrum, wordt door de Minister erkend indien voldaan wordt aan de eisen, bedoeld in artikel 9m.

Artikel 9m

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

De eisen, bedoeld in artikel 9l, zijn:

  • a. het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, is gemakkelijk bereikbaar via verharde wegen;

  • b. het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, ligt niet in een gebied ten aanzien waarvan op grond van enige wettelijke bepaling maatregelen zijn genomen houdende de instelling van een verbod om dieren uit het betrokken gebied uit te voeren of in de handel te brengen;

  • c. het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, maakt geen deel uit van een bedrijf waar vee is gehuisvest, van een slachthuis, of van een andere verzamelplaats ten behoeve van het verzamelen van andere dieren dan schapen, onderscheidenlijk geiten. De gebouwen van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, zijn gelegen op een minimale afstand van 100 meter van gebouwen behorende bij één of meer van de bovengenoemde bedrijven. Het schapenverzamelcentrum of het geitenverzamelcentrum, is zodanig omheind dat vrije toegang tot het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, niet mogelijk is;

  • d. het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, beschikt over een door de Minister goedgekeurd opleidingsplan op grond waarvan het personeel dat op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, verantwoordelijk is voor de dieren vanwege de aanbieder wordt opgeleid in de zorg voor en het welzijn van de dieren alsmede in de wettelijke eisen die ter zake van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, worden gesteld;

  • e. het gehele terrein van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, waar met smetstof verontreinigd materiaal vanaf transportmiddelen op de grond terecht kan komen, is verhard. De plaats waar schapen, onderscheidenlijk geiten, in- en uitgeladen worden is voorzien van een verharde en voor water ondoordringbare terreinbedekking. Het gehele verharde terrein van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, is in goede staat van onderhoud en zonder glooiingen;

  • f. alle materialen waarmee de schapen of geiten op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, in aanraking kunnen komen zijn uitsluitend van duurzaam en ondoordringbaar materiaal gemaakt dat gemakkelijk en grondig kan worden gereinigd en ontsmet. De materialen worden goed onderhouden en eventuele reparaties worden onmiddellijk uitgevoerd. Het gebruik van corroderende materialen is niet toegestaan. Hout is slechts toegestaan, wanneer dit is ingebed in kunststof of hars;

  • g. het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, beschikt over laad- en losruimten waar de schapen, onderscheidenlijk de geiten, worden in- en uitgeladen. De laad- en losvoorzieningen zijn zodanig dat laad- en loswerkzaamheden ongehinderd kunnen plaatsvinden;

  • h. behoudens wanneer ten genoegen van de Minister kan worden aangetoond dat de bedrijfsvoering van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, zodanig is dat aankomende en vertrekkende schapen, onderscheidenlijk geiten, niet met elkaar in contact komen, is het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, zodanig ingericht dat bij het in- en uitladen aankomende en vertrekkende schapen, onderscheidenlijk geiten, niet met elkaar in contact komen;

  • i. op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, zijn één of meerdere stalruimten aanwezig voor het onderbrengen van de schapen, onderscheidenlijk geiten. Voorzieningen zijn in de stalruimten aanwezig voor het voeren en drenken van de schapen, onderscheidenlijk geiten;

  • j. in de onmiddellijke nabijheid van de uitlaadruimte van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, is een aparte, afsluitbare stalling voor zieke of van een dierziekte verdachte schapen, onderscheidenlijk geiten, aanwezig, dan wel een stalruimte waarin een voorziening is getroffen voor de afzondering van schapen, onderscheidenlijk geiten, zodanig dat de daartoe bestemde ruimte fysiek door middel van geheel gesloten wanden gescheiden is van de overige stallingsvoorzieningen binnen de stalruimte;

  • k. op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, is een voor schapen, onderscheidenlijk geiten, ontoegankelijke ruimte aanwezig voor opslag van voeder en strooisel, gescheiden van de ruimte waar schapen, onderscheidenlijk geiten, kunnen verblijven alsmede een afsluitbare, lekvrije, voor vogels of ongedierte ontoegankelijke en goed reinigbare voorziening aanwezig voor de opslag van kadavers. Deze voorziening is zodanig op een verharde plaats gesitueerd dat het vanaf de openbare verharde weg binnen het bereik ligt van de laadkraan van het vervoermiddel van degene die het materiaal ophaalt;

  • l. in de nabijheid van de stalruimte is een voorziening aanwezig voor de opslag van mest en indien een stalruimte geheel of gedeeltelijk wordt ingestrooid, is tevens in de nabijheid van de stalruimte een voorziening aanwezig voor de opslag van het gebruikte strooisel;

  • m. indien het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, gebruikt wordt voor de export van schapen, onderscheidenlijk geiten, naar een buiten Nederland gelegen slachthuis, is op het centrum ten behoeve van de VWA een stoel, een telefoon en een afsluitbaar bureau aanwezig of een afsluitbare ruimte, ingericht met ten minste een tafel. Indien de VWA een onafhankelijke telefoonaansluiting wenst, komt deze voor rekening van de VWA. In of in de nabijheid van de kantoorruimte bevindt zich een toilet met gelegenheid tot handen wassen;

  • n. het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, beschikt over een geschikt opvangsysteem voor het afvalwater waarmee het afvalwater kan afvloeien of op andere wijze wordt verwijderd;

  • o. bij de laad- en losruimte en in de stalruimte is een voor inspectie en keuringen passende verlichting met een minimale lichtsterkte van 300 lux aanwezig;

  • p. de in- en uitgangen van de stalruimte zijn afsluitbaar. Bij de in- en uitgangen zijn ten behoeve van schoeisel deugdelijke ontsmettingsbakken aanwezig. De inhoud van de ontsmettingsbakken wordt tenminste bij de aanvang van een blokperiode ververst met ontsmettingsmiddelen. De inhoud van de ontsmettingsbakken is zodanig dat te allen tijde afdoende ontsmetting mogelijk is;

  • q. er is zoveel stalruimte aanwezig dat de aan- en afvoer van schapen, onderscheidenlijk geiten, per blokperiode ongestoord kan verlopen;

  • r. de op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, aanwezige stalruimte en de laad- en losplaatsen zijn voorzien van een gesloten dakbedekking, windkerende wanden en een klimaatsregelingssysteem zodanig dat de stalruimte en de laad- en losplaatsen onder alle klimatologische omstandigheden deugdelijk en efficiënt gereinigd en ontsmet kunnen worden;

  • s. het vloeroppervlak van de stalruimte bestaat geheel uit voor water ondoordringbaar materiaal. De wanden van deze ruimten bestaan, voorzover deze niet hoger zijn dan 2,5 meter boven het vloeroppervlak, geheel, dan wel, voorzover deze hoger zijn dan 2,5 meter boven het vloeroppervlak, tot een hoogte van 2,5 meter uit voor water ondoordringbaar en niet poreus materiaal, zodat deze steeds gereinigd en ontsmet kunnen worden;

  • t. op het terrein zijn één of meerdere wasplaatsen aanwezig voor de reiniging en ontsmetting van vervoermiddelen. De wasplaatsen zijn geregistreerd op grond van artikel 23, eerste lid, van de Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000;

  • u. op het terrein zijn één of meerdere reinigings- en ontsmettingsinstallaties of -inrichtingen aanwezig voor de reiniging en ontsmetting van het terrein, de stalruimten en overige voorzieningen. Deze installaties en inrichtingen voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • -

      ten behoeve van reiniging en ontsmetting is levering van warm water van tenminste 70 °C en koud water, beide met voldoende hoge druk mogelijk;

    • -

      bij besproeiing onder hoge druk kan een detergens worden aangebracht die het oppervlak reinigt;

    • -

      door verneveling of anderszins kan ontsmettingsmiddel op het gereinigde oppervlak worden aangebracht en

    • -

      efficiënte en deugdelijke reiniging en ontsmetting van het gehele verharde terrein als bedoeld in de onderdelen e en s, moet mogelijk zijn;

  • v. het bij reiniging en ontsmetting gebruikte water dient op regelmatige afstanden af te vloeien naar de gierkelder of naar de met roosters afgedekte kolken;

  • w. voor de mogelijkheid tot controle op reiniging en ontsmetting geldt een minimale lichtsterkte van 300 lux;

  • x. op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, zijn een in- en uitslagregister dan wel een elektronische informatiedrager met gegevens over de in- en uitslag aanwezig waarin onmiddellijk na aankomst, onderscheidenlijk voor vertrek van de schapen, onderscheidenlijk geiten, onder vermelding van het aantal schapen, onderscheidenlijk geiten, de datum van aankomst en vertrek, het herkomstbedrijf en de eigenaar en het bestemmingsadres van de schapen, onderscheidenlijk geiten, worden bijgehouden door middel van registratie van de identificatie van alle schapen, onderscheidenlijk geiten, die het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, passeren, zodanig dat een directe koppeling tussen het aantal in- en uitgeslagen dieren mogelijk is. De voor aan- en afvoer gebruikte vervoermiddelen worden eveneens onmiddellijk na aankomst, onderscheidenlijk vertrek onder vermelding van de registratienummers van de vervoerders alsmede van het vervoermiddel in het register dan wel in de elektronische informatiedrager bijgehouden alsmede bij export van de schapen, onderscheidenlijk geiten, het serienummer van het gezondheidscertificaat. De houder van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, administreert zodanig, dat de keuringsdierenarts aan de hand van het register alle op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, aangevoerde, aanwezige en afgeleverde schapen, onderscheidenlijk geiten, de vervoerders en de vervoermiddelen waarmee de schapen, onderscheidenlijk geiten, werden getransporteerd, kan traceren. De gegevens bedoeld in dit onderdeel worden minimaal drie jaren bewaard;

  • y. op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, is een logboek aanwezig waarin door of namens de eigenaar van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, de volgende gegevens worden bijgehouden:

    • -

      type, concentratie en hoeveelheid van de ter ontsmetting gebruikte ontsmettingsmiddelen;

    • -

      datum en tijdstip van door de keuringsdierenarts of de assistent uitgevoerde inspecties;

    • -

      beschrijving van die gevallen waarin door de keuringsdierenarts of de assistent is geconstateerd dat niet aan de in deze regeling gestelde eisen of andere op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, of de aanbieder van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, van toepassing zijnde regelgeving is voldaan, alsmede de in verband met die constateringen door de keuringsdierenarts of de assistent gegeven instructies, en

    • -

      de datum waarop de opheffing van de geconstateerde tekortkomingen zal zijn voorzien.

Artikel 9n

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Een schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk geitenverzamelcentrum dat erkend is op grond van artikel 9l, voldoet aan artikel 9m en aan de volgende eisen:

  • a. op het schapenverzamelcentrum zijn tegelijk met de schapen geen andere dieren aanwezig;

  • b. op het geitenverzamelcentrum zijn tegelijk met de geiten geen andere dieren aanwezig;

  • c. gedurende een blokperiode worden uitsluitend schapen, onderscheidenlijk geiten, bijeengebracht met eenzelfde gezondheidsstatus;

  • d. de aanbieder vergewist zich ervan dat ten aanzien van de aangevoerde schapen, onderscheidenlijk geiten, de krachtens het Besluit identificatie en registratie van dieren gestelde regels in acht zijn genomen;

  • e. de aanbieder draagt er zorg voor dat de aangevoerde schapen, onderscheidenlijk geiten, terstond na aanvoer op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk geitenverzamelcentrum, worden gemerkt overeenkomstig de Regeling identificatie en registratie van dieren 2002.

  • f. aan het einde van de blokperiode wordt het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, ontvolkt;

  • g. onmiddellijk na iedere ontvolking wordt het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, gereinigd en ontsmet volgens een door de Minister goedgekeurd protocol met ontsmettingsmiddelen die voor dat doel zijn toegelaten op grond van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962. De aanbieder toont ten genoegen van de keuringsdierenarts of de assistent aan dat voldaan is aan voornoemde reiniging en ontsmetting;

  • h. de aanbieder meldt de aanvang en het einde van elke blokperiode uiterlijk om 14.00 uur op de werkdag voorafgaande aan de blokperiode aan de VWA, en

  • i. de in- en uitgang van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, worden op dagen waarop aan- en afvoer van schapen, onderscheidenlijk geiten, heeft plaatsgevonden na beëindiging van de werkzaamheden gereinigd en ontsmet.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2003, 232, datum inwerkingtreding 03-12-2003, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2003.

Een schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk geitenverzamelcentrum dat erkend is op grond van artikel 9l, voldoet aan artikel 9m en aan de volgende eisen:

  • a. op het schapenverzamelcentrum zijn tegelijk met de schapen geen andere dieren aanwezig;

  • b. op het geitenverzamelcentrum zijn tegelijk met de geiten geen andere dieren aanwezig;

  • c. gedurende een blokperiode worden uitsluitend schapen, onderscheidenlijk geiten, bijeengebracht met eenzelfde gezondheidsstatus;

  • d. de aanbieder vergewist zich ervan dat ten aanzien van de aangevoerde schapen, onderscheidenlijk geiten, de krachtens het Besluit identificatie en registratie van dieren gestelde regels in acht zijn genomen;

  • e. de aanbieder draagt er zorg voor dat de aangevoerde schapen, onderscheidenlijk geiten, terstond na aanvoer op het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk geitenverzamelcentrum, worden gemerkt overeenkomstig de Regeling identificatie en registratie van dieren 2003.

  • f. aan het einde van de blokperiode wordt het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, ontvolkt;

  • g. onmiddellijk na iedere ontvolking wordt het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, gereinigd en ontsmet volgens een door de Minister goedgekeurd protocol met ontsmettingsmiddelen die voor dat doel zijn toegelaten op grond van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962. De aanbieder toont ten genoegen van de keuringsdierenarts of de assistent aan dat voldaan is aan voornoemde reiniging en ontsmetting;

  • h. de aanbieder meldt de aanvang en het einde van elke blokperiode uiterlijk om 14.00 uur op de werkdag voorafgaande aan de blokperiode aan de VWA, en

  • i. de in- en uitgang van het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, worden op dagen waarop aan- en afvoer van schapen, onderscheidenlijk geiten, heeft plaatsgevonden na beëindiging van de werkzaamheden gereinigd en ontsmet.

Artikel 9o

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 Het is verboden schapen of geiten van een schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk geitenverzamelcentrum, af te voeren anders dan naar een slachthuis.

  • 2 De aanbieder draagt ervoor zorg dat iedere vervoerseenheid waarin schapen of geiten van een schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk een geitenverzamelcentrum, worden afgevoerd wordt verzegeld met een door de Minister voor het desbetreffende schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk geitenverzamelcentrum, goedgekeurd zegel. Lossing van een vervoerseenheid geschiedt op ten hoogste één slachthuis.

  • 3 Het is verboden op een bedrijf, niet zijnde een slachterij, schapen of geiten, afkomstig van een schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk een geitenverzamelcentrum, te ontvangen.

Artikel 9p

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 De Minister kan de erkenning, bedoeld in artikel 9l, met onmiddellijke ingang schorsen voor een bepaalde termijn indien naar het oordeel van de Minister niet wordt voldaan aan de eisen en regels, bedoeld in de artikelen 9m tot en met 9o, en veterinaire belangen de schorsing rechtvaardigen.

  • 2 De Minister kan de erkenning, bedoeld in artikel 9l, intrekken, indien:

    • a. naar het oordeel van de Minister blijkt dat het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, niet voldoet aan de eisen, bedoeld in de artikelen 9m tot en met 9o, terwijl de exploitant van de inrichting in de gelegenheid is gesteld binnen een bepaalde termijn alsnog aan de eisen te voldoen en deze termijn inmiddels is verstreken, dan wel

    • b. indien na afloop van de schorsing, bedoeld in het eerste lid, naar het oordeel van de Minister blijkt dat het schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk het geitenverzamelcentrum, nog steeds niet voldoet aan de eisen, bedoeld in de artikelen 9m tot en met 9o.

Artikel 9q

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Deze paragraaf geldt in zoverre in aanvulling op het koninklijk besluit van 1 mei 1975 houdende voorschriften betreffende het veeartsenijkundig toezicht op veemarkten (Stb. 247).

§ 5. Tentoonstellingen en keuringen

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Artikel 9r

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

a. organisator:

organisator van een tentoonstelling of keuring;

b. plaats:

plaats waar tentoonstelling of keuring wordt gehouden;

c. schapen of geiten:

schapen of geiten, die individueel geregistreerd staan bij het Individuele Dier Registratiesysteem van de Gezondheidsdienst voor Dieren;

d. UBN:

door de minister toegewezen uniek bedrijfsnummer, als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren 2002.

Artikel 9s

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Het in artikel 9a, eerste lid, en artikel 9k, eerste lid, bedoelde verbod geldt niet voor het bijeenbrengen van runderen, schapen of geiten, afkomstig van verschillende bedrijven, voor een tentoonstelling of een keuring op een plaats, mits voldaan wordt aan de artikelen 9t tot en met 9v.

Artikel 9t

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

[Treedt in werking op 01-05-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 9u

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 Eenieder, die het deel van de plaats, waar runderen, schapen of geiten verblijven, betreedt of verlaat, ontsmet zijn schoeisel door middel van voorzieningen, die duidelijk zichtbaar aanwezig zijn bij elke in- en uitgang van voornoemd deel van de plaats.

  • 2 Op de plaats zijn voor de reiniging en ontsmetting van vervoermiddelen, waarmee evenhoevigen worden vervoerd, één of meer installaties aanwezig die water leveren van voldoende druk voor een deugdelijke en efficiënte reiniging en ontsmetting.

  • 4 Voordat een vervoermiddel, dat geladen is met runderen, schapen of geiten, de plaats verlaat reinigt en ontsmet de bestuurder de wielen en wielkasten van dat vervoermiddel.

  • 5 De reiniging en ontsmetting, bedoeld in het vierde lid, geschiedt op een verharde en voor water ondoordringbare ondergrond.

  • 6 Bij de installatie of inrichting voor het reinigen en ontsmetten van vervoermiddelen, bedoeld in het tweede lid, is een lekvrije en afsluitbare voorziening voor de tijdelijke opslag en afvoer van mest en strooisel aanwezig.

  • 7 Zo spoedig mogelijk na afloop van de tentoonstelling of keuring worden de verharde terreindelen van de plaats gereinigd en ontsmet met een installatie als bedoeld in artikel 9c, onderdeel t.

Artikel 9v

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 De organisator houdt een administratie bij overeenkomstig de artikelen 21, 35 en 36, eerste lid, onderdeel c, tweede en derde lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren 2002 en van de originele gezondheidsverklaringen, bedoeld in artikel 9t, derde lid, en de kentekens van de vervoermiddelen waarmee runderen zijn aan- en afgevoerd.

  • 2 Onverminderd artikel 21, vijfde lid, en 36, vierde lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren 2002 bewaart de organisator de administratie, bedoeld in het eerste lid, tot ten minste drie maanden na afloop van de tentoonstelling of keuring.

  • 3 De organisator houdt de administratie zodanig bij dat de met toezicht belaste ambtenaren op basis hiervan alle aan- en afgevoerde dieren en de gebruikte vervoermiddelen eenvoudig kunnen traceren.

§ 6. Tarieven controle verzamelcentra

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

[Treedt in werking op 01-05-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 11

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

[Treedt in werking op 01-05-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel 12

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

[Treedt in werking op 01-05-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

§ 7. Het bijeenbrengen van pluimvee, loopvogels en postduiven

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

In geheel Nederland zijn de markten waarop pluimvee, loopvogels of postduiven worden verhandeld verboden, alsmede het organiseren van wedvluchten van postduiven of het tijdelijk bijeenbrengen op één plaats van pluimvee, loopvogels of postduiven die afkomstig zijn van verschillende plaatsen en vervolgens naar verschillende plaatsen binnen het Rijk, niet zijnde slachterijen, worden weggevoerd.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 In afwijking van artikel 13 is het organiseren van een tentoonstelling of keuring van sierpluimvee, loopvogels of postduiven of van een wedvlucht van postduiven toegestaan, mits op deze tentoonstelling of keuring slechts hoenderachtigen, loopvogels of postduiven of bij deze wedvlucht slechts postduiven worden toegelaten die vergezeld gaan van een op hen betrekking hebbende, volledig ingevulde en ondertekende verklaring van enting tegen pseudo-vogelpest.

  • 2 Uit de in het eerste lid bedoelde verklaring, waarvan het model als bijlage II en bijlage III bij deze regeling is gevoegd, moet blijken dat:

    • a. de hoenderachtigen en loopvogels van de betreffende houder, voorzover de dieren ouder zijn dan 30 dagen, tenminste twee weken en ten hoogste vijf maanden voor het begin van de tentoonstelling of de keuring op de in bijlage II omschreven wijze zijn geënt tegen pseudo-vogelpest;

    • b. de postduiven van de betreffende houder ten minste twee weken voor het begin van de tentoonstelling, keuring of wedvlucht op de in bijlage III omschreven wijze zijn geënt tegen pseudo-vogelpest overeenkomstig de bij de registratie van de entstof gegeven voorschriften betreffende het entschema en de dosering.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

  • 1 Onverminderd de artikelen 13 en 14 is het tijdelijk op één plaats bijeenbrengen van pluimvee, loopvogels of postduiven afkomstig van verschillende plaatsen slechts toegestaan, indien is voldaan aan het tweede of derde lid.

  • 2 Degene, die voornemens is pluimvee, loopvogels of postduiven afkomstig van verschillende plaatsen tijdelijk op één plaats bijeen te brengen, is verplicht:

    • a. van dit voornemen ten minste acht dagen van tevoren kennis te geven aan de VWA;

    • b. de dieren, alvorens deze toe te laten, bij de plaats van aanvoer op zijn kosten te laten onderzoeken door één of meer dierenartsen.

  • 3 In afwijking van het tweede lid is degene die voornemens is postduiven voor een wedvlucht bijeen te brengen verplicht van dit voornemen jaarlijks een overzicht aan de VWA te doen toekomen. De Minister kan besluiten de postduiven, alvorens deze bij de wedvlucht worden toegelaten, bij de plaats van aanvoer te laten onderzoeken door één of meer dierenartsen, op kosten van degene die de postduiven voor de wedvlucht bijeen heeft gebracht.

§ 8. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Artikel 16

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

De Regeling varkensmarkten 1994, de Regeling markt- en tentoonstellingsverbod pluimvee 1992 en de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren worden ingetrokken.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

De krachtens artikel 4 van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren verleende erkenningen worden geacht te zijn verleend op grond van artikel 4 van deze regeling.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2000.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Deze regeling berust op de artikelen 17, tweede lid, 18, tweede lid, en 30, eerste en derde lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren zoals die luiden met ingang van het tijdstip waarop de wet van 30 januari 2002 tot wijziging van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (veterinair complex) (Stb. 88) in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

‘s-Gravenhage, 23 juni 2000

De

Minister

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

L.J. Brinkhorst

Bijlage I. Varkensverzamelcentra

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Algemene eisen

  • 1. Het verzamelcentrum is gemakkelijk bereikbaar via verharde wegen en ligt niet in een gebied ten aanzien waarvan op grond van de regelgeving van de Raad van de Europese Unie of de Commissie van de Europese Gemeenschappen of op grond van nationale regelgeving maatregelen zijn genomen, houdende de instelling van een verbod om dieren uit het betrokken gebied uit te voeren of in de handel te brengen.

  • 2. Het varkensverzamelcentrum maakt geen deel uit van een bedrijf waar vee en pluimvee zijn gehuisvest, van een slachthuis of van een verzamelplaats ten behoeve van het verzamelen van andere soorten dieren dan varkens. De gebouwen van het varkensverzamelcentrum zijn gelegen op een minimale afstand van 100 meter van gebouwen behorende bij één of meer van de bovengenoemde bedrijven.

  • 3. Op het varkensverzamelcentrum kunnen varkens worden gevoederd en gedrenkt.

  • 4. Voor het personeel en bezoekende personen die uit hoofde van hun functie het varkensverzamelcentrum dienen te betreden is een hygiënesluis gesitueerd, zodanig dat zij deze passeren alvorens zij op het varkensverzamelcentrum werkzaamheden verrichten. De hygiënesluis is voorzien van omkleed- en douche/wasfaciliteiten en van een toilet. Schone bedrijfskleding en laarzen zijn in de hygiënesluis aanwezig. Personeel en bezoekende personen wassen zich en kleden zich met schone bedrijfskleding en laarzen voor het betreden van het varkensverzamelcentrum en tevens bij iedere aanvang van een blokperiode.

  • 5. De aanbieder draagt er zorg voor dat het personeel dat op het centrum verantwoordelijk is voor de dieren wordt opgeleid in de zorg voor en het welzijn van de dieren alsmede in de wettelijke eisen die ter zake van het varkensverzamelcentrum gelden volgens een door de Minister goedgekeurd opleidingsplan.

  • 6. Het varkensverzamelcentrum is zodanig omheind, dat vrije toegang tot het varkensverzamelcentrum niet mogelijk is.

  • 7. Het varkensverzamelcentrum is voor vervoermiddelen uitsluitend toegankelijk via één afsluitbare ingang en uitsluitend te verlaten via één afsluitbare uitgang. De uitgang is voorzien van een sproei-installatie voor het reinigen en ontsmetten van de wielen. De in- en uitgang worden dagelijks na beëindiging van de werkzaamheden en na reiniging en ontsmetting afgesloten.

  • 8. Het gehele terrein van het varkensverzamelcentrum waar mogelijk met smetstof verontreinigd materiaal vanaf transportmiddelen op de grond terecht kan komen, is verhard. De plaats waar varkens in- en uitgeladen worden is voorzien van een verharde en voor water ondoordringbare terreinbedekking. Het gehele verharde terrein van het varkensverzamelcentrum is in goede staat van onderhoud en zonder glooiingen.

  • 9. Alle materialen waarmee de varkens op het varkensverzamelcentrum in aanraking kunnen komen zijn uitsluitend van duurzaam en ondoordringbaar materiaal gemaakt dat gemakkelijk en grondig kan worden gereinigd en ontsmet. De materialen worden goed onderhouden en eventuele reparaties worden onmiddellijk uitgevoerd. Het gebruik van corroderende materialen is niet toegestaan. Hout is slechts toegestaan, wanneer dit is ingebed in kunststof of hars.

Voorzieningen

  • 10. Op het varkensverzamelcentrum is een voor dieren ontoegankelijke ruimte aanwezig voor opslag van voeder en strooisel, gescheiden van de ruimte waar dieren kunnen verblijven.

  • 11. Op het varkensverzamelcentrum, in de onmiddellijke nabijheid van de uitlaadruimte, is een aparte, afsluitbare stalling voor afgekeurde dieren aanwezig.

  • 12. Op het varkensverzamelcentrum is een afsluitbare, lekvrije, voor vogels of ongedierte ontoegankelijke en goed reinigbare voorziening aanwezig voor de opslag van kadavers, waarvan de inhoud tot maximaal 7 °C gekoeld wordt. Deze voorziening is zodanig op een verharde plaats gesitueerd dat het vanaf de openbare verharde weg binnen het bereik ligt van de laadkraan van het vervoermiddel van degene die het materiaal ophaalt.

  • 13. Op het varkensverzamelcentrum is ten behoeve van de VWA een afsluitbare kantoorruimte aanwezig, ingericht met ten minste een bureau of tafel, een stoel en een telefoon. Indien de VWA een onafhankelijke telefoonaansluiting wenst, komt deze voor rekening van de VWA. In of in de nabijheid van de kantoorruimte bevindt zich een toilet met gelegenheid tot handen wassen.

  • 14. De laad- en losvoorzieningen zijn zodanig dat laad- en loswerkzaamheden ongehinderd kunnen plaatsvinden. Voor het in- en uitladen is een deugdelijke laadbrug, lift of loopbrug aanwezig.

  • 15. Het varkensverzamelcentrum is zodanig ingericht dat bij het in- en uitladen aankomende en vertrekkende varkens niet met elkaar in contact komen.

  • 16. Bij de laad- en losruimte en de weegschaal en in de aan- en afvoerstal dan wel in de algemene stalruimte en in de overligstal is een verlichting aanwezig met een minimale lichtsterkte van 300 lux.

  • 17. Er is zoveel stalruimte aanwezig dat de aan- en afvoer van de per dag te exporteren varkens ongestoord kan verlopen.

  • 18. De op het varkensverzamelcentrum aanwezige stalruimte en de laad- en losplaatsen zijn voorzien van een gesloten dakbedekking, windkerende wanden en een klimaatsregelingssysteem zodanig dat de stalruimte en de laad- en losplaatsen onder alle klimatologische omstandigheden deugdelijk en efficiënt gereinigd en ontsmet kunnen worden.

  • 19. Het vloeroppervlak van de aanvoer-, afvoerstal en selectieruimte, als bedoeld in artikel 1, dan wel het vloeroppervlak van de eventueel aanwezige algemene stalruimte bestaat geheel uit voor water ondoordringbaar materiaal. De wanden van deze ruimten bestaan, voorzover deze niet hoger zijn dan 2,5 meter boven het vloeroppervlak, geheel, dan wel, voorzover deze hoger zijn dan 2,5 meter boven het vloeroppervlak, tot een hoogte van 2,5 meter uit voor water ondoordringbaar en niet poreus materiaal, zodat deze steeds gereinigd en ontsmet kunnen worden. De aanvoerstal, de selectieruimte en de afvoerstal zijn van elkaar gescheiden door gesloten afscheidingen met een minimale hoogte van 1 meter voor biggen en 1,5 meter voor varkens of door een niet voor varkens toegankelijke ruimte met een minimale breedte van 0,5 meter. Het varkensverzamelcentrum heeft in geval van een aan- en afvoerstal per aanvoeradres onderscheidenlijk bestemmingsadres gescheiden hokken en, indien het centrum slechts over één stalruimte beschikt, naar aanvoeradressen gescheiden hokken. Voor fok- en gebruiksvarkens zijn de hokken zodanig van elkaar gescheiden dat direct contact tussen varkens in de verschillende hokken niet mogelijk is. Daartoe zijn de hokken gescheiden door gesloten afscheidingen met een minimale hoogte van 1 meter voor biggen en 1,5 meter voor alle andere fok- en gebruiksvarkens of door een niet voor varkens toegankelijke ruimte met een minimale breedte van 0,5 meter.

  • 20. De aanvoerstal is voorzien van een deugdelijke sproei-installatie voor varkens, tenzij de verzamelplaats uitsluitend is erkend voor fok- en gebruiksvarkens. Indien het varkensverzamelcentrum slechts over één stalruimte beschikt is deze ruimte voorzien van een deugdelijke sproei-installatie voor varkens, tenzij de verzamelplaats uitsluitend is erkend voor fok- en gebruiksvarkens.

  • 21. Indien een stalruimte op het varkensverzamelcentrum geheel of gedeeltelijk ingestrooid wordt, is in de nabijheid van de stalruimte een voorziening aanwezig voor de opslag van mest en strooisel.

  • 22. Lekwater dient af te vloeien naar de gierkelder of naar met roosters afgedekte kolken.

  • 23. De in- en uitgangen van de stalruimte zijn afsluitbaar. Bij de in- en uitgangen zijn ten behoeve van schoeisel deugdelijke ontsmettingsbakken aanwezig. De inhoud van de ontsmettingsbakken wordt tenminste bij de aanvang van een blokperiode ververst met ontsmettingsmiddelen. De inhoud van de ontsmettingsbakken is zodanig dat te allen tijden afdoende ontsmetting mogelijk is.

  • 24. De voor slachtvarkens bestemde overligstal is gescheiden van de overige op het varkensverzamelcentrum aanwezige ruimten door een gesloten wand. De overligstal mag, indien een aanvoerstal, een selectieruimte en een afvoerstal aanwezig zijn, direct verbonden zijn met de afvoerstal via één doorgang. Indien het centrum slechts over één stalruimte beschikt, mag de overligstal daarmee verbonden zijn via één doorgang. Behoudens voor het overbrengen van varkens naar de overligstal is de doorgang gesloten. Wanneer slachtvarkens worden overgebracht naar de overligstal wordt hiervan onmiddellijk melding gemaakt in het register dan wel de elektronische informatiedrager, bedoeld in onderdeel 29. De onderdelen 18, 19, 21, 22 en 23, zijn van overeenkomstige toepassing.

Reiniging en ontsmetting

  • 25. Op het terrein zijn één of meerdere wasplaatsen aanwezig voor de reiniging en ontsmetting van vervoermiddelen. De wasplaatsen zijn geregistreerd op grond van artikel 23, eerste lid, van de Regeling inzake hygiëne-voorschriften besmettelijke dierziekten 2000.

  • 26. Op het terrein zijn één of meerdere reinigings- en ontsmettingsinstallaties of -inrichtingen aanwezig voor de reiniging en ontsmetting van het terrein, de stalruimten en overige voorzieningen. Deze installaties en inrichtingen voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a. ten behoeve van reiniging en ontsmetting is levering van warm water van tenminste 70°C en koud water, beide met voldoende hoge druk mogelijk;

    • b. bij besproeiing onder hoge druk kan een detergrens worden aangebracht die het oppervlak reinigt;

    • c. door verneveling of anderszins kan ontsmettingsmiddel op het gereinigde oppervlak worden aangebracht en

    • d. efficiënte en deugdelijke reiniging en ontsmetting van het gehele verharde terrein, genoemd onder punt 8, moet mogelijk zijn.

  • 27. Het bij reiniging en ontsmetting gebruikte water dient op regelmatige afstanden af te vloeien naar de gierkelder of naar de met roosters afgedekte kolken.

  • 28. Voor de mogelijkheid tot controle op reiniging en ontsmetting geldt een minimale lichtsterkte van 300 lux.

Administratie

  • 29. Op het varkensverzamelcentrum zijn een in- en uitslagregister dan wel een elektronische informatiedrager met gegevens over de in- en uitslag aanwezig waarin onmiddellijk na aankomst onderscheidenlijk vertrek van de varkens onder vermelding van het aantal varkens, de datum van aankomst en vertrek, het herkomstbedrijf en de eigenaar, het bestemmingsadres en de koper van de varkens worden bijgehouden door middel van registratie van de identificatie van alle varkens die het varkensverzamelcentrum passeren, zodanig dat een directe koppeling tussen de in- en uitslag per dier mogelijk is. De voor aan- en afvoer gebruikte vervoermiddelen worden eveneens onmiddellijk na aankomst onderscheidenlijk vertrek onder vermelding van de registratienummers van de vervoerders alsmede van het vervoermiddel in het register dan wel in de elektronische informatiedrager bijgehouden alsmede bij export van de varkens het serienummer van het gezondheidscertificaat. Tevens administreert de houder van de verzamelplaats per stalruimte, en in voorkomend geval, per overligstal, het aantal daarin te verblijven varkens per UBN en noteert hij in voorkomend geval de aanvang van het verblijf in de overligstal. De houder van het varkensverzamelcentrum administreert zodanig, dat de keuringsdierenarts aan de hand van het register alle op het varkensverzamelcentrum aangevoerde, aanwezige en afgeleverde varkens, de vervoerders en de vervoermiddelen waarmee de varkens werden getransporteerd, kan traceren. De gegevens bedoeld in dit onderdeel worden minimaal drie jaren bewaard.

  • 30. Op het varkensverzamelcentrum is een logboek aanwezig waarin door of namens de eigenaar van het varkensverzamelcentrum de volgende gegevens worden bijgehouden:

    • -

      type, concentratie en hoeveelheid van de ter ontsmetting gebruikte ontsmettingsmiddelen;

    • -

      datum en tijdstip van door de rijksdienst uitgevoerde inspecties;

    • -

      beschrijving van die gevallen waarin door de de keuringsdierenarts of de assistent is geconstateerd dat niet aan de in deze regeling gestelde eisen of andere op het varkensverzamelcentrum, onderscheidenlijk de eigenaar van het varkensverzamelcentrum van toepassing zijnde regelgeving is voldaan, alsmede de in verband met die constateringen door de keuringsdierenarts of de assistent gegeven instructies;

    • -

      de datum waarop de opheffing van de geconstateerde tekortkomingen zal zijn voorzien;

    • -

      gegevens omtrent de monstername, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel e, en de resultaten van het onderzoek van monsters.

  • 31. Het varkensverzamelcentrum dat binnen een blokperiode varkens voor meerdere bestemmingsadressen aanvoert beschikt over een geautomatiseerd selectiesysteem waarin identificatiegegevens, de verblijfsruimte binnen de afvoerstal en het bestemmingsadres worden vastgelegd.

Bijlage II. Verklaring van enting van hoenderachtigen of loopvogels tegen pseudo-vogelpest

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

De ondergetekende ... (naam en voorletters), wonende te ... (adres, postcode en plaats), verklaart dat hij eigenaar, c.q. houder is van in totaal ... (aantal/stuks hoenderachtigen of loopvogels 1, verblijvende ... (adres), te ... (plaats),

waarvan hieronder een specificatie volgt:

ras

aantal

gemidd.

aantal

ring

nummers

...

...

...

...

...

...

...

...

...

...

...

...

       

Hij verklaart voorts dat hij al deze dieren voorzover zij ouder zijn dan 30 dagen op ... (datum) ter enting heeft aangeboden aan dierenarts ... (naam en voorletters), wonende te ... (plaats).

       

Datum ...

Handtekening eigenaar c.q. houder

...

     
       

De ondergetekende ... (naam en voorletters), wonende te ... (adres, postcode en plaats), dierenarts, verklaart dat hij bovenomschreven dieren voorzover ouder dan 30 dagen, tegen pseudo-vogelpest heeft geënt op ... (datum), met de geregistreerde entstof: ...

fabrikaat ...

partij ...

       

Datum ...

     

Handtekening dierenarts ...

     

Bijlage III. Verklaring van enting van duiven tegen pseudo-vogelpest (paramyxovirusinfectie)

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

De ondergetekende ... (naam en voorletters), wonende te ... (adres, postcode en plaats), verklaart dat hij eigenaar, c.q. houder is van in totaal ... (aantal/stuks) postduiven verblijvende ... (adres), te ... plaats),

waarvan hieronder de ringnummers volgen:

1.

26.

51.

76.

101.

2.

27.

52.

77.

102.

3.

28.

53.

78.

103.

4.

29.

54.

79.

104.

5.

30.

55.

80.

105.

6.

31.

56.

81.

106.

7.

32.

57.

82.

107.

8..

33.

58.

83.

108.

9.

34.

59.

84.

109.

10.

35.

60.

85.

110.

11.

36.

61.

86.

111.

12.

37.

62.

87.

112.

13.

38.

63.

88.

113.

14.

39.

64.

89.

114.

15.

40.

65.

90.

115.

16.

41.

66.

91.

116.

17.

42.

67.

92.

117.

18.

43.

68.

93.

118.

19.

44.

69.

94.

119.

20.

45.

70.

95.

120.

21.

46.

71.

96.

121.

22.

47.

72.

97.

122.

23.

48.

73.

98.

123.

24.

49.

74.

99.

124.

25.

50.

75.

100.

125.

         

Hij verklaart voorts dat hij al deze dieren op ... (datum) ter enting heeft aangeboden aan dierenarts ... (naam en voorletters), wonende te ... (woonplaats).

 
         

Datum ...

       

Handtekening eigenaar c.q. houder

   

...

   
         

De ondergetekende ... (naam en voorletters), wonende te ... (adres, postcode en plaats), dierenarts, verklaart dat hij bovengenoemde postduiven tegen pseudo-vogelpest (paramyxovirusinfectie) heeft geënt op ... (datum), met de voor duiven geregistreerde entstof: ...

fabrikaat ...

       

partij ...

       

overeenkomstig de registratiebeschikking van de betreffende entstof.

 
         

Datum ...

       

Handtekening dierenarts ...

     

Bijlage IV. Gezondheidsverklaring tentoon te stellen of te keuren runderen, schapen of geiten

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

Bijlage 42673.png

Bijlage V. Voorwaarden voor het verzamelen weiderunderen op een runderverzamelcentrum

[Regeling vervallen per 26-06-2005]

[Treedt in werking op 24-05-2003]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

  1. Doorhalen wat niet van toepassing is ^ [1]
Naar boven