Stb. 2003, 324, datum inwerkingtreding 19-08-2003, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2001.
1 Onze Minister stelt vanaf 1 januari 2002 met betrekking tot gas dat bestemd is voor
levering aan beschermde afnemers of afnemers die jaarlijks per aansluiting minder
dan 170 000 m3 gas verbruiken voor iedere netbeheerder de tarieven vast die deze ten hoogste mag
berekenen voor het transport van dat gas en de daarmee noodzakelijkerwijs verbonden
diensten, met inachtneming van het belang dat door middel van marktwerking ten behoeve
van afnemers een doelmatige bedrijfsvoering en kostenverlaging worden bevorderd, en
met toepassing van de formule
Pt =( 1 + ((cpi – xt) / 100)) Pt-1 , waarbij:
pt = de tarieven die zullen gelden in periode t;
pt-1 = de tarieven die golden in de periode voorafgaand aan periode t;
cpi = de relatieve wijziging van de consumentenprijsindex (alle huishoudens), berekend
uit het quotiënt van deze prijsindex, gepubliceerd in de vierde maand voorafgaande
aan periode t, en van deze prijsindex, gepubliceerd in de zestiende maand voorafgaande
aan periode t, zoals deze maandelijks wordt vastgesteld door het Centraal Bureau voor
de Statistiek;
xt = de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering door netbeheerders.
2 De in het eerste lid bedoelde korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering
heeft mede ten doel om een rendement te bewerkstelligen dat in ieder geval niet hoger
is dan in het economisch verkeer gebruikelijk en dient de gelijkwaardigheid in de
doelmatigheid van de bedrijfsvoering van de netbeheerders te bevorderen.
3 Onze Minister stelt de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering telkens
vast voor een periode van ten minste drie en ten hoogste vijf jaar. Voor iedere netbeheerder
kan een afzonderlijke korting worden vastgesteld.
4 Onze Minister stelt na overleg met de gezamenlijke netbeheerders en met representatieve
organisaties van partijen op de gasmarkt de methode tot vaststelling van de korting
vast en geeft in het besluit tot vaststelling van de methode aan welke gevolgtrekkingen
hij heeft verbonden aan de uitkomsten van het overleg.
5 Onze Minister kan de tarieven die zullen gelden in de periode t corrigeren, indien
de tarieven die golden in de periode of periodes voorafgaand aan periode t:
-
a. bij rechterlijke uitspraak of met toepassing van artikel 6:18 van de Algemene wet
bestuursrecht zijn gewijzigd, of
-
b. zijn vastgesteld met inachtneming van onjuiste of onvolledige gegevens en Onze Minister,
indien hij de beschikking had over juiste of volledige gegevens, tarieven zou hebben
vastgesteld die in aanmerkelijk mate zouden afwijken van de vastgestelde tarieven.