-
a. Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;
-
b.
gas:
-
c. gasproductienet: een of meer pijpleidingen die onderdeel uitmaken van een olie- of
gaswinningsproject of die worden gebruikt voor het transport van gas rechtstreeks
van een gaswinningsproject naar een verwerkingsinstallatie, een opslagplaats of een
aanlandingsplaats;
-
d. gastransportnet: niet tot een gasproductienet behorende, met elkaar verbonden leidingen
of hulpmiddelen bestemd of gebruikt voor het transport van gas, met inbegrip van hulpmiddelen
en installaties waarmee ondersteunende diensten voor dat transport worden verricht,
behoudens voor zover deze leidingen en hulpmiddelen onderdeel uitmaken van een directe
lijn of gelegen zijn binnen de installatie van de afnemer;
-
e. netbeheerder: een vennootschap die op grond van artikel 2 is aangewezen voor het beheer van een of meer gastransportnetten,
-
f. gasopslaginstallatie: een installatie voor de opslag van gas, met inbegrip van het
gedeelte van een LNG-installatie dat voor opslag wordt gebruikt, maar met uitzondering
van het gedeelte dat wordt gebruikt voor gasproductie, en met uitzondering van installaties
die uitsluitend ten dienste staan van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet
bij de uitvoering van zijn taken;
-
g. gasopslagbedrijf: een ieder die een gasopslaginstallatie beheert;
-
h. LNG-installatie: een installatie die gebruikt wordt voor het vloeibaar maken van gas,
of voor de invoer, de verlading, of de hervergassing van vloeibaar gas, met inbegrip
van ondersteunende diensten en tijdelijke opslag die nodig zijn voor het proces van
hervergassing en de daaropvolgende levering aan het transportsysteem, met uitzondering
van de gedeeltes van de installatie die gebruikt worden voor opslag;
-
i. LNG-bedrijf: een ieder die een LNG-installatie beheert;
-
j. gasbedrijf: een netbeheerder, een gasopslagbedrijf, een LNG-bedrijf of een natuurlijke
persoon of een rechtspersoon die de productie, de aankoop of de levering van gas verricht,
maar geen eindafnemer van dit gas is;
-
k. verwant bedrijf: verbonden onderneming in de zin van artikel 41 van de zevende richtlijn nr. 83/349/EEG van de Raad van 13 juni 1983 op de grondslag van artikel 54, derde lid, sub g, van
het Verdrag betreffende de geconsolideerde jaarrekening of een geassocieerde onderneming
in de zin van artikel 33, eerste lid, daarvan of een onderneming die aan dezelfde aandeelhouders toebehoort;
-
l. netgebruiker: degene voor wie met behulp van een gastransportnet het transport van
gas wordt verricht;
-
m. aansluiting: één of meer verbindingen tussen een gastransportnet en een onroerende
zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken, waaronder begrepen één of meer verbindingen tussen een gastransportnet dat wordt
beheerd door een netbeheerder en een gastransportnet dat beheerd wordt door een ander
dan die netbeheerder;
-
n. landelijk gastransportnet: een gastransportnet dat uitsluitend of in hoofdzaak is
bestemd of wordt gebruikt voor het op landelijk niveau transporteren van gas;
-
o. afnemer: een persoon met een aansluiting op een gastransportnet;
-
p. vergunninghouder: een houder van een leveringsvergunning als bedoeld in artikel 43;
-
q. richtlijn: richtlijn nr. 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli
2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot
intrekking van Richtlijn 2003/55/EG (Pb EU 2009, L 211);
-
r. Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;
-
s.
[Red: vervallen;]
-
t. ondersteunende diensten: de diensten die nodig zijn voor de toegang tot of de werking
van gastransportnetten, LNG-installaties of opslaginstallaties, met inbegrip van het
opvangen van fluctuaties in de belasting van het gastransportnet en menging, maar
met uitzondering van de installaties die uitsluitend ten dienste staan van de netbeheerder
van het landelijk gastransportnet bij de uitvoering van zijn taken;
-
u. economische eigendom: het krachtens een rechtsverhouding gerechtigd zijn tot alle
rechten en bevoegdheden ten aanzien van een goed, met uitzondering van het recht op
levering, en het gehouden zijn om alle verplichtingen ten aanzien van dat goed voor
zijn rekening te nemen en daarmee het volledige risico van waardeverandering of tenietgaan
van het goed te dragen, zonder dat het goed geleverd is;
-
v.
[Red: vervallen;]
-
w. programmaverantwoordelijkheid: de verantwoordelijkheid voor het opstellen van een
programma als bedoeld in artikel 17b, eerste of tweede lid;
-
x. programmaverantwoordelijke: degene op wie programmaverantwoordelijkheid rust;
-
y. continentaal plat: het onder de Noordzee gelegen deel van de zeebodem en de ondergrond
daarvan, waarop het Koninkrijk mede overeenkomstig het op 10 december 1982 te Montego-Bay
gesloten Verdrag inzake het recht van de zee (Trb. 1983, 83) soevereine rechten heeft
en welke is gelegen aan de zeezijde van de in artikel 1, eerste lid, van de Wet grenzen Nederlandse territoriale zee bedoelde lijn;
-
z. landsgrensoverschrijdend gastransportnet: een gastransportnet dat de grens van tenminste
twee landen overschrijdt en dat uitsluitend als doel heeft de gastransportnetten van
die landen onderling te koppelen;
-
aa. aansluitpunt: het deel van de aansluiting vanaf het gastransportnet tot en met de
eerste afsluiter;
-
ab. meetinrichting: het gehele samenstel van apparatuur dat ten minste tot doel heeft
het uitgewisselde gas te meten;
-
ac. meetbedrijf: een organisatorische eenheid die zich bezighoudt met het collecteren,
valideren en vaststellen van meetgegevens betreffende gas;
-
ad. verordening 715/2009: verordening nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad
betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking
van Verordening (EG) nr. 1775/2005 (Pb EU 2009, L 211);
-
ae. verordening 713/2009: verordening nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad
van 13 juli 2009 tot oprichting van een agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators
(Pb EU 2009, L 211);
-
af. Agentschap: het agentschap, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de verordening 713/2009;
-
ag. producent: een organisatorische eenheid die zich bezig houdt met het produceren van
gas;
-
ah. leverancier: een organisatorische eenheid die zich bezig houdt met het leveren van
gas;
-
ai. handelaar: een organisatorische eenheid die zich bezighoudt met het sluiten van overeenkomsten
betreffende de koop en verkoop van gas;
-
aj. producent van elektriciteit: een producent als bedoeld in artikel 1, onderdeel g, van de Elektriciteitswet 1998;
-
ak. leverancier van elektriciteit: een leverancier als bedoeld in artikel 1, onderdeel f, van de Elektriciteitswet 1998;
-
al. handelaar in elektriciteit: een handelaar als bedoeld in artikel 1, onderdeel h, van de Elektriciteitswet 1998;
-
am. gesloten distributiesysteem: een net, niet zijnde het landelijk gastransportnet:
-
1°. dat ligt binnen een geografisch afgebakende industriële locatie, commerciële locatie
of locatie met gedeelde diensten,
-
2°. waarop minder dan 500 afnemers zijn aangesloten en
-
3°. dat alleen niet-huishoudelijke afnemers van gas voorziet, tenzij er sprake is van
incidenteel gebruik door een klein aantal huishoudelijke afnemers die werkzaam is
bij of vergelijkbare betrekkingen heeft met de eigenaar van het gesloten distributiesysteem;
-
an. directe lijn: een of meer leidingen voor het transport van gas, behoudens voor zover
die gelegen is binnen een installatie, die:
-
1°. niet is verbonden met een gastransportnet of een andere leiding voor het transport
van gas en die een geïsoleerde productie-installatie van een producent rechtstreeks
verbindt met een geïsoleerde verbruiker van gas, niet zijnde de producent, of
-
2°. ten hoogste via de installatie van één aangeslotene op de leiding is verbonden met
een gastransportnet of een andere leiding voor het transport van gas en die een productie-installatie
van een producent met tussenkomst van een leverancier rechtstreeks verbindt met één
of meer verbruikers van gas, niet zijnde de producent of in hoofdzaak huishoudelijke
verbruikers, teneinde te voorzien in de gasbehoefte van deze verbruikers;.
-
ao. hernieuwbare energiebronnen: hernieuwbare energiebronnen als bedoeld in artikel 2
van de richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009
ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging
en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (Pb EU 2009, L 140);
-
ap. verordening 1227/2011: verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en
de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt
voor energie (PbEU 2011, L 326), alsmede de door de Europese Commissie vastgestelde
gedelegeerde en uitvoeringshandelingen op grond van verordening 1227/2011;
-
aq. marktdeelnemer: een marktdeelnemer als bedoeld in artikel 2, zevende lid, van verordening
1227/2011;
-
ar. Autoriteit Financiële Markten: de Autoriteit Financiële Markten, genoemd in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;
-
bb. verordening 994/2010: verordening (EU) nr. 994/2010 van het Europees Parlement en
de Raad van 20 oktober 2010 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering
en houdende intrekking van Richtlijn 2004/67/EG (PbEU 2010, L 295).