Regeling tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende gehandicapte kinderen 2000

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 04-05-2024.
Geldend van 01-01-2010 t/m 31-03-2010

Regeling tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende gehandicapte kinderen 2000

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op artikel 3, eerste lid, juncto artikel 9 Kaderwet SZW-subsidies en de artikelen 25, eerste lid, onderdeel f, 28, vijfde lid, en 86 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997.

Besluit:

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 1. Definities

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Onze Minister:

de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

b. Minister van VWS:

de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

c. AKW:

Algemene Kinderbijslagwet;

d. AWBZ:

Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;

e. Wet SUWI:

Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

f. SVB:

Sociale verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6 van de Wet SUWI;

g. kind:

het kind, bedoeld in artikel 2;

h. tegemoetkoming:

de tegemoetkoming in de onderhoudskosten, bedoeld in artikel 4;

i. peildag:

de eerste dag van een kwartaal zijnde 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober;

j. vreemdeling:

hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet 2000;

k. valutadag:

de op de rekening-courantafschriften aangegeven dag van betaling;

l. overige posten met betrekking tot de uitvoering van deze regeling:

de uitgaven en ontvangsten met betrekking tot de interesten en diversen.

Artikel 2. Kind

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Kind is de persoon die de leeftijd van 3 jaar maar nog niet van 18 jaar heeft bereikt en die ernstig beperkt is in het dagelijks functioneren als gevolg van een ziekte of stoornis van lichamelijke, verstandelijke of geestelijke aard waardoor hij blijvend of voorlopig blijvend gehandicapt is.

Artikel 3. Blijvend of voorlopig blijvend gehandicapt

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

In deze regeling wordt als blijvend of voorlopig blijvend gehandicapt aangemerkt het kind dat als gevolg van zijn beperkingen:

  • a. aanzienlijk meer afhankelijk is van geregelde verzorging of oppassing dan een gezond kind van dezelfde leeftijd; en

  • b. aanspraak kan maken op opname in een in de AWBZ of in de daarop berustende bepalingen geregelde intramurale instelling.

Paragraaf 2. Het recht op en de hoogte van een tegemoetkoming

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 4. Het recht op een tegemoetkoming

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De natuurlijke persoon die hier te lande woont en tot wiens huishouden het kind hier te lande op de peildag behoort heeft over dat kwartaal recht op een tegemoetkoming in de onderhoudskosten van dat kind op grond van deze regeling.

  • 2 Waar de natuurlijke persoon woont wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

  • 3 Geen recht op een tegemoetkoming heeft de persoon:

    • a. die ten behoeve van het kind een Nederlandse of buitenlandse vergoeding ontvangt die qua doelstelling en hoogte vergelijkbaar is met de tegemoetkoming, bedoeld in deze regeling;

    • b. in wiens huishouden het kind op commerciële basis is opgenomen.

  • 6 Het recht op een tegemoetkoming aan de vreemdeling, bedoeld in het vijfde lid, eindigt met ingang van de dag waarop:

    • a. onherroepelijk voor de vreemdeling negatief op de aanvraag, het bezwaar of het beroep is beslist; of

    • b. de uitzetting van de vreemdeling is gelast, tenzij die uitzetting op grond van de Vreemdelingenwet 2000 of op grond van een rechterlijke beslissing achterwege dient te blijven.

Artikel 5. De hoogte van een tegemoetkoming

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De tegemoetkoming voor het kind bedraagt € 211,45 per kwartaal.

Artikel  5a. Extra tegemoetkoming

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 2 Indien een persoon of diens partner voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, en recht heeft op meer dan een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 5, heeft hij dan wel zijn partner recht op ten hoogste een extra tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid.

  • 3 De SVB betaalt de in het eerste lid bedoelde extra tegemoetkoming zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar waarover recht op de desbetreffende extra tegemoetkoming bestaat.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2010, 34, datum inwerkingtreding 01-04-2010, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

Het artikel is nieuw toegevoegd.

Stcrt. 2010, 20894, datum inwerkingtreding 24-12-2010, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2010.

  • c. deze persoon of diens partner in dat kalenderjaar belastbare winst uit een of meer ondernemingen als bedoeld in artikel 3.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, belastbaar loon als bedoeld in artikel 3.80 van de Wet inkomstenbelasting 2001 of belastbaar resultaat uit een of meer werkzaamheden als bedoeld in artikel 3.90 van de Wet inkomstenbelasting 2001 heeft genoten niet meer is dan het bedrag, genoemd in artikel 8.14a, eerste lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001;

Paragraaf 3. Het geldend maken van het recht op een tegemoetkoming

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 6. De aanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De SVB stelt op aanvraag vast of recht op een tegemoetkoming bestaat.

  • 2 De aanvraag wordt ingediend door middel van een door de SVB beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 3 De tegemoetkoming kan niet eerder ingaan dan een jaar voorafgaand aan de eerste dag van het kwartaal tijdens welk de aanvraag om een tegemoetkoming werd ingediend. De SVB kan in bijzondere gevallen van de eerste zin afwijken.

Artikel 7. Medisch advies

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Om te bepalen of het kind gehandicapt is wint de SVB medisch advies in bij een organisatie waarmee de Minister van VWS vooraf heeft ingestemd.

  • 2 Om te bepalen of het kind nog steeds gehandicapt is kan de SVB opnieuw een medisch advies inwinnen.

  • 3 Het medisch advies wordt ingewonnen bij een landelijk opererende, onafhankelijke en daartoe deskundige organisatie.

Artikel 8. Wetsbepalingen van overeenkomstige toepassing

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 8a. Beslistermijn

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De SVB stelt binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag vast of recht op een tegemoetkoming bestaat.

  • 2 Indien de SVB niet in staat is tijdig een besluit te nemen, stelt de SVB de aanvrager daarvan in kennis en kan de termijn, bedoeld in het eerste lid, met ten hoogste vier weken worden verlengd.

Artikel 9. Verrekening

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De SVB kan aan een persoon ten onrechte betaalde tegemoetkoming verrekenen met kinderbijslag waarop de persoon als verzekerde voor hetzelfde kind op grond van de AKW aanspraak maakt.

Paragraaf 4. De financiering

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 10. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 In de middelen tot dekking van de uitgaven verbonden aan deze regeling wordt voorzien door het Rijk.

  • 2 De SVB beheert en administreert afzonderlijk de middelen, bedoeld in het eerste lid.

  • 3 Met inachtneming van artikel 10a, eerste lid, brengt de SVB:

    • a. de uitgaven voor de tegemoetkomingen en de uitvoeringskosten van de SVB, met uitzondering van de kosten verbonden aan het advies, bedoeld in artikel 7, in rekening bij Onze Minister, en

    • b. de kosten verbonden aan het advies, bedoeld in artikel 7, in rekening bij de Minister van VWS.

Artikel 10a. Raming en opgave uitgaven

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Uiterlijk op de tiende dag van de maand voorafgaande aan het begin van een kwartaal verstrekt de SVB aan Onze Minister onderscheidenlijk de Minister van VWS een opgave van:

    • a. het totaalbedrag aan geraamde tegemoetkomingen voor het komende kwartaal;

    • b. het totaalbedrag aan geraamde kosten, verbonden aan het advies, bedoeld in artikel 7, voor het komende kwartaal;

    • c. het totaalbedrag aan uitbetaalde tegemoetkomingen in het vorige kwartaal;

    • d. het totaalbedrag aan gerealiseerde uitgaven, verbonden aan het advies, bedoeld in artikel 7, in het vorige kwartaal.

  • 2 Indien de dag, bedoeld in het eerste lid, een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is, vindt de verstrekking plaats op de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is.

  • 3 Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt nader gespecificeerd in een bedrag dat betrekking heeft op het komende kwartaal en op bedragen die betrekking hebben op daaraan voorafgaande kwartalen. Deze specificatie wordt voorzien van de bij de bedragen behorende aantallen tegemoetkomingen.

  • 4 Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt nader gespecificeerd in een bedrag dat betrekking heeft op het vorige kwartaal en in bedragen die betrekking hebben op daaraan voorafgaande kwartalen. Deze specificatie wordt voorzien van de bij de bedragen behorende aantallen tegemoetkomingen.

  • 5 In het jaarplan met begroting verstrekt de SVB elk jaar aan Onze Minister onderscheidenlijk de Minister van VWS een opgave van het totaalbedrag aan geraamde uitvoeringskosten op grond van deze regeling in het komende jaar.

Artikel 10b. Afdracht

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Met als valutadag de eerste dag van elk kwartaal storten Onze Minister respectievelijk de Minister van VWS op de rekening-courant ten name van de SVB bij de Minister van Financiën:

    • a. het bedrag van de geraamde tegemoetkomingen in dat kwartaal;

    • b. het bedrag van de geraamde kosten, verbonden aan het advies, bedoeld in artikel 7, in dat kwartaal;

    • c. éénvierde van het bedrag aan geraamde uitvoeringskosten per jaar.

    Onze Minister en de Minister van VWS kunnen, na overleg met de SVB, van het geraamde bedrag afwijken.

  • 2 Met als valutadag de eerste dag van elk kwartaal verrekent Onze Minister het verschil tussen de gerealiseerde en de geraamde tegemoetkomingen over het kwartaal gelegen twee kwartalen voor dat kwartaal met het bedrag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a.

  • 3 Met als valutadag de eerste dag van elk kwartaal verrekent de Minister van VWS het verschil tussen de gerealiseerde en de geraamde kosten, verbonden aan het advies, bedoeld in artikel 7, over het kwartaal gelegen twee kwartalen voor dat kwartaal met het bedrag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b.

Artikel 10d. Specificatie opgave gerealiseerde uitgaven

[Vervallen per 07-09-2008]

Artikel 10e. Afrekening

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Uiterlijk op 1 juli dient de SVB de afrekening van de tegemoetkomingen, de kosten, verbonden aan het advies, bedoeld in artikel 7, en de uitvoeringskosten over het afgelopen kalenderjaar bij Onze Minister en de Minister van VWS in.

  • 2 In de afrekening van de tegemoetkomingen, de kosten, verbonden aan het advies, bedoeld in artikel 7, en de uitvoeringskosten wordt, op basis van de jaarrekening, bedoeld in artikel 49 van de Wet SUWI, de kasstroom inzichtelijk gemaakt en wordt deze afzonderlijk vermeld voor de uitgaven en overige posten met betrekking tot de uitvoering van deze regeling.

  • 3 Op grond van de afrekening van de tegemoetkomingen, de kosten, verbonden aan het advies, bedoeld in artikel 7, en de uitvoeringskosten vindt voor 15 augustus een betaling plaats ten gunste of ten laste van de SVB.

Artikel 10f. Vaststelling Rijksbijdrage

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Onze Minister stelt jaarlijks voor 31 oktober de omvang van de middelen tot dekking van de uitgaven verbonden aan de uitvoering van deze regeling over het afgelopen kalenderjaar vast.

Artikel 10g. Accountantsverklaring

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 16, eerste lid, van de Algemene Regeling SZW-subsidies is niet van toepassing op verstrekking van tegemoetkomingen krachtens deze regeling.

Paragraaf 5. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 11. Wijziging wettelijke grondslag

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Deze regeling berust mede op de artikelen 121, tweede lid, en 122 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

Artikel 12. Overgangsrecht

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De natuurlijke persoon die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regeling recht had op een tegemoetkoming op grond van de Regeling tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende meervoudig en ernstig lichamelijk gehandicapte kinderen heeft op grond van deze regeling recht op een tegemoetkoming. Tot het moment dat het kind niet meer blijvend of voorlopig blijvend gehandicapt is, wordt er, voor de toepassing van de eerste zin, van uitgegaan dat het kind dat meervoudig gehandicapt dan wel ernstig lichamelijk gehandicapt of chronisch ziek is als bedoeld in artikel 3 en 4 van de Regeling tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende meervoudig en ernstig lichamelijk gehandicapte kinderen, gehandicapt is als bedoeld in artikel 3.

Artikel 13. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2000.

Artikel 14. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende gehandicapte kinderen 2000.

Den Haag, 20 december 1999

De

Staatssecretaris

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.F. Hoogervorst

Naar boven