Vrije dagen sparen in relatie tot ontslag wegens arbeidsongeschiktheid

Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 13-01-1999 t/m heden

Vrije dagen sparen in relatie tot ontslag wegens arbeidsongeschiktheid

Circulaire aan de ministers

I. Inleiding/managementinformatie

Een van de manieren waarop invulling kan worden gegeven aan de 36-urige werkweek is de volgende. Onder handhaving van een 40-urige werkweek vindt voor de uren die meer worden gewerkt compensatie plaats via een aantal vrije dagen. Deze kunnen binnen hetzelfde kalenderjaar worden opgenomen danwel worden gespaard over een periode van maximaal zeven jaar.

Indien de ambtenaar in dat laatste geval een spaartegoed heeft opgebouwd op het moment dat hij wegens arbeidsongeschiktheid wordt ontslagen vervalt zijn spaartegoed. Dit ongewenste gevolg wordt met deze circulaire ongedaan gemaakt door het uitbetalen van het spaartegoed.

II. Inhoud

In de overeenkomst arbeidsvoorwaarden- en werkgelegenheidsbeleid sector Rijk (contractsperiode 1 april 1995 tot en met 31 maart 1997) is overeenstemming bereikt over de invoering van de 36-urige werkweek. De afspraken rondom de invoering van de 36-urige werkweek zijn geformaliseerd bij besluit van 25 oktober 1996, Staatsblad 568 en bij ministeriële regeling van 25 november 1996, Stcrt. 233.

De 36-urige werkweek kan op veel manieren worden vormgegeven. Een daarvan is de handhaving van een 40-urige werkweek met compensatie door middel van een aantal vrije dagen op jaarbasis of sparen over de jaargrens heen over een periode van maximaal zeven jaar.

Deze variant is nader geregeld in de ministeriële regeling van 25 november 1996.

In de ministeriële regeling zijn voorschriften opgesomd die van toepassing zijn op het sparen van compensatiedagen over de jaargrens heen. Dit betreft voorschriften inzake opbouw en opname van gespaarde vrije dagen bij gehele en gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en uitbetaling van de gespaarde vrije dagen indien de ambtenaar komt te overlijden. Echter de uitbetaling van gespaarde vrije dagen in het geval de ambtenaar wegens ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte wordt ontslagen is niet geregeld. Dit wordt als een lacune in de regelgeving ervaren. De ontslagen ambtenaar heeft in het geval van een ongeschiktheidsontslag wegens ziekte niet meer de mogelijkheid om zijn gespaarde vrije dagen op te nemen. Derhalve is deze situatie vergelijkbaar met de situatie dat de ambtenaar is overleden.

Met de centrales van overheidspersoneel is afgesproken dat in het geval van een ongeschiktheidsontslag wegens ziekte de gespaarde vrije dagen worden uitbetaald op overeenkomstige wijze als bij het overlijden van de ambtenaar. Dit houdt in dat uitbetaling plaatsvindt van ieder gespaard uur tegen het tarief van het salaris per uur dat de ambtenaar laatstelijk genoot.

III. Slotopmerkingen

Ik verzoek u voorafgaand aan de formalisering van deze beleidslijn aan het bovenstaande uitvoering te geven voor de lopende gevallen en uw personeel zo spoedig mogelijk in te lichten.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
voor deze,
De

Directeur-generaal Management en Personeelsbeleid

,

A.H.C. Annink

Naar boven