Wet van 12 november 1998, houdende bepalingen met betrekking tot de dienstverlening
op het gebied van grensoverschrijdende overmakingen (Wet grensoverschrijdende betaaldiensten)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is ter uitvoering van
richtlijn nr 97/5/EG van het Europees parlement en de Raad van 27 januari 1997, PbEG Nr L 43/25, regels
te geven met betrekking tot de dienstverlening op het gebied van grensoverschrijdende
overmakingen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: