Wet van 14 mei 1998, houdende wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Buitengewoon
Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 en van enige andere wetten (Flexibiliteit en zekerheid)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de flexibiliteit in het
arbeidsbestel te vergroten met handhaving van een adequaat beschermingsniveau voor
werknemers, alsmede de bevoegdheid tot het verlenen van de toestemming voor de opzegging
van een arbeidsverhouding toe te kennen aan de Regionaal Directeur van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie
en in verband daarmee het Burgerlijk Wetboek, het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 en enige andere wetten te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: