Besluit heffingen kamers van koophandel en fabrieken

[Regeling vervallen per 01-01-2014.]
Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 13-10-2006 en zichtdatum 13-10-2006.
Geldend van 13-10-2006 t/m 31-12-2007

Besluit van 24 december 1997, houdende vaststelling van de onderlinge verhouding van ondernemingen ten behoeve van door kamers van koophandel en fabrieken vast te stellen bijdragen (Besluit heffingen kamers van koophandel en fabrieken)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 8 oktober 1997, nr. 97061858 WJA/W;

Gelet op de artikelen 32, vierde lid, en 37, tweede lid, van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997;

De Raad van State gehoord (advies van 11 december 1997, nr. W10.97.0654);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 17 december 1997, nr. 97079371WJA/W;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Voor de toepassing van artikel 32 van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997 wordt de onderlinge verhouding van ondernemingen bepaald aan de hand van de volgende indeling in categorieën met de daarbij vermelde gewichten:

ondernemingen toebehorende aan een natuurlijk persoon en Europese economische samenwerkingsverbanden

1

verenigingen en stichtingen

2

vennootschappen onder firma

3

commanditaire vennootschappen

3

coöperaties, Europese coöperatieve vennootschappen en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen tot 50

5

naamloze vennootschappen, Europese naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een maatschappelijk kapitaal tot € 2 500 000 en een aantal werkzame personen tot 50

5

vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen tot 50

5

coöperaties, Europese coöperatieve vennootschappen en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen van 50 tot 250

10

naamloze vennootschappen, Europese naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een maatschappelijk kapitaal van € 2 500 000 tot € 10 000 000 en een aantal werkzame personen van 50 tot 250

10

vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen van 50 tot 250

10

coöperaties, Europese coöperatieve vennootschappen en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen van 250 of meer

29

naamloze vennootschappen, Europese naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een maatschappelijk kapitaal van € 10 000 000 of meer en een aantal werkzame personen van 250 of meer

29

vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen van 250 of meer

29

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Voor de toepassing van artikel 37 van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997 wordt de onderlinge verhouding van ondernemingen bepaald aan de hand van de volgende indeling in categorieën met de daarbij vermelde gewichten:

ondernemingen toebehorende aan een natuurlijk persoon en Europese economische samenwerkingsverbanden

1

verenigingen en stichtingen

2

vennootschappen onder firma

2

coöperaties, Europese coöperatieve vennootschappen en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen tot 50

4

naamloze vennootschappen, Europese naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een maatschappelijk kapitaal tot € 2 500 000 en een aantal werkzame personen tot 50

4

vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen tot 50

4

commanditaire vennootschappen

5

coöperaties, Europese coöperatieve vennootschappen en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen van 50 tot 250

15

naamloze vennootschappen, Europese naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een maatschappelijk kapitaal van € 2 500 000 tot € 10 000 000 en een aantal werkzame personen van 50 tot 250

15

vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen van 50 tot 250

15

coöperaties, Europese coöperatieve vennootschappen en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen van 250 of meer

35

naamloze vennootschappen, Europese naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een maatschappelijk kapitaal van € 10 000 000 of meer en een aantal werkzame personen van 250 of meer

35

vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen van 250 of meer

35

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 Bij de vaststelling van het in de artikelen 1 en 2 bedoelde maatschappelijk kapitaal en aantal werkzame personen geldt als peildatum 1 januari van het jaar waarvoor de onderneming de desbetreffende bijdrage is verschuldigd.

  • 2 Voor de toepassing van de artikelen 1 en 2 worden onder werkzame personen verstaan de al dan niet in dienst van de betrokken onderneming werkzame werknemers, de meewerkende eigenaren en de meewerkende gezinsleden van een eigenaar, steeds voor zover zij doorgaans ten minste 15 uur per week werkzaam zijn.

  • 3 Naamloze vennootschappen, Europese naamloze vennootschappen, Europese coöperatieve vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid die slechts gedeeltelijk voldoen aan de in de artikelen 1 en 2 ten aanzien van die categorieën gestelde criteria, worden ingedeeld in de categorie met het laagste gewicht waaraan zij gedeeltelijk voldoen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit heffingen kamers van koophandel en fabrieken.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Het Oude Loo, 24 december 1997

Beatrix

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

A. van Dok-van Weele

Uitgegeven de dertigste december 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager