Wet van 31 oktober 1996, houdende goedkeuring van de Uitvoeringsregeling willekeurige
afschrijving voor zover daarin beperkingen van de mogelijkheid tot willekeurige afschrijving
zijn opgenomen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 10, vijfde lid, van de
Wet op de inkomstenbelasting 1964 de Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving
bij wet dient te worden goedgekeurd voor zover daarin beperkingen van de mogelijkheid
tot willekeurige afschrijving zijn opgenomen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: