Wet geneesmiddelenprijzen

Geraadpleegd op 31-10-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 31-03-2018 en zichtdatum 29-04-2024.
Geldend van 01-01-2013 t/m 17-12-2019

Wet van 25 januari 1996, houdende regels omtrent de vaststelling van maximumprijzen voor geneesmiddelen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter bevordering van de volksgezondheid wenselijk is de beschikbaarheid van geneesmiddelen tegen redelijke prijzen te waarborgen, dat de prijzen van geneesmiddelen in overwegende mate ten laste van de gemeenschap komen, dat het in verband daarmee wenselijk is de prijzen van geneesmiddelen te kunnen beheersen, dat de prijzen van geneesmiddelen in Nederland aanzienlijk uitgaan boven de prijzen van vergelijkbare geneesmiddelen in andere lidstaten van de Europese Unie en dat het derhalve wenselijk is regels te stellen die het mogelijk maken voor geneesmiddelen maximumprijzen vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

  • 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a. Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

    • b. geneesmiddel: een geneesmiddel als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Geneesmiddelenwet waarvoor een handelsvergunning of een parallelhandelsvergunning geldt die is verleend krachtens de Geneesmiddelenwet dan wel krachtens de verordening, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder fff, van die wet, of Verordening (EEG) nr. 2309/93 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 juli 1993 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen voor en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling (PbEG L 214);

    • c. vergelijkbaar geneesmiddel: een geneesmiddel met dezelfde werkzame bestanddelen, van dezelfde of nagenoeg dezelfde sterkte en in dezelfde farmaceutische vorm als een ander geneesmiddel;

    • d. maximumprijs: de maximumprijs voor een geneesmiddel, vastgesteld krachtens artikel 2.

  • 2 Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat farmaceutische vormen in daarbij aangegeven gevallen voor de toepassing van deze wet worden aangemerkt als dezelfde farmaceutische vorm.

Artikel 2

  • 1 Bij ministeriële regeling kan voor een geneesmiddel, waarvan de beschikbaarheid voor een ieder naar het oordeel van Onze Minister door de overheid dient te worden gewaarborgd, een maximumprijs worden vastgesteld. De maximumprijs wordt uitgedrukt in een bedrag per daarbij aan te geven hoeveelheid. Op de voorbereiding van de regeling is Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Het ontwerp van de regeling wordt ten minste vier weken voor de vaststelling overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal.

  • 2 Voor de vaststelling van een maximumprijs voor een geneesmiddel wordt op basis van bij ministeriële regeling aan te wijzen algemeen aanvaarde prijslijsten voor België, voor de Bondsrepubliek Duitsland, voor Frankrijk en voor het Verenigd Koninkrijk, per land in de daar geldende valuta het rekenkundig gemiddelde vastgesteld van de prijzen van vergelijkbare geneesmiddelen die in die prijslijsten zijn vermeld voor het leveren aan personen, rechtspersonen daaronder begrepen, die bevoegd zijn tot het afleveren van geneesmiddelen aan particuliere gebruikers. Indien in een prijslijst niet de prijzen zijn vermeld voor het leveren aan personen die bevoegd zijn tot het afleveren van geneesmiddelen aan particuliere gebruikers, worden de vermelde prijzen tot zodanige prijzen omgerekend met overeenkomstige toepassing van de hiervoor in dat land geldende regels. Indien voor een geneesmiddel de prijs van meer dan één verpakkingsgrootte is vermeld, wordt slechts in aanmerking genomen de prijs van de verpakking met de laagste prijs per eenheid produkt. Een vermelde prijs wordt voor zover nodig herleid tot een prijs voor de hoeveelheid die zal worden gehanteerd in de in het eerste lid bedoelde regeling.

  • 3 De ingevolge het tweede lid vastgestelde gemiddelden worden omgerekend in euro's. Daarbij wordt uitgegaan van de wisselkoers van de euro ten opzichte van het Britse pond zoals die is vastgesteld door de Europese Bank op de datum van uitgifte van de prijslijst van het Verenigd Koninkrijk, bedoeld in het tweede lid.

  • 4 De maximumprijs wordt vastgesteld op ten minste het rekenkundig gemiddelde van de op grond van het derde lid vastgestelde bedragen in euro's.

  • 5 Vaststelling van een maximumprijs voor een geneesmiddel vindt niet plaats indien slechts voor één van de in het tweede lid genoemde landen voor vergelijkbare geneesmiddelen een prijs is vermeld in de in het tweede lid bedoelde prijslijsten.

  • 6 Voor de vaststelling van een maximumprijs wordt een prijslijst als uitgangspunt genomen, die niet langer dan zes maanden voor het tijdstip van vaststelling van de maximumprijs is uitgegeven.

  • 7 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de wijze waarop maximumprijzen worden vastgesteld.

Artikel 3

  • 1 Ten minste tweemaal per jaar onderzoekt Onze Minister of er aanleiding is de in artikel 2, eerste lid, bedoelde regeling te wijzigen. Zonodig past Onze Minister de regeling binnen 90 dagen na het begin van dit onderzoek aan.

  • 2 Voorts kan Onze Minister op verzoek van degene die het geneesmiddel te koop aanbiedt, verkoopt of krachtens verkoop levert aan een persoon, een rechtspersoon daaronder begrepen, die ingevolge de Geneesmiddelenwet bevoegd is tot het afleveren van geneesmiddelen aan particuliere gebruikers, in bijzondere gevallen besluiten de in artikel 2, eerste lid, bedoelde regeling vastgelegde maximumprijs te wijzigen. De laatste twee volzinnen van artikel 2, eerste lid, zijn niet van toepassing op een wijziging van de in de ministeriële regeling vastgelegde maximumprijs op grond van dit lid.

  • 3 De aanvraag tot wijziging van de vastgelegde maximumprijs is met redenen omkleed.

  • 4 Indien de bij de indiening van de aanvraag verstrekte gegevens niet toereikend zijn, laat Onze Minister weten welke aanvullende inlichtingen vereist zijn en stelt hij de verzoeker in de gelegenheid de aanvullende inlichtingen binnen een door hem te bepalen termijn te verstrekken.

  • 5 Onze Minister besluit binnen 90 dagen na ontvangst van de aanvraag dan wel na ontvangst van de aanvullende inlichtingen.

  • 6 Ingeval van een uitzonderlijk groot aantal aanvragen kan Onze Minister de in het vijfde lid bedoelde termijn eenmaal met 60 dagen verlengen. Een besluit tot verlenging van de termijn wordt voor het verstrijken van de in het vijfde lid bedoelde termijn bekend gemaakt aan de aanvrager.

Artikel 4

Het is verboden een geneesmiddel tegen een hogere prijs dan de maximumprijs te koop aan te bieden, te verkopen of krachtens verkoop te leveren dan wel een hogere prijs dan de maximumprijs in rekening te brengen aan een persoon, een rechtspersoon daaronder begrepen, die ingevolge de Geneesmiddelenwet bevoegd is tot het afleveren van geneesmiddelen aan particuliere gebruikers.

Artikel 5

  • 1 Een ieder die een geneesmiddel te koop aanbiedt, verkoopt of krachtens verkoop levert aan een persoon, een rechtspersoon daaronder begrepen, die ingevolge de Geneesmiddelenwet bevoegd is tot het afleveren van geneesmiddelen aan particuliere gebruikers, is verplicht een administratie te voeren, waaruit per transactie blijkt aan wie en tegen welke prijs hij het desbetreffende geneesmiddel heeft verkocht, alsmede de verpakkingsgrootte.

  • 2 De administratie, bedoeld in het eerste lid, wordt gedurende ten minste drie kalenderjaren na het jaar waarop zij betrekking heeft, bewaard. Indien terzake van een transactie waarop de administratie betrekking heeft, een boete is opgelegd, wordt de administratie bewaard totdat de beschikking tot oplegging van de boete onherroepelijk is geworden.

Artikel 6

  • 1 Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren. Van een besluit als bedoeld in de eerste volzin wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

Artikel 11

Onze Minister kan een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste € 45 000 ter zake van overtreding van artikel 4 of 5.

Artikel 18

Onze Minister zendt binnen achttien maanden nadat voor het eerst een regeling als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is vastgesteld, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel 19

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Zij vervalt met ingang van de eerste dag van het vijfde kalenderjaar na dat waarin voor het laatst een regeling ingevolge artikel 2, eerste lid, heeft gegolden.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 25 januari 1996

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de vijftiende februari 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager