Stb. 2014, 167, datum inwerkingtreding 16-05-2014, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-07-2013.
2 Indien de nabestaande recht heeft op uitkering op grond van artikel 14, eerste lid, onder a, wordt de bruto-nabestaandenuitkering op een zodanig bedrag vastgesteld, dat, nadat
de over dat bedrag in te houden loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen
voor een persoon jonger dan 65 jaar, rekening houdend met de algemene heffingskorting,
bedoeld in artikel 22 van de Wet op de loonbelasting 1964 en de alleenstaande-ouderkorting,
bedoeld in artikel 8.15, derde lid, eerste zin, van de Wet inkomstenbelasting 2001,
is afgetrokken, de netto-nabestaandenuitkering gelijk is aan 90% van het netto-minimumloon.
Stb. 2014, 167, datum inwerkingtreding 16-05-2014, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-10-2013.
Is van toepassing op personen die voor 29 maart 2013 recht op een halfwezenuitkering
hadden.
2 Indien de nabestaande recht heeft op uitkering op grond van artikel 14, eerste lid, onder a, wordt de bruto-nabestaandenuitkering op een zodanig bedrag vastgesteld, dat, nadat
de over dat bedrag in te houden loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen
voor een persoon jonger dan 65 jaar, rekening houdend met de algemene heffingskorting,
bedoeld in artikel 22 van de Wet op de loonbelasting 1964 en de alleenstaande-ouderkorting,
bedoeld in artikel 8.15, derde lid, eerste zin, van de Wet inkomstenbelasting 2001,
is afgetrokken, de netto-nabestaandenuitkering gelijk is aan 90% van het netto-minimumloon.