Besluit van 7 december 1995, houdende bepalingen betreffende de toepasselijkheid van
bij of krachtens de Scheepvaartverkeerswet gegeven regels op oorlogsschepen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 17 juli 1995, nr.
S/J 13.297/95, Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken, Stafafdeling Wetgeving
en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Defensie;
Gelet op de artikelen 10, tweede lid, en 36, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet;
De Raad van State gehoord (advies van 12 september 1995, nr. W09.95.0377);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 30 november
1995, nr. J 15.365/95, Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken, Stafafdeling
Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Defensie;
Hebben goedgevonden en verstaan: