-
a. prothesen voor schouder, arm, hand, been of voet, als aangegeven in artikel 7;
-
b. mammaprothesen als aangegeven in artikel 8;
-
c. gelaatsprothesen als aangegeven in artikel 9;
-
d. oogprothesen als aangegeven in artikel 10;
-
e. orthesen voor romp, arm, been, voet, hoofd of hals als aangegeven in artikel 11;
-
f. gezichtshulpmiddelen als aangegeven in artikel 12;
-
g. gehoorhulpmiddelen als aangegeven in artikel 13;
-
h. verzorgingsmiddelen als aangegeven in artikel 14;
-
i. hulpmiddelen voor anticonceptionele doeleinden als aangegeven in artikel 15;
-
j. eenvoudige hulpmiddelen voor de mobiliteit van personen als aangegeven in artikel 16;
-
k. pruiken als aangegeven in artikel 17;
-
l. injectiespuiten en toebehoren als aangegeven in artikel 18;
-
m. uitwendige hulpmiddelen, te gebruiken bij het langdurig compenseren van het functieverlies
van aderen bij het transport van bloed en het functieverlies van lymfevaten bij het
transport van lymfe;
-
n. hulpmiddelen bij diabetes als aangegeven in artikel 20;
-
o. apparatuur voor positieve uitademingsdruk als aangegeven in artikel 21;
-
p. draagbare, uitwendige infuuspompen met toebehoren als aangegeven in artikel 22;
-
q. schoenvoorzieningen, niet zijnde orthesen als aangegeven in artikel 23;
-
r. hulpmiddelen voor het toedienen van voeding als aangegeven in artikel 24;
-
s. allergeenvrije en stofdichte hoezen, als aangegeven in artikel 25;
-
t. hulpmiddelen voor communicatie, informatievoorziening en signalering als aangegeven
in artikel 26;
-
u. prothetische voorzieningen voor de onder- of bovenkaak als aangegeven in artikel 26a;
-
v. zuurstofapparaten dan wel zuurstofconcentratoren met toebehoren;
-
w. longvibrators;
-
x. vernevelaars met toebehoren;
-
y. beeldschermloepen;
-
z. uitwendige elektrostimulators tegen chronische pijn met toebehoren;
-
aa. hulpmiddelen voor continue positieve luchtdruk tijdens het ademen (CPAP-apparatuur)
met toebehoren;
-
bb. solo-apparatuur met toebehoren;
-
cc. tactiel-leesapparatuur met toebehoren;
-
dd. vervanging van hoortoestellen die kunnen worden aangesloten op een te implanteren
beengeleider (BAHA-hoortoestel) als aangegeven in artikel 29, vierde lid;
-
ee. hulpmiddelen voor de mobiliteit van personen als aangegeven in artikel 26b;
-
ff. inrichtingselementen van woningen als aangegeven in artikel 26c.