Wet van 2 november 1994, houdende wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet verontreiniging
oppervlaktewateren (afvalwater)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is ter implementatie van
enkele bepalingen van richtlijn nr. 91/271/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 mei 1991 inzake de behandeling
van stedelijk afvalwater (PbEG L 135) regels te stellen over het brengen van afvalwater in de riolering en daartoe
de Wet milieubeheer alsmede de Wet verontreiniging oppervlaktewateren te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: