Besluit van 8 september 1994, houdende regels ter uitvoering van de Wet gemeentelijke
basisadministratie persoonsgegevens
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 2 juni 1994, nummer
GBA94/U69, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Financiën en Economische
Zaken;
Gelet op de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;
Gezien het advies van de Raad voor de gemeentefinanciën van 23 maart 1994, nummer
Rgf 02.20/002.003;
Gezien het advies van de Registratiekamer van 23 maart 1994, nummer 94.A.002;
Gezien het advies van de Raad voor het Cultuurbeheer van 26 april 1994, nummer RCB/II-94-128;
De Raad van State gehoord (advies van 28 juli 1994, nummer W04.94.0350);
Gezien het nader rapport van Staatssecretaris J. Kohnstamm van Binnenlandse Zaken
van 30 augustus 1994, nummer GBA94/101, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers
van Financiën en Economische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: